In de Kroonraad van Knack geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Hugo Schiltz over de regeringsvorming en de economische voorspellingen, Agalev en CD&V, de Nederlandse regering, en Silvio Berlusconi.
Mijnheer Schiltz, Guy Verhofstadt werkt aan een regering en een regeerakkoord. De informatie-opdracht van Elio Di Rupo heeft iedereen erop gewezen hoe slecht onze economie ervoor staat.
HUGO SCHILTZ: Zo scherp zou ik het niet stellen. De analyses vertellen dat het de komende jaren niet schitterend zal zijn, maar dat wil niet zeggen dat we in een recessie terechtkomen. De groei zal matig zijn, naar schatting tussen 1 en 2 procent, en dat zal problemen stellen voor bepaalde engagementen uit de vorige regeerperiode. De regering zal een behoedzame budgetpolitiek moeten voeren, de prioriteiten zorgvuldig afwegen, en de mensen erop voorbereiden dat sommige beloften in de lade zullen moeten blijven. Maar het is niet zo dat we een vreselijke soberheidspolitiek tegemoetgaan.
Het Planbureau voorspelt voor de komende vier jaar hoge werkloosheid en waarschuwt voor de steeds stijgende pensioenkosten.
SCHILTZ: De grote schok rond de pensioenen wordt verwacht rond 2010, voorlopig is het systeem nog veilig. Maar men moet nu de verdere schuldafbouw drastisch aanpakken, zodat de winst op de intrestuitgaven van de overheid groot genoeg is om de meeruitgaven voor de pensioenen vanaf 2010 op te vangen. Met het Zilverfonds is daartoe al een instrument gecreëerd.
Heeft paars-groen in de eerste twee gouden jaren de kans laten liggen om de schuld fors te verminderen?
SCHILTZ: Dat vind ik niet. Je moet de mensen ook eens een adempauze gunnen en voor een koopkrachtinjectie in de economie kiezen. We kwamen tenslotte uit tien, twaalf jaar van volgehouden besparingsbeleid. Mijn kritiek is veeleer dat paars-groen het geld van de gouden jaren te veel gebruikt heeft om cadeaus te geven, en te weinig om aan diepte-investeringen te doen. Er zijn veel meer inspanningen nodig voor wetenschappelijk onderzoek en infrastructuur, of we geraken achterop. Vergeleken met de investeringsuitgaven van de overheid in onze buurlanden besteden wij een verwaarloosbaar percentage van het bnp. De Vlaamse regering heeft het op dat punt iets beter gedaan dan de federale, maar ook lang niet voldoende.
In Frankrijk wordt meteen gestaakt en betoogd tegen de hervorming van het pensioenstelsel. Zijn de pensioenen ook bij ons taboe?
SCHILTZ: Raken aan bestaande rechten is voor alle democratische systemen moeilijk, omdat de mensen zich veel meer roeren dan vroeger en niet bereid zijn wat zij als verworven rechten beschouwen af te staan. Wij hebben de ontsporing van de staatsschuld kunnen stoppen en ombuigen onder Martens en Dehaene, maar dat is ook niet zonder slag of stoot gebeurd en het heeft lang geduurd voor er merkbare resultaten waren.
De pensioenen zijn extra delicaat omdat ze de kern van het veiligheidsgevoel uitmaken. Vroeger was er een familiaal vangnet voor ouderen, nu beseft iedereen dat hij voor zichzelf zal moeten zorgen. Het pensioen is de veiligheid voor de oude dag. Als je daaraan sleutelt, rijzen er allerlei spookbeelden van een levenseinde in armoede. Dit dossier ligt dus gevoelig en heeft een goede communicatie nodig. Men moet uitleggen dat de pensioenen niet in gevaar zijn, maar dat het stelsel moet worden bijgesteld. Zo moet het vervroegd pensioneren absoluut worden teruggedrongen, dat blijkt uit alle onderzoeken terzake, en moeten al te luxueuze regelingen worden aangepast. Maar dat alles hoeft niet rampzalig te zijn.
In de Vlaamse regering zullen na het vertrek van minister-president Patrick Dewael nog slechts drie van de negen oorspronkelijke ministers zetelen. De oppositie heeft felle kritiek op de overstap van Dewael.
