Scenarist-regisseur Christopher Hampton over zijn Conrad- bewerking ?The Secret Agent?, een onderzoek naar extremen.
De naam Christopher Hampton staat borg voor fijngeslepen dialogen, geraffineerde intriges, films met sterke literaire inslag en artistieke ambities. Al bijna dertig jaar lang is hij bedrijvig in de Engelse film- en toneelwereld. Hij dankt zijn faam aan zijn briljant scenario voor het venijnig verbale steekspel ?Dangerous Liaisons?. Typerend voor Hampton is dat het hier ging om een adaptatie van een adaptatie. Hampton maakte namelijk al eerder een toneelbewerking van de gevierde achttiende-eeuwse briefroman van Choderlos de Laclos.
Onlangs schreef hij ook het script van ?Total Eclipse?, een film over de stormachtige verhouding tussen de Franse dichters Verlaine en Rimbaud. Aan de basis van deze prent (hier alleen op video uitgebracht) ligt een toneelstuk dat Hampton schreef toen hij nauwelijks ouder was dan de rebelse jonge dichter Rimbaud.
Hampton(50) maakte enkele jaren geleden zijn regiedebuut met ?Carrington?, over het leven en de liefdes van de raadselachtige kunstenares in de marge van de Bloomsbury Group. De tweede film die hij schreef én regisseerde is ?The Secret Agent? (vanaf 7 mei in de bioscoop) naar de profetische roman van Joseph Conrad uit 1907. Enkele jaren geleden worstelde Hampton ettelijke maanden met een andere Conrad-verfilming, ?Nostromo?. Hij werkte daarvoor nauw samen met de toen al door ziekte gevelde David Lean de regisseur overleed vier weken voor de opnamen zouden beginnen.
?The Secret Agent? werd in 1936 al verfilmd door Alfred Hitchcock onder de titel ?Sabotage? een nogal verwarrende titel omdat Hitch in hetzelfde jaar ook de spionageprent ?Secret Agent? maakte, die echter niks met Conrad te maken heeft. ?Sabotage? is trouwens een bijzonder vrije bewerking waarin Hitchcock het literaire materiaal volledig naar zijn hand zet. Zo verplaatst hij de handeling van Victoriaans Londen naar de jaren dertig en bestiert de protagonist nu een volkse bioscoopzaal aanleiding tot enkele fraaie film-in-de-film verwikkelingen.
Hampton keert terug naar het literaire origineel, een vrij atypische roman de enige die in Londen speelt van Joseph Conrad (1957-1924), de Pool die een Engelse zeekapitein werd en later een van de grote Engelse romanschrijvers van deze eeuw. Zijn bekendste werken beschrijven avonturen vaak op zee die ook psychische ontdekkingsreizen zijn : ?Nostromo?, ?Lord Jim?, ?An Outcast of the Islands?.
Zoals Conrad in de weerzinwekkende climax van ?Heart of Darkness? (de inspiratie voor ?Apocalypse Now? van Francis Coppola) al bij de eeuwwisseling de verschrikkingen van de concentratiekampen voorspelde, zo doen ook de bijeenkomsten van terroristen en diplomatieke kuiperijen in ?The Secret Agent? heel actueel aan, terwijl het duister verhaal wel degelijk speelt in een schimmig gefotografeerd Victoriaans Londen.
De protagonist Adolf Verloc ( Bob Hoskins) verkoopt pornografische prenten onder de toonbank van zijn goor winkeltje in Soho. Zijn huis is ook het trefpunt van anarchisten van diverse pluimage, een ideaal wereldje voor Conrads ?onderzoek naar menselijke extremen.? Wat de verdachte bezoekers (onder wie Gérard Depardieu) niet weten, is dat hun gastheer ook als informant voor de vijand werkt, tsaristisch Rusland. Geregeld loopt Verloc de Russische ambassade binnen waar de sluwe intrigant Vladimir als tussenpersoon fungeert. De Russen zijn ontstemd omdat Engeland een schuilplaats is geworden voor anarchisten en revolutionairen. Ze ensceneren zelf een terroristische aanslag en hopen dat de publieke verontwaardiging de overheid ertoe zal aanzetten om de stroom politieke vluchtelingen een halt toe te roepen. Vladimir gebruikt zijn tipgever Verloc als agent-provocateur. Zijn opdracht : het Greenwich Observatory opblazen, een symbolische daad, in de woorden van Conrad een aanslag op de tijd zelf.
