PS Ze stuurden zondag Yves Leterme en Johan Vande Lanotte naar een onbewoond eiland. En riepen dan: ‘Doe-oei. Tot volgend jaar…’ Voor de rest valt er niets meer te schrijven over Debby & Nancy: alles is al geschreven. Alleen misschien nog een PS. Over een groot plan. En over Vlaanderen (en de mensen die er wonen).
De mannen van het rusthuis mokken. ‘Bwei… Moeten we daarvoor zo oud geworden zijn? Trouwens, die bloemen zijn nog veel te klein. Kunt ge nu echt niets beters verzinnen?’
‘Awel, ja’, zegt de verzorgster. Ze had een filmpje gezien op het internet. Twee madammen die iedereen opriepen om een foto te maken met een banaan.
De mannen van het rusthuis kijken elkaar aan. ‘Madammen met een banaan?’ De verzorgster toont de beelden op een groot scherm. Twee diva’s zeggen: ‘ Hey, wij zijn Debby & Nancy. Doe mee met ons: do the banana.’
De mannen van het rusthuis kijken elkaar verbaasd aan. Staan op. Plunderen de kleerkasten van de vrouwen. Verkleden zich. Doen wat gaga. En lachen – zoals ze in tijden niet meer gelachen hebben. Iemand neemt een foto. Jules, Staf, Jules, Jules, Staf en Freddy: alle zes een stuk in de tachtig en de negentig. Maar vandaag zijn ze weer jongens.
De volgende dag, ergens anders in Vlaanderen. Polly fietst samen met Henri naar school. Plots stopt ze en zegt: ‘Henri, luister.’ Ze maakt struisvogelgeluiden. Uhm, uhm, uhm. Henri kijkt haar aan, proest het uit. En begint ook struisvogelgeluiden te maken. Uhm, uhm, uhm.
’s Avonds schrijft Polly het verhaal neer op haar blog. ‘En het is te hopen dat niet veel mensen ons herkend hebben, want het moet echt wel een bijzonder debiel gezicht geweest zijn.’ Op dat moment verschijnt op haar blog: ‘ Hi sweetie, wij zijn het: Debby & Nancy. We zijn het écht.’ Ze schrikt, slikt, blijft minutenlang verbouwereerd naar haar scherm kijken. Die nacht droomt ze niet, zoals gewoonlijk, over Henri. Maar over twee diva’s.’
Het leek de voorbije weken wel alsof Debby & Nancy het land overgenomen hadden. Ze stonden overal, in elke krant. Er werden bladzijden gevuld. Over dat Bert Anciaux natte dromen kreeg van hen. Over dat ze razend populair waren op het net. Dat ze televisie maakten zoals ze vroeger televisie maakten. Toen Willem Ruis nog ademde, de mensen nog pluimen in hun gat staken en aardig waren voor elkaar.
Het klopt allemaal. Maar het verhaal wordt nooit helemaal verteld.
December 2005. In De Morgen verschijnt een vernietigende column van Chris Van Camp over Jan Fabre. Een paar dagen later krijgt ze een mail van Stany Crets. Met als onderwerp: ‘Verlegen Stany’. Crets had Van Camp in het café gezien, maar durfde haar niet aan te spreken. Maar wat hij wou zeggen: hij was het roerend eens met die Fabre-column. En nog iets: hij bereidde samen met zijn trouwe compagnon de route Peter van den Begin een cultuurprogramma voor. En…
Een dag later werd Van Camp aan boord gehesen. Aangezien ze een internetpionier is, werd er meteen een crossmediaal plan bij geleverd.
Het heeft niet mogen zijn. Een seizoen later waren Stany en Peter ver van het Canvaspad gedreven en gingen ze als Debby & Nancy de zondagavond veroveren op Eén. Het crossmediale plan kwam weer op tafel. ‘Als we nu eens via het web een Debby & Nancy-hype ontketenen…’ Van Camp en webredacteur Mario De Munck gingen aan de slag. Elisabeth, het productiehuis van Stany en Peter, nam de lift naar de afdeling Nieuwe Media op de VRT. In hun tas zat het plan voor ‘het meest experimentele VRT-webproject’ ooit.
