Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Zondag wordt de voetbaltopper Anderlecht-Club Brugge gespeeld. Brugge kan zich geen puntenverlies meer veroorloven, Anderlecht is in eigen stadion in de competitie ongenaakbaar. Franky Vercauteren dirigeert de paars-witte troepen.

Aan een banaan worden tal van oneigenlijke functies toegeschreven. Het past niet voor een blad als Knack om daar al te diep op in te gaan. Voor grappen van dat niveau, zich wenden tot Marc Reynebeau. In het voetbal denkt men bij het woord ‘banaan’ spontaan aan de gekromde voorzet. Gegeven van op de flank, halfweg tussen middel- en achterlijn, hard en strak gedraaid achter de laatste man, tussen verdediging en keeper in. De spits die tegen zo een bal zijn voet zet, scoort. De verdediger die dat doet ook, maar dan wel tegen eigen ploeg. De onbetwiste grootmeester van de banaanvoorzet was Franky Vercauteren.

De huidige Anderlechttrainer wordt wel eens ‘de kleine prins van het Astridpark’ genoemd, en met reden. Franky is geboren op 28 oktober 1956 in het hartje van Kuregem, een nu fel verloederde wijk op de grens tussen Anderlecht en Molenbeek. Vroeger een typisch Brusselse volksbuurt, stilaan ingenomen door Italianen en Spanjaarden, nadien door de migrantengolf uit Noord-Afrika. Tot er uiteindelijk een getto overbleef, waar verkrotting en grondspeculatie een boosaardig pact sloten. Op de straat heerst de criminaliteit, geen overheid die er tegenin kan of wil gaan.

Op ‘Het Pleintje’ in Kuregem heeft de jonge Vercauteren het voetballen ingedronken, elk vrij uur van de dag. Product van het zo geprezen ‘straatvoetbal’, dat nu verdwenen is. En in dat gemis, zo weten de specialisten, ligt de bron van onze ondergang. Geen spontaan ingeoefende techniek meer, geen durf. ‘Op een zo kleine ruimte en op stenen, was alles gebaseerd op techniek’, verklaarde Vercauteren in Voetbal Magazine. ‘Wij voetbalden drie vier uur per dag, en in de vakantie twaalf. Nu moet alles worden aangeleerd in twee keer anderhalf uur training per week, want daarbuiten voetballen ze niet meer.’

Van al die kleine talenten op ’t Pleintje, is Vercauteren de enige die het heeft gemaakt in het topvoetbal. Kwestie van mentaliteit, kwestie van school ook. Vader Vercauteren was magazijnier, moeder werkte als stikster. Ze wensten voor hun kinderen de beste opvoeding, en dat werd het wereldberoemde Sint-Niklaasinstituut in Anderlecht, waar ook Paul Van Himst en zelfs Rik Coppens school hebben gelopen. Wie kon voetballen, werd door de broeders van Scheppers rechtstreeks in het Astridpark afgeleverd. Bij Vercauteren hoefde dat niet eens, want Franky was al sinds zijn negende bij Anderlecht aangesloten. Ook op bevel van een broeder, broeder Grégoire uit de lagere Ecole Saint-Jean-Baptiste in Molenbeek. Het verval van de clerus heeft het rekruteringssysteem van Sporting Anderlecht zware schade toegebracht.

Vercauteren was een goede leerling, behept als hij is door de drang om in alles wat hij aanpakt het onderste eruit te halen. Zou een goede journalist geweest zijn. Dat wás hij ook, want hij was op FilmNet en later Canal+ met zijn messcherpe ontledingen de voorloper van het peloton voetbalanalisten dat nu de buis onveilig maakt.

Vier maanden nadat Paul Van Himst Anderlecht had verlaten, maakte Franky Vercauteren in september 1975 op zijn negentiende zijn debuut in het eerste elftal, tijdens een wedstrijd tegen Racing Mechelen. De Nederlandse trainer Hans Croon, die na zijn trainerscarrière Indische goeroe werd maar in weerwil daarvan toch is overleden, bracht Vercauteren in voor de geblesseerde Gille Van Binst.

Niet mee naar Italië ’80

Een paar weken later moest Vercauteren een dubbele meniscusoperatie ondergaan, en zo duurde het tot maart 1976, voor hij voorgoed in de ploeg kwam. De twaalf jaar dat Vercauteren de linkse flank van Sporting Ander-lecht bezette, werden de grote succesjaren van de club. Dankzij wereldsterren als Rob Rensenbrink en Arie Haan. En dankzij toptalent van eigen bodem als Ludo Coeck, Swat Van der Elst, Juan Lozano, Enzo Scifo, Georges Grün, en Erwin Vandenbergh.

