Is hij er nu klaar voor of niet? Terwijl zijn officiële adviseurs en andere mentors de laatste haartjes goed leggen, wacht prins Filip ongeduldig zijn vuurdoop af.
De meeste mannen van zijn leeftijd hebben al lang bewezen wat ze waard zijn. Ze hopen nog op de ultieme promotie, of dromen al van het vrije leven ná hun carrière. Prins Filip daarentegen wacht op zijn vijfenveertigste nog altijd op zijn eerste echte bevordering: het koningschap. Hoewel sommigen van zijn onderdanen zich blijven afvragen of hij die vuurproef wel zal doorstaan, lijkt de prins zelfverzekerder dan ooit. Hij zou de Belgen er zo graag van willen overtuigen dat hij klaar is voor de troon, want hij lijdt onder de smalende opmerkingen over zijn capaciteiten. Zo heeft hij nog altijd niet verteerd dat een deel van de studenten en het professorenkorps van de Katholieke Universiteit Leuven zich drie jaar geleden tegen zijn eredoctoraat verzette. ‘Door de moeilijke momenten van de laatste weken had ik eerder een doctoraat doloris causa verwacht’, zei hij in zijn dankwoord. Achteraf betreurde de prins het dat niemand leek te geloven dat hij die speech zélf had geschreven. ‘Dat is toch ook niet zo’, zegt een vooraanstaand politicus. ‘Die tekst was zo hoogdravend, zo filosofisch onderbouwd, dat de prins niet in staat is zoiets te schrijven.’
Op zich verwacht ook niemand dat de prins zijn toespraken zelf schrijft, hoewel hij natuurlijk wel een jarenlange opleiding achter de rug heeft. Met een uniform vol militaire graden, een universiteitsdiploma, tientallen handelsmissies als erevoorzitter van het Agentschap voor Buitenlandse Handel en een ondertussen behoorlijke dosis ervaring, zou de kroonprins de knepen van het koningschap zo langzamerhand onder de knie moeten hebben. Al dertig jaar lang wordt hij er immers op voorbereid. Toen in de jaren zeventig duidelijk werd dat koning Boudewijn en koningin Fabiola zelf nooit kinderen zouden krijgen, trokken ze de opvoeding van de jonge Filip al naar zich toe. Boudewijn zou van plan geweest zijn de troon dit jaar, op zijn 75e verjaardag, aan zijn neef te laten. De prins was opgezet met de aandacht van zijn oom en tante, want door de huwelijksproblemen van zijn ouders werden hij, zijn broer Laurent en zijn zus Astrid nogal aan hun lot overgelaten.
Boudewijn nam de draad van Filips opvoeding ook weer op toen die, nadat hij aan de Stanford University in Californië een Master of Arts in de politieke wetenschappen had behaald, begin jaren negentig naar België terugkeerde. Het was de koning die ervoor zorgde dat de prins privé-les kreeg van vooraanstaande hoogleraren om de gaten in zijn kennis van België te dichten. Zelf nam de koning ook de tijd om urenlang met zijn neef te praten. Over het koningschap, over de toekomst van het land – België zat toen in volle federalisering -, over zijn geloof. Ook aan het imago van de jonge prins werd geschaafd. Spindoctors kwamen daar niet aan te pas, maar enkele adellijke lieden probeerden hem na zijn terugkeer uit de VS wat levenswijsheid bij te brengen. ‘Hoewel hij naar relatief gewone colleges is geweest, groeit zo’n prins toch geïsoleerd op’, zegt een insider. ‘Daardoor wordt hij wereldvreemd en is hij op sommige vlakken vooringenomen. Dat hebben we de kop moeten indrukken, en dat is ook grotendeels gelukt.’