De tragiek van ?The Secret Agent? schuilt in de manier waarop dit landverraad verstrikt geraakt in een verhaal over verraad in de privésfeer. De zondaar Verloc heeft namelijk ook een goede, kwetsbare kant : hij is de surrogaat vader van Stevie ( Christian Bale), de zeventienjarige achterlijke broer van zijn veel jongere vrouw, Winnie ( Patricia Arquette). Wanneer Stevie bij de aanslag om het leven komt, wordt Verloc door schuld verteerd en hunkert hij wanhopig naar begrip bij de enige persoon die hem niet kan vergeven, zijn vrouw, de zuster van het slachtoffer.
CHRISTOPHER HAMPTON : Conrad kon klaarblijkelijk ?The Secret Agent? moeilijk van zich afschudden. In de jaren twintig maakte hij een toneelbewerking die maar enkele weken werd opgevoerd. Nadat ik mijn script had geschreven, ontdekte ik in een oud boekenwinkeltje een gesigneerd exemplaar van het toneelstuk en merkte ik dat het toneelstuk begint met dezelfde scène waarmee ik de film open, een scène die in de roman pas veel later komt. Dat vond ik natuurlijk zeer bemoedigend.
Ik schreef het scenario op vraag van hoofdrolspeler Bob Hoskins. De verfilming bleef op zich wachten omdat Bob jarenlang vergeefs naar een Amerikaanse producent zocht. Ik denk niet dat ze hem goed begrijpen in Amerika. Ze zien hem als een gezellige dikkerd of als een opvliegende gangster vergeet niet dat hij oorspronkelijk gecast werd als Al Capone in ?The Untouchables?.
Wat komt voor u op de eerste plaats als u een nieuw werk begint : het thema, de personages, het drama, de boodschap ?
HAMPTON : Ik zou het zelf niet weten, omdat ik niet analytisch ingesteld ben maar afga op het gevoel. Veel hangt ook af van het toeval. Had Bob me niet gevraagd, dan had ik waarschijnlijk nooit ?The Secret Agent? gemaakt. Zoals ik ook puur toevallig filmregisseur werd : omdat Mike Newell plotseling niet meer beschikbaar was om ?Carrington? te draaien.
?The Secret Agent? lijkt vol verwijzingen te zitten naar recente terreurdaden in Parijs, Tokyo, Oklahoma, maar toch komt alles uit de roman van Conrad ?
HAMPTON : Het vreemde is dat toen ik vijf jaar geleden het script schreef het veel minder relevant was dan nu. Het opmerkelijke is dat Conrad niet alleen in zijn roman het fascisme voorspelde, maar ook allerlei thema’s aansnijdt die erg actueel waren aan het einde van de negentiende eeuw, en nu tijdens ons fin de siècle weer de kop opsteken.
Bovendien vond Conrad met ?The Secret Agent? ook een nieuw genre uit. Zonder hem was er van Graham Greene of John Le Carré geen sprake. Het rare is dat de politieke achtergrond die zoveel overeenkomsten biedt met wat er vandaag gebeurt, voor Conrad toch maar bijzaak blijft. Wat hem écht interesseerde was het persoonlijke verhaal, dat zegt hij ook in de inleiding. Ook voor mij zijn de sociopolitieke inzichten mooi meegenomen maar gaat het in de allereerste plaats om een verhaal over hoe publiek verraad onvermijdelijk in persoonlijk verraad verandert. Een thema dat ook heel prominent is bij Graham Greene. Met dit verschil dat Greene veel romantischer is.
Door zijn achtergrond had Conrad een veel objectievere kijk op de wereld. In Conrads ogen was zijn vader een revolutionaire, Pools-nationalistische aristocraat verantwoordelijk voor de dood van zijn moeder. Als straf voor hun politieke overtuiging werden ze verbannen naar Rusland, waar zij stierf toen Conrad ongeveer tien was. Vandaar zijn diep geworteld wantrouwen jegens elke politieke boodschap. Hij had een bijzonder scherp inzicht in het verschil tussen wat mensen zeggen en hoe ze zich gedragen. Hij was altijd geïnteresseerd in paradoxen. De protagonist van ?The Secret Agent? is een gerespecteerde kleinburger die ook pornograaf is. Een goedgeluimde, uitbundige dikkerd die iedereen verraadt en tegen elkaar uitspeelt, maar zichzelf ook als gezinshoofd ziet. Het prachtige aan Bobs vertolking is dat hij die intens onsympathieke man zodanig vertolkt dat je hem gaat begrijpen en je op een rare manier zelfs iets voor hem voelt, een verschrikkelijk medelijden.
