FACTCHECKER

‘Er gebeuren veel meer CT-scans dan nodig’, zei Kamerlid Yoleen Van Camp (N-VA) onlangs in De Standaard. ‘Meer dan een op de drie radiografieën of CT-scans is nutteloos. Pure verspilling die we dringend moeten stoppen.’

Zonder kwaliteitsverlies kunnen we jaarlijks 50 miljoen euro besparen en heel wat schadelijke straling vermijden, schrijft ze op haar website.

Hoe zit dat?

Een CT-scan (Computer Tomografie) of radiografie maakt gebruik van ‘ioniserende’ röntgenstralen. De kans is ‘klein maar niet onbeduidend’ dat je daar op termijn kanker van krijgt, zegt diensthoofd radiologie Paul Parizel (UZ Antwerpen). ‘Dat risico is moeilijk te becijferen. Maar het effect is cumulatief, dus hoe vaker je die scans ondergaat, hoe hoger je kans op kanker. Om u een idee te geven: volgens een studie uit 2009 over 40-jarige vrouwen die een CT-scan van de hartslagaders ondergaan, is de kans dat zij daardoor kanker ontwikkelen 1 op 270.’

Veel minder schadelijk is een MRI (Magnetic Resonance Imaging), de technologie die later is ontwikkeld en die magneetvelden gebruikt. Of een klinisch onderzoek zonder foto’s, natuurlijk.

Maar is ‘meer dan een op de drie’ radiografieën of CT-scans ‘nutteloos’, zoals Van Camp beweert?

Die uitspraak steunt op een onderzoek van 1800 cases door de UGent in 2010, zegt ze aan de telefoon. ‘Er bestaan gedetailleerde richtlijnen om uit te maken of een radiografie of CT-scan nodig is of niet. Die blijken onvoldoende gevolgd te worden, met overconsumptie tot gevolg.’

‘Soms is een CT-scan nodig, bij onderzoek van tumoren of botbreuken, bijvoorbeeld. Maar voor een op de drie CT’s en radiografieën is een MRI, echografie of klassiek onderzoek beter gepast.’

Gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent) bevestigt het cijfer. ‘Maar het is en blijft een schatting, natuurlijk.’ Een pas afgerond opvolgonderzoek waarvan de resultaten nog niet publiek zijn gemaakt, komt volgens hem iets lager uit. ‘Intussen is wellicht nog 15 à 20 procent van alle CT-scans en radiografieën ongepast’, zegt Annemans.

Dat spoort met wat dokter Robert Van den Oever zegt, directeur Gezondheidsbeleid bij de Christelijke Mutaliteiten. Hij noemt de schatting van een op drie ’te hoog’.

Maar dat er overconsumptie is, onderschrijft ook hij.

Volgens Yoleen Van Camp is die ten gronde te wijten aan hoe de overheid ziekenhuizen financiert. ‘Hoeveel geld ze krijgen, hangt bijna volledig af van het aantal prestaties. Hoe meer scans, hoe meer geld hen dat oplevert. Ziekenhuizen zouden beter voldoende basisfinanciering ontvangen, en bijkomend geld naargelang van de kwaliteit van hun zorg.’

Annemans benadrukt vooral dat artsen die de scans voorschrijven de richtlijnen te weinig kennen en volgen. Maar ook de patiënt speelt daarbij een rol, zegt radioloog Parizel: ‘Ik heb twaalf jaar een dag per week in Nederland gewerkt en heb het gevoel dat de Belgische patiënt ongeduldiger is. In Nederland kan een dokter zeggen: ga rustig naar huis, neem een aspirine, en kom binnen twee weken nog eens terug. Bij ons ligt dat veel moeilijker.’

Een verklaring die daarmee samenhangt, is dat je voor een MRI vaak wekenlang moet wachten terwijl een CT de volgende dag al kan.

‘In heel België zijn er nu ongeveer 100 MRI-scanners’, zegt Van den Oever. In 2016 komen er twaalf bij. ‘Maar ook dan zijn er zeker nog vijftien te weinig.’

Conclusie:

Belgische patiënten krijgen te veel onnodige straling in hun lijf. Dat ‘meer dan een op de drie’ radiografieën of CT-scans nutteloos is, is als schatting ruim bemeten, maar volgens vier experten wel grotendeels waar.

GROTENDEELS WAAR

Jan Jagers

‘Meer dan een op de drie radiografieën of CT-scans is nutteloos’ Kamerlid YOLEEN VAN CAMP (N-VA), in De Standaard.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content