Frank Vercauteren is een van de weinigen die zowel in de superploeg van midden jaren zeventig, als in die van begin jaren tachtig zijn vaste stek had. Hij speelde met Anderlecht vijf Europese finales, en won er drie, plus twee Europese Supercups. Hij werd vier keer kampioen, veroverde twee keer de Belgische beker, en kreeg in 1983 de Gouden Schoen. Hij was 63 keer Rode Duivel, en werd onder andere vierde op het WK 1986 in Mexico. Op het EK 1980 in Italië, waar België tweede eindigde, was Vercauteren er niet bij: uit de kern gevallen na een kwakkelseizoen met Anderlecht.

In al die jaren kwam Franky het meest onder de indruk van Tomislav Ivic, de Kroaat die voor een revolutie zorgde in het Belgische trainerswereldje. Een fanatiekeling die inzake voetbalbezetenheid alleen door Raymond Goethals werd overtroffen. Het zo verguisde Ivicsysteem, gekopieerd uit het basketbal en gebaseerd op een hoge pressing, leidde zodra het goed ingestudeerd was tot schitterend voetbal. En dit hoewel de conservatieve voetbalwereld steen en been klaagde dat Ivic het spektakel doodde. Tegelijkertijd eiste de trainer zoveel inzet en concentratie van zijn spelers, dat het op de duur niet meer leefbaar was. Toen Paul Van Himst van hem overnam, was dat een opluchting voor de meeste spelers. Maar Vercauteren had gezien wat hij moest zien.

Centres de Formation

Midden 1987 zette Vercauteren een punt achter zijn paars-witte spelersperiode, uit onvrede met het hem aangeboden nieuwe contract. Hij verhuisde naar FC Nantes, waar hij kennismaakte met de roemrijke Centres de Formation, hét geheim van het Franse voetbalsucces. Hij zag hoe rond de profclubs, met ruime steun van de overheid en in samenwerking met de scholen, jeugdafdelingen werden opgericht waar jonge talenten door hooggekwalificeerde en goedbetaalde trainers werden opgeleid tot modelprofs, en werden geschoold in álle onderdelen van het vak, ook de niet-sporttechnische.

Toen hij in 1990 naar België terugkeerde, belandde hij bij RWDM, waar hij nog een paar mooie jaren aan zijn carrière zou breien. Al strooide een nieuwe blessure aan de knie heel wat roet in het eten. De Vercauteren die terugkwam uit Frankrijk, was de Vercauteren geworden die we nu kennen. De hele dag in de weer met voetbal, begaan met alle details, tactisch onderlegd, en geestdriftig om jonge voetballers op een hoger niveau te tillen. Maar ook iemand die het uiterste van de spelers vergt, en strenge regels en normen gerespecteerd wil zien.

Omdat ze bij Anderlecht meer krenterig dan vooruitziend waren, moest de prins eerst naar de bisschop uitwijken. Vercauteren ging in 1994 aan de slag als jeugdcoördinator bij KV Mechelen. Drie seizoenen later werd hij daar hoofdtrainer, in tweede klasse. Hoger dan de eindronde raakte hij niet, maar met het Malinwa van toen was dat geen slecht resultaat. Bij Anderlecht begrepen ze eindelijk dat ze niet nóg langer mochten wachten. Vercauteren werd teruggelokt naar de paars-witte jeugdafdeling in Neerpede.

Lang bleef hij daar niet. Toen in 1998 Anderlecht onder trainer Arie Haan na vijf speeldagen allerlaatste stond, bovendien met 6-0 werd vernederd door Westerlo, het weekend nadien op eigen veld met 2-3 werd afgetroefd door Club Brugge, en daarna ook nog eens in eigen huis met 0-2 uit de eerste ronde van de Uefacup werd geknikkerd door Grashoppers Zürich, was het lied van Haan uitgekraaid. Het Astridpark had zonet het einde der tijden beleefd.

Vercauteren nam samen met Jean Dockx over, en realiseerde een mirakel door paars-wit alsnog voor Europees voetbal te kwalificeren. Dockx werd daarna technisch directeur, Vercauteren assistent van eerst Aimé Anthuenis en daarna Hugo Broos. Toen die vorig jaar ontslagen werd, werd Vercauteren hoofdcoach. Met een vage belofte voor een post van technisch directeur, een job die ook aan Pär Zetterberg was beloofd, dat wordt nog drummen.

Vercauteren begon op 12 februari van dit jaar met een dramatische 0-1-thuisnederlaag tegen rode lantaarn Oostende, dat het laatste halfuur ook nog met tien moest spelen. Sindsdien verloor hij geen enkele competitiematch meer. Maar u zult het altijd zien: zodra je dat schrijft, heeft hij prijs. En wij ook.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content