België en de Europese Unie staan voor dezelfde immense uitdaging: een ingrijpende saneringsoperatie doorvoeren en ondertussen de boel bij elkaar houden. Norbert De Batselier, doorgewinterd politicus en directeur van de Nationale Bank, over de grote inspanning die ons allen te wachten staat: ‘We gaan het voelen.’

‘Iedereen zal een inspanning moeten leveren om uit de crisis te raken, zowel in Europa als in België’, zegt Norbert De Batselier. Ooit werd hij door partijgenoot Steve Stevaert omschreven als ‘oerdegelijk, wat saai en serieus maar puur socialistisch beton’. Hij is nog steeds oerdegelijk, wat saai en se-rieus, zijn hart zit nog altijd links, maar vandaag is hij in de allereerste plaats toch directeur bij de Nationale Bank. Hij is blij dat hij er onder meer verantwoordelijk is voor de statistieken en dat hij om de twee weken op basis van allerlei cijfertjes zijn collega-directeurs en de gouverneur mag uitleggen hoe het gesteld is met de Belgische economie in het turbulente Europa van vandaag.

De Batselier, ex-staatssecretaris voor Institutionele Hervormingen, is dan ook de geknipte man voor een gesprek over twee zaken die het politiek-economische nieuws vandaag domineren. Eén: de crisis in België, met de aanslepende vorming van de regering en de zoektocht naar minstens 17 miljard euro om tegen 2015 de begroting opnieuw in evenwicht te krijgen. Twee: de crisis in Europa, met vooral de Griekse tragedie waarvan steeds vaker voorspeld wordt dat ze het einde van de euro inluidt.

En tussendoor kan De Batselier ook uitleggen waarom de socia-listische boodschap zo moeilijk aanslaat. Want niet voor niets werd hij ‘de Soeslov van de SP’ genoemd, naar de ideoloog van de Sovjet-Russische Communistische Partij. De Batselier leidde in 1998 het Toekomstcongres van de Vlaamse socialisten, waar de herbronning op de agenda stond. Het leverde een dik boek vol sprankelende en vernieuwende ideeën op en een staande ovatie van de leden. Achteraf gebeurde er tot zijn grote ontgoocheling nauwelijks iets mee. Wat zou volgen was een mediageniek verhaal van SP.A-voorzitter Patrick Janssens, het tijdperk van de Teletubbies (met naast Janssens nog Stevaert, Johan Vande Lanotte en Frank Vandenbroucke) en de zogenaamde wonderjaren van Paars.

Maar De Batselier windt er nog steeds geen doekjes om: ‘België moet besparen, maar tegelijkertijd mogen we onze economie niet kapotsaneren. We moeten zelfs investéren in onze toekomst. Dat is mijn grote bezorgdheid. En op Europees niveau zullen álle landen over de brug moeten komen om de eurocrisis te bezweren. De rijke Europese landen moeten Griekenland helpen. Tegelijkertijd moet de Europese Unie meer zijn dan begrotingscontroles en besparingen. Het moet ook een politiek en sociaal project zijn, naast een vernieuwend ecologisch economisch project. Dat is op Europees vlak mijn grootste bekommernis.’

In Europa gaan veel landen gebukt onder zware schulden en de nationale economieën presteren er zeer verschillend. Kan de euro zo overleven?

Norbert De Batselier: De economische prestaties van de Europese landen drijven inderdaad uit elkaar. Je kunt twee groepen onderscheiden: in Duitsland en zijn buurlanden nemen de consumptie, export, economische groei en werkgelegenheid toe, maar in Griekenland, Portugal, Spanje, Ierland gaan die achteruit. Europa probeert nu het economische beleid van de eurolanden weer in dezelfde richting te duwen, door de nationale begroting van zeer nabij op te volgen en budgettaire doelstellingen op te leggen. Om weer tot een coherente Europese economie te komen, moet elk land en elke inwoner van de EU nu grote inspanningen leveren. Want de hele Griekse crisis, bijvoorbeeld, draait rond de vraag: wie betaalt de Griekse schulden? De landen, de banken, iedereen? En volgens welke modaliteiten? Uiteraard moeten de Grieken zelf een grote inspanning leveren, maar ze hebben hun tekort in één jaar tijd al van 15 naar 10 procent gebracht en dat is niet onaardig. Maar ook de rijkere Europese landen moeten solidair zijn en hun duit in het zakje doen. Toch zal men ook die landen een perspectief moeten bieden, anders zal er snel saneringsmoeheid optreden.

