Het klassieke bankieren verzwakt, de nieuwe buiten-balanshandel neemt toe. Maar de banken willen in de eerste plaats meer winst.
VOORZITTER Jean-Louis Duplat van de Kommissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF), de opperste toezichter op het privé geld- en beleggingsverkeer, meldt in zijn pas gepubliceerd jaarverslag 1994-1995 namens de banken goed nieuws. Hun gezamenlijke winst steeg afgelopen jaar tot 57 miljard frank. Niet zo feestelijk als de plus-35-procent van 1993, maar toch een winsttoename van 11 procent. Hoewel, nooit goed zonder slecht nieuws, zeker niet voor banken. Duplat weet dat de winstcijfers voor het eerste semester van dit jaar 10 procent lager liggen dan in de eerste zes maanden van verleden jaar.
Die winstkrimp is een gemiddelde voor de hele sektor en vertelt dus slechts een halve waarheid. De grootbanken kennen ook dit jaar nog een kleine winststijging, zoiets van twee procent. De kleineren hebben het moeilijker en een groot pak van de buitenlandse kantoren draait verlies, net als in 1994 overigens. Zoals de hele samenleving uit mekaar groeit in sterk en zwak, evolueert ook de banksektor naar een duaal model : sterke grootbanken en zwakkere, kleinere banken.
Het gemiddeld rendement van het eigen bankvermogen steeg in het verslagjaar van 8,3 tot 8,95 procent en kromp in de eerste jaarhelft 1995 naar 8,7 procent. Jean-Louis Duplat vindt dat onvoldoende. Een risico-premie van 3 procent op de lange rente nu 6,8 procent vindt hij heel verantwoord. De banken maken te weinig winst, die 9,8 procent opbrengst op kapitaal (en reserves) halen zij dit jaar niet. Althans gemiddeld niet, want de grootbanken zitten beter. Ter vergelijking, de Generale Maatschappij van België hanteert voor haar industriële bedrijven een rendementsdoelstelling van 15 procent en om die te bereiken moet dochter Union Minière, nu met een povere 5 procent, zo pijnlijk veel werknemers ontslaan.
ONDER MEKAAR.
De bankwereld in België is 147 kredietinstellingen groot, maar wordt gedomineerd door zeven grootbanken : de Generale Bank, het Gemeentekrediet, de Bank Brussel Lambert, de Kredietbank, de ASLK-Bank, de Bacob Bank en de Cera Bank. Samen staan zij 15.000 miljard frank sterk, op een balanstotaal van 25.000 miljard frank voor de hele banksektor.
De bankiers van nu zijn een heel ander volk dan hun voorgangers van twee, drie decennia geleden die zich haast uitsluitend bezig hielden met het omzetten van het spaargeld van de enen in leningen voor anderen. Die kernaktiviteit van het bankieren verliest aan belang. De sterke groei van de bankaktiviteit was verleden jaar vooral te danken aan de toename van de interbankaire verrichtingen. Bankiers lenen meer en meer van en aan mekaar, over de grenzen van de Belgische frank heen.
Niettemin herademen de banken, nu het spaarboekje zich herstelt eind 1994 totalizeerden de depositoboekjes 2.400 miljard frank. Het zijn goedkope werkmiddelen (spaargeld wordt krediet). Maar de Kommissie voor het Bank- en Financiewezen waarschuwt de kredietinstellingen toch daar niet al te optimistisch over te zijn : vele spaarders hanteren het fiskaal vriendelijk behandelde spaarboekje als een wachtrekening.
De versmalling van de rentemarge blijft het pijnpunt nummer één voor het klassieke bankieren. Het verschil tussen de rente, die de bank betaalt aan klanten die geld op rekeningen zetten, en de intrest die zij krijgt van klanten, die leningen opnemen, is te klein. Dat verergert, omdat de rentedaling zwaar doorweegt op het aktief van de banken, maar onvoldoende kompensatie vindt in de daling van de kostprijs van de werkmiddelen. De intrest op kredieten daalt namelijk sneler dan die op deposito’s, bijvoorbeeld, spaarboekjes en kasbons.
De Belgische gezinnen zijn stevige voorzorgspaarders, zij vertrouwen immers de toekomst niet. Dat is nu zelfs tot een politiek probleem verheven en heet een van de oorzaken van de hoge werkloosheid te zijn. De gezinnen kopen behoedzaam en brengen zo de kredietverstrekking van de banken in de problemen. In 1994 was er nog een lichte groei, maar in de eerste helft van dit jaar stagneerde de leningsijver. Afbetalingskrediet kunnen de banken nog wel verkopen, maar hypotecaire en langlopende kredieten zijn nu moeilijker te slijten. Ook de ondernemingen zijn geen entoesiaste afnemers van kredieten. Zelfs investeringskredieten blijven matig. Immers, ten gevolge van de verzwakking van de ekonomische konjunktuur blijft het produktie-apparaat onderbenut en bovendien beschikken ondernemingen over voldoende geld voor zelffinanciering.