Van Camp: ‘Toen we de woorden “hype” en “internet” lieten vallen, refereerden de VRT-mensen aan dat filmpje uit In De Gloria. Dat was op het internet zoveel keer gedownload en uiteindelijk in The Tonight Show bij Jay Leno op NBC beland. Maar dat was geen hype, alleen een leuke gimmick. Wij wilden veel verder gaan. Tonen dat je met het internet van gewone mensen vedetten kunt maken. Die op hun beurt de krant en de radio halen. De VRT vroeg controle vooraleer we dingen online zouden zetten, maar dat was onmogelijk. Je kunt geen mails, comments en bedenkingen van het moment eerst voorleggen. Het gaat allemaal razendsnel op het internet. Ik moest carte blanche eisen.’
Na wat aarzelen zei de afdeling Nieuwe Media: ‘Oké, ’t is goed.’
‘Het plan’, zegt Van Camp, ‘was niet om mensen na het tv-programma Debby & Nancy naar de site te lokken of een internethype te creëren. Het plan was: een hype creëren die gestuurd werd door het net.
‘De hype moest zich afspelen op straat. Op school. In de hoofden van gewone mensen en in de traditionele media. Zoveel mogelijk mensen moesten besmet worden door het geluksvirus van Debby & Nancy. Het internet was het geschikte medium om alles te regisseren. Tv heeft zijn demagogische kracht verloren. Iedereen kent de manipulaties, en de interactie blijft beperkt. Op het internet is dat anders. Het is een soort collectief geheugen waar je moods in kunt injecteren. Ideeën lanceren en meningen veranderen. Natuurlijk: op het internet bereik je nooit, zoals op tv, anderhalf miljoen kijkers. Hoogstens een kleine fractie daarvan. Maar de impact is wel zoveel malen groter. Het contact is veel intenser, one-to-one ook. Dat verklaart ook waarom terroristen op het internet gemaakt worden. Daarom wilden we echt in die poel van hardcore internetgebruikers duiken. Die mensen wier sociale contacten en creativiteit via het net een uitweg vinden.
‘Dat web is een organisch sociaal weefsel – de anarchie heeft zo haar eigen wetmatigheden. Vergelijk het met een nederzetting van landverhuizers. In geen tijd komen spilfiguren, eigen regels en een devies bovendrijven. De sociale controle is enorm. Wie zich binnen die community waagt aan een antihouding, wordt meteen verdreven. Als een indringer in een mierenkolonie.
‘Daarom was de eerste fase verschrikkelijk belangrijk. Het was echt precisiewerk. Onze eerste zet was een Debby & Nancy-videoboodschap op de blog van Bert Anciaux plaatsen. Daarna hebben we nog videoboodschappen gedropt op de sites van Humo, Studio Brussel en het Seniorennet. Een beetje zoals katers die hun territorium afbakenen.
‘De boodschap was duidelijk: die twee megalomane madammen waren niet alleen zondagavond op televisie te zien, ze waren ook verslaafd aan het internet. Ze hadden niet één site – daar haal je nooit het nieuws mee – maar ineens vijf. En: ze waren dan nog eens voortdurend online. Die intensiteit maakte het verschil. Een marketeer zou nooit tot ’s nachts met huismoeders, beginnende bandjes en slapelozen chatten over de dingen van de dag. Debby & Nancy wel. Er was geen afstand meer tussen de idolen en hun fans. Dat had tv nooit kunnen bereiken.
‘Heel belangrijk was dat ze ook een MySpace-pagina hadden. Noem het een soort persoonlijke webpagina. Het concept van MySpace draait rond “vrienden” en paste perfect bij het “geluk” van de tv-show. Het werkte: zelfs mensen die voordien nooit van MySpace gehoord hadden, maakten een webstek aan en werden friend van Debby & Nancy.’
Maar de diva’s maakten niet alleen vrienden. Op de fora van Studio Brussel schreef iemand: ‘Wat doen die Debby & Nancy op de StuBru-site?’ En op het Seniorennet opende een zekere Katana het topic ‘weg met de janetten’.
‘Beste janetten. Je maakt mij als senior (74) zeker niet gelukkig met jullie janettengedoe. Het is een schande dat de VRT zoiets uitzendt.’