SCHILTZ: Men moet niet dramatiseren. In alle landen met deelregeringen stappen politici over van het ene naar het andere niveau. De vele wijzigingen in de Vlaamse regering zijn voor een deel ook veroorzaakt door een samenloop van omstandigheden. Het ontslag van Johan Sauwens en Bert Anciaux was niet nodig en was mee te wijten aan psychologische druk, vanuit de politiek en vanuit de media. Maar dat de minister-president zijn werk niet afmaakt, is geen goed signaal. Ik begrijp dat Verhofstadt zijn positie in de federale regering wil versterken, maar dat had ook gekund indien Dewael de Vlaamse rit had uitgereden. Men had dan maar een regeling moeten uitdokteren met een interim-minister, er zijn in het verleden ingewikkelder zaken dan dat gefikst.
Is dit een argument om federale en regionale verkiezingen gelijktijdig te houden?
SCHILTZ: Nee, ik zou haast zeggen: integendeel. In geen enkel federaal land doet men dat. Want door de gelijktijdigheid van de verkiezingen vermengt men federale en regionale politiek nog meer. Je kunt van de kiezer niet verlangen dat hij zorgvuldig een onderscheid maakt tussen die twee niveaus, en dat hij beseft dat wie goed presteert op het ene dat niet noodzakelijk ook doet op het andere. Het gaat om andere verdiensten en andere programma’s. Gelijktijdige federale en regionale verkiezingen hollen de zin van de staatshervorming uit.
Misschien hebben wij onvoldoende bekwame politici voor meerdere regeringen?
SCHILTZ: Die conclusie zou niet erg flatterend zijn voor ons volk. We zouden dan toegeven dat er te weinig verstand, te weinig talent en te weinig engagement in gemeenschapszaken is. Misschien schort er inderdaad wel iets aan dat laatste, maar dat komt dan vooral omdat de politiek, onder meer door de media, zo veel aanzien heeft verloren dat heel wat begaafde mensen ervoor bedanken. In het belang van de democratie moet men naar een herwaardering van het politieke ambt.
In de Brusselse regering maakt minister-president François-Xavier de Donnéa plaats voor zijn liberale partijgenoot Daniel Ducarme. Een man die nauwelijks Nederlands kent.
SCHILTZ: Dat is een affront voor de Vlamingen, het is onbegrijpelijk dat de Franstalige liberalen dat niet beseffen. Verbazend van iemand als Louis Michel, die normaal gezien een uitstekend tacticus en strateeg is. Ik heb de indruk dat aan Franstalige kant het respect voor de Vlaamse meerderheid weer begint af te brokkelen.
Zowel bij Agalev als bij CD&V zijn er grote verschuivingen na de klap van 18 mei. Ziet u Agalev overleven?
SCHILTZ: Agalev heeft de meest spectaculaire verkiezingsnederlaag uit de Belgische geschiedenis geleden. Ik had ze niet in die mate verwacht, al was ik er wel van overtuigd dat de groenen achteruit zouden gaan. Ideeënpartijen die in een regering stappen, krijgen de rekening gepresenteerd. Dat hebben wij met de Volksunie ondervonden in de Egmontperiode, en ook begin jaren ’90, toen we ontslag hebben genomen wegens de wapenleveringen. Wij hadden toen een indrukwekkende staatshervorming doen doorvoeren en konden een behoorlijk begrotingsbeleid voorleggen, maar niettemin leden we een forse nederlaag bij de verkiezing.
De boodschap van Agalev is door de mensen ofwel te goed ofwel helemaal niet begrepen. En vermits ik niet denk dat kiezers dommeriken zijn, opteer ik voor het eerste. Agalev moet beseffen dat de manier waarop het zijn in se waardevolle boodschap in beleid heeft omgezet door de bevolking niet geaccepteerd wordt. Als de partij die conclusie zelf niet trekt, krijgt ze het moeilijk. De groenen moeten hun basiswaarden behouden, maar de politieke uitwerking ervan in een gesuburbaniseerde gemeenschap als Vlaanderen helemaal herdenken. Ik hoor sommigen pleiten voor radicalisering, maar dat is niet het juiste antwoord, ook dat weet ik uit ervaring met de VU.
In CD&V is voorzitter Stefaan De Clerck tot opstappen gedwongen.