ZORGVULDIG.
Volgens de Kommissie van Duplat houden de banken hun kredietrisico’s behoorlijk onder kontrole. Slechts 3,7 procent van de globale kredietportefeuille draagt een hoger risico, wegens oninbaar of dubieus. Voor de helft daarvan legden de banken voorzieningen aan. Dit zorgvuldig beleid met geringe provisies voor gevolg, oogt goed op de balans.
De klassieke bankaktiviteit mag dan al zorgelijk zijn, de banken vinden andere inkomens. Zo verbeterde het tradingsresultaat aanmerkelijk. De banken zijn immers steeds aktiever in de handel van afgeleide financiële produkten, zoals termijnovereenkomsten in deviezen en rente, futures, swaps en andere opties. Het is een vrij gekoncentreerde wereld, want tien kredietinstellingen, waaronder de zeven grootbanken, vertegenwoordigen 95 procent van de termijnverrichtingen in valuta’s en rente.
De Kommissie voor het Bank- en Financiewezen volgt, met een manifeste bezorgdheid, die handel in afgeleide financiële produkten. Haar inspekties bij grote kredietinstellingen zijn op die handel toegespitst. Enkele banken kregen een waarschuwing omdat er verliezen dreigden die onvoldoende waren ingedekt. In de haar kenmerkende omzwachtelde taal maant de Kommissie de kredietinstellingen tot voorzichtigheid aan. In elk geval, zo zwart op wit in het jaarverslag, zou de hoogste bankleiding over voldoende kennis van de afgeleide financiële produkten moeten beschikken om de risico’s in te schatten en moeten toezien op de scheiding tussen de handelaars en de toezichthouders. Het lijkt een overbodige aanbeveling te zijn, maar is het niet. Want net omdat de hoogste bankleiding liet aanmodderen, kon Nick Leeson de gereputeerde Londense Barings op een weekeind failliet spekuleren.
De Kommissie van het Bank- en Financiewezen kijkt toe op de kredietinstellingen en ook op de beurs. Blijkt daar dat de Belg wel ruimt spaart, maar met zijn centen niet naar de risicomarkt loopt. In het eerste semester dit jaar waren er slechts dertien kapitaaloperaties voor gezamenlijk 8,7 miljard frank. Veel kleinigheden, want Glaverbel alleen nam 5 miljard op en Fortis-AG 2,7 miljard. Zelfs de beleggingsfondsen, die weleer van feest naar feest liepen, krijgen het moeilijk. In de eerste negen maanden van 1995 haalden zij samen 180 miljard frank op, maar 217 miljard frank werd teruggetrokken : een negatief saldo van 37 miljard frank.
Voorzitter Jean-Louis Deplat van de Kommissie meldt dat de samenwerking met het gerecht inzake beursmisdrijven goed gaat lopen. Dat slaat vooral op de handel met voorkennis, koersmanipulatie, inbreuken tegen de transparantiewetgeving en openbare koopaanbiedingen. Voor de allereerste keer in haar zestigjarig bestaan weigerde de Kommissie een prospektus goed te keuren voor een kapitaalverhoging van een onderneming. De informatie aan de gesolliciteerde toekomstige aandeelhouders (werknemers) was té onvolledig en op sommige punten niet korrekt. Dat was dan een kranigheid op de valreep, want veel van de beurskontrole van de Kommissie voor het Bank- en Financiewezen verhuist binnenkort naar de nieuwe direktie van de Brusselse beurs.
De overheid verloste een vijftal jaar geleden de wisselkantoren van elke reglementering. De klanten hoefden niet speciaal beschermd te worden, dacht zij, het publiek is voldoende vertrouwd met geld wisselen. Maar die ongereglementeerdheid was niet vol te houden toen bleek dat de internationale misdaadwereld gretig de wisselkantoren gebruikte om krimineel geld wit te wassen. Bij de kommissie dienden 35 wisselkantoren een aanvraag tot erkenning in, eentje werd al afgekeurd en Jean-Louis Duplat verwacht dat nog meer probleemgevallen zullen volgen.
Guido Despiegelaere
Naar een grote krimp van het bankpersoneel ?
Jean-Louis Duplat : opgepast met afgeleide financiële produkten.