‘Dat Seniorennet is soms echt een addernest’, zegt Van Camp. ‘De verwijten die je daar allemaal leest… Onvoorstelbaar. Het grote gelijk van de leeftijd, hè. (lacht) Maar goed, die aanvallen kwamen ons eigenlijk goed uit. We hebben ze benut om onze eerste hardcore fans te rekruteren. Onze MySpacers van het eerste uur gingen ernaartoe om die fora te bombarderen met positieve vibes over Debby & Nancy. Vergelijk het internet met dorpen: er is het StuBru-dorp, het MySpace-dorp, het Seniorennetdorp… Nu drongen die MySpacers andere dorpen binnen. Die ‘boze Katana van het Seniorennet’ werd in MySpace een begrip.
‘Die eerste fanatieke MySpace-vrienden hebben we dan ook als een soort apostelen geïnstalleerd. De eerste was Louke, een schattig meisje van tien. Er volgden nog 23 apostelen. Wat die uitverkorenen gemeen hadden, was dat iedereen het hen gunde. Ze waren natuurlijke ambassadeurs van Debby & Nancy, onze topvrienden. Het waren bijna archetypen. Zoals Claude François zijn Claudettes had, zo hadden Debby & Nancy hun legertje MySpacers.
‘De topvrienden waren opgezet met hun voorkeursbehandeling. Tot onze verbazing wilden ze ook iets terugdoen voor Debby & Nancy. Ze begonnen zelf acties op te zetten om nieuwe Debby & Nancy-vrienden te ronselen via MySpace. Ze maakten flyers, stonden met Valentijn om zes uur aan de stations, brachten Debby & Nancy-pralines op de markt… Op den duur begonnen we ons wel wat schuldig te voelen. (lacht) Het enige wat wij deden, was hen steunen, waarderen en aanmoedigen. En niet onbelangrijk: in het tv-programma voor hen uitkomen en hen in beeld brengen. Ook de kranten merkten hen op. “Het is een hype”, schreven ze. Pas toen, op het moment dat ze dat schreven, wérd het ook echt een hype.’
Eén ding had Van Camp niet gepland: dat ze in haar eigen val zou trappen.
‘We werden op den duur verslaafd. Ik stond om halfzeven ’s morgens op om te chatten met de vrienden. En ging weer slapen om drie uur ’s nachts. Er zweven nu duizenden comments en messages van Debby, Nancy en mij op het net. Het was de bedoeling om anderen met het geluksvirus te besmetten, maar we waren zelf besmet geraakt met dat virus.
‘Het trof mij dat mensen goeiemorgen komen zeggen tegen twee fictieve figuren. Dat ze hen in vertrouwen nemen over kleine dingen die in hun leven gebeuren. Hen bedanken voor hun steun. Er was een meisje, dat van verveling “Hallo, zijn jullie daar?” mailde, antwoord kreeg en zó verrast was dat ze in geen tijd vertelde hoe ze leed onder de zelfmoord van een vriend en het gependel tussen haar gescheiden ouders. Na veel mails keek ze al minder somber tegen het leven aan. Op zo’n moment besefte ik: ik mag niet zomaar “Oké, we zijn nu weg” terugsturen.
‘En dan waren er ook Jakob en zijn broertje Sander. Jakob studeerde met Erasmus in Manchester. Hij vertelde dat zijn broertje hem miste. Het jaar voordien was hun moeder gestorven, en dat maakte hun band natuurlijk heel emotioneel. Via de webcam van zijn broer keek hij naar Debby & Nancy. We kregen zelf het ontembare verlangen om die twee, al was het maar even, weer samen te brengen. En dat gebeurde in de show op de verjaardag van Sander. Op zo veel emotie waren we zelf niet voorzien. Iedereen heeft gesnotterd. Zelfs ik.
‘De friends van Debby & Nancy werden een vriendenclub. Iedereen wou elkaar in het echt zien. Er kwamen fandagen. Bleek dat die friends eigenlijk heel verschillende mensen waren. Er zaten hippe dj’s tussen, internettende vijftigers. Maar net zo goed gezinnen, pubers, studenten, kleine meisjes… Het grappige was: iedereen noemt hen Debby & Nancy. Ze willen niet weten dat het acteurs zijn. Ze willen ook dat Sinterklaas bestaat.’