In die periode maakte prins Filip ook zijn echte entree in het openbare leven. Hij bezocht alle Belgische provincies, ontmoette er de gouverneurs en de belangrijkste burgemeesters, en kwam voor het eerst in contact met vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Veel zei hij niet; hij luisterde alleen aandachtig. Bang voor een faux pas en beschroomd om op lange tenen te trappen, gedroeg hij zich stug en onbehouwen. Daardoor werd zijn imago van humorloze, houten klaas nog aangescherpt. ‘Hij is van in de wieg protocollair geprogrammeerd’, zegt royalty watcher Jan Van den Berghe. ‘Toen de VRT jaren geleden een portret van hem maakte, haalde hij een icoon van de muur om de vrijzinnigen niet voor het hoofd te stoten. Hij begon ook de kranten op tafel te herschikken zodat niemand zou denken dat hij een voorkeur voor een bepaalde titel had.’
Filosofische boeken
Zeker als er camera’s in de buurt zijn, verliest prins Filip al zijn spontaniteit. Hij houdt niet van camera’s en vice versa. Jarenlang heeft hij nauwelijks last gehad van glossy’s en paparazzi. Als tiener en twintiger was hij een uitgesproken kleurloze prins, een slaapverwekkend gespreksonderwerp. Hij dronk geen pint te veel, liep niet achter de vrouwen aan en kocht geen decadente sportwagens. Na zijn studies in de VS spitste de media-aandacht zich toe op wat flaters en stommiteiten, en af en toe op een vermeend liefje. De hoop van het paleis was dan ook op zijn huwelijk met de charmant glimlachende Mathilde gevestigd. Sindsdien geloven al meer Belgen dat Filip klaar is voor het koningschap, maar toch is hij er niet écht populair door geworden. Prinses Mathilde loopt met de meeste aandacht weg – heeft ze nu een buikje of niet? – en prins Filip haalt nog steeds alleen het nieuws als hij voor een schandaaltje zorgt. Of als hij zijn woorden zodanig wikt en weegt dat hij hilarische oneliners als ‘het is een vrouwtje’ of ‘in de ruimte, er is geen protocol’ formuleert. In de media en in een hele collectie toogmoppen werd hij daardoor jarenlang neergezet als een nerd met veel geld. Of zoals Van den Berghe het zegt: ‘Een Guust Flater met een kroontje.’
Politici en bedrijfsleiders die met hem op handelsmissie zijn geweest, benadrukken echter dat prins Filip intelligenter is dan vaak wordt beweerd. ‘De prins spreekt zes talen’, zegt europarlementslid Annemie Neyts (VLD). ‘Hij heeft sérieux, leest veel, en documenteert zich goed. Als hij soms traag overkomt, is dat omdat hij goed nadenkt over wat hij wil zeggen.’ En hij hééft ook steeds meer te zeggen, want hij heeft zich in heel uiteenlopende onderwerpen ingewerkt. ‘Een van zijn hobby’s is het lezen van filosofische boeken’, zegt Christian Laporte, de koningshuisspecialist van La Libre Belgique. ‘Wat hij leest, verwerkt hij graag in zijn teksten, waarin hij nu duidelijk veel meer inbreng heeft dan vroeger.’
De jongste jaren komt prins Filip zelfs minder houterig over. ‘Je ziet hem op recepties al eens ontspannen staan met een pint in de ene hand en een sigaar in de andere’, zegt Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD). ‘Er is rust over hem gekomen en daardoor heeft hij zijn terughoudendheid een beetje laten varen. Hij voert minder geëmballeerde gesprekken.’ Toch blijft de prins meestal gereserveerd en erg voorzichtig. ‘Dat moet ook, want voor je het weet, barst er een nieuwe rel los’ zegt Neyts, die verschillende keren met Filip op handelsmissie is geweest. Zo werd de prins jaren geleden tijdens een missie in Zuid-Korea achter de tapkast van een bekend biermerk gemanoeuvreerd. Zijn entourage wist hem er net op tijd weg te halen. Neyts: ‘Ik zag het al voor me: reclamefoto’s in de krant van de prins die een pintje tapt. Gaandeweg heb ik geleerd dat werkelijk alles vooraf moet worden gecheckt. Vanzelfsprekend is het daardoor voor de prins heel moeilijk om onbevangen te reageren.’ Eén moment van onoplettendheid kan zeer onaangename gevolgen hebben. Dat bleek eerder dit jaar toen de prins een gezamenlijk eisenpakket van de Griekse en Belgische werkgeversfederaties ondertekende waarin ook het sociaal-economische beleid van de Belgische regering scherp onder vuur werd genomen. Het leverde hem een publieke reprimande op van premier Guy Verhofstadt (VLD). Hoewel de uitspraken van de prins, in tegenstelling tot die van de koning, niet door de regering gedekt hoeven te zijn, wordt in de praktijk van álle leden van de koninklijke familie grote terughoudendheid verwacht – en dus zeker van de kroonprins.
