Factchecker
Als we niet dringend actie ondernemen, leven er op aarde over vier jaar – in aantallen, niet in soorten – twee derde minder gewervelde dieren dan in 1970. Dat blijkt uit het onlangs verschenen Living Planet Report, een tweejaarlijks rapport van het Wereldnatuurfonds (WWF) waaraan ook wetenschappers van de Zoological Society of London meewerkten. Op Radio 1 wees Hans Van Dyck, professor gedragsbiologie aan de UC Louvain, drie oorzaken aan. Milieuvervuiling, natuurlijke leefgebieden die verdwijnen, en jacht en visvangst. ‘Een choquerend cijfer is dat het rapport ook duidelijk maakt dat we een driehonderdtal zoogdieren aan het opeten zijn’, zei hij. ‘Die dreigen uit te sterven alleen omdat we ze helemaal opeten, en dus eigenlijk slecht beheren.’
Klopt dat? Zo ja, over welke dieren gaat het dan?
Niet over zoogdieren van bij ons, wel over onder meer apen, vleermuizen en antiloopachtigen in ontwikkelingslanden, zegt Van Dyck aan de telefoon. ‘In Afrika, Zuid-Amerika en Azië jagen mensen op zogeheten bush meat als bron van proteïnen. Als we dat in dezelfde mate blijven doen, is de kans erg groot dat die soorten binnenkort verdwijnen.’
Hoe groot? En wanneer? Dat valt niet precies te voorspellen, zegt Van Dyck. ‘Maar het is een voor twaalf. Bovenop die driehonderd landzoogdieren zijn er ook nog zeezoogdieren en vissen die dreigen uit te sterven als er niets verandert.’
Van Dyck stoffeert zijn stelling met een publicatie van drie weken geleden in het vakblad Royal Society Open Science, waaraan gerenommeerde universiteiten uit nagenoeg alle werelddelen hebben meegewerkt. ‘Jagen op bush meat, vooral voor eten en medicinaal gebruik, drijft een globale crisis aan waarbij 301 landzoogdieren met uitsterven zijn bedreigd’, schrijven de auteurs. Hun analyse steunt op gestandaardiseerde tellingen en schattingen van de International Union for Conservation of Nature (IUCN), die voor elke diersoort wereldwijd bijhoudt of we er ons zorgen over moeten maken of niet. Op de zogeheten ‘rode lijst’ staan dieren in drie categorieën: code geel (‘kwetsbaar’) geldt bijvoorbeeld voor het reuzenschubdier, oranje (‘bedreigd’) voor de tijger, en rood (‘kritisch bedreigd’) voor de laaglandgorilla.
Er is een globaal totaalplan nodig. Wetgeving die wilde zoogdieren beschermt, duurzaam jagen en alternatieve, plantaardige voedingsbronnen voor mensen die in almaar dichter bevolkte gebieden moeten overleven, maken daar deel van uit.
‘In totaal zijn er ongeveer vijfduizend zoogdierensoorten’, zegt professor biologie Herwig Leirs (UAntwerpen). ‘Grofweg duizend daarvan zitten in de gevarenzone, en voor driehonderd is inderdaad recent aangetoond dat ze extra gevaar lopen doordat ze bovendien fel worden bejaagd.’
‘Wat Van Dyck zegt, klopt’, zegt Leirs, ‘al is het woord “alleen” overdreven. Ook zonder de jacht zijn die soorten al kwetsbaar, omdat hun leefgebied zo klein is geworden.’
Niet alle bejaagde dieren worden bovendien ook opgegeten. ‘Van neushoorns bijvoorbeeld, laten stropers het karkas gewoon liggen’, zegt Leirs. ‘Zij worden niet gedood om hun vlees, maar om de hoorn, voor sieraden of – niet-werkende – medicijnen.’
Bush meat komt ook illegaal bij ons terecht, beklemtoont Leirs. ‘In persoonlijke bagage via de luchthaven van Parijs komt er wekelijks naar schatting vijf ton Europa binnen.’
Conclusie:
Ook zonder de jacht zijn de dieren waarover Van Dyck spreekt bedreigd. Maar zijn alarmistische toon is terecht. Knack beoordeelt de stelling als grotendeels waar.
GROTENDEELS WAAR
Jan Jagers
‘Een driehonderdtal zoogdieren dreigt uit te sterven alleen omdat we ze helemaal aan het opeten zijn’
Gedragsbioloog Hans Van Dyck (UC Louvain), Radio 1