FACTCHECKER
Op de bühne maakt Bart De Wever van zijn hart geen moordkuil, zouden ze boven de Moerdijk zeggen. Parler vrai in ’t schoon Vlaams, dat deed de Antwerpse burgemeester onlangs op Radio 1 bij de opening van de 78e Boekenbeurs. ‘De geschreven taal, die blijft nog één, maar de gesproken taal gaat steeds verder uit elkaar’, zei hij over de kloof tussen Vlaanderen en Nederland. ‘We zijn de enige taalgroep ter wereld die elkaars tv-programma’s ondertitelt, dus we begrijpen elkaar blijkbaar niet meer. Maar wel in het geschreven woord. Dat is iets wat de zuidelijke en de noordelijke Nederlanden toch aan elkaar gelast houdt.’
We focussen hier op wat De Wever over die ondertitels zegt: zijn wij de enige taalgroep ter wereld die elkaars tv-programma’s ondertitelt?
Alleen als je films geen tv-programma’s noemt, zegt taalkundige Sarah Van Hoof (UAntwerpen). ‘Op het filmfestival van Cannes dit jaar werden de Canadees-Franse films in het Frans ondertiteld. In de VS gebeurde hetzelfde met films van de Brit Ken Loach, ook op tv. Anders dan wat De Wever suggereert, illustreren die voorbeelden dat ook in andere taalgebieden mensen elkaar blijkbaar soms niet meer begrijpen.’
Wanneer niet-dominante taalvarianten het scherm halen, worden die veelal gedubd. Ondertitelen gebeurt op grote schaal alleen in België, Nederland, en Scandinavië, zegt Luc Dierickx, docent ondertiteling aan de KU Leuven. ‘Een klein taalgebied moet relatief meer anderstalige programma’s aankopen. Ondertitelen is goedkoper dan dubben. Maar in alle andere taalgebieden is dubben de norm.’
Gedurende twee jaar, vlak na hun oorlog, hebben Kroaten alle Servische en Bosnische tv-programma’s ondertiteld. Maar dat is verleden tijd. Mexicanen kijken vandaag in de regel naar originele Spaanse series en vice versa. Hetzelfde geldt voor Fransen en Walen, voor Britten, Schotten en Amerikanen, en ook voor Portugezen en Brazilianen. Ondertiteld (of gedubd) wordt wel een Catalaanse quote in het Spaanse tv-journaal. Of Zwitserduits in het Duitse nieuws. ‘Anders zouden die Duitsers dat nauwelijks begrijpen’, zegt taaldocent Arvi Sepp (VUB).
Dat iemand ‘onverstaanbaar’ is, gebruikt de VRT als norm om Nederlands te ondertitelen. Noord-Nederlands, maar volgens dezelfde regel ook Antwerps of West-Vlaams. Sara Brouckaert leidt de ploeg die dat bij de VRT beslist: ‘We bepalen dat in groep. Mensen kunnen onverstaanbaar zijn door achtergrondlawaai of doordat ze fluisteren. Een grijzere zone is die van taalvarianten, dialecten en streekaccenten. Die lijn is soms moeilijk te trekken. We ondertitelen sowieso minder open dan vijf jaar geleden. Fictie of een praatprogramma, waarbij kijkers aan een accent kunnen wennen zonder dat ze de essentie missen, ondertitelen we vandaag alleen gesloten, via Teletekst 888. Maar bij een quote in Het Journaal of een spitsvondig stukje in Iedereen Beroemd hebben kijkers de tijd niet om die 888-knop te vinden.’
Anders dan VTM, dat alle realityprogramma’s in primetime ondertitelt, kiest de VRT ervoor om niet alles open te ondertitelen.
De Nederlandse publieke omroep (NPO) heeft geen algemene richtlijn en zegt geen uitspraak te willen doen over wanneer en waarom hij Vlaamse tv-programma’s ondertitelt.
Conclusie:
Knack beoordeelt de stelling van De Wever als onwaar. Een rondvraag bij meer dan tien experts en taalkundigen leert dat Vlamingen en Nederlanders niet de enigen zijn die varianten van hun eigen taal ondertitelen.
ONWAAR
Jan Jagers
‘Wij zijn de enige taalgroep ter wereld die elkaars tv-programma’s ondertitelt’ N-VA-voorzitter BART DE WEVER over Vlaanderen en Nederland, op Radio 1