Ma 01/12
In Peking zijn ze er nog altijd niet goed van. Het college van hoofdredacteurs tegen zeg, heb dat voor. Eén: de Chinese regering moet haar verontschuldigingen aanbieden aan Tom Van de Weghe. Twee: de Chinese staat moet een forse schadevergoeding betalen aan wee wee wee punt de vijf en binnenkort de zes idioten punt bee ee. Drie: de Chinese regering moet schriftelijk garanderen dat diezelfde Van de Weghe haar voortaan in alle vrijheid mag zwart maken.
Meer dan een jaar al trekt dat opdondertje met zijn camera door China, overal op zoek naar iets wat moet aantonen dat de gewone Chinees het slecht heeft, en dat er van vrijheid of respect voor mensenrechten geen sprake is. Dit loopt mis en dat loopt mis, hier is te veel verontreiniging en daar te weinig, deze rivier staat droog en gene loopt over, links wordt een fabriek opgericht en rechts een gesloten… God den Here toch, het gestook van Van de Weghe tegen de Chinese overheid overtreft dat van Rik Van Cauwelaert tegen de Belgische.
De Chinezen hebben lang blijk gegeven van een voorbeeldige zelfbeheersing. Maar toen de VRT-reporter ook nog misnoegde aidspatiënten ging zoeken in een boerengat op tweeduizend kilometer van Peking, was er een plaatselijke mandarijn die het niet meer kon aanzien en een dreigende vinger opstak. Was zich duidelijk niet bewust van welke vijand hij tegen zich in het harnas joeg, met deze extreme vorm van geweld.
En nu zitten ze in China met de gebakken peren. Of met de gelakte peren zal het wel zijn, zoals bij de Pekingeend. Het college van hoofdredacteurs laat niet met zich spotten. Tenzij in deze rubriek.
Di 02/12
Men zou het niet altijd zeggen bij het lezen van Van de redactie, maar onze chef-Wetstraat heeft een hart van koekenbrood. Al hebben velen misschien een andere indruk gekregen na het precisiebombardement waarmee hij vorige week sprokkelhout maakte van Peter Vandermeersch, meneer de marketeer van De Standaard, die in zijn krant een petitie tegen Knack had afgedrukt en persoonlijk aangeprezen. Knack was ‘een boekske’ en ‘alleen nog in naam een eerbiedwaardig blad’. Zeer onbeleefd allemaal, en vooral: zeer hoogmoedig. Daarna komt zoals bekend de val. Dezelfde week mocht de marketeer zestig man ontslaan. Niet getreurd evenwel: procentueel was dat zoveel nog niet, kwam hij de zestig gelukkigen nog wat extra schofferen in TerZake.
Met enkele fraai geformuleerde voltreffers werd hij door Rik Van Cauwelaert herleid tot wat hij is: een lafaard die door de knieën gaat bij de minste druk vanuit de politiek, en die met betrekking tot de schending van de privacy nog meer boter op het hoofd heeft dan Linda De Win crèmes op haar blinkende wangen. En dat is voorwaar niet weinig.
De blanke pit in de ruwe bolster rond onze chef-Wetstraat vertoont zich elk jaar weer op het grote sinterklaasfeest van de Roularta Media Group. Waar Rik Van Cauwelaert met verve de rol van Sinterklaas op zich neemt. En Piet Piryns ook met verve, meer bepaald zwarte, die van Zwarte Piet. Van Cauwelaert is bij ons de enige die in aanmerking komt om, zij het tijdelijk, voor heilig man door te gaan. En dan nog alleen vanwege zijn familiale achtergrond. Piryns was Chinese vrijwilliger om als moor te fungeren. ‘Ge hebt altijd links willen zijn,’ vergat onze chef-Wetstraat ook in dit nobele verband geen sneer naar de mei-achtenzestigers, ‘nu zult ge eindelijk eens aan den lijve ondervinden hoe het aanvoelt om knecht te zijn. Bovendien héét ge Piet, en ik vind: wie Piet heet, moet ook maar Piet zijn.’
‘Gij heet toch niet Klaas’, verweerde Piryns zich met het enige argument dat hem door de geest schoot, maar dat vond onze chef-Wetstraat niet ter zake doend.
En dus spelen Rik en Piet één keer per jaar kindervriend. Daarbij hebben ze gaandeweg een heel eigen invulling gegeven aan de rituelen die met het sinterklaasfeest gepaard gaan. Zo vroeg onze chef-Wetstraat vorig jaar niet of de kindjes hun best hadden gedaan, maar wel op wie hun ouders hadden gestemd bij de verkiezingen. Eén dreumes verklapte in zijn onschuld dat zijn ouders op de VLD hadden gestemd. Die kreeg niets. Een andere naïeveling gaf toe dat ze thuis socialist waren. Hij kreeg van een woedende Sinterklaas een trap onder zijn achterste, en van Zwarte Piet een door Ludo Martens geschreven traktaat over hoe de socialistische partij constant verraad pleegt aan de arbeidersklasse.
