Fantoomstaat Vlaanderen

GEROLF ANNEMANS 'Vlaanderen zal Brussel een genereus aanbod moeten doen: een tweetalig, autonoom statuut, financiële solidariteit, en de eventuele oprichting van een stadsgewest van Brussel en zijn hinterland.' © REPORTERS

In De Ordelijke Opdeling van België, zuurstof voor Vlaanderen, pleit Gerolf Annemans (Vlaams Belang) voor de ontbinding van België en een onderhandelde boedelscheiding met Wallonië. Grondwetsspecialisten twijfelen aan de haalbaarheid van zo’n Vlaams ‘plan B’.

Vlaams Belang-Kamerlid Gerolf Annemans heeft samen met Steven Utsi, hoofd van de studiedienst van zijn partij, een boek geschreven om te laten zien dat het liquideren van België niet met chaos, economische rampspoed of erger nog, met bloedvergieten gepaard hoeft te gaan. Integendeel, dat kan democratisch, vreedzaam en conform het internationaal recht verlopen, heet het. De Ordelijke Opdeling van België wil een strategie zijn om België, dat volgens de auteurs op zijn laatste benen loopt, op een billijke manier te vereffenen en zo de republiek Vlaanderen een gezwinde start te waarborgen. Een Vlaams antwoord op het, bij mislukking van de communautaire onderhandelingen, door de Franstaligen bekokstoofde ‘plan B’ – een Franstalig mini-België met Brussel en Wallonië. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn er 130 nieuwe staten ontstaan, schrijven Annemans en Utsi. ‘Het stichten van een nieuwe staat is helemaal niet zo uitzonderlijk. Het is juist de normaalste zaak van de wereld.’

Vlaams Belang, aldus Annemans en Utsi, wil niet langer worden weggezet als een club ‘etnische avonturiers’, die door middel van een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring economisch verval en internationaal isolement over Vlaanderen zullen afroepen. ‘Als Vlaanderen zich zou afscheiden zonder uitdrukkelijk aan te geven scheidingsakkoorden te willen sluiten met Wallonië, en zonder vooraf internationaal diplomatiek het pad te effenen, dan zal Vlaanderen een hoge prijs betalen voor zijn onafhankelijkheid’, erkennen de auteurs.

Vlaanderen mag niet overhaast handelen, met name met het oog op de broodnodige internationale erkenning van de nieuwe Vlaamse republiek. Geen secessie maar onderhandelde boedelscheiding of zogenaamde dismembratio luidt dus het devies – de ontbinding van België, waarbij het land ophoudt te bestaan omdat een van de leden van de federatie het vertrouwen erin heeft opgezegd. Het kernidee van het boek is dat Vlaanderen en niet Wallonië in geval van dismembratio over de beste kaarten (’troeven van graniet’) beschikt om ook Brussel mee te nemen.

Domme secessie

Annemans haalt de mosterd bij een rechtsbeginsel dat in het internationaal recht wordt gebruikt bij het onafhankelijk worden van staten, het zogenaamde uti possidetis iuris (UPI), vrij vertaald: ‘zoals je in bezit hebt’. Volgens UPI, onder meer toegepast bij de dekolonisatie van Afrika en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, worden nieuwe staatsgrenzen bij voorkeur getrokken langs bestaande administratieve opdelingen. Annemans betoogt dat Vlaanderen op grond van UPI een sterk dossier heeft om bij een ontbinding van België Brussel te claimen. ‘In dat geval wordt de taalgrens de nieuwe staatsgrens en komt Brussel Vlaanderen toe.’

Goed geprobeerd, zegt Christian Behrendt, grondwetsspecialist en hoogleraar aan de universiteit van Luik aan de telefoon – maar de vlieger van Annemans gaat volgens hem niet op. ‘Als Vlaanderen zich onafhankelijk verklaart, dan zullen de Franstaligen weigeren de boedelscheiding te bespreken en gewoon doorgaan met een, weliswaar kleiner, België. Kijk naar Eritrea. Dat heeft zich ook van Ethiopië afgescheiden, maar Ethiopië bestaat nog steeds.’

