De media stonden de voorbije tijd vol nieuws over zelfdodingen en gezinsdrama’s. De bekroonde Amerikaanse auteur David Vann, schrijver van de internationale bestseller Legende van een zelfmoord, kreeg er in zijn familie als geen ander mee te maken. ‘Hoe overleef je zoiets? Nauwelijks.’
www.zelfmoordlijn.be (02-6499555) of www.tele-onthaal.be
Toen David Vann dertien was, vroeg zijn depressieve vader hem om samen een jaar in de wildernis van Alaska door te brengen. David weigerde, en kort daarop schoot zijn vader zich een kogel door het hoofd. Hij kon niet verkroppen dat ook zijn tweede huwelijk op de klippen liep. Het tekende David Vann voor de rest van zijn leven. Enkele jaren geleden publiceerde hij de internationale bestseller Legende van een zelfmoord, die tal van prijzen won. Daarna schreef hij nog drie boeken rond dezelfde problematiek. In zijn ruime familiekring, stiefmoeder incluis, telt hij vijf zelfmoorden en een familiedrama.
David Vann: ‘Ik ontmoet nu voortdurend lezers die de zware erfenis meedragen die een zelfmoordenaar achterlaat. Veel nabestaanden willen me hun verhaal vertellen. Overal in de wereld kampt men blijkbaar met soortgelijke gevoelens van schaamte en schuld. Het taboe is nog zo groot dat het als een bevrijding voelt om er openlijk over te praten. Een vrouw in Parijs heeft zelfs persoonlijk meer dan 1300 exemplaren van mijn eerste boek verkocht omdat ze het zo belangrijk vond. Het verloste haar van dat verpletterende gevoel van verantwoordelijkheid.’
En dat is waar ook jij zo mee worstelde?
David Vann: De waarheid is dat niemand verantwoordelijk is voor de keuze van iemand anders om zelfmoord te plegen. Maar toch kampen we er allemaal zo mee. Mijn vader, die al een tijd van mijn moeder gescheiden was, vroeg me om met hem naar het woud in Alaska te trekken, en ik zei nee. Ook al was ik maar dertien jaar, ik voelde me verantwoordelijk voor zijn zelfdoding nadien. Zou hij nog leven als ik er was geweest, blijf je je afvragen. Dat is het ergste: dat ik er niet was voor hem, daar, die dag. Op een bepaalde manier wist ik dat hij depressief was. Ik had hem ’s nachts in bed horen huilen als een dier. Doodsbang werd ik van zijn gehuil. Maar ik verdrong het, en dus was het toch nog een onvoorstelbare shock voor mij. Daarover schreef ik mijn eerste boek, maar op het eind bleek ik de rollen omgedraaid te hebben: de jongen gaat dood, niet de vader. Dat toont wat het met mij deed.
Hoe kreeg je het nieuws?
Vann: (denkt lang na) Ik heb dit nooit verteld, denk ik. Ik leefde sinds de scheiding met mijn moeder en mijn zusje in Californië. We waren aan het strand. M’n moeder kreeg telefoon. Ik zag op haar gezicht dat het erg was. Ze jammerde: o mijn kinderen, o mijn kinderen! Daarna zei ze dat mijn vader zichzelf neergeschoten had. Ik vroeg nog: in zijn voet? Alsof het niet tot mij wilde doordringen. Nee, hij is dood, zei ze. Ik liep naar mijn kamer, sloeg de deur dicht en begon te huilen, ook als een dier! Later kwam m’n zusje van acht jaar binnen. Zij dacht toen nog altijd dat het over onze grootvader ging. Ik vergeet nooit hoe haar gezicht veranderde toen ze het snapte.
Je nieuwe boek Aarde is opgedragen aan je jeugdvriend Galen ‘die je leven veranderde’.