Steeds meer mensen in die rijke landen vragen zich af waarom ze die Grieken moeten helpen.

De Batselier: Omdat je verder moet kijken dan de schuldencrisis van vandaag. De wereldeconomie groeit opnieuw en zit nu zelfs iets boven het peil van voor de financiële crisis, die in 2008 uitbrak. Maar de VS en Europa zitten nog niet weer op dat niveau. Het zijn vooral China, India en enkele Latijns-Amerikaanse landen die een spectaculaire groei kennen. Wat gaan we in deze context doen? Gaat elk land apart de concurrentiestrijd aan met de VS en die groeilanden? Daar zal elk land aan ten onder gaan, zelfs Duitsland. Nee, er is maar één mogelijk antwoord: Europa moet zich als één blok opstellen. Daarom moet elke lidstaat zijn egoïsme in toom houden. En de rijke landen moeten nu een duidelijk signaal geven aan de financiële markten en Griekenland redden. Doen ze dat niet, dan gaan speculanten op zoek naar een volgend slachtoffer, want er is altijd wel een zwak broertje in de klas.

Er wordt steeds vaker geopperd dat Griekenland zal moeten overgaan tot een schuldherschikking?

De Batselier: Daar ben ik geen voorstander van. Het ruwweg deels niet terugbetalen van schulden lijkt mij geen optie. Het wantrouwen en de speculatie zullen alleen maar toenemen. Bovendien zullen verschillende Europese banken opnieuw in de problemen komen, want ze zijn er schuldeiser, omdat ze geld aan die landen hebben uitgeleend. En vervolgens moeten de overheden hen opnieuw te hulp snellen. Waar zijn we dan in hemelsnaam mee bezig? Er is speculatie dat Griekenland uit de euro zou stappen?

De Batselier: Er zal altijd speculatie zijn, want een deel van de spelers op de financiële markten leeft daarvan. Maar als de Grieken uit de euro stappen, zou dat zeer slecht zijn voor Griekenland én voor Europa. We kunnen in de toekomst maar slechts een rol van betekenis spelen in de wereldeconomie als Europa eendrachtig en solidair optreedt.

Europa stelt onze automatische loonindexering ter discussie. Zal dat systeem overleven?

De Batselier: Europa is terecht bezorgd over het concurrentievermogen van alle lidstaten. Uiteraard moet men dan de loonkosten in de gaten houden, al is dat lang niet het enige wat speelt. De automatische indexering van de lonen bestudeer je het best als neveneffect, maar de kern van het probleem is wel dat de prijzen bij ons sneller en meer stijgen dan in andere lidstaten. Dat wordt vooral veroorzaakt door de energiekosten. Het belangrijkste is dus dat we daar iets aan doen. Alleen wij passen elke maand de tarieven van gas en elektriciteit aan. In sommige landen legt de regering ook maximale prijsstijgingen op. Als België een scherper energieprijsbeleid voert, zal onze inflatie veel minder stijgen.

Waarom hebben wij in tegenstelling tot andere landen geen prijsbeleid voor energie?

De Batselier: Te lang was er in onze economie een verstrengeling van industrie, financiën en energie via holdings en daar ondervinden we vandaag nog veel nadeel van.

Is België op het vlak van energie een Franse kolonie?

De Batselier: Het energiebeleid overschrijdt uiteraard de landsgrenzen en België is wat energie betreft wel erg beïnvloed door het beslissingscentrum in Frankrijk.

De Nationale Bank kwam onlangs in aanvaring met de energieregulator Creg, nadat ze op verzoek van de regering de nucleaire rente had nagerekend. Heeft de Nationale Bank zich toen laten gebruiken voor politieke manoeuvres, zoals Bruno Tobback (SP.A) zei?

De Batselier: We hebben die opdracht niet met veel enthousiasme aanvaard. Als je een regulator hebt, moet je die zijn werk laten doen. Het was geen goed idee om ons te vragen om de regulator te controleren, daar dient een Nationale Bank niet voor. Wij moeten op onze onafhankelijkheid staan, en die is – wat de uitkomst van onze berekeningen ook zou zijn geweest – daardoor in opspraak gekomen.

