FACTCHECKER
De Nederlandse journalist Bahram Sadeghi heeft drie jaar lang zijn plastic afval verzameld. In de eindfase van dat experiment sprak hij de afgelopen dagen tal van experts en postte hij filmpjes via de webstek van de Volkskrant.
Naar aanleiding van zijn project pikken we een cijfer op van de Britse commerciele onderzoeksorganisatie Eunomia waarover verschillende media in juni hebben bericht. ’70 kilo plastic per vierkante kilometer zeebodem’, kopte deredactie.be. ‘In totaal zal 94 procent van het plastic dat in de oceanen terechtkomt, op de zeebodem eindigen’, lazen we. ‘”We schatten dat er gemiddeld 70 kilogram plastic aanwezig is per vierkante kilometer zeebodem”, schrijven de auteurs in het rapport.’
Klopt dat? Zo ja, hoe rampzalig is 70 kilo afval verspreid over honderdvijftig voetbalvelden? Is dat veel?
‘Veel of niet, het heeft een nefaste invloed op de zee en het leven’, zegt Arthur ten Wolde, coauteur van het rapport Plastics do not belong in the ocean (2011). ‘Dieren raken erin verstrikt, microplastics (microscopisch kleine deeltjes plastic afkomstig van door de tijd, zon en zee verpulverde grotere stukken, nvdr) komen in de magen van vogels en vissen terecht, en zo in onze voedselketen. Of dat mensen ziek maakt, is nog niet bewezen. Maar dat het slecht is voor het leven in zee, staat vast.’
Steunend op wat ze ‘geloven’ dat ‘de beste data voorhanden’ zijn, schrijven de auteurs van het Eunomia-rapport inderdaad dat elke vierkante kilometer zeebodem ‘gemiddeld naar schatting 70 kilo plastic’ herbergt. Ze verwijzen naar een studie in het vakblad Plos One (2014) en metingen in onder meer de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan, met videocamera’s en sleepnetten.
De schatting omvat alleen macroplastics, die je kunt zien met het blote oog. ‘Omdat het erg duur en moeilijk is om de hoeveelheid afval te kwantificeren – zeeën zijn uitgestrekt en bevatten bovendien onbereikbare engten waar het afval zich ophoopt – bestaan er eigenlijk geen betrouwbare cijfers’, zegt marinebiologe Gudrun De Boeck (UAntwerpen).
Ze noemt het cijfer evenwel ‘aannemelijk’, en dat vindt ook milieutoxicoloog Colin Janssen (UGent). De metingen variëren wel sterk van plaats tot plaats, beklemtoont hij. ‘Op de bodem van de Belgische Noordzee hebben we tussen de 0,3 en 1,3 kilo macroplastics per vierkante kilometer gevonden. Heel wat minder dan die 70 waarvan sprake, maar dat wordt elders gecompenseerd. Meet je evenwel de hoeveelheid microplastics op de Noordzeebodem, dan kom je grofweg op 100 kilo (!) uit. De belangrijkste boodschap is dat plastic afval niet afbreekt. Het gros zit op de bodem, er komt elk jaar bij, en we krijgen dat nooit meer weg.’
Zelfs al klopt het cijfer niet, een getal helpt om het probleem te bespreken, stipt milieuonderzoekster Heather Leslie (VU Amsterdam) aan. ‘Die 70 kilo per vierkante kilometer zeebodem is geen wetenschappelijke waarneming, maar een berekende gok. Een hoop plastic afval bezinkt zeker, dus acties tegen zulke zeebodemvervuiling zijn cruciaal.’
Donderdag 29 september vindt in Amsterdam het slotevent van ‘1000 dagen plastic’ plaats. Ook via livestreaming te volgen, zegt Bahram Sadeghi. ‘We gaan onder meer skypen met het Deense Europarlementslid Margrete Auken. Zij stond aan de wieg van het verbod op gratis plastic tasjes in Nederland, en zal schetsen hoe we in Europa het plasticverbruik kunnen verminderen.’
Conclusie:
Knack beoordeelt de stelling als grotendeels waar. Het cijfer is eerder een berekende gok dan een betrouwbare schatting. ‘Maar als je dat er telkens bij vertelt, is het toch beter dan niets?’
GROTENDEELS WAAR
Jan Jagers
‘Er is naar schatting gemiddeld 70 kilogram plastic aanwezig per vierkante kilometer zeebodem’ Onderzoeksorganisatie Eunomia, De Redactie