FACTCHECKER
Na zijn lezing op een symposium van Zit Stil, een vereniging die opkomt voor mensen met ADHD, toonde neuropsychiater en businessconsultant Theo Compernolle zich bezorgd over onze permanent versplinterde aandacht. Ons brein is niet gemaakt om te multitasken, betoogde hij op 27 november in Vandaag op Radio 1. Toch doen we dat, want we laten ons voortdurend onderbreken door sms’jes of e-mails. Kunnen digital natives daar beter mee overweg? ‘Nee, en dat is mijn grootste desillusie’, zei de auteur van het boek Ontketen je brein. ‘Ik dacht dat het een probleem was van oude knarren zoals ik. Maar al het onderzoek, zonder een uitzondering, heeft me in het volledige ongelijk gesteld. Hoe jonger en hoe meer kinderen met die schermpjes bezig zijn, hoe minder ze zich kunnen concentreren, hoe minder goed ze kunnen nadenken, hoe slechter de kwaliteit later van hun huiswerk, hoe slechter hun resultaten.’
Compernolle zegt dat veel schermtijd nefast is voor schoolresultaten. Wat ze met dat scherm doen, maakt een verschil, maar ‘hoe meer tijd kinderen spenderen aan tv, computer, smartphone of tablet, hoe slechter hun rapportcijfers later’, herhaalt hij aan de telefoon met Knack. Is dat zo?
Hoogleraar Patti Valkenburg (Universiteit van Amsterdam) doet al 25 jaar onderzoek naar jongeren en media en heeft daarover zopas het boek Schermgaande jeugd gepubliceerd. ‘Hoe meer schermtijd, hoe slechter? Dat is beslist onjuist. Uit al het onderzoek – het meeste gaat over televisie, er is nog maar weinig over tablets en smartphones – blijkt dat de effecten van schermkijken op leerprestaties sowieso klein zijn. Bovenal wát kinderen doen of zien, bepaalt of schermen schadelijk zijn. Dat is de kern van de zaak. Als je kinderen educatief verantwoorde tv laat kijken of spelletjes spelen, werkt dat stimulerend en positief. Maar er is wel een kantelpunt. Als het te veel is, draaien veel van de positieve effecten om.’
Hoeveel te veel is, is voor elk kind anders, zegt Valkenburg. ‘Maar als huiswerk en buiten spelen in het gedrang komen, is het te veel. Of als het tot ruzie leidt in het gezin, en als die ruzie niet opgelost raakt.’
Actief of passief, kinderen van vijf tot acht jaar zijn gemiddeld twee uur per dag in de weer met een scherm. Tieners gemiddeld zes uur, waarvan drie met sociale media, weet Valkenburg. ‘Het is de nieuwe realiteit. Als je aan volwassenen vraagt hoeveel tijd ze voor een scherm doorbrengen, is dat gemiddeld acht à tien uur per dag.’
Voor kinderen van vijf tot acht adviseert ze een maximum van anderhalf uur, onder ouderlijk toezicht. ‘Voor tieners is zo’n richtlijn geven erg moeilijk, want zoals gezegd: de werkelijkheid is zes uur per dag.’
Pedagoog Bert Smits zit op dezelfde lijn, en deelt ook deze analyse van Ilse Baetslé, die ICT en media doceert aan de HoGent: ‘Wat Compernolle schrijft in Ontketen je brein vind ik goed onderbouwd. Maar in zijn media-uitspraken verengt hij multitasken tot technologie, waarbij hij die technologie dan als nefaste afleiding ziet. Dat is te kort door de bocht. Er is niets mis met provoceren om discussie uit te lokken, maar een stelling op basis van een aantal persoonlijke ervaringen en gecontesteerde onderzoeken presenteren als een gefundeerd en bewezen feit, is niet oké.’
Conclusie:
Hoe vroeger en hoe meer scherm kijken, hoe slechter het rapport later? Dat blijkt volgens drie experts niet uit onderzoek. Omdat tv, tablets en smartphones bij oordeelkundig gebruik veeleer een troef zijn dan des duivels, beoordeelt Knack de stelling als onwaar.
ONWAAR
Jan Jagers
‘Hoe vroeger en hoe meer jongeren met schermpjes bezig zijn, hoe slechter hun schoolresultaten later’ Neuropsychiater THEO COMPERNOLLE op Radio 1.