SCHILTZ: Dat is al zozeer een traditie bij de christen-democraten, dat het niemand nog verbaast. Er zijn mensen die ook het einde van CD&V voorspellen, maar dat is overdreven. Onderschat de inworteling van de christen-democratie in het Vlaamse leven niet, die is nog lang niet uitgestorven. En op gemeentelijk, provinciaal en regionaal niveau blijven er voldoende christen-democratische politici die verantwoordelijkheid dragen en invloed uitoefenen. De CD&V moet wel stilaan beslissen welke positie ze in het vernieuwde politieke landschap wil innemen, en hoe haar verhouding met de sociale organisaties er zal uitzien.
In Nederland gaat Jan Peter Balkenende van start met een regering CDA-VVD-D66. De vakbonden, die onder de paarse regeringen kalm waren, dreigen met actie als er geraakt wordt aan de sociale zekerheid.
SCHILTZ: Het Nederlandse model heeft ons sinds het akkoord van Wassenaar zozeer bekoord door zijn sociale vrede, dat we opkijken van de eerste spanningen die zich voordoen. Maar ik verwacht niet dat de vakbonden deze nieuwe regering het leven onmogelijk zullen maken. Na alles wat ze het voorbije jaar hebben meegemaakt met Pim Fortuyn en zijn Lijst, zullen ze al blij zijn dat er eindelijk weer een regering is. En ze beseffen ook dat de budgettaire situatie uit de hand dreigt te lopen. Maar na het mislukken van de combinatie Balkenende-Bos willen de bonden het nieuwe kabinet wel waarschuwen dat het ook geen al te zuinige koers mag varen.
Is het politiek niet zuiverder dat rechts en links tegenover elkaar staan, zoals nu in Nederland, dan dat ze samen in een regering zitten zoals bij ons?
SCHILTZ: De paarse regeringen van Nederland spreken dat tegen. Ook Duitsland heeft jarenlang een coalitie van sociaal-democraten en liberalen gehad. Het gevaar van de grootste twee partijen in een regering samen te brengen, is er meer een van machtsberoezing. Ze nemen alles in handen, ze kunnen alles aan, en met de oppositie hoeven ze geen rekening te houden. Dat is voor de democratie niet goed. Er moet beweging en ontwikkeling zijn, uit confrontaties moeten nieuwe ideeën ontstaan. Maar ik zie niet in waarom een meer sociaal gerichte partij geen verstandige akkoorden kan sluiten met een meer economisch gerichte partij. Bovendien is de ondernemerswereld in ons land niet zo agressief en militant als in sommige andere landen. De klasse-indeling in onze maatschappij is grondig gewijzigd en de klassieke tegenstelling links-rechts is niet meer zo scherp als vroeger. Er zijn andere motieven in de politiek. Vandaar dat een samenwerking tussen liberalen en socialisten wel degelijk mogelijk is.
AC Milan wint de Champions League voetbal. Een succes voor voorzitter en premier Silvio Berlusconi, die ook zonder veel kleerscheuren door lokale verkiezingen komt en de wet om topministers juridische immuniteit te verlenen er lijkt door te krijgen. Hij staat nog wel terecht op beschuldiging van omkoperij van een magistraat.
SCHILTZ: Wat in Italië gebeurt, is onaanvaardbaar. Voor een figuur als Berlusconi heb ik drie letters: b, a, h. Het feit dat hij een groot deel van de media in handen houdt, vergroot vanzelfsprekend de dreiging. Als er geen sterke onafhankelijke pers is om de mensen de ogen te openen, is de democratie in gevaar. Als we toch een Europese grondwet schrijven, zou ik daar graag een paar krijtlijnen en criteria van democratisch fatsoen in zien staan. Men zou moeten kunnen verhinderen dat in de regering van EU-lidstaten maffiose toestanden ontstaan. Sluiten we onze ogen voor wat Berlusconi aan het uithalen is, dan begaan we een grote fout. Helaas is volgens sommigen het gros van de Italianen ondertussen zo gewoon aan allerlei dubieuze praktijken, dat ze het allemaal niet zo erg vinden. Tja, dan zit je met een ernstig beschavingsprobleem.
Koen Meulenaere
Hugo Schiltz: ‘Gelijktijdige federale en regionale verkiezingen hollen de staatshervorming uit.’