‘Ken je die tafelspreuk, Daar alleen kan liefde wonen, daar alleen is ’t leven goed waar men stil en ongedwongen alles voor elkander doet? Het succes van Debby & Nancy was dat ze een vlag geworden zijn voor een supportgroep van mensen die er na al die nationale rouw voor uitkomen dat gekte ook nodig is. Het staat zo haaks op alle intellectuele scepticisme. Stany en Peter werden er op den duur zelf mellow van. Na een onderdompeling in de poel van wildenthousiaste internetvrienden die hen “graag zagen”, kwam Stany plots met het alter ego Freaky Nancy op de proppen. Maar ook die viel online in de smaak. (lacht)
‘Cruciaal was ook dat Debby & Nancy als diva’s op het internet niet prominent onder de vlag van de VRT aanwezig waren. Ze deden online hun zin. De hype kwam er niet op commando, niet omdat de minister of de VRT dat wou. Dat is heel belangrijk: het moet uit het volk komen, uit individuen. Dat is het verschil met Allemaal SAM, bijvoorbeeld. Het moet rebels zijn, anders werkt het niet.
‘Op een bepaald moment heeft Inge Aerts, die alles rond het programma coördineerde binnen de VRT, de MySpacers binnengehaald. Ze heeft hen zelfs pralines laten verkopen in de VRT-kantine en hen op de persconferentie uitgenodigd. Toen was de cirkel rond. Plots waren de rebellen gelegitimeerd door het moederschip en konden ze samen aan één zeel trekken.’
De vraag blijft: wat als Debby & Nancy nu geweld hadden gepredikt in plaats van gekte? ‘Dat heb ik mij ook vaak afgevraagd’, zegt Van Camp. ‘Stel dat ze hadden opgeroepen om alle autobanden in Antwerpen lek te steken. Tja, dan waren er waarschijnlijk mensen geweest die dat ook gedaan hadden… Nogmaals: het is op het internet dat terroristen gemaakt worden.’
PS2 Een mens moet iets omhanden hebben. Of hij wordt oud en zuur.
Het is zondagnamiddag in Planckendael. Een bijeenkomst van 200 MySpace-vrienden.
Liz straalt. Ze is 26. En met stip een van de topvrienden van Debby & Nancy. De voorbije maanden is ze wekenlang de baan op geweest om nieuwe vrienden voor Debby & Nancy te ronselen. Aan stations gestaan met flyers en bananen. ‘En’, zegt ze, ‘ik heb vrienden voor het leven gemaakt. Allemaal twintigers, jonge dertigers. Debby & Nancy, dat is onze generatie. Op een dag mailde ik dat mijn vriend en ik een huis aan het renoveren waren, maar dat we nog niets hadden. Zelfs geen toilet. En kijk, op een fandag kreeg ik van Debby een toilet cadeau. (lacht) Wie kan dat zeggen?’
Plots gejuich. Debby & Nancy komen in een riksja aangereden. Fotocamera’s flitsen. Iedereen scandeert: ‘Deb-by! Nan-cy!’ De diva’s steken hun handen omhoog, delen handtekeningen uit en roepen: ‘Dank u. Dank u allemaal. Bedankt ook, pers. Behalve De Standaard, want die doen alsof wij niet bestaan.’
Liz lacht en zegt: ‘Iedereen praat nu over de periode na Debby & Nancy. Over het zwarte gat. Maar dat zal er niet komen: we hebben afgesproken om door te gaan. En we zullen blijven vrienden ronselen. Als de tweede reeks start, zullen we er weer staan. Met nog meer vrienden.’
Een uur later. Peter van den Begin en Stany Crets lopen door Planckendael. Alleen, zonder vrouwenkleren. Niemand kijkt hen aan, niemand vraagt een handtekening. Ze steken hun handen in hun broekzakken. Als twee normale jongens op een afschuwelijk abnormale aardbol.
myspace.com/debby_en_nancy
DOOR STIJN TORMANS