Amper een paar maanden eerder had de prins in Vlaanderen grote commotie veroorzaakt toen hij in een interview met het weekblad Story fel uithaalde naar het Vlaams Belang en zich en passant ook nog eens kritisch uitliet over de verdere federalisering van buitenlandse handel. Wie prins Filip een beetje kent, kijkt niet echt op van zijn uitspraken. De prins heeft destijds immers heel aandachtig geluisterd naar Boudewijns uiteenzettingen over de gevaren van de federalisering, en zijn grootste vrees is dat België barst. ‘In het paleis leven ze nog met de valse schijn dat België een sterke, eensgezinde natie is’, zegt een vriend van Filip. ‘De prins heeft die overtuiging met de paplepel meegekregen. Daarom hecht hij ook zo veel belang aan het imago van ons land, en werkt hij zich uit de naad om de handelsmissies te doen slagen.’
Kwatongen beweren zelfs dat de prins bang is van Vlamingen, omdat hij gelooft dat hun streven naar autonomie levensbedreigend is voor de toekomst van het land. Maar volgens zijn entourage is daar niets van aan, en is hij zelfs bijzonder in Vlaanderen geïnteresseerd. Niet alleen brengt de prins geregeld het weekend door aan de kust of in Oost-Vlaanderen, hij zou zichzelf ook een ijzeren discipline opleggen om zijn Nederlands te trainen. ‘Tegen mij heeft de prins al maandenlang geen woord Frans meer gesproken’, aldus De Croo. ‘Ook prinses Mathilde spreekt ondertussen behoorlijk Nederlands en de kleine prinses Elisabeth kan de Nederlandse taal verstaan én spreken. De prins heeft me eens verteld dat hij op een gewone werkdag 70 procent Nederlands spreekt.’ Waarschijnlijk heeft dat te maken met het feit dat veel van zijn adviseurs en vrienden Vlamingen zijn.
Boudewijn II
Medewerkers getuigen dat de prins zijn taak bijzonder ernstig neemt en een harde werker is. ‘Dat moeten we waarderen’, zegt een insider. ‘Per slot van rekening zou hij ook gewoon zijn dotatie op zak kunnen steken en van het leven genieten, want de wet verplicht hem nergens toe. Het is zijn eigen keuze om zich honderd procent voor zijn land in te zetten.’
Een normale werkdag begint voor de prins om halfnegen in zijn kantoor op het koninklijk paleis. Nadat hij de kranten heeft doorgenomen – Filip leest ’s ochtends drie of vier Belgische kranten en een paar buitenlandse – bespreekt hij minstens een uurlang de actualiteit met zijn vaste staf (zie kader). De rest van de dag wordt gevuld met officiële ontvangsten en bezoeken, maar ook met informele ontmoetingen met heel uiteenlopende mensen. Tussendoor bestudeert de prins zijn dossiers en bereidt hij zijn activiteiten voor. In de vooravond probeert hij een paar uur met zijn gezin door te brengen, maar daarna staat er meestal nog de een of andere activiteit op de agenda.