Vann: Het stigma is enorm in de Verenigde Staten. Het voelde aan alsof mijn vader iets deed wat smerig en verkeerd was. Ik voelde me zelf bijna een misdadiger. Ik had toen vreselijke schoolvrienden, die me lieten vallen als een steen. Ze lachten ermee. Voor de dood van mijn vader werd ik nooit gepest, maar daarna wel. Ik durfde er niet over te spreken. Ik hield jaren vol dat hij van kanker gestorven was. Ik haatte iedereen. Overdag was ik er een stille scholier, maar ’s nachts ging ik met het geweer van m’n vader op straatlampen schieten. Drie jaar later leerde ik Galen kennen, hij werd mijn beste vriend. Hij was de eerste aan wie ik het hele verhaal durfde te vertellen. We gingen in een toneelgroep, en toen vertelde ik het ook aan de hele groep. Een enorme opluchting. De schaamte viel weg. Maar de boosheid bleef.
Waarom? Omdat zelfmoord ook egoïs-tisch is?
Vann: Ik ben wel dertig jaar razend op hem geweest. Ik bleef met cruciale vragen zitten en richtte die tegen mezelf: waarom hield hij niet genoeg van me? Waarom was ik het niet waard om voor te blijven leven? Ik verloor al mijn zelfwaarde. Ik voelde me ongelooflijk in de steek gelaten. Tegelijk bleef ik hem missen en van hem houden, maar ik kon mijn liefde niet meer kwijt. De persoon is weg, maar je relatie met hem leeft voort. Alleen is het de liefde van een dertienjarige jongen, bevroren in de tijd. Nog altijd zou ik alles willen afstaan om hem levend terug te hebben, echt waar.
Is het dan niet troostend om te denken dat hij rust gevonden heeft, dat hij niet meer lijdt?
Vann: (vliegt op) Nee, dat is absoluut geen troost. Hij mist de rest van zijn leven. En wij missen de rest van zijn leven. Het is een domme fout, een verschrikkelijk verlies. Er is niets goeds aan.
Je hebt lang gedacht dat je hetzelfde lot te wachten stond, onvermijdelijk, fataal.
Vann: (zucht) Ja, ruim twintig jaar angst en doemdenken. Twintig jaar slapeloosheid ook. Veel hoofdpijn, zelfs een jaar aan een stuk. Ik voelde me gedoemd tot zelfmoord. Ik dacht: als alles tegenzit, zal ik ook depressief worden en me van kant maken. Maar toen ik tweeëntwintig jaar later helemaal aan de grond zat – mijn business ging verloren, mijn schip was letterlijk gezonken, ik had geen tien dollar meer, geen enkel perspectief – toen zag ik dat ik toch niet in een echte depressie verzeilde of doodsgedachten kreeg. En sindsdien voel ik me bevrijd. Ik kan natuurlijk verkeerd zijn, maar ik denk nu dat mijn brein gewoon niet zo werkt.
Je stiefmoeder heeft in hetzelfde jaar haar ouders én haar man dramatisch zien omkomen. Hoe heeft zij het overleefd?
Vann: Ongelooflijk. Haar ouders komen om door een familiedrama: haar moeder schiet eerst haar vader dood en dan zichzelf. Elf maanden later belt mijn vader haar wanhopig op. Ze probeert hem nog op te peppen. Hij antwoordt: ik hou van je, ik kan niet zonder je leven. Zij zegt: doe mij dit niet aan. En dan schiet hij zich door het hoofd. Ze hoort zelfs stukjes van zijn schedel van het plafond druipen. In zijn afscheidsbriefje stond dat hij zich door haar ‘gepakt’ voelde. Hoe overleef je zoiets? Nauwelijks. Ze was totaal gebroken, ze raakte jarenlang verslaafd aan pillen. Maar uiteindelijk kwam zij eruit. Ook mijn oom, die tien jaar een depressie heeft gehad. Omdat hij niet naar Alaska ging om zijn depressieve broer te helpen. Hij had het gevoel dat hij zijn broeders hoeder had moeten zijn. Hij ging kapot aan de gedachte dat hij gefaald had, dat hij het had kunnen tegenhouden.
Vijf zelfmoorden in je ruime familiekring: is het op een of andere manier besmettelijk? Is het iets wat je in je bloed of karakter meekrijgt?
Vann: Ik vind het gevaarlijk het besmettelijk te noemen, want dan lijkt het weer alsof je ervoor bent voorbestemd. Maar natuurlijk, als iemand in een familie zelfmoord pleegt, opent het die optie voor anderen en lopen ze zelf een groter risico wanneer ze ook depressief zouden worden. Terwijl in een andere familie die gedachte niet eens zou opkomen.