De Vlamingen kunnen niet eisen dat België wordt ontbonden, dat kan alleen in onderlinge toestemming, aldus Behrendt. ‘Maar zelfs indien de Franstaligen daarmee zouden instemmen, dan nog is niets zo moeilijk als dismembratio’, zegt hij. ‘Je moet werkelijk álles – energie, gezondheidszorg, politie, defensie en dies meer – tot in het kleinste detail regelen.’ Behrendt bestudeerde het uiteenvallen van Tsjecho-Slowakije, een schoolvoorbeeld van dismembratio. De akkoorden voor die boedelscheiding besloegen 38 verdragen en 22.000 pagina’s.

De hoogleraar begrijpt natuurlijk best dat Vlaams Belang een alternatief zoekt voor ‘een domme secessie’ die Vlaanderen ‘geen enkel voordeel’ zou opleveren. ‘Als Vlaanderen er zeker van wil zijn Brussel te verliezen, dan moet het zich vooral eenzijdig afscheiden’, zegt Behrendt. Maar ook met UPI (de oude administratieve grenzen worden de nieuwe staatsgrenzen) in het achterhoofd liggen de kaarten voor de Vlamingen volgens Behrendt niet gunstig. ‘Het volstaat de Belgische grondwet te bekijken om te zien dat België drie gewesten telt en Brussel geen deel uitmaakt van Vlaams-Brabant.’ Bovendien, vervolgt Behrendt, betekent de toepassing van UPI niet dat er geen enclaves mogen ontstaan. ‘Uit UPI volgt dus helemaal niet dat Brussel naar Vlaanderen gaat, wel integendeel.’ Behrendt geldt overigens als de inspirator van het Franstalige verzet tegen een zuivere splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde – die zou, indien België uiteenvalt, inderdaad internationaalrechtelijk de aansluiting van Brussel bij Wallonië kunnen bemoeilijken – en als dusdanig als de architect van het Franstalige plan B.

Patrick Peeters, grondwetsspecialist van de K.U.Leuven, wijst nog op een andere moeilijkheid. ‘De Belgische grondwet voorziet helemaal niet in de mogelijkheid van secessie of dismembratio’, zegt hij. ‘Wie daarop aanstuurt, komt dus onvermijdelijk in een soort constitutioneel vacuüm terecht. We begeven ons dan buiten ons grondwettelijke stelsel, waarop het getouwtrek over de erfenis van België zal beginnen.’ Peeters vraagt zich af wat juridische principes in die context nog vermogen. ‘Het is dan op de eerste plaats een kwestie van politiek en macht.’ Peeters gelooft ook niet dat Vlaanderen ’tegen de wil van de Brusselaars’ beslag op Brussel kan leggen. ‘Als je je beroept op het recht op zelfbeschikking om uit België te stappen of het land te ontbinden, kun je moeilijk anderen dat recht ontzeggen.’

Circus

Gerolf Annemans en Steven Utsi hameren erop dat Vlaanderen zijn onafhankelijkheid goed moet voorbereiden. Om internationale goodwill te creëren voor ‘het dossier-Vlaanderen’ moet Vlaanderen de boer opgaan met zijn ‘goedgevulde grieventrommel’, met daarin ‘alle onrechtvaardigheden jegens Vlaanderen door België begaan’. Vlaanderen zal immers aannemelijk moeten maken dat België een failed state is, wat als de institutionele crisis nog een poosje aansleept niet zo lastig hoeft te zijn, maar ook de internationale gemeenschap ervan moeten overtuigen dat het echt alles uit de kast heeft gehaald om met de Franstaligen tot een akkoord te komen – maar helaas. Dat is nodig omdat ‘de internationale gemeenschap niet zal aanvaarden dat Vlaanderen uit België stapt alleen maar omdat het dan financieel beter af is’, aldus een lucide Annemans.

