FACTCHECKER
Dokter Maryam Matar, een vrouw die in de Verenigde Arabische Emiraten in hoog aanzien staat, heeft onlangs de boel op stelten gezet. ‘Vrouwen die ongesteld zijn, moeten geen belangrijke beslissingen nemen’, zei ze op een congres voor Arab Women in Leadership and Business in Dubai, lezen we in De Telegraaf. ‘Alle beslissingen die ik heb genomen en waar ik spijt van heb, kunnen direct worden gekoppeld aan mijn oestrogeengehalte’, zei Matar. Ze betoogde dat vrouwelijke leiders er goed aan doen om nauwgezet hun cyclus bij te houden. ‘Wees je alsjeblieft bewust van de eerste dag van je menstruatie. Probeer twee dagen vooraf, en de eerste en tweede dag dat je ongesteld bent, elke beslissing te vermijden. Alsjeblieft, ik smeek jullie om dat te doen.’
Dat Matar met haar advies verontwaardiging wekt, behoeft geen betoog. Is de kous daarmee af?
‘Bij de meeste vrouwen zijn hormonale schommelingen niet functioneel hinderend’, zegt gynaecoloog Johan Verhaeghe (KU Leuven). ‘Ze zijn er zich bovendien erg bewust van, waardoor die schommelingen geen relevante impact hebben op hun professioneel functioneren.’ De veralgemening is zonder meer fout en grof, benadrukt Verhaeghe. Toch kraamt Matar volgens hem geen onzin uit. ‘Ze spreekt in eigen naam. En het kan best zijn dat het bij haar wél zo is, want individuele verschillen zijn groot.’
Gynaecoloog Hendrik Cammu (VUBrussel) beaamt dat. Naar schatting 5 à 10 procent van alle vrouwen heeft rond de menstruatie ernstig last van onder meer irritabiliteit en stemmingswisselingen, zegt hij, ‘klachten die in het handboek van psychische stoornissen, de DSM 5, staan gerangschikt onder de noemer menstrual dysphoric disorder. Als je onder een belangrijke beslissing een beslissing verstaat die bovenal logica en pure ratio vereist, een zakelijke afweging in een bedrijf bijvoorbeeld, is de periode rond de menstruatie voor die kleine groep vrouwen inderdaad geen goed moment.’
Dat het hormonenniveau van oestrogeen en in mindere mate progesteron beslissingen kan beïnvloeden, blijkt uit onderzoek. Maar hoewel de effecten wetenschappelijk waarneembaar zijn, zijn ze in de dagelijkse praktijk nagenoeg irrelevant. Neem geur bijvoorbeeld, zegt gynaecoloog Yves Jacquemyn (UAntwerpen). ‘Als je tien mannen laat sporten in een T-shirt, halen vrouwen daar met ruiken in de regel het T-shirt van hun partner uit. Welnu, in de periode rond hun eisprong, kunnen ze dat nog beter. Qua cognitieve effecten blijkt dat vrouwen in de periode rond hun menstruatie iets meer fouten maken bij hoofdrekenen. Maar die verschillen zijn in de praktijk verwaarloosbaar.’
De rode draad door het betoog van vier proffen in de gynaecologie, is dat wie zich gespannen voelt – man of vrouw – het best tout court geen belangrijke beslissing neemt. ‘Het belang van fluctuerende vrouwelijke hormonen wordt fel overdreven’, besluit Herman Depypere (UGent). ‘Of je een beslissing ’s morgens neemt of ’s avonds, kan even relevant of zelfs relevanter zijn. Vrouwen reduceren tot hun cyclus, is een terugval in de tijd.’
Conclusie:
Dat Maryam Matar beter geen belangrijke beslissingen neemt wanneer ze ongesteld is, kan best zijn. Maar voor meer dan 90 procent van de vrouwen is haar wijze raad volgens experts klinkklare onzin. Knack beoordeelt de stelling daarom als grotendeels onwaar.
GROTENDEELS ONWAAR
Jan Jagers
‘Vrouwen die ongesteld zijn, nemen beter geen belangrijke beslissingen’ – Vrouwelijke arts MARYAM MATAR, in De Telegraaf