Kunnen we even de problemen overlopen bij het adapteren van literaire werken naar het filmmedium, te beginnen met Graham Greene’s ?The Honorary Consul? ?
HAMPTON : Ik was zeer vereerd met die opdracht, omdat Greene een van mijn favoriete auteurs is. Maar het was een hachelijker karwei dan ik had gedacht. Omdat mijn script veel te lang was, lag de regisseur voortdurend overhoop met de studio. Als je een boek bewondert, is het toch de bedoeling dat je de geest van het werk respecteert maar dan wel vertaald naar een ander medium.
?Mary Reilly? (van Stephen Frears) was een totaal ander soort adaptatie : ik hield van de thema’s zonder dat ik de behoefte voelde om het boek slaafs te volgen. Het boek gaf ons de sterke atmosfeer en van daaruit heb ik het allemaal moeten dramatiseren. Het verhaal is al vaker verteld, wat mij boeide was de Freudiaanse invalshoek. Niet dat ik klakkeloos in alle psychoanalytische methoden van de Weense dokter geloof. Ik zie hem trouwens meer als een kunstenaar, iemand die op een prachtige manier verhalen kan vertellen. Zoals Freud zelf geïnteresseerd was in toneel en gebruik maakte van stukken om zijn theorieën te illustreren, zo zijn zijn theorieën op hun beurt zeer geschikt om karakters psychologisch te funderen. Ik gebruik Freud vooral als dramaturg.
Freud en Marx zijn de twee denkers die onze eeuw hebben gemarkeerd, maar wat me het meest boeit zijn de gebieden waar ze elkaar tegenspreken. Apart bekeken zijn ze beiden geloofwaardig, maar toch zijn ze volkomen incompatibel. Wat me fascineert zijn die zones waarin bijvoorbeeld het politieke wordt beïnvloed door het mythologische. Of de kloof tussen hoe mensen zich privé en openbaar gedragen. Bij de aanhef van ?The Secret Agent? zitten al die anarchisten bij elkaar allerlei theorietjes te verkopen, maar hun levens stemmen volstrekt niet overeen met wat ze preken. Dat geldt voor zovelen van ons. We hebben allemaal onze ideeën over hoe we zouden moeten leven, maar in feite staan we volkomen machteloos en worden we gewoon voortgestuwd door psychologische onderstromen en krachten die we niet controleren.
Er zijn geen regels bij het schrijven van adaptaties : ik kies gewoon gevoelsmatig de methode die het best past bij wat ik wil bereiken.
Als je vertrekt van een meesterwerk als ?The Secret Agent? ben je wel verplicht om het origineel te respecteren. Hitchcock deed dit lekker niet, maar hij had dan ook andere interesses dan Conrad. Hij heeft de roman gewoon omgebogen tot het gegeven in zijn kraam ging passen. Ik zie mijn versie meer als een filmische hommage aan de roman.
?Carrington? is dan weer iets helemaal anders. Mijn prioriteit was hier zoveel mogelijk de waarheid achterhalen van wat die mensen hebben beleefd. In plaats van naar de integriteit te zoeken van een fictieve constructie, respecteer je de integriteit van de feiten in het leven van de heldin. Die feiten waren zo boeiend dat ik geen behoefte had om er iets bij te verzinnen.
?Dangerous Liaisons? is net als ?The Secret Agent? een scenario waarin ik zo angstvallig mogelijk trouw ben aan het origineel de briefroman van Laclos is immers één van de grote werken uit de Franse literatuur. De bijkomende uitdaging bestond er dan in dat ik brieven moest omzetten in handelingen. Toen men mij vroeg om de roman tot een toneelstuk te bewerken, wilde ik het eerst niet doen. Ze hadden het al geprobeerd in de jaren zestig met ?The Art of Love?, waarin je gewoon acteurs zag die elkaar brieven voorlazen niet mijn idee van boeiend drama !
In Engeland staan ze een beetje sceptisch tegenover al die adaptaties die ik doe. ?Waarom schrijf je nooit eens iets origineels ??, vragen ze zich af. Voor mij is het schrijven van adaptaties gewoon een andere vorm van regisseren. Je vraagt een regisseur toch ook niet : waarom regisseer je alleen maar ?
Wat liep er fout met ?Total Eclipse? ?
HAMPTON : Het scenario is gebaseerd op één van mijn meest gespeelde stukken. Maar mijn scenario is helemaal anders dan de film. Ik werp niemand de steen… er zijn zaken die ik erg apprecieer. Leonardo DiCaprio is uitstekend als Rimbaud. Ik denk dat het een vergissing was om de atmosfeer zo zwaar beladen te maken. Mijn stuk is aanvankelijk erg licht en uitbundig, maar geleidelijk aan maakt de somberheid er zich meester van. In de filmversie krijg je alleen die donkere toon. De film heeft ook een verwarrende voorgeschiedenis. Oorspronkelijk ging het om een project van Volker Schlöndorff met John Malkovich en River Phoenix. Toen River plotseling overleed trokken eerst John en dan Volker zich terug. Toen ging Agnieszka Holland regisseren. Ik mag haar en hou zelfs van de meeste van haar films, maar het is gewoon niet gelukt.
Onlangs ontdekte ik tot mijn verbazing dat er vijf verschillende gepubliceerde versies zijn van mijn stuk. Telkens als het stuk wordt opgevoerd, herschrijf ik het. Misschien heb ik geen herkenbare stijl, maar ik heb zeker onderwerpen die me fascineren en waar ik verschillende versies van maak, zoals een schilder verschillende doeken maakt naar hetzelfde stilleven. Ik denk dat ik het filmscript van ?Total Eclipse? nooit helemaal goed kreeg. Voor de opbouw in acht hoofdstukken had ik de structuur behouden van het boek van Rimbaud, ?Une Saison en enfer?. Er was ook een complex heen en weer reizen in de tijd, Agnieszka hield daar niet van en maakte het zeer rechtlijnig.
De musicalversie van ?Sunset Boulevard?, waarvoor u het libretto schreef, leunt heel dicht aan bij de film van Billy Wilder. U neemt hele flarden dialogen letterlijk over en de toneel mise-en-scène imiteert zelfs allerlei filmische effecten, zoals dat beroemde openingshot van William Holden, de verteller verdronken in de zwemkom.
HAMPTON : Tijdens onze eerste gesprekken suggereerde Andrew Lloyd Webber dat Norma Desmond misschien moest veranderd worden in een rockzangeres. Daar zag ik echt het nut niet van in. De musicalversie had voor mij alleen zin als we de film trouw bleven.
Aangezien cinema ook het onderwerp is, leek het me logisch om ook op het podium cinematografische technieken te hanteren. Naar mijn smaak is de productie een beetje té grandioos, maar dat is nu eenmaal het handelsmerk van Lloyd Webber. Ik zou graag eens over twintig jaar misschien een opvoering zien waarin we proberen het zo simpel mogelijk te houden.
Ik dacht altijd dat het leuk zou zijn om een musical te doen. Er is een type kunstenaar dat zeer goed weet wat hij wil en een oeuvre produceert dat even streng afgebakend is als coherent. Er zijn ook mensen die van alles eens willen proeven. Ik ben er zo eentje.
Is er dan geen Christopher Hampton stijl ?
HAMPTON : Ik weet dat dit niet zo hoort, dat je je moet toespitsen op de ene of andere discipline en daarin je eigen stijl moet vinden, maar dat heeft me nooit geïnteresseerd. Wie altijd maar hetzelfde doet, loopt de kans dat hij zich gaat herhalen, maar in almaar dalende intensiteit, zoals videocassettes die met elke kopieerbeurt iets minder scherp worden.
Speelt u dan ook geen verstoppertje ? Verschuilt de echte Christopher Hampton zich misschien achter al die auteurs die hij adapteert ?
HAMPTON : Dat zou best kunnen. Op mijn vijftiende droomde ik ervan acteur te worden. In zekere zin heb ik gekregen wat ik wou : ik speel voortdurend andere rollen, maar dan wel als schrijver en regisseur, zonder dat ik echt moet acteren.
Patrick Duynslaegher
The Secret Agent : Ik zie mijn versie meer als een filmische hommage aan de roman.
Christopher Hampton : Ik speel voortdurend verschillende rollen, maar dan wel als schrijver en regisseur.