Het nieuwe misdaadepos ?Heat” van Michael Mann is een meesterwerk dat de begrenzingen van het aktiegenre ver overstijgt. Een meeslepende film van en over control-freaks. Een gesprek.
DE buitengewone nieuwe film van Michael Mann kombineert de kwaliteiten van de beste misdaadfilms van Stanley Kubrick, Howard Hawks en John Huston en natuurlijk die van Mann zelf. ?Heat” is een apoteose van tema’s, motieven, stilistische obsessies uit de hyper eigentijdse thrillers ?Thief” en ?Manhunter”, de retro tv-serie ?Crime Stories” en zelfs het historisch epos ?The Last of the Mohicans”. Het is een van de grootste misdaadsaga’s van de jongste twintig jaar. De afwisselend brutale en aangrijpende film heeft de struktuur en de polsslag van een aktie-thriller, maar het is vooral ook een karakter- en milieustudie en een indrukwekkende cinematografische kreatie.
De hele film is gestruktureerd als de lang aanslepende, minutieuze en geobsedeerde klopjacht van Vincent Hanna ( Al Pacino), een luitenant bij de politie van Los Angeles. Hij wil beroepsmisdadiger Neil McCauley ( Robert De Niro) bij de kraag vatten, die met zijn kornuiten een grote bankoverval plant. Mann opent zijn film met een schitterend georkesteerde woeste aktiescène, een gewapende overval op een streng bewaakt transport van obligaties. Maar nadat hij zijn dieven en flikken heeft geïntroduceerd, graaft hij diep in hun levens, konfronteert hij hun kodes met hun gevoelens en hun professionalisme op de straat met hun geknoei op het thuisfront.
?Heat” is een misdaadfilm met een erg kontemplatieve teneur. Mann tekent sterke, zelfs beklemmend pijnlijke portretten van zijn daadmensen en hun existentialistische angsten. Hij neemt zijn tijd de film duurt bijna drie uur om de relaties met hun partners, hun vrouwen en gezin op een intens dramatische manier uit te spitten, om de twee groepen (boeven en flikken) met elkaar te kontrasteren en aan elkaar te spiegelen. In het laatste uur komt de tergend langgerekte aktie in een stroomversnelling terecht, en laat Mann hun half verknoeide levens uit elkaar spatten. Scènes waarin hun vrouwen het opgeven, wegvluchten, hen verraden of zelfmoord plegen.
Hoe schitterend elke bijrol ook wordt ingevuld door het feilloos akteursensemble (onder wie Val Kilmer, Jon Voight, Tom Sizemore, Diane Venora, Amy Brenneman, Ashley Judd), het centrale duel draait om de jacht die Hanna maakt op McCauley. Het geraffineerde en dramatisch verrassende in de konstruktie is dat jager en prooi elkaar maar twee keer echt ontmoeten. Uiteraard in de onvermijdelijke ultieme konfrontatie, maar ook in een meesterlijke scène voorbij de helft van de film.
SMELTKROES.
Hanna en McCauley hebben elkaar al twee keer eerder van ver bespied en afgetast : een eerste keer liggen Hanna en zijn manschappen in een hinderlaag in een container bij de fabriek waar McCauley en zijn ploeg willen inbreken. Hanna krijgt zijn nemesis in het vizier met een infrarood camera, en op een schitterende manier ensceneert Mann hoe McCauley gewaar wordt dat hij bespied wordt. In een latere scène retourneert de boef het kompliment door Hanna en zijn ploeg naar een open ruimte te lokken, van waar hij zijn achtervolgers met telelenzen kan aftasten.
Het kat- en muisspel wordt opgebouwd naar de echte ontmoeting in een baancafé, waar ze samen een kop koffie drinken, hun wonden likken, de parallellen in hun gedreven professie open op tafel leggen, maar ook vrijuit praten over hun verbeten strijd om elkaar te elimineren, omdat het nu eenmaal hun job is.
