Geen reden tot paniek
Drie punten in vier matchen, een nederlaag tegen streekrivaal Antwerp en een loodzwaar programma met duels tegen RC Genk, Oostende en Club Brugge: KV Mechelen zit in vieze papieren, maar het panikeert niet.
Anderhalf uur voor de derby tussen KV Mechelen en Antwerp baant een aroma van pensen, frieten en bier zich een weg door de menigte achter de hoofdtribune van het AFAS Stadion. Ondanks de moderniseringswerkzaamheden hangt er nog een authentieke voetbalsfeer rond de Mechelse arena, waar supporters om de veertien dagen naar brood en spelen snakken. In Malinwa-termen is dat: hamburgers, braadworsten, chiliburgers, hotdogs én Sturm und Drang.
Met Yannick Ferrera zijn de Mechelaars een andere weg ingeslagen. De 36-jarige Brusselaar wil zijn team dominant zien spelen. Je hoort hem zo denken: geef ons de bal. Ferrera wil af van de lange halen van zijn verdedigers en het gebikkel op het middenveld. Het mag allemaal iets frivoler. In de vorige campagne viel er te weinig te beleven: vaak werd er met 1-0 gewonnen. KV Mechelen kroonde zich niet toevallig tot kampioen van de clean sheets met negentien stuks. ‘Vorig seizoen hebben we veel punten gepakt door een keer te scoren en daarna alles dicht te gooien’, beseft Ferrera. ‘Nu proberen we meer te voetballen. Dat leidt tot meer kansen, maar we pakken minder punten. Daar valt zeker over na te denken.’
Moeten we dat interpreteren als een schuldbekentenis van Ferrera na de schrale vier op twaalf? Een andere trainer zou wellicht beginnen te twijfelen. Niet de Spaanse Belg. Volgens spelers die al met hem werkten, houdt hij vast aan zijn principes. De ideeën waar Ferrera fel in gelooft, zal hij tot de laatste snik verdedigen.
Nekvel
De match tegen Antwerp versterkt alleen maar diens indruk dat hij het juiste pad bewandelt. De eerste vijftien minuten beantwoordden aan het voetbal dat Ferrera in gedachten heeft. Daarna trapte het in de open val van The Great Old door mee te gaan in hun gevechtsvoetbal. Maar het publiek kreeg waar voor zijn geld. Amusementswaarde: 8 op 10. In de eretribune kierden de BV’s Luk Wyns, Gert Verhulst en Kobe Ilsen van plezier. Zelfs Jelle Van Damme, die zich zonder veel succes achter een pet en hoodie verschanste, zal gezien hebben dat KV Mechelen een leuk voetballend geheel kan vormen met zijn vier stoere kerels achterin (Rherras, Cocalic, De Witte, Cobbaut), drie pingelaars op het middenveld (Schoofs, Rits, Croizet) en snelle lopers voorin (Kawaya, Matthys, Drazic).
Het project-Ferrera wordt gedragen door en kan op veel bijval rekenen van de spelersgroep, maar de protagonisten vragen nog wat tijd. Een legitiem verzoek, aangezien nieuwkomers Schoofs, Kawaya en Pedersen, die een surplus aan kwaliteit brachten, vorig seizoen amper speelden bij hun respectieve clubs. ‘We zullen onze spelstijl niet verloochenen omdat we nog naar onze eerste overwinning zoeken’, verwoordt doelman Colin Coosemans het algemene gevoel binnen de groep. ‘We hebben voor iets nieuws gekozen: punten pakken met voetbal over de grond. Ferrera vraagt ons niet om niemand achterin te houden en blind aan te vallen. Hij predikt wel verzorgd en realistisch voetbal. Het komt goed, al weten we dat het puntenaantal ver onder de verwachtingen ligt.’
Een deel van het publiek zal wellicht vragen – of zelfs eisen -, dat de ploeg van bij de eerste baltoets de tegenstander bij het nekvel grijpt en niet meer loslaat. Spelers die het rechttoe-rechtaanvoetbal van Jankovic gewoon werden, moeten ook wennen aan het nieuwe concept. Het viel Croizet tegen Antwerp op dat veel ploegmaats het bewegingsvoetbal van Ferrera niet beheersen. De spelverdeler was redelijk streng: volgens hem lopen er te veel toeschouwers op het veld en te weinig acteurs. Hij kan maar niet begrijpen dat zijn makkers hem gewoon aanstaren als hij in balbezit komt.
‘En toch pakt de mayonaise. Het pakt zelfs heel goed’, vertelt Ferrera. ‘Spelen we dan niet goed? Krijgen we niet genoeg kansen? Eén ding laten we na: de bal tegen de netten duwen. Meer niet. Maar dat wijt ik aan een gebrek aan efficiëntie. En dat is dan weer het gevolg van een vertrouwenscrisis bij de aanvallers. Wij moeten hun vertrouwen dringend vergroten.’
Achter de Kazerne zal niemand ontkennen dat de switch naar een ander soort voetbal nog niet het gewenste resultaat opleverde. De drie gelijke spelen tegen Standard, AA Gent en Waasland-Beveren verdoezelden de harde feiten: Malinwa speelde al drie keer thuis, kon geen enkele keer de nul houden en kwam in alle wedstrijden op achterstand. Coosemans: ‘Of onze start mislukt is? Als je er per se een term op wil plakken, mag je zeggen dat die niet geslaagd is. Maar als je ziet hoeveel punten we vorig seizoen behaald hebben tegen dezelfde tegenstanders, dan doen we het niet veel slechter.’
Het is wel een tijdelijke rem op de ambities. Binnen de spelersgroep is het geloof in een goede afloop, een plek in play-off 1, groot. ‘De club zit in de goede flow’, klinkt het. ‘Ooit moet KV Mechelen het hoogste kunnen bereiken in België en dat is play-off 1. ‘
Verbanning
Ferrerapanikeert ook niet. Spelers vinden hem in de omgang zelfs heel rustig. Bij hem geen onnodig gedoe over de aanspreekvorm: iedereen mag ‘Yannick’, ‘coach’, of andere varianten gebruiken. Zolang het met respect gebeurt. Want Ferrera is overduidelijk the boss. Hij is niet bang om zware knopen door te hakken zoals bij de transfers van Schouterden en Verdier naar Eupen. Of om achter de schermen te ijveren voor de terugkeer van Paulussen en Bjelica in de A-kern. Tot nader order mogen die zich blijven omkleden in de kleedkamer, kunnen ze een beroep doen op de kinesisten, maar moeten ze apart blijven trainen. ‘Triestig dat het zo is moeten lopen. Bjelica had het in zich om een toptransfer te realiseren’, klinkt het in de wandelgangen.
Ondanks de matige resultaten is de macht van Ferrera niet of nauwelijks aangetast – net zoals bij STVV trekt hij veel naar zich toe. Op het randje van het fanatieke af. Hij wil geen seconde de controle verliezen over het geheel. Maar, zo wordt gezegd, de Brusselaar staat open voor dialoog met zijn spelers. En hij heeft een blind vertrouwen in zijn staf. Vooral in Yann Daniélou, een Fransman die hij jaren geleden leerde kennen in Saudi-Arabië. Samen met de rest van zijn staf moet Ferrera zijn nobele ideeën omzetten in punten. Liefst zo snel mogelijk.
DOOR ALAIN ELIASY – FOTO BELGAIMAGE
Ondanks de matige resultaten is de macht van Ferrera niet of nauwelijks aangetast.