Ze hebben de nooduitgang gezien?
Vann: Exact. De gedachte dat er toch een uitweg is wanneer ze eronderdoor gaan. Maar het blijft de verkeerde uitweg.
Zie je het als iets moedigs of iets lafs? En is het typisch voor overgevoelige mensen?
Vann: (hoofdschuddend) Nee, dat zijn volgens mij mythes en misvattingen, bedoeld om het te kunnen duiden. Ik denk dat het iedereen kan overkomen, ook gewone of stabiele karakters. Het is zeker niets heldhaftigs. Mijn vader dacht ook dat wij beter af zouden zijn met zijn levensverzekering. Maar wij wilden niet zijn verzekering, wij wilden hém! Als je het als iets nobels voorstelt, stimuleer je het nog, terwijl het meestal gaat over mensen die niet meer helder kunnen denken.
Je kunt uiteindelijk de zelfdoding nog accepteren, maar niet dat je zelf geen hulp hebt kunnen geven. Of ben jij er nu gewoon mee gestopt je af te vragen waarom?
Vann: Ja, ik ben ermee gestopt me dat af te vragen. Omdat alleen hijzelf het ultieme, intieme antwoord heeft. Misschien zat het al lang in hem, wachtend op het juiste moment. Maar ook voor hem was nog een nieuw leven mogelijk! Nabestaanden proberen het scenario te reconstrueren, maar meestal blijft het een open einde. Iedereen probeert het voor zichzelf in een verhaal te plaatsen, en die verhalen evolueren met de tijd. Ik heb dat in mijn eerste boek gedaan, wat mij erg geholpen heeft.
Therapeutisch schrijven is een cliché. Maar het wérkt wel?
Vann: Voor mij wel. Mijn eerste boek schrijven was alsof ik een tweede kans kreeg. Alsof ik alsnog dat jaar met mijn vader in Alaska kon doorbrengen. Therapie werkt ook, maar literatuur heeft nog een extra voordeel: je bouwt iets lelijks om tot iets moois. Mijn boek is natuurlijk ook donker en deprimerend, maar het echte leven is nog veel erger. In een boek breng je alles samen in een soort coherentie en relevantie, terwijl het in het echte leven chaotisch en onbegrijpelijk is.
Je laatste boek Aarde is gebaseerd op je leven met je moeder in Californië na de dood van je vader. In het boek kunnen de possessieve moeder en haar zoon niet zonder elkaar, maar ze maken elkaar ook kapot. Hoe reageerde je moeder op het boek?
Vann: Ze heeft me pas vorige week een mail gestuurd om te zeggen dat ze het na maanden eindelijk gelezen heeft. Ze vindt het goed geschreven en heeft besloten er geen ruzie over te maken. Ze wil een band met mij behouden, waarvoor ik dankbaar ben. We hebben lange periodes gehad dat we niet met elkaar om konden. Ook andere familieleden accepteren nu mijn werk. De familie van een schrijver is soms meer genereus dan je denkt. (lacht) De waarheid is dat ik ook geen letter aan mijn boeken zou veranderen voor mijn familie. Ik voel me ook niet ellendig omdat ik nu succes heb met boeken over hun ellende. Voor veel mensen komt het beste in hun leven uit het slechtste voort.
Je laatste boek focust op het geweld in je familie. Familie is oorlog, zeg je ergens.
Vann: Ja, absoluut. Maar, het zal je verbazen, ik ken ook fantastische families met hechte banden. Ik heb een goeie verhouding met mijn zus en ik ben gelukkig getrouwd. Maar het uitgangspunt voor dit boek was een traditie van geweld die zwaar op mijn moeder woog: mijn grootvader die mijn grootmoeder mishandelde, enz. Familie kan ook vreselijk zijn. In Amerika leven meer en meer mensen totaal geïsoleerd. Ze verhuizen vaak, veranderen veel van job, verliezen ook hun familie. Mensen die bijna letterlijk niemand meer hebben. Mijn grootmoeder in Californië was zo: ze had geen enkele kennis en bracht haar laatste twintig jaar moederziel alleen door, op een zeldzaam familiebezoekje na.
Je werk speelt zich af in gebroken huwelijken. Kan dat een kind blijvend tekenen?