De casting van Pacino en De Niro krikt de konfrontatie meteen op tot mytische dimensies. De carrière van de twee meest briljante akteurs van hun generatie kruiste al eens eerder in ?The Godfather Part II”, maar ze zaten in een verschillend tijdsgewricht en hadden bijgevolg geen enkele gezamenlijke scène. In de koffieshopscène wordt dus een stuk filmgeschiedenis geschreven, maar het is tekenend voor de hyper-beheerste stijl van Mann dat de kamp geen opgewonden Oscar-recital wordt. De verleiding moet groot geweest zijn, maar toch zien we geen akteursduel, wel de osmose tussen twee tegenstanders die Mann voortdurend laat kontrasteren. Pacino als de geagiteerde Hanna die er op los praat, schreeuwt, zingt, gestikuleert en die zelfs als hij zijn mond houdt op een vulkaan lijkt net voor de uitbarsting. De Niro als de immer zwijgzame, afgemeten, onberispelijke McCauley, de super-professional die prat gaat op zijn survival-motto ?to have nothing in your life you can’t walk away from in 30 seconds flat when the heat is on.”
Manns sympatie is evenwichtig verdeeld over beide tegenstanders, maar het is duidelijk dat zijn temperament als regisseur in het verlengde ligt van McCauley. Mann de controle-freak die het filmmaken tot in de geringste details beheerst. (Alleen al de soundtrack is magistraal, met een perfekte harmonie tussen de briljante geluidseffekten, een violoncello concerto van Ligeti, filmmuziek van Elliot Goldenthal en songs van de Noor Terje Rypdal). Mann die zijn duister glimmende films een allure geeft van koele afstandelijkheid, terwijl onder het uitgekiende design de hartstocht en de emoties liggen te woelen en okkasioneel droefgeestig losbarsten.
?Heat” speelt in de etnische smeltkroes van een Los Angeles zoals het nog nooit eerder vóór de camera werd gebracht. Een Britse recensent merkte terecht op dat niemand sinds Antonioni zo goed moderne architektuur wist te fotograferen, of liever te integreren in de visuele dynamiek van zijn film.
De film bevat enkele virtuoze aktietaferelen die het bloed sneller doen stromen. Met name de noodlottige afloop van de bankoverval : een niet te stoppen schietgevecht dat een hoofdstraat in het financiële distrikt van LA transformeert tot een wetteloos westernstadje (in plaats van gekantelde huifkarren de doorzeefde politieauto’s om je achter te verschuilen). Maar lang nadat de mitrailleurrook is verdwenen, zindert het knagen aan de ziel van de gedreven protagonisten na.
Mann blijkt ook tijdens een interview in Londen geïrriteerd door elke verwijzing naar de designer-obsessies van zijn tv-serie ?Miami Vice”. Wat te begrijpen valt, omdat zijn stijl maar al te vaak herleid werd tot wuivende palmbomen, pastelkleurtjes en MTV-scores. Terwijl zijn formele obsessies zoveel meer zijn dan een louter trendgevoelige stijl : het zijn de pijlers van het vernuftige cinematografische design van de meest onderschatte ?auteur” van de huidige Amerikaanse cinema.
Waarom bent u zo geïnteresseerd in misdaad ?
MICHAEL MANN : Het is niet zozeer misdaad die me boeit. De konflikten die binnen het kader van het misdaadverhaal op de spits worden gedreven, boeien me. Wat me danig intrigeert is het idee van een protagonist die op zoek is naar een stuk informatie. Politie-detectives moeten voortdurend proberen uit te vissen wie wat deed.
Zijn de personages gebaseerd op bestaande personen ?
MANN : Ja. Er steekt waarschijnlijk weinig in de film dat niet op feiten berust. De protagonisten zijn kombinaties van diverse echt bestaande personen. De echte Neil McCauley werd in 1963 gedood door een vriend van mij, een politie-detective uit Chicago. Maar Hanna is niet gebaseerd op die detective, zoals Bobby De Niro’s portrettering niet gebaseerd is op de echte McCauley. Behalve dat ze elkaar ontmoet hebben en elkaar bewonderden. Een goede detective weet een waardige tegenstander te appreciëren. Aan het eind van hun gesprek zeiden ze tegen elkaar dat als puntje bij paaltje komt, ze elkaar uit de weg zouden ruimen. Voor mij was die ontmoeting de kern voor het hele verhaal.
