FACTCHECKER

Met een meerderheid van 76 procent besloot het Europees Parlement tot ‘het schrappen van de zogenaamde “voedingsprofielen”‘, schrijft de Nederlandse voedselwaakhond Foodwatch in een persbericht op 12 april. ‘Het Europees Parlement kiest daarmee de kant van de voedselindustrie.’

Is dat zo?

Die ‘profielen’ waren een soort labels voor voeding, die duidelijk zouden maken hoeveel zout, suiker en vet erin zit bijvoorbeeld. Ze waren in 2006 bedoeld als voorwaarde om te mogen adverteren met gezondheidsclaims à la ‘vitamine C ondersteunt de afweer van je lichaam’. Maar door een gebrek aan consensus over wat die profielen precies moesten zijn, zijn ze nooit in werking getreden.

Mag ‘vervolledigt de voordelen van melk’ op een doos chocopoeder of niet? De bal ligt opnieuw in het kamp van de Europese Commissie. Maar op 12 april is een stap achteruitgezet in de strijd tegen obesitas, vindt Foodwatch. ‘Fabrikanten van junkfood kunnen hun producten blijven promoten als zogenaamd gezond met een grote vitamineclaim op de verpakking.’

Heeft Foodwatch een punt? Ja. Naar de feiten heeft het Europees Parlement ‘hiermee de kant van de voedselindustrie gekozen’. De beslissing spoort bijvoorbeeld met wat de European Confederation of National Bakery and Confectionery Organisations (CEBP), een lobby voor de bakkerijsector, vooraf vroeg in een brief aan parlementsleden.

‘Maar ook in andere dossiers haalt het belang van de voedingsindustrie meestal de bovenhand’, zegt Sjoerd van de Wouw van Foodwatch. ‘Ook het voorstel om een verkeerslicht op voedselverpakkingen te zetten bijvoorbeeld – waarbij groen, oranje of rood het de consument makkelijk zou maken om gezond te kiezen – heeft het niet gehaald.’

Daarmee tilt Van de Wouw de vraag voorbij dit ene geval. Als het over voeding gaat, dient het parlement dan vaker de belangen van de industrie dan die van consumentenorganisaties?

Hendrik Vos, professor Europese politiek aan de UGent, denkt eerder het tegendeel. ‘Een finale wettekst is nooit zwart-wit. Maar de EU heeft een relatief hoog niveau van consumentenbescherming, ook als het over voedsel gaat. Denk aan de strenge EU-regels over hygiëne bij de productie van kaas of bier, bijvoorbeeld.’

Dé industrie bestaat trouwens niet, benadrukt hij. ‘Er is nu discussie over de vraag of er importheffingen moeten komen op Chinees staal. De staalproductie lobbyt voor ja (bedreiging!), de constructiesector voor nee (goedkoop staal!). Beide vertegenwoordigen “de industrie”. Maar in dit dossier kunnen ze elkaars strot wel afbijten.’

Op de overkoepelende vraag of over alle beleidsdomeinen samen zakelijke lobby’s vaker hun slag thuishalen dan andere (ngo’s, middenveld), biedt onderzoek uit 2015 van professor Jan Beyers (UAntwerpen) een antwoord. Hij selecteerde nauwgezet 125 cases, deed daarover 95 expertinterviews met ambtenaren van de Europese Commissie, en 143 interviews met lobbyisten van alle strekkingen. ‘Onze conclusie weerlegt een populair cliché’, zegt Beyers. ‘Lobby’s van de industrie zijn niet succesvoller dan andere. Zij hebben gemiddeld genomen even veel of weinig invloed als ngo’s en het middenveld.’

Politicoloog Steven Van Hecke (KU Leuven) onderschrijft die conclusie.

Dat is het grote plaatje. ‘Maar een tegenvoorbeeld is snel gevonden’, weet Beyers.

Conclusie:

Met het ‘schrappen van voedingsprofielen’ heeft het Europees Parlement doorgevoerd wat ook de voedingsindustrie wil. Knack beoordeelt de stelling daarom als waar.

Dat de industrie ruim genomen vaker wel dan niet zijn slag thuishaalt, is evenwel een cliché dat niet klopt, zeggen onderzoek en academici.

WAAR

Jan Jagers

‘Het Europees Parlement kiest hier de kant van de voedselindustrie’ Voedselwaakhond FOODWATCH laakt ‘schrappen voedingsprofielen’, in een persbericht

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content