Ook dit jaar waren er, tussen de vele momenten van intens kindergeluk door, een paar kleine incidenten. Onder meer omdat ook onze Franstalige collega’s zijn uitgenodigd, en de kloof tussen noord en zuid ook inzake Sinterklaas dieper is dan ooit. Om maar iets te zeggen: wie van u weet hoe Zwarte Piet in het Frans heet? Dat zullen er nog niet te veel zijn.
De eerste hummel van Le Vif die begerig en zoals iedere Waal een tikje hebzuchtig op het podium klom, keek raar op toen Sinterklaas niet informeerde naar zijn wensen aangaande speel- en snoepgoed, maar wel of hij vond dat Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst moest worden. Toen hij daarop ‘non’ antwoordde, veerde Sinterklaas zo kwaad recht dat zijn mijter van zijn hoofd viel. ‘Ah zo, non’, schreeuwde hij de onthutste peuter toe. ‘Alors je vais demander à père Fouettard ici de te fourrer dans son sac. Vas-y père.’
Die père was dus Piet Piryns in het Frans, en die knoopte met plezier een vervaarlijk uitziende jute zak open. Met als gevolg een hysterisch huilconcert bij de geschrokken jongen, en een communautaire twist met de verbolgen ouders. Bij het handgemeen dat ontstond, sloeg Piet met een zware doos Chocotoffs op het hoofd van een doorgaans zachtmoedige Franstalige collega, en bediende Sinterklaas zich ongeremder dan ooit van zijn staf en roe.
Nadat de rust was hersteld, deed zich korte tijd nadien een nieuw opstootje voor, toen een van zijn eigen Knack-redactrices haar jongste naar voren had geduwd. Met veel overredingskracht had ze hem ertoe gebracht zijn fopspeen definitief aan Sinterklaas af te geven, in ruil voor een megakit van Playmobil en twee gratis tickets voor de première van Piet Piraat in Hasselt.
Rik Van Cauwelaert, zelf enigszins uit de kinderen gegroeid, was niet vertrouwd met deze nochtans ruim verspreide vorm van kleutermisleiding. Toen hem dus een fopspeen werd overhandigd, was hij blij verrast door dit vriendelijke gebaar, nam de kleine even apart en fluisterde hem toe: ‘Sinterklaas zal u eens iets leren, kijk goed.’ Hierna toverde hij van onder zijn tabberd een fles Johnnie Walker tevoorschijn, overgoot er de fopspeen mee, en gaf die zonder dat iemand het zag terug aan de rechtmatige eigenaar, die niet van plan was deze onverwachte buitenkans te laten liggen.
Toen informeerde Sinterklaas langs zijn neus weg of de mama ook braaf was geweest. De kleuter, wat loslippig geworden door de whisky, liet zich niet pramen: ‘Mama is braaf, maar de baas op het werk van mama is niet braaf. Mama klaagt altijd dat dat een bullebak is, een echte tiran.’
Ten tweeden male veerde Sinterklaas als door een wesp gestoken overeind. ‘Wat?! Een bullebak? Ik? Geef hier die fopspeen. Piet, gooi die onmiddellijk in de vuilnisbak, en gooi die kleine stouterik er maar bij. En gij,’ en hier wees de Sint woedend naar een krijtwitte Han Renard, ‘maandag om halfnegen in mijn bureau. Ik een tiran, hoe durft ge?’
Toen de volgende die zich aanmeldde opnieuw een Franstalige bleek te zijn, die dan ook nog van oordeel was dat de drie burgemeesters van de faciliteitengemeenten onverwijld moesten worden benoemd, sprong Sinterklaas bijna uit zijn vel: ‘Het is nu wel geweest met al die transfers van Vlaanderen naar Wallonië. Geen rotte knop krijgen jullie nog. Zijn er hier nog Franstaligen? Y-a-t-il encore des enfants francophones? Dehors, tous! Walen buiten. La Flandre a déjà donné.’
Een delegatie van de verontwaardigde moeders besloot toen haar beklag te gaan maken bij de profane mijnheer Rik, en eiste dat die zijn gewijde naamgenoot tot de orde zou roepen. Op dat moment begaf Véronique Goossens zich met haar kroost naar de troon. Dat stemde Sinterklaas wat milder. Vooral toen de kinderen hem verzekerden dat ze Kanaal Z in het weekend veel beter vonden dan in de week, en meer specifiek dat politieke interview. Er kwam een kruiwagen aan te pas om al het lekkers te kunnen vervoeren.