Het interessante was dat we sommige akteurs in kontakt brachten met de echte personen. Als je dit verstandig aan boord legt en behoedzaam te werk gaat, nemen ze je in vertrouwen en krijg je een hoop fascinerende details over hun echte ervaringen die je dan in je portrettering kunt verwerken. Ik herschreef dit materiaal in 1993 en veranderde alles, verplaatste het naar Los Angeles en maakte het hedendaags.
In al uw films krijgen we een zeer realistisch beeld van het milieu in kwestie.
MANN : Ik associeer realisme niet met dokumentaire en vind realisme op zichzelf niet eens belangrijk. Wat telt is hoe je die autenticiteitsfaktor in een artistiek koncept integreert. Ik kan er niet genoeg op hameren hoe belangrijk het is om je zo intens mogelijk onder te dompelen in het milieu waar je de film situeert. In dit geval ging dit van ’s nachts mee patrouilleren met de politie van LA, ze vergezellen bij hun helikoptervluchten boven de stad, op stap gaan met de moordbrigade, met gevangenen praten, het strafsysteem onderzoeken. Het is de taak van de regisseur om zoveel mogelijk te begrijpen liefst zo taktiel en visceraal mogelijk van alle aspekten in het leven van elk personage in de film. Je zou versteld staan wat je allemaal ontdekt tijdens dit proces : decors die je kunt gebruiken, mensen die je in de film wilt stoppen, honderd en één details die je in het script verwerkt. Zodoende kom je tot een bijna socio-kulturele waarheid over personages die uniek en specifiek zijn.
De boeven in ?Heat” hebben een verschillende achtergrond, maar hebben met elkaar gemeen dat ze waarschijnlijk twee keer per maand in het holst van de nacht wakker worden en als kleine jongens met hun hoofd tegen de muur bonken, zich afvragend hoe ze het in hemelsnaam hebben verknald. Hoe taai ze zich ook voordoen, ze hebben ook hun kwetsbare kant. Ze hebben relaties, vrouwen, kinderen. Je kan pas hun vriendinnen typeren als je echt diep in het materiaal graaft. Je moet zo dicht mogelijk op de huid van die mensen zitten en op allerlei manieren proberen om binnen te dringen in hun intimiteit. Ik doe dit voor dramatische redenen, niet om een dokumentaire te maken.
Je kombineert die hoge graad van realisme en waarheidsgehalte met een zeer gestileerde vorm van filmmaken.
MANN : Ik heb een hekel aan het woord stijl, het doet me altijd aan tv-commercials denken. Wat er gebeurt als je de inhoud wegneemt en de vorm het leven van het werk bepaalt. Hoewel ik weet dat je dit niet bedoelt.
Laat het ons dan vormgeving noemen.
MANN : Dat hoor ik al liever. De vorm van ?Heat” staat volledig in funktie van het vertellen van het verhaal. Voor elke keuze die je maakt, moet je de vraag stellen : waar gaat de scène over, wat wil ik ermee bereiken ?
Een konkreet voorbeeld is de dialoogscène tussen Bob en Al in de koffieshop. Ze zijn zich al een hele tijd bewust van elkaars aanwezigheid, en dat schaduwen en bespieden escaleert in die heel scherpe scène waarin ze samen aan een tafeltje gaan zitten praten. Elk motief, elke emotie in hun leven wordt in die scène gekristallizeerd. Ze praten voor de eerste en enige keer expliciet over hun drijfveren, dromen en angsten. Wat je hier krijgt is die rare intimiteit die er tussen twee volslagen onbekenden kan bestaan. Omdat alles zich afspeelt op het gezicht van mijn twee akteurs wilde ik dat de achtergrond zoveel mogelijk verdween. En koos ik een koffieshop die bijna zwart-wit is, waarin de achtergrond volledig vervaagt en zelfs de achtergrondgeluiden uitsterven.