Vann: Ja, zoals alle erge dingen die je in je familie als kind meemaakt. Het wordt deel van wie je bent. Soms draag je de gevolgen levenslang mee. In mijn familie tel ik elf alleenstaande vrouwen! Ik was vroeger gek op de oude Griekse tragedies, en eigenlijk schrijf ik op dezelfde manier: ik focus me op primaire familierelaties, op wat er fout mee gaat, en op wat dit reveleert over karakters. Je voert de druk op tot ze breken en hun ware aard openbaren. Vooral de duistere kantjes die ze anders verborgen houden.
In Griekenland, en andere landen in crisis, zie je nu een stijging van het aantal zelfdodingen. Niet wegens familiale, maar socio-economische zorgen.
Vann: Natuurlijk kunnen geldproblemen bijdragen tot zelfmoord. Mensen voelen zich ineens mislukt, zien geen toekomst meer, staan onder sociale druk. En in Amerika speelt ook nog altijd de aanwezigheid van wapens. Mijn vader had zware en gevoelige geweren. Een lichte aanraking van de trekker volstond. Een fractie van een seconde en het was gebeurd. Als hij zich met een mes had moeten doden, had hij nog meer tijd gehad om zich te bedenken.
Je hebt ook een non-fictieboek over een ‘school shooter’ geschreven, die vijf studenten en zichzelf doodschoot. Denk je dat massamoorden en familiedrama’s ook vaak een vorm van verlengde zelfmoord zijn?
Vann: Daarom heb ik dat boek geschreven. Die jongen had een ellendig leven, kampte met psychische problemen en had al mislukte zelfmoordpogingen achter de rug. Dat bloedbad was een manier om zichzelf tegen de muur te plaatsen: er was dan geen weg meer terug. Hij had niet het profiel van een massamoordenaar, maar van een zelfmoordenaar, die andere levens ‘meeneemt’. Je hebt de voorbije jaren meer en meer van die dolle schutters. Het zegt veel over de Amerikaanse samenleving, de mentaliteit, de wapencultuur. Bijna allemaal hebben ze een extreemrechts gedachtegoed, wat volgens mij gelijksoortige symptomen heeft als een mentale ziekte: paranoia, superioriteitsgevoel, hyperindividualisme, enz. Maar als je de film We need to talk about Kevin ziet, lijkt zo’n ‘school shooter’ een demonisch figuur van in de wieg, door en door slecht. Een freak die moordt met pijl en boog, en niet met een gewoon geweer zoals elke Amerikaan thuis heeft liggen. Dat beeld stelt de brave burger weer gerust, want het lijkt ver van hem af te staan.
Meestal zijn er vooraf signalen, maar we zien ze niet, of willen ze niet zien. Is preventie mogelijk? Kun je iemand tegenhouden die echt dood wil?
Vann: Sommigen zullen het toch doen, wat je ook probeert. Maar de meeste zelfdoders kampen in hun laatste fase duidelijk met depressies. En mensen met depressieve gevoelens kunnen behandeld en geholpen worden, absoluut.
Ze willen niet echt dood, ze willen een beter leven. Of moet je zoiets als het recht op zelfmoord respecteren?
Vann: (smalend) Filosofisch gezien vind ik dat bullshit. Natuurlijk heb ik alle begrip voor de doodswens van mensen die extreem lijden of terminaal ziek zijn. Maar denken dat het een moreel recht of een rationele keuze is om zomaar ‘uit het leven te stappen’, en niet ook een kwestie van een psychische problematiek in de laatste fase, is absolute onzin. Veel mensen zijn na een mislukte zelfmoordpoging blij dat ze nog leven.
Je hebt je volgende boek al klaar, Goat Mountain. Weer over je familieleed?
Vann: (lacht) Ja, maar het is de laatste keer. Het is gebaseerd op de jachtpartijen van mij en mijn vader in de bergen. Ik was elf toen ik mijn eerste hert doodschoot, en ik vond het afschuwelijk. Toen ik het boek voltooid had, voelde ik me echt opgelucht. Ik ben er klaar mee.
DOOR CHRIS DE STOOP
‘Zou hij nog leven als ik er was geweest, blijf je je afvragen. Dat is het ergste: dat ik er niet was voor hem, daar, die dag.’