‘Als CD&V in het scenario voorkomt, zegt iedereen in koor: pas maar op, daar komen moeilijkheden van. Waarom toch?’ Ondanks gunstige vooruitzichten voelt CD&V-voorzitter Yves Leterme zich in deze verkiezingsstrijd nog altijd de underdog.
En toch zit de CD&V-voorzitter op het eerste gezicht op rozen. Alle opiniepeilingen voorspellen grote winst en scores in de buurt van dertig procent voor zijn Vlaams kartel met de N-VA van Geert Bourgeois. Daarmee zou CD&V/N-VA zonder twijfel de grootste partij in Vlaanderen worden. Beter kan haast niet, en dat is juist het probleem, want elke bijkomende campagnedag is er nu eigenlijk een te veel. Standhouden is de boodschap, maar dat is geen sinecure tegenover ervaren paarse rotten als Guy Verhofstadt (VLD) en Steve Stevaert (SP.A). Bovendien moet Yves Leterme in debatten altijd dubbel op zijn hoede zijn, de al dan niet vooraf afgesproken tackles kunnen immers zowel van links als van rechts komen. Nauwelijks twee weken voor de verkiezingen heeft Leterme dan ook duidelijk genoeg van het strategische luchtfietsen, waarbij de vraag of CD&V ook in de federale regering zal inbreken, de politieke discussies lijkt te beheersen. Leterme, die op de eerste plaats sérieux wil uitstralen, heeft blijkbaar ingezien dat hij daar maar weinig bij te winnen heeft.
Maar het blijft er in de campagne nogal stekelig toegaan, niet?
YVES LETERME: Ik vind dat jammer. Terwijl wij boekjes uitdelen met onze belangrijkste tien programmapunten, bestrijden de collega’s van de VLD ons met prentkaarten van lijkkisten.
Jean-Luc Dehaene haalde anders ook zwaar uit. ‘Guy Verhofstadt heeft in deze campagne niets te zoeken’ zei hij over de Europese kandidatuur van de premier.
LETERME: (lacht) Jean-Luc, de mythe! Maar geef hem eens ongelijk. Guy Verhofstadt is kandidaat voor het Europees parlement, maar zal geen zitting nemen. Is het niet de essentie van verkiezingen dat wie verkozen is, zijn plaats ook inneemt?
Nog zoiets: het zijn toch Vlaamse verkiezingen op 13 juni? Maar ik zie Bart Somers nergens en het Vlaamse programma van de VLD ontgaat mij. Liefst zou ik over de inhoud campagne voeren, en die persoonlijke aanvallen achterwege laten. En ik begrijp ook wel dat de VLD serieus in de nesten zit, al heeft die partij dat grotendeels aan zichzelf te danken. Maar de liberalen zouden toch moeten proberen hun onderlinge agressiviteit binnenskamers te houden.
Volgens de socialisten is CD&V alleen maar negatief ingesteld.
LETERME: Het tegenovergestelde is waar. Wij zeggen al heel lang waar onze prioriteiten liggen, namelijk bij de drie ‘W’s’ van werken, wonen en welzijn. Bij ieder contact met de bevolking schuiven we onze eigen voorstellen naar voren. We doen dus wel wat meer dan alleen maar kritiek spuien. Bovendien is CD&V de enige partij die eerlijk zegt wat ze meteen kan uitvoeren, en welke maatregelen om budgettaire redenen in de tijd gespreid moeten worden. Duidelijker kan het niet. Maar de meerderheid is zo zelfvoldaan dat ze niet de minste kritiek verdraagt. Zeker professor Frank Vandenbroucke heeft daar last van. Elke vorm van kritiek, ook vanuit de sociale beweging, wordt onmiddellijk verdacht gemaakt.
Ik ben heus niet te beroerd om te erkennen dat de meerderheid ook goede zaken heeft verwezenlijkt. Feit is wel dat volgens het Planbureau de federale begroting dit jaar afstevent op een structureel tekort van meer dan één procent. Dat zijn gewoon objectieve gegevens, maar als CD&V die overneemt, heeft de oppositie te veel kritiek.
Iedereen zwaait met cijfers en statistieken in deze campagne. Wie raakt daar nog wijs uit?
LETERME: Dat is inderdaad verwarrend. Maar andere cruciale vaststellingen zijn toch dat de werkgelegenheidsgraad niet is toegenomen en dat de belastingdruk vandaag even hoog is als vijf jaar geleden. Nogmaals, dat zeggen wij niet, dat zegt het Planbureau. Ik raad geïnteresseerden ook aan internationale instellingen