Om de spontanïteit niet te verliezen, hebben we die scène niet zo vaak gerepeteerd. Akteren is voor een groot stuk een kwestie van reageren, en in dit spel van aktie en reaktie wilde ik een organische harmonie creëren, alsof je naar de vertolking van één akteur zit te kijken.
Een ander aspekt dat me bezighoudt bij de filmvormgeving is dat het publiek erg intelligent is en veel meer kan vatten dan tot nog toe in films wordt gestopt. Ik geloof dat alles in een film op elkaar inwerkt, en wel op zo’n complexe manier dat het haast onmogelijk is om het allemaal te benutten. Of je een muziekstuk twee decibel hoger of lager speelt, beïnvloedt de scène, geeft aan de toeschouwer andere informatie door. Het is mijn ambitie die ik trouwens nooit zal realizeren om alles wat het denken en voelen van de toeschouwer bepaalt, volledig onder kontrole te hebben. Daarom ben ik intens bezig met alle aspekten die dit proces beïnvloeden : van de keuze van de muziek tot de production design, van de kleuren en kostuums tot de finale mix van de geluidseffekten.
Geldt hetzelfde voor televisie ?
MANN : Enkele jaren geleden hield ik op films te regisseren en was ik executive producer voor tv-series. Op tv zie je onvermijdelijk minder, daarom wordt het schrijven belangrijker en zijn in de tv-sektor de schrijvers de ware auteurs.
Toch was uw serie ?Miami Vice” stilistisch grensverleggend.
MANN : Het enige wat ik deed met ?Miami Vice” was televisie maken vanuit een cinematografische sensibiliteit. Er was niets in ?Miami Vice” dat toen ook niet in films werd gebruikt. Onderschat ook het aandeel niet van de stad zelf : Miami is visueel zo stimulerend dat die aparte look die met de serie wordt geassocieerd haast vanzelf kwam.
Een voor de hand liggende, maar onvermijdelijke vraag : hoe was het werken met De Niro en Pacino ?
MANN : Absoluut verschrikkelijk, stomvervelend ( lacht). Nee, natuurlijk was het geweldig. Ik prijs me echt gelukkig dat ik die cast bij elkaar kon krijgen. Pacino en De Niro zijn in hun vak twee grote kunstenaars. Zelfs al kende ik hun immens talent, dan nog zat ik er met verbazing naar te gapen. Ze haalden er enkele ongeziene hoge noten uit.
Hadden ze van rol kunnen wisselen ?
MANN : Nee, dat was een slechte keuze geweest. Toen ik mijn akteurs koos, legde ik een lijstje aan en dacht in paren. En ik zag meteen Al en Bobby in die rollen. Hanna is een extroverte, agressieve flik met een hoop taktieken om mensen aan de praat te krijgen, om informatie te verkrijgen die hem dichter bij zijn doel brengt. Binnen dezelfde minuut kan hij een liedje zingen, een grap maken, in woede ontsteken. Dat teatrale is Al Pacino ten voeten uit. Zowel de grote gebaren als de subtiele grappen, de intensiteit en het vuur. Terwijl McCauley recht op zijn doel afgaat, precies, gekoncentreerd en gedisciplineerd is. Het enige wat zijn leven beheerst is zo vakkundig mogelijk zijn job klaren. Daarvoor zal hij op alle mogelijke manieren de risico’s reduceren. Hij is als een schilderij van Mondriaan. Ik moest meteen aan Bobby denken.
Hun relaties met hun vrouwen zijn zeer problematisch.
MANN : Hanna is iemand die zeer bewust is van wat hij doet en wat hij is. De jacht op de misdadiger is de meest intense ervaring in zijn leven. Hoe dichter hij bij zijn doelwit komt, hoe beter hij wordt als detective, hoe scherper zijn inzicht. Hij doet dit met een ongelofelijke zelfzekerheid, hij weet waar hij mee bezig is. En die opwinding geeft een stuwkracht aan zijn leven. Maar hij is er zich terdege bewust dat hij achter zich choas en wanorde laat. Hij betreurt dat zijn huwelijken niet werken, zou het graag anders zien. Zal hij daarom veranderen ? Nee.