Minder bekend is dat de prins op gezette tijden in zijn eentje bij burgemeesters en OCMW-voorzitters op visite gaat, om er in alle rust de situatie in hun gemeente te bespreken. Tijdens officiële bezoeken geeft hij zijn medewerkers ook vaak de opdracht een nieuwe afspraak, maar dan zónder camera’s en uitgebreide hofhouding, in de planning op te nemen. Zo hebben de prins en de prinses de slachtoffers van de gasramp in Gellingen nog verschillende keren discreet opgezocht na hun eerste druk bijgewoonde bezoek. Een insider: ‘De prins houdt niet van one shot-operaties. Hij wil het leven van zijn Belgen echt leren kennen. Hij ziet het als zijn taak om ten dienste van het land te staan. Daarbij is hij vooral bezorgd over de werkgelegenheid, de buitenlandse investeringen in ons land en de maatschappelijke problemen.’
Het beeld van de hardwerkende kroonprins staat in schril contrast met het imago van zijn vader die een echte levensgenieter heet te zijn. Toch is Albert II voor de politieke wereld de perfecte vorst. ‘Hij is de ideale koning in een moderne constitutionele monarchie’, zegt een minister. ‘Hij zet gemakkelijk zijn handtekening, loopt ons niet voor de voeten en probeert de grenzen van zijn macht niet te overschrijden. Dat is maar goed ook, want ons koningshuis kan zich geen tweede abortuskwestie permitteren.’ Anderen beweren dat ook koning Albert zich aan zijn beperkte bevoegdheden heeft moeten leren aanpassen. Laporte: ‘De koning heeft de eerste paars-groene regering in 1999 bijvoorbeeld niet zonder meer aanvaard. Pas toen hij inzag dat een regering met de christen-democraten echt niet meer haalbaar was, heeft hij het spel meegespeeld.’ Toch was het voor de Wetstraat een meevaller dat de euthanasiewet en het homohuwelijk de handtekening van Albert moesten krijgen, en niet die van zijn in ethische kwesties veel principiëlere voorganger Boudewijn. En laat het nu net aan koning Boudewijn zijn dat Filip zich spiegelt. Een minister: ‘De prins wacht al zolang op de troon dat hij er iets groots van wil maken. Hij wil echt impact hebben, en zal, net als zijn oom, de grenzen van zijn grondwettelijke prerogatieven proberen te verkennen.’
Vandaar het gerucht dat de politieke wereld het koningschap van Filip zo lang mogelijk wil uitstellen uit angst dat hij de klok een halve eeuw terugdraait. Maar royalist Herman De Croo merkt in de Wetstraat niet veel meer van die bezorgdheid. ‘Ik denk dat iedereen zo stilaan aan het idee begint te wennen dat prins Filip ooit koning wordt’, zegt hij. ‘Ik vind dat ook helemaal geen huiveringwekkende gedachte. Akkoord, hij heeft een andere stijl dan zijn vader en leunt wellicht dichter aan bij zijn oom, maar we mogen ook niet vergeten dat Filip koning zal worden in een totaal ander land dan Boudewijn. België is vandaag een federale staat, waar de koning de helft van de ministers niet eens meer zelf benoemt.’
Volgens zijn entourage kent prins Filip de hedendaagse beperkingen van het koningschap maar al te goed en zal hij zich daar ook naar schikken. Al geeft men toe dat hij dat vaak frustrerend vindt. Annemie Neyts: ‘Van een grondwettelijke monarch wordt vandaag alleen nog verwacht dat hij is – als een wandelend symbool van de natie. De prins worstelt daarmee, want hij zou zo veel meer willen doen.’
Door Ann Peuteman en Han Renard
‘In het paleis leven ze nog met de valse schijn dat België een sterke, eensgezinde natie is.’
‘De prins moet altijd gereserveerd en voorzichtig blijven, want voor je het weet, barst er een rel los.’