Die internationale gemeenschap heeft een uitgesproken voorkeur voor rust aan de grenzen en probeert het ontstaan van nieuwe staten, de dekolonisatieperiode daargelaten, dan ook zoveel mogelijk af te remmen. De Luikse grondwetsspecialist Christian Behrendt: ‘Een groot probleem voor een nieuwe staat is internationale erkenning. Dat is op de eerste plaats een politieke vraag. Wat zullen het Elysée, Downing Street en het Witte Huis zeggen? Daar heb je als Vlaams-nationalist geen invloed op. Stel dat het Vlaams Parlement een soevereiniteitsverklaring aanneemt en de Franse ambassadeur zegt daarop: “Wat is dit voor een circus? Wij blijven gewoon het oude België erkennen.” Dan ben je een fantoomstaat, een land dat niet bestaat.’ Landen als Frankrijk en Spanje, die op hun grondgebied ook met afscheidingsbewegingen te maken hebben, zullen niet geneigd zijn tot een snelle erkenning van een onafhankelijk Vlaanderen. Kosovo is door Spanje nog steeds niet erkend. Bovendien zal Vlaanderen opnieuw het lidmaatschap van de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties moeten aanvragen, wat gezien de internationale afkeer van secessionisten ook niet evident is.

Het boek van Annemans en Utsi bevat ook een gedetailleerde inventaris van de Belgische boedel en voorstellen om die te verdelen. Zowel de ‘activa’ (overheidspersoneel, gebouwen, materieel, archieven enzovoort) als de passiva (de overheidsschuld) komen aan bod. Volgens de opstellers van het boek is die verdeling, nadat de principiële beslissing om te scheiden is genomen, toch vooral een technische kwestie die geen onoverkomelijke problemen hoeft te veroorzaken.

Dat klinkt grondwetsspecialist Patrick Peeters dan weer als sciencefiction in de oren. ‘Je ziet toch hoe moeizaam de discussie over de financieringswet verloopt. Dan kun je nagaan wat dat wordt als er straks over een verdeelsleutel voor de staatsschuld moet worden onderhandeld.’ Zijn collega Christian Behrendt waarschuwt ook voor de zware economische gevolgen van een opdeling van België. ‘Ook dismembratio, het voorkeurscenario van Vlaams Belang, betekent langdurige instabiliteit. Onze open, door en door afhankelijke economie zal daarvan de weerslag voelen. De meeste Vlamingen willen meer autonomie, maar willen ze ook duizenden ontslagen en gehalveerde salarissen? Bedenkers van splitsingsscenario’s houden er geen rekening mee dat economische parameters bepaalde keuzes nu eenmaal uitsluiten.’ De fluwelen scheiding van Tsjecho-Slowakije, vaak aangehaald als bewijs dat de ontbinding van een land relatief pijnloos kan verlopen, kan Behrendt niet overtuigen. ‘Die scheiding kwam er nauwelijks drie jaar na het omvallen van het Oostblok. Het bruto binnenlands product van het toenmalige Tsjecho-Slowakije en dat van het huidige België zijn totaal niet vergelijkbaar. De Tsjechen en de Slowaken konden zich een scheiding veroorloven omdat, cru gezegd, hun economie toch al kapot was.’

In de ogen van Vlaams-nationalistische diehards zal het pleidooi van Annemans en Utsi voor een onderhandelde scheiding van België misschien te soft bevonden worden, temeer omdat de auteurs ook de ratificatie van het minderhedenverdrag verdedigen en kiezen voor een tweetalig, autonoom Brussel als hoofdstad van de nieuwe republiek Vlaanderen. Anderen zullen zich dan weer storen aan de gebruikelijke clichés over hardwerkende Vlamingen en potverterende Walen.

GEROLF ANNEMANS EN STEVEN UTSI, DE ORDELIJKE OPDELING VAN BELGIë, ZUURSTOF VOOR VLAANDEREN, UITGEVERIJ EGMONT, 352 BLZ., ISBN 9789078898214.

DOOR HAN RENARD

Landen als Frankrijk en Spanje, die ook met afscheidingsbewegingen te maken hebben, zullen een onafhankelijk Vlaanderen niet snel erkennen.

‘De Vlamingen kunnen niet eisen dat België wordt ontbonden, dat kan alleen in onderlinge toestemming. En dan moet je álles regelen.’ (Christian Behrendt, UCL)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content