Do 04/12
Over Patrick Dewael mag men veel zeggen, alles eigenlijk, maar niet dat hij makkelijk van zijn ministersstoel te kieperen zou zijn. Driekwart van zijn kabinet is vorige maand ontslagen, de helft van zijn departement is geschorst of gedegradeerd, en daarna in ere hersteld omdat de sanctie door de Raad van State onwettig werd verklaard, maar P. Potager blijft onverstoorbaar op post. P. Postager.
De minister heeft maar één zwakke plek: zijn jonge en veeleisende levensgezellin. Voor zover ze zijn ondergang al niet geweest ís, zal ze het in ieder geval worden. Greet zit in Tongeren weg te kwijnen. Heeft zijn hele huis verbouwd en heringericht, heeft de potager waaraan hij zijn naam dankt tot minder dan een kwart ingeperkt voor het graven van een verwarmd zwembad, maar nu heeft ze niets meer te doen. En wat is er in Tongeren te beleven? Geen hap.
Werken voor de VRT doet ze nauwelijks nog, op een verplichte inleesklus en een propagandareis voor 11.11.11 na, Fientje Moerman kan haar geen contracten van 35.000 euro voor vijf korte presentaties meer toeschuiven, en de Katholieke Vrouwengilde heeft besloten om haar nationale quiz de volgende keer door een minder arrogante quizmaster te laten presenteren.
En toen kreeg P. Potager een idee, zijn eerste in jaren. Paardrijden. Is het geen plezierige hobby om paard te rijden? Bij de Open VLD tel je pas mee als je het ros bestijgt. Herman Decroo is een geoefend ruiter. Hilde Goudmans een nogal wilde amazone, bezie hoe Guy Verhofstadt er tegenwoordig uitziet. Fientje Moerman noemde haar paard ooit intelligenter dan haar collega’s, en is na haar ontslag rijlessen gaan geven aan de Cheyennes. En Bart Somers líjkt op een paard.
Nu wil het toeval dat P. Potager baas is over de federale politie. Tenzij daar iets misloopt, dan is het Jo Vandeurzen. Hij is dus ook baas over de politie te paard, die is ondergebracht in de stallen van de Géruzetkazerne in Etterbeek. Waar meesterinstructeur Benoît Van Houtte het ene eskadron na het andere de fijne kneepjes van de cavalerie bijbrengt. Op een dag verschenen tot zijn verbazing P. Potager en Greet Op de Beeck in de piste. Hij op een oude merrie, zij zoals al even gebruikelijk op een geverfde ruin. Commissaris Van Houtte test graag eerst de theoretische kennis van zijn discipelen, en viel bijna achterover toen Greet na de vraag hoe hoog haar schoft was, even monsterend naar P. Potager keek en antwoordde: ‘Hij? Een meter vierentachtig ongeveer.’
Bij de tweede vraag, ‘Wat is een piaffe?’, konden zelfs de paarden hun lach niet inhouden toen ze domweg zei: ‘Dat is die Franse zangeres van Non, je ne regrette rien. Dat ga ik op zijn begrafenis spelen.’
Nog groter werd de verbazing van de ritmeester toen hij de twee op rust gestelde knollen in een lichte draf door de ring deed lopen en Greet plotseling haar zweepje trok en, een oude gewoonte getrouw, de ruin onder haar ervanlangs gaf. Geen enkel politiepaard verdraagt een karwats, in dat opzicht verschillen ze nogal fel van hun commissaris-generaal, die daarvoor volgens speciale procedures benoemde assistentes heeft. Het paard van Greet steigerde, en slingerde zijn berijdster prompt uit het zadel. Terwijl Op de Beeck de hele kazerne bij elkaar krijste, besloot P. Potager om zich deze wiptechniek ook eigen te maken.
Ongetwijfeld zijn er nu weer verzuurde lezers die schande roepen dat de partner van de minister gratis rijles krijgt van de federale politie. ‘Op kosten van de belastingbetaler!’ dat klinkt altijd goed. Als u en ik paard willen rijden, moeten wij dat doen in een gewone manege en alles zelf bekostigen. Wie ooit in Blankenberge op een pony tussen twee golfbrekers heeft gedraafd, weet hoe prijzig zo een opleiding is. Maar Bladspiegel doet niet mee aan het goedkope populisme om voor de kleinste futiliteit het ontslag van een minister te eisen. P. Potager zal voor die rijlessen wel betaald hebben. Tenminste, dat hopen wij.
Za 06/12
Sommige politici aarzelen om soldaten naar Oost-Congo te sturen, omdat de moord op tien para’s in Rwanda heeft aangetoond dat we beter niet gewapend optreden in onze ex-kolonies. Die bezorgdheid is overbodig. Als er ook in Congo Belgische militairen worden afgeknald, zal Guy Verhofstadt aan de moordenaars wel onze excuses gaan aanbieden.
door Koen Meulenaere