FACTCHECKER
Arts en onderzoeker Kris Verburgh (VUB), auteur van De voedselzandloper, heeft een nieuw boek uit. In Veroudering vertragen legt hij uit waarom we verouderen, en dat deed hij onlangs ook in Interne Keuken op Radio 1. ‘Gecastreerde mannen leven 15 tot 17 jaar langer’, zei Verburgh. ‘Omdat er bij hen minder geslachtshormonen circuleren. Ik zou het niet aanraden, want castratie heeft ernstige bijwerkingen. Maar het is een mooi voorbeeld van hoe minder sekshormonen de levensduur verlengen.’
De illustratie past in de evolutietheorie van bioloog Thomas Kirkwood, verduidelijkt Verburgh. ‘Organismen die fysiologisch gezien meer energie steken in seks leven vaak minder lang, omdat ze die energie dan minder kunnen gebruiken om hun eigen lichaamscellen te onderhouden. Het gaat niet om veel of weinig seks, wel om de sekshormonen in het bloed. De enige manier om de circulatie daarvan te stoppen, is teelballen of eierstokken verwijderen.’
Maar leven gecastreerde mannen daadwerkelijk 15 tot 17 jaar langer? Zo ja, waarop steunt die stelling dan?
Op twee wetenschappelijke publicaties, zegt Verburgh. Uit Amerikaans onderzoek (1969) over verplicht gecastreerde mannen met een verstandelijke beperking, blijkt inderdaad dat die het 14 jaar langer uithielden dan niet- gecastreerde mannen in dezelfde instelling. De tweede publicatie (2012) gaat over 81 Koreaanse eunuchen die in de voorbije eeuwen leefden. Gemiddeld leefden zij 14 tot 19 jaar langer dan vergelijkbare, niet-gecastreerde mannen, besluiten de onderzoekers op grond van documenten.
Stelling bewezen? ‘Het is niet onmogelijk, maar er zijn wellicht meer argumenten voor het tegendeel’, oordeelt gerontoloog Johan Flamaing (KU Leuven). Hij noemt de studies controversieel, en wijst op een onderzoek over castraatzangers uit de zestiende tot negentiende eeuw, dat in 1993 in Nature is verschenen. Daaruit bleek geen significant verschil met vergelijkbare niet-castraten.
Ook professor Guy T’Sjoen (UGent), die als endocrinoloog gespecialiseerd is in hormonen en transgenders, weerlegt dat gecastreerde mannen langer leven. Grote populatiestudies tonen het omgekeerde aan, zegt hij. ‘Mannen met minder testosteron overlijden gemiddeld net sneller. Dat komt doordat een lager testosteron een verhoogd risico geeft op ontsteking. Daardoor stijgt het risico op hart- en vaatziekten, overgewicht en diabetes.’
Volgens Verburgh houdt dat argument evenwel geen steek. ‘Het testosteronniveau van castraten ligt veel en veel lager dan dat van normale mannen. Je kunt die niet met elkaar vergelijken.’
Nonsens, zegt T’Sjoen. ‘Los van enige andere bijkomende ziekte, leidt een laag testosteron tot een vroegere dood. Dat is aangetoond. De tijd dat jongens gecastreerd werden, ligt gelukkig ver achter ons. Maar in mijn praktijk zie ik jongemannen die na een noodgedwongen operatie, bij teelbalkanker bijvoorbeeld, de facto gecastreerd zijn. Zij zijn door hun tekort aan testosteron moe, hebben geen spiermassa of kracht, en hebben last van botontkalking.’
Endocrinoloog Dirk Vanderschueren en uroloog Maarten Albersen, beiden KU Leuven, vallen T’Sjoen bij. Zij verwijzen ook naar de studie over de castraatzangers.
Conclusie:
Twee controversiële studies ondersteunen de stelling dat gecastreerde mannen langer leven. Maar volgens zes experts geldt veeleer het tegendeel. Knack beoordeelt de stelling daarom als grotendeels onwaar.
GROTENDEELS ONWAAR
Jan Jagers
‘Gecastreerde mannen leven 15 tot 17 jaar langer’ Dokter KRIS VERBURGH, op Radio 1