U veroordeelt uw personages niet, maar we voelen toch een bewondering voor hun professionalisme, ze zijn allemaal goed in hun vak.
MANN : Het is gewoon interessant om films te maken over mensen die goed zijn in wat ze doen, of mensen die vreselijk zijn in wat ze doen. Het is wat daar tussenin ligt wij allemaal dus dat me niet boeit. Wat me ook fascineert is de prijs die ze ervoor betalen, hun luciditeit, of ze zich al dan niet bewust zijn van de konsekwenties. Misschien raak je hier een persoonlijk tema aan : ik vind het inderdaad gevaarlijk dat je niet weet wat er omgaat in je leven.
Er zijn nog twee andere persoonlijke ideeën die de film kleuren : mijn geloof in oorzaak en gevolg en in het feit dat wie leeft volgens een strenge doktrine en daar van afwijkt, daar ook de prijs moet voor betalen. Neil is zo iemand wiens universum wordt bepaald door fysieke wetten. Eén ervan is niet opvallen. Hij draagt zelfs kleren grijs pak met wit hemd die hem neutraal maken. Zijn credo dat hij zich aan niemand mag hechten is geen levensfilozofie maar een verdedigingsmechanisme dat hij in het leven roept om risico’s als gearresteerd worden zoveel mogelijk te minimalizeren. Wanneer hij een verhouding krijgt met Eady verliest hij kontrole over zijn lot. Hij wordt afgeleid door een emotionele impuls, denkt dat hij zal kunnen ontsnappen maar tegelijkertijd ook afrekenen met Waingro, de verrader in hun midden. Hij is stuurloos en belandt in de chaos waar we allemaal in zitten.
Uw films bevatten meer romantiek en tederheid dan gebruikelijk is in genrefilms.
MANN : Omdat dit deel uitmaakt van het leven. Het kan me niet echt schelen wat er in andere films wordt gedaan. De mensen in mijn film hebben nu eenmaal sterke gevoelens. Ik zou het onoprecht vinden om ze te reduceren tot een tweedimensioneel archetype, wat misschien typisch is voor de genrefilms met al die cartoon personages die alleen gedefinieerd worden door hun beroepsaktiviteit. En waarin nooit wordt doorgedrongen tot hun psychologie en emoties. Er wordt zelfs geen werk van gemaakt om ze als mens herkenbaar te maken en ervoor te zorgen dat het publiek om ze geeft.
Het was mijn ambitie om met ?Heat” het echte drama te schilderen van echte mensen met echte gevoelens. Neem Michael Cheritto (Tom Sizemore), een volslagen sociopaat. Maar hij is ook getrouwd, heeft twee jonge kinderen van wie hij echt houdt, terwijl hij geen moer geeft om de dochter van een ander. Hij is degene die tijdens de hold-up een kind gijzelt.
De bankoverval is een verbluffende aktiescène, we hebben de indruk dat het één kontinue beweging is, het begint en het stopt gewoon niet. Hoe moeilijk was het om dit te realizeren ?
MANN : De uitdaging van de hele film was de hoge moeilijkheidsgraad op velerlei vlakken. De montage stelde problemen, maar de zwaarste karwei waren de opnamen van de schietpartij na de bankoverval. Om de echte impact van de kogels te kunnen zien, hebben we getraind met scherpe patronen, weliswaar onder zeer veilige omstandigheden. Safe shooting vergt een grote discipline en nauwkeurigheid.
Hoe technisch complex die scène ook was, ze kon alleen werken als ze ook als drama werkte, met andere woorden als we bekommerd zijn om wat de deelnemers overkomt. Bij een konflikt tussen twee partijen kiest de toeschouwer normaliter zijn kamp, maar hier is het de bedoeling dat je zowel meevoelt met de boeven als met de politie, wat de enscenering van het konflikt bemoeilijkt, maar het ook interessanter en intenser maakt.
Patrick Duynslaegher
De Niro in Heat : precies, gekoncentreerd en gedisciplineerd.
Michael Mann : Ik heb een hekel aan het woord stijl.
Al Pacino, Robert De Niro en Val Kilmer in Heat : mensen die goed zijn in wat ze doen.