Naarmate de oorlog langer duurt, worden de slachtoffers zichtbaarder: gedeporteerden, daklozen. Een interview met EU-commissaris Emma Bonino.
Na drie weken bombarderen in Servië en Kosovo begint er sleet te komen op de illusies. Zo goed als niets verloopt in deze oorlog zoals voorzien – zoals, eigenlijk, in alle oorlogen. De optimisten die dachten dat de Servische dictator Slobodan Milosevic na een paar bommen wel zou plooien, zijn eraan voor hun moeite. Men hoort hoe langer hoe meer spreken van Servische onverzettelijkheid en incasseringsvermogen. Men moet niets overdrijven, maar Milosevic is bij zijn Servische nationalisten populairder dan ooit. En van Kosovaarse vluchtelingen, laat staan van gedeporteerden, hebben die blijkbaar totaal geen weet. Het eenzijdige staakt-het-vuren dat Belgrado in het begin van de week afkondigde na het bezoek van de Russische premier Evgeni Primakov werd door niemand serieus genomen. Wellicht was het ook niet zo bedoeld. Steeds meer oren heeft men naar wat de Navo-strategen al de hele tijd lopen te herhalen. Dat het een lange campagne kan worden, die nog weken kan aanslepen.
Dat wordt in de verf gezet door rumoer aan alle kanten. Een anti-oorlogsbeweging tracht zich op een bescheiden manier te ontwikkelen. Maar ze heeft moeite om van de grond te komen zolang ze niet ineens mee betoogt tegen het lot van de Kosovaarse vluchtelingen. Voorts heeft de beweging duidelijk te lijden van haar vreemde sympathisanten aan de uiterste rechterzijde en bij de stalinisten in de Russische Doema. De Russische Doema die president Boris Jeltsin onder druk zet om krijgshaftige taal te laten horen (dreigende wereldoorlog, raketten gericht op Navo-hoofdsteden, Zwarte-Zeevloot naar het krijgstoneel). Nu, daarna laat het Kremlin wel verstaan dat men dat alles niet zo ernstig moet nemen.
Er is een groeiend ongeloof dat de Navo Milosevic op de knieën zal krijgen zonder grondtroepen in te zetten. Parallel daarmee neemt het inzicht toe dat het nog een hele tijd kan duren eer die grondtroepen voorhanden zijn. Dus kwamen er Apache-aanvalshelikopters, die gestationeerd worden in Albanië en alleszins onderhoud op de grond nodig hebben. Daarmee moeten de beschietingen van Servische eenheden, tanks en installaties opgevoerd worden – terwijl men eigenlijk niet goed weet wat er nu precies getroffen en vernield wordt door de bommen.
In het begin van de vierde week van de oorlog – die de Navo op een potsierlijke manier nog steeds geen “oorlog” wil noemen – verzamelden de ministers van Buitenlandse Zaken van de Alliantie-landen in Brussel. Ze wilden hun eensgezindheid nog eens demonstreren. Hun optreden werd begeleid door gefluister dat er een nieuw Russisch initiatief ontplooid zou worden, één dat deze keer wèl succes zou moeten kennen.
Maar het zwaartepunt van het oorlogsgebeuren lag deze week uiteraard bij de vluchtelingen uit Kosovo en de hemeltergende manier waarop er met deze lieden gesold werd. Niet zozeer door de Navo en de alliantie dit keer, maar door Macedonische grensbewakers en Servische paramilitairen. Neem nu de nachtelijke ontruiming van het kamp van Blace, aan de Macedonische grens. Daar “verdwenen” (letterlijk) 35.000 mensen in één nacht. Ze werden naar alle kanten gevoerd. Manu militari, in gecharterde autobussen, tegen hun wil en met op grote schaal uiteengerukte families. Tienduizend vluchtelingen, helemaal spoorloos, werden blijkbaar terug richting Pristina gejaagd. Over het mensonterende spektakel van de deportaties, de “menselijke bommen”, en het beheren van de vluchtelingenstromen, gingen we te rade bij EU-commissaris Emma Bonino. Zij is in de Europese Commissie bevoegd voor humanitaire actie en rampen. Hoe kwam het dan, ondanks de wijsheid van de Navo-strategen, dat die vluchtelingenmassa de wereld toch nog heeft kunnen verrassen?
Emma Bonino: De plannen van Milosevic laten zich niet zomaar voorspellen. En dan, die mensen zijn geen gewone vluchtelingen. Dat zijn gedeporteerden, die gebruikt worden als menselijke bommen. Natuurlijk om Kosovo te ontvolken, maar ook om de landen rondom te destabiliseren. Die worden verjaagd, maar de dag daarna gaan de grenzen dicht en ze worden weer teruggedeporteerd…
Zo’n deportatiecampagne valt heel moeilijk te voorzien. En zelfs als je ze voorziet, weet je nog niets van de timing. Zelfs nu is het nog mogelijk dat ze er morgen honderdduizend naar Montenegro deporteren. Wat doen we daartegen? We kunnen bijna niets doen. Het grondgebied van Montenegro wordt gecontroleerd door de Serviërs. We hebben geen militaire structuren ter plaatse, het gebied is even kwetsbaar als Albanië, met bergen en wat niet al. Er is bijna geen toegang voor de ngo’s. We hebben er twee, plus twee mensen van het UNHCR, plus de lege lokalen die het Rode Kruis achtergelaten heeft. De mensen die we daar hebben, kunnen niet eens buitenkomen. Zodra ze zich laten zien, in een wagen van het UNHCR of zo, worden ze tegengehouden en uitgeschud. We hebben geprobeerd kleine voorraden aan te leggen. Die werden ’s nachts geplunderd.
Het is een beetje ons verwijten dat we deportatiecampagnes van Mussolini of Hitler niet hebben voorzien. Nu, zelfs als we zoiets hadden kunnen vermoeden, was er geen enkele mogelijkheid om een doeltreffende opvang van de mensen te organiseren. Nu nog is niemand bij machte om bijvoorbeeld eerder Tropoeie dan Kroeme voor te bereiden. Klaarstaan langs een grens van tweeduizend kilometer in zo’n gebied is bijna onmogelijk.
Dus, we hebben behoorlijk wat chaos gezien, ja. Maar ik moet u bekennen dat ik mij veel meer zorgen maak over wat zich in het binnenland afspeelt. Over miljoenen mensen die nog binnen zitten. Over wie we niets weten; die in de natuur aan hun lot overgelaten zijn.
Je kan je maar voorbereiden op wat je je kan inbeelden. De Macedoniërs wilden er twintigduizend opnemen, de Albaniërs ook twintig- tot dertigduizend. Zij dachten aan een toevloed van “normale” vluchtelingen. Maar dan kwam die deportatie.
Het is telkens hetzelfde plan, dat toegepast wordt met variaties. In augustus, bijvoorbeeld, wilde hij geen vlucht veroorzaken. Hij wou alleen maar mensen verplaatsen. Want op dat moment wou hij geen alarm veroorzaken in de buurlanden en in de internationale gemeenschap. Dus, die 400.000 vluchtelingen liet men in een kring rondlopen. Hij had zelfs mijnen gelegd bij de grenzen, en het Servische leger was daar opgesteld. Ook de dorpen werden toen platgebrand op een heel wetenschappelijke manier. In een cirkel. Zodat de mensen verplicht waren zich in het binnenland te hergroeperen, naar Pristina toe.
Nu hebben we deportatie, met fysieke eliminatie in sommige zones. Bijvoorbeeld, heel de groep die uit Malichevo gedeporteerd werd, komt aan zonder mannen. Maar de groep uit Pristina bestaat uit complete families. Dus er is daar iets bezig dat niets te maken heeft met de “humanitaire” rampen die we gewoon zijn. Dit is geen natuurramp. Dit is systematisch gepland.
Elders, in Sierra Leone of zo, komen de vluchtelingen ook massaal aan, maar anders: met wat ze uit de brand hebben kunnen slepen. Hier hebben ze zelfs geen paspoort of identiteitskaart meer.
Voeg daarbij dan de kwetsbaarheid van de opvanglanden. Bijvoorbeeld, de bergweg van Tirana naar Kukes is ten dele ingestort. Dat is hoog in de bergen, waar er nog sneeuw ligt, en die wegen hebben vrachtwagens over zich heen gekregen die ze volledig vernield hebben.
Wat nu? We moeten het transport al bijna met helikopters doen. Maar met helikopters evacueer je geen duizenden mensen. Te voet, dus, en met zo weinig mogelijk mechanische middelen, want de wegen houden het niet meer. En om een nieuwe weg aan te leggen, heb je méér nodig dan Artsen Zonder Grenzen.
Macedonië wou twintigduizend mensen opnemen. Komt zo’n getal overeen met een of ander objectief criterium?
Bonino: Macedonië heeft een Albanese gemeenschap, die bereid was vluchtelingen bij zich op te nemen. Het getal twintigduizend was destijds gesteld om het evenwicht niet te verbreken tussen etnieën, want ze hebben ook veel Serviërs. Albanië van zijn kant heeft nooit limieten gesteld. Om andere redenen dan, waar we ook begrip voor hebben. Voor Macedonië was het de combinatie van twee. Enerzijds de opvang, bij de mensen zelf. Anderzijds de zorg om de redelijk agressieve Servische minderheid niet te crisperen.
De bekommernis van de Macedonische regering – die begrijpelijk is, zij het niet aanvaardbaar vanuit het standpunt van de Conventie van Genève – was dat ze haar binnenlandse vijfde kolonne van Milosevic niet wenste te provoceren. Ik kan dat begrijpen, maar ik pik het niet. Die mensen niet binnenlaten! Er is een onderscheid tussen barbarij en de rechtsstaat, en zij hebben de Conventie van Genève net zo goed als wij ondertekend. Men moet weten waar men staat. En dan die nachtelijke ontruiming van het kamp van Blace. Dat druist echt in tegen elke mogelijke en denkbare regel.
De ervaring leert het: waar pers en humanitaire helpers geweerd worden, valt er niets goeds te verwachten. Pers en humanitaire helpers die zich vrij kunnen bewegen, bedoel ik. Niet als ze meegepakt worden als een groep Japanse toeristen, zoals Milosevic het nu organiseert in Pristina, als stuk van zijn propaganda-oorlog.
Als wapen werken die vluchtelingenstromen blijkbaar zeer goed: zeker tegen de buurlanden.
Bonino: Ja. Maar stel u even voor dat wij tweehonderdduizend mensen aan onze grens hadden staan, ook al wonen we in economisch en structureel veel sterkere landen. Dat zou ook hier een nachtmerrie zijn. Nu weten we niet wat Milosivic van zins is, en wat hij kan doen. Maar ik vrees erg voor Montenegro. Als hij ze naar Bosnië stuurt: het blijft natuurlijk dramatisch, maar dan ben ik er minder ongerust over. Omdat we daar strijdkrachten van de Verenigde Naties hebben. En omdat we daar al tien jaar bezig zijn, en voorraden hebben die we kunnen aanspreken.
Maar Montenegro is Niemandsland. Ze hebben er al zestigduizend vluchtelingen. Dat wil zeggen dat het evenwicht van de bevolking nu al verstoord is. En het Servische leger controleert het terrein. Hij kan president Ducanovic destabiliseren wanneer hij wil. De politie is Montenegrijns en gehoorzaamt Djucanovic, maar het leger is er Servisch. Dus, stel het u maar voor. Hij stuurt een massa van honderdduizend mensen het land in – de bergen in, ramp, enzovoort. Djucanovic wil de politie sturen, maar de Serviërs willen niet…
U hebt militaire structuren nodig om te helpen organiseren?
Bonino: Ik vergelijk het graag met de situatie in Midden-Amerika na de orkaan Mitch. In zo’n situatie heb je eerst en vooral transport nodig. Dat organiseer je met militaire middelen. Elke keer dat je het luchtruim gebruikt, bijvoorbeeld, heb je een autoriteit nodig die dat regelt. Op dat vlak, voor de humanitaire opdrachten, had Europa gedacht de WEU te kunnen gebruiken. Alleen, de WEU is een heel mooi concept, maar het bestaat niet.
Neem nu mevrouw Ogata. Die stond héél weigerachtig tegenover de Navo. Met alle politieke druk waaraan zij blootstaat: mevrouw Ogata is VN, dus ook Rusland. Welnu, ook zij had na twee dagen geen keuze meer: de wegen begonnen in te storten. Bovendien heb je, als er militaire operaties bezig zijn, het fenomeen dat het luchtruim beheerd wordt door de militairen. Dus heeft ze de derde april een brief aan Solana geschreven, waarin ze transport vraagt en de opbouw van de kampen. NGO’s kunnen die kampen wel opbouwen, maar de tenten moeten aangevoerd worden, en dat is dan weer transport.
Het spijt me dat de WEU niet bestaat. Humanitair werk is de roeping van de Navo niet. Hoe dan ook worden de prioriteiten geteld door het UNHCR, dat is belangrijk. De Navo voert uit, neemt de beslissingen niet. Het is de eerste keer dat zoiets op die manier gebeurt. Met de Navo dan, want met militaire structuren hebben we in Bosnië al veel gewerkt. Unprofor heeft het kamp van Tuzla gebouwd, na de val van Srebrenica: een kamp voor 23.000 man, dat werd in één nacht opgezet. Maar dat was VN. Als het materieel er is, kan dat heel snel gaan.
Is dat niet in tegenspraak met het feit dat het UNHCR ’s nachts dertigduizend vluchtelingen kan verliezen zonder het te merken?
Bonino: Maar dat was absoluut dramatisch! In Blace had de Macedonische regering helemaal geen zin om die mensen op te nemen. Ik heb daar de eerste trein met zesduizend mensen bij de grens zien aankomen. Die lieten ze echt wel binnen met de druppelteller. Zogenaamd omdat ze moesten worden ingeschreven, maar dan wel zonder iemand een bewijs te geven. Het is duidelijk dat men probeerde die mensen daar in dat niemandsland te houden. En om, in die omstandigheden, ook druk uit te oefenen op de internationale gemeenschap.
Of ze dat gelukt is, weet ik niet. Dat idee om de mensen naar Cuba of de Filipijnen te sturen, lijkt nu toch ook dood te zijn. Men moet ook niet telkens weer proberen het warm water uit te vinden. In de Conventie van Genève staat duidelijk gestipuleerd dat de verplaatsing van mensen vrijwillig moet zijn, en zonder families uiteen te halen. Bovendien vind ik het een bizar idee om mensen, die al eens gedeporteerd zijn, met geweld naar Cuba te verbannen.
U heeft een consensus dat de mensen in de regio moeten blijven?
Bonino: Ja, dat is de eerste prioriteit. Iedereen heeft uiteindelijk ingezien dat de internationale gemeenschap zich nu niet moet beginnen te gedragen als een armemensen-Milosevic. Wellicht was het wel een blijk van goede wil om te zeggen: kom, we nemen ze bij ons op. Maar zulke dingen zien er anders uit op het terrein dan op een computerscherm in een kantoor. Je moet maar twee minuten naar Kosovaren luisteren om gehoord te hebben dat die -, in tegenstelling met de Albaniërs die ervan dromen naar Europa uit te wijken – na tien jaar verdrukking niets anders willen dan hun land opbouwen.
Hoe raken we er nu weer uit?
Bonino: Och, we hebben nu al tien jaar met die man te maken. Die koestert nog steeds hetzelfde ultranationalistische plan, ook al verliest hij heel de tijd. Die gaat nu allerlei dingen bedenken, en elk half uur een vredesvoorstel doen. Dat is al begonnen. Ik hoop dat we allemaal genoeg geheugen zullen bewaren om niet in de eerste de beste val te trappen en een papier te aanvaarden waar hij zich dan niet aan houdt. Zodat we vier maanden later opnieuw kunnen beginnen. Ja, er zijn landen in Europa die weer met hem in zee willen. Ik ken er één heel goed.
Intussen is er een hoop geld nodig voor de gedeporteerden.
Bonino: Ja. Vorig jaar hebben wij aan de Kosovo-crisis ongeveer 25 miljoen euro besteed. Tot op heden hebben wij om en bij dezelfde som uitgegeven. Nu heb ik voorgesteld een enveloppe van 150 miljoen euro te voorzien. Daar zou nog eens honderd miljoen euro kunnen bijkomen voor de regeringsbudgetten van de omliggende landen. De verschillende landen kunnen dan nog bilaterale afspraken maken. En de VS zullen ook wel een pak bijdragen. Canada, Noorwegen ook… Dat moet het UNHCR centraliseren.
En dat alles in een zeer onzekere situatie. Niets belet hem om ons morgen weer honderdduizend man toe te sturen. Of ze naar Bosnië te sturen. Of naar Montenegro. Daarom moeten we ook niet al het geld tegelijk vastzetten.
Want zelfs àls alles loopt zoals het zou horen, dan moeten die mensen achteraf toch weer naar huis en daar opnieuw geïnstalleerd worden. Dat gaat ook geld kosten.
Intussen hebben de landen in Afrika de afgelopen jaren hun les wel geleerd. Die proberen af te spreken wat ieder zal doen.
Lastiger zijn privé-donors en ngo’s die zich soms niet afvragen of hun goede wil de rest van de actie niet blokkeert. Mensen die absoluut meel willen sturen, of rijst. Ik heb rijst genoeg, en bloem ook. Alstublieft. Wat ik nodig heb, is babyvoeding. Dingen die gegeten kunnen worden zonder dat er een keuken aan te pas komt of dat men vuur moet maken! De bloem komt mijn oren uit.
Een stuk van uw probleem is dat Europa niet bestaat.
Bonino: Er is al een beetje een humanitair Europa, maar een politiek Europa niet, en Europese veiligheid ook niet. Maar dat is de schuld van de Amerikanen niet. Het Verdrag van Amsterdam dateert niet uit de Middeleeuwen. Dat is twee jaar oud, en politiek en militair is dat bijna onbestaande. We hebben vijftien legers. Ik zie niet wat we daarmee moeten aanvangen, als die niet gecoördineerd zijn. Dat is als een brandweerkorps in de woestijn. Nutteloos. Dat is de indruk die je krijgt. Dat de wereld één kant uitgaat, en de instellingen een andere kant. Je ziet hetzelfde bij de Verenigde Naties.
Natuurlijk, waar de politieke wil aanwezig is, is het allemaal wèl mogelijk. Zie naar de euro. Zelfs in de buitenlandse politiek zou er iets mogelijk zijn, ook juridisch, met een buitengewone meerderheid of wat dan ook. Maar wat in Amsterdam ontbroken heeft, is een gevoel voor prioriteiten.
Wat zeker opgaat voor het internationaal tribunaal.
Bonino: Maar dàt is ondertekend. Het moet nog geratificeerd worden door de parlementen. Daar is nog veel werk te doen. Er is een vaak verstoord evenwicht ook, tussen de mensenrechten, die toch aan erkenning lijken te winnen, en de traditionele realpolitik. Dat werkt nog een beetje als een slinger.
Waarom is Radovan Karadzic niet gearresteerd, of zijn maat Mladic? Niet omdat ze hem niet gevonden hebben. Maar omdat men vond dat Milosevic een stuk van de oplossing was, en Karadzic niet alléén gevallen zou zijn. Die zou dadelijk gepraat hebben, en men zou op een ongelegen moment bij Milosevic uitgekomen zijn. Een moeilijk evenwicht dus. Maar toch is er vooruitgang. Al te lang was er allèèn maar realpolitik.
Sus van Elzen