De heffing op die nucleaire rente levert maar een fractie op van de 17 tot 20 miljard euro die we tegen 2015 moeten vinden om onze begroting in evenwicht te brengen. Moeten we vooral besparen of is er ook ruimte voor nieuwe belastingen?

De Batselier: Ik denk dat we in hoofdzaak moeten besparen, maar we staan voor zo’n grote operatie dat er ook nieuwe inkomsten nodig zullen zijn. Daarbij zullen bepaalde belastingen moeten verminderen en andere verhogen, maar in totaal zullen er toch meer inkomsten moeten zijn.

Concreet?

De Batselier: Onze arbeid is te duur, dus de lasten op arbeid, vooral op de lagere lonen, moeten omlaag. Maar aangezien de overheid geld te kort komt, moet ze de inkomsten die ze zo verliest elders halen. Uit studies blijkt dat je dan het best een algemene sociale bijdrage kunt invoeren, zowel op inkomsten als op vermogens. Het is aan de politici om te kiezen, maar het is van het grootste belang dat de diegenen die het vandaag al moeilijk hebben niet voor de hele operatie moeten opdraaien. De besparingen en nieuwe belastingen zullen iedereen een beetje moeten treffen. Maar in alle saneringsplannen die ik nu hoor, mis ik die zoektocht naar evenwicht.

Moet er een vermogensbelasting komen?

De Batselier: Ik denk dat er bij zo’n operatie geen taboes mogen zijn. Als je tot een rechtvaardige belastingverdeling wilt komen en je wilt de belasting op arbeid verlagen, is zo’n vermogensbelasting een optie, naast de beperking van de vele fiscale aftrekken, van de schijnvennootschappen, enzovoorts.

Ontsnapt de sociale zekerheid aan besparingen?

De Batselier: Als je weet dat we zo’n 17 tot 20 miljard moeten vinden, zal ook in de sociale zekerheid moeten worden bespaard. De groei van de gezondheidsuitgaven kan beperkter dan vandaag. Maar als we erin slagen om meer mensen aan het werk te krijgen, moet die sociale zekerheid minder uitkeren én ontvangt ze meer inkomsten. Dan hoef je minder te besparen.

Moet de werkloosheidssteun in de tijd worden beperkt?

De Batselier: Daar ben ik niet voor, want in die landen waar dat systeem bestaat worden de mensen gewoon versast naar een ander deel van de sociale zekerheid, naar de gezondheids-of bijstandssector.

Moet de wettelijke pensioenleeftijd worden opgetrokken van 65 naar 70 jaar?

De Batselier: Toen de wettelijke pensioenleeftijd werd vastgelegd, lag onze levensverwachting nog niet zo hoog als vandaag. Als onze levensverwachting blijft stijgen, zal uiteraard op termijn deze pensioengerechtigde leeftijd mee moeten verhogen of het aantal jaren dat men werkzaam moet zijn om pensioengerechtigd te zijn. Vandaag zijn echter te weinig mensen tussen 55 en 65 jaar nog aan het werk. Dit is onhoudbaar en ik zou al blij zijn als onze gemiddelde pensioenleeftijd, die nu 60-61 jaar bedraagt, dichter bij de wettelijke pensioenleeftijd komt te liggen.

Door te belonen en te straffen?

De Batselier: Ik vind dat je een bonus mag krijgen als je langer dan je 62e werkt, en als je stopt voor je 63 bent, moet daar een malus aan verbonden zijn. Dat is ook een oefening waar we niet langer omheen kunnen.

Dat wordt niet eenvoudig, want over al deze economische hete hangijzers verschillen Vlamingen en Franstaligen grondig van mening.

De Batselier: Het is duidelijk dat Vlaanderen veeleer rechts heeft gestemd en Wallonië links. Er is in beide regio’s dus niet alleen een andere zienswijze over communautaire zaken, maar ook over het ideale maatschappijmodel. En dat alles in een wereld waar steeds vaker genavigeerd wordt vanuit het eigen buikgevoel – met de nadruk op eigen. De politici die dat nu allemaal moeten verzoenen, hebben het véél moeilijker dan de vorige generaties.

In Vlaanderen hoor je vaak zeggen dat we het best het Duitse economische beleid navolgen. Bart De Wever (N-VA) bijvoorbeeld pleit daarvoor.

De Batselier: Ach, nu is Duitsland het goede model, een paar jaar geleden was dat het Nederlandse poldermodel, ooit werd Spanje bejubeld en ondernemers zijn een tijdje vol lof geweest over Ierland. Je hebt modes in die modellen. Ik geloof er ook niet in dat je ze moet navolgen, je kunt er wel bepaalde zaken van overnemen. Als ik de cijfers zie over de armoede en ongelijkheid in Duitsland, heb ik toch op zijn minst vragen bij dat geroemde Duitse model.

Ondanks de crisis en de zoektocht naar oplossingen scoort de SP.A vandaag slecht. Ligt dat aan de boodschap, de verpakking of beide?

De Batselier: Het is schrijnend dat de sociaaldemocratie het erg moeilijk heeft om een alternatief te zijn op het ogenblik dat er een grote financiële crisis is. Steeds minder zie ik de boodschap zelf nog in beeld komen, negatieve nevensituaties des te meer. In een verziekte oppervlakkige, informatieflitsende samenleving van jaloezie, angst en nijd zal perceptie wel erg belangrijk zijn zeker en de kern wellicht wat minder. Soms lijkt het ook een beetje op socialisten pesten. Zelden lees ik dat de regio Wallonië in sommige sectoren erg goed scoort dankzij die vermaledijde PS-mensen als Demotte, Malcourt en anderen. Een beetje objectiviteit zou helpen. Toch zal er ook gesleuteld moeten worden én aan de boodschap én aan de daadkracht.

Uw oude strijdmakker Luc Van den Bossche verklaarde onlangs dat de SP.A opnieuw de communautaire trein gemist heeft en noemde dat een historische vergissing. Is de huidige SP.A te weinig Vlaams?

De Batselier: Ik heb altijd gezegd dat de SP.A een Vlaamse koers moest varen, binnen een Belgische en Europese context. Een goede staatshervorming is meteen ook voor een deel een begrotingssanering. Johan Vande Lanotte heeft als koninklijk bemiddelaar in die zin een niet onaardige poging ondernomen. Hij koppelde maatschappelijke vernieuwing aan een hervorming van de financieringswet en aan bevoegdheidsherverdeling tussen het federale niveau en de regio’s en aan een oplossing voor communautaire twistpunten als B-H-V en Brussel. En ik ben ervan overtuigd dat het uiteindelijke akkoord tussen Vlamingen en Franstaligen – dat er toch ooit zal moeten komen – niet veel van de nota-Vande Lanotte zal afwijken.

Ondertussen blijft de regeringsvorming aanslepen.

De Batselier: In het licht van de grote uitdagingen waar België en de hele Europese Unie voor staan, is dat nefast. Want een regering in lopende zaken – hoe goed ze het momenteel budgettair ook doet – kan geen fundamentele keuzes maken. En die moeten nu gemaakt worden. We staan voor ongelooflijke uitdagingen, op economisch, financieel en ecologisch vlak, terwijl de mensen in steeds grotere onzekerheid leven, want ondanks onze economische groei neemt de armoede nog toe. Daarom is een volwaardige regering dringend noodzakelijk.

Wat als het niet lukt?

De Batselier: Mislukken is geen optie. Er zal toch ooit een vergelijk moeten worden gevonden. Dat is niet alleen belangrijk voor alle Belgen, maar ook voor Europa. Als het niet meer lukt om in ons land tussen Vlamingen en Franstaligen akkoorden te sluiten, moet je ook vragen stellen bij de Europese Unie. Want in België proberen we net die politiek-economisch-sociale unie uit te bouwen die in Europa op grotere schaal nog vorm moet krijgen. Dat loopt momenteel noch in België noch in Europa van een leien dakje. En de ingrepen die nu in ons land en in de EU moeten gebeuren, gaan we echt wel voelen. Ze zullen geen overwinnaars opleveren. Daar moet iedereen zich van bewust zijn. En we kunnen er beter ook rekening mee houden dat de wereld iets groter is dan ons eigen ik of de eigen partij.

DOOR EWALD PIRONET

‘Het was geen goed idee om ons te vragen om de regulator te controleren. Daar dient een Nationale Bank niet voor.’

‘De SP.A zal moeten sleutelen én aan de boodschap én aan de daadkracht.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content