André van Halewyck (49) wordt de nieuwe voorzitter van de VBVB, de belangenvereniging van het boekenvak.
Zijn grote voorbeeld was de legendarische Amsterdamse uitgever Rob van Gennep. Die had, eind jaren zestig, met zijn maatschappijomwentelend drukwerk (de Kritiese Biblioteek) het lijdend en strijdend proletariaat een stem gegeven. In Nijmegen had je de SUN, de Socialistiese Uitgeverij. In Leuven droomde de economiestudent André van Halewyck van een Vlaamse tegenhanger.
‘Wij vonden het boekenvak star en saai, en ook de journalistiek bood in die jaren nauwelijks een alternatief. Een aantal jonge honden vond elkaar in de derdewereldbeweging. Daaruit ontstond Kritak.’ Kritak (‘Kritische Aktie’) publiceerde brochures – boeken kon je die eerste slonzige druksels nog niet echt noemen – waarin de klassenvijand eens flink de waarheid werd gezegd. Franco, Pinochet en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime werden streng berispt. Gaandeweg ging de uitgeverij meer aandacht besteden aan vormgeving (met fraaie omslagen van het duo Dooreman & Hendryckx), maar met de marketing wilde het niet zo vlotten. Boeken met wervende titels als Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn?, Voor ’s werkmans recht en Het wangedrag van de multinationals eindigden als winkeldochters bij De Slegte. Het pand van Kritak in de Leuvense Vesaliusstraat werd intussen een trefpunt, waar half intellectueel Vlaanderen elkaar ontmoette. In 1976 stond André van Halewyck in Antwerpen mee aan de wieg van de manifestatie Het Andere Boek: de Duitse undercover-journalist Günter Wallraff, die met zijn boek Ik, Ali net een wereldhit had gescoord, was er de eregast.
Kritak overleefde in de beginjaren vooral dankzij de albums van Kamagurka, maar het financiële draagvlak was te smal om een echt professionele uitgeverij uit te bouwen. ’t Bleef liefdewerk. De aanloopverliezen van twee eigen boekhandels ( Kritak in Leuven, Landschap in Antwerpen) wogen zwaar door, en de overname van noodlijdende periodieken als De Nieuwe Maand en Johan Anthierens’ satirische weekblad De Zwijger bleek ook niet echt een commerciële meesterzet. In 1985 zag Van Halewyck zich met de dood in het hart genoodzaakt om Kritak in de etalage te zetten.
Aftastende gesprekken met Julien Weverbergh van uitgeverij Manteau (toen nog in handen van het Elsevier-concern) liepen op niets uit. Uiteindelijk ging Van Halewyck in zee met Meulenhoff. Het leek een mooie constructie: Kritak zou zich meer gaan toeleggen op bellettrie en functioneren als een Vlaamse uitkijkpost van het Nederlandse moederhuis. Dat lukte aardig. Brigitte Raskin zorgde met haar roman Het koekoeksjong (bekroond met de AKO-prijs) voor een onverwachte bestseller. De verhalenbundel Mooie jonge goden markeerde de doorbraak van een nieuwe literaire generatie. Op de fondslijst van Kritak stonden onder meer Guido Van Heulendonk, Jo Govaerts, Gie Bogaert en – allebei jonggestorven – Rita Demeester en Marc Mijlemans. Maar de publiekslievelingen van de nieuwe lichting – Kristien Hemmerechts, Herman Brusselmans, Tom Lanoye – kozen voor Amsterdamse uitgevers als Bert Bakker of De Arbeiderspers. Die ‘missers’ werden Van Halewyck door zijn broodheren van Meulenhoff kwalijk genomen.
Dat Kritak een bescheiden winst maakte dankte het vooral aan zijn importactiviteiten: de distributie in Vlaanderen van prestigieuze Nederlandse fondsen als Meulenhoff en De Bezige Bij. Die winst investeerde de eigenzinnige Van Halewyck in zijn uitgeverij, zeer tot ongenoegen van de Amsterdamse concernleiding. Het ging helemaal fout toen Meulenhoff de controle verwierf over Manteau en aanstuurde op een taakverdeling tussen zijn Vlaamse dochters: Kritak moest opnieuw non-fictie gaan uitgeven, de literatuur zou worden doorgesluisd naar Manteau. Van Halewyck, die niet door één deur kon met de uitgever van Manteau (de Nederlander Wim Verheije), begon gesprekken aan te knopen over een verzelfstandiging van Kritak. Maar zover zou het nooit komen: in 1994 werd hij door Meulenhoff op staande voet ontslagen omdat hij in de kas zou hebben gegraaid. De betwisting ging om een ‘oneigenlijke’ factuur van 42.000 frank. Tot op de dag van vandaag wordt daarover gebakkeleid door advocaten.
SCHURFTIGE HOND
‘Ik ben als een schurftige hond van mijn eigen erf gejaagd’, klaagde Van Halewyck. ‘Wie een hond wil slaan vindt altijd wel een stok. Of in dit geval een twijgje.’ De verontwaardiging in de Vlaamse Republiek der Letteren was groot. Tientallen schrijvers en journalisten – van Christine D’haen tot Herman de Coninck en van Frans Verleyen tot Jozef Deleu – ondertekenden een petitie om Meulenhoff tot andere gedachten te brengen. In Ons Erfdeel beschuldigde Van Halewyck de Amsterdamse grachtengordel van cultureel imperialisme. ‘In het boekenvak is Vlaanderen voor Nederland een wingewest. Volgens Van Dale is kolonialisme: een term ter aanduiding van het optreden van koloniale mogendheden, waarbij de economische belangen van het moederland voorop staan. Het is dan niet verwonderlijk dat zo’n term af en toe opduikt om de zakelijke relaties tussen het Vlaamse en het Nederlandse boekenvak te beschrijven.’ Met een viertal vennoten (waaronder de SP-politicus Renaat Landuyt) richtte Van Halewyck een nieuwe, onafhankelijke Vlaamse uitgeverij op, die eerst Feniks zou heten, maar bij nader inzien toch maar gewoon: Van Halewyck. Het kapitaal bedroeg tien miljoen frank, niet eens 250.000 euro. André van Halewyck zelf verwierf 51 procent van de aandelen. De nieuwe uitgeverij had ‘beginnersgeluk’: van Diane De Keyzers Madame est servie werd het voor Vlaamse begrippen onwaarschijnlijke aantal van 35.000 exemplaren verkocht.
Maar wederom kreeg Van Halewyck (‘Ik vrees dat ik niet echt talent heb voor onderdanigheid’) bonje met zijn medebestuurders. En opnieuw ging hij bij de duivel te biecht: in dit geval de ZNU (Zuid-Nederlandse Uitgeverijen). De ZNU nam 49 procent van de aandelen over, maar na ‘een verschil van inzicht’ over de te volgen koers slaagde André van Halewyck er in 1999 in zijn partner opnieuw uit te kopen.
Daarmee is Van Halewyck een van de laatste belangrijke Vlaamse uitgeverijen die niet onder Nederlandse vlag varen (naast onder meer Davidsfonds en Lannoo). ‘Ik werk nu niet meer voor een Hollands concern, ik werk voor de banken. Het is weer eens wat anders.’ Het bedrijf stelt tien personeelsleden tewerk en haalt een omzet van zo’n honderd miljoen (2,5 miljoen euro); zowat de helft daarvan wordt gegenereerd door de import van Nederlandse boeken. Van Halewyck verdeelt in Vlaanderen onder meer de succesvolle Rainbow Pockets en de fondsen van Wereldbibliotheek (met bestsellerauteur Isabel Allende), Balans en Van Oorschot. Maar daar zit ook de achilleshiel van het bedrijf: de invoering van de euro zal straks de import van Nederlandse boeken minder rendabel maken. De krappe winstmarge zit tot nu toe voornamelijk in de omrekening van guldens naar Belgische franken: een boek van 25 gulden (457 frank tegen de officiële koers) kost in Vlaanderen voorlopig nog 499 of 500 frank.
‘Wij zullen een tandje moeten bijsteken en ons meer gaan concentreren op onze eigen uitgaven’, beseft Van Halewyck. Dat wordt een moeilijke oefening. Met bellettrie valt in Vlaanderen geen droog brood te verdienen. Het siert Van Halewyck dat hij for old times’ sake auteurs als Brigitte Raskin, Herman Portocarero, Pjeroo Roobjee en Jozef Deleu blijft koesteren. Maar voorts treft men op zijn fondslijst Bekende Vlamingen aan van het kaliber Jean-Pierre Van Rossem en Jackie Dewaele. Het maatschappijkritische profiel dat destijds Kritak zo uniek maakte, is geheel verwaterd. Boeken als Mario Danneels’ biografie van koningin Paola, Bo Coolsaets Het penseel der liefde (over het wel en wee van het mannelijk lid) of Mijn leven tussen de lakens (de memoires van een gigolo) getuigen niet echt van een groots en meeslepend project, maar het werden wel sellers. Ze stelden Van Halewyck overigens in staat ook Ludo De Wittes De moord op Lumumba uit te geven. Onafhankelijkheid heeft zijn prijs.
Die onafhankelijkheid heeft er waarschijnlijk ook voor gezorgd dat Van Halewyck op 31 mei feestelijk geïnstalleerd wordt als voorzitter van de VBVB (Vereniging ter Bevordering van het Vlaams Boekwezen), de koepel waarin Vlaamse uitgevers, importeurs en boekverkopers samenwerken. Zo’n vereniging kan moeilijk geleid worden door een zetbaas van de Amsterdamse plunderaars. De VBVB is de organisator van de jaarlijkse ‘grote’ Boekenbeurs in het Antwerpse Bouwcentrum. Voor André van Halewyck begon het ooit allemaal met Het Andere Boek. De tijden zijn wel degelijk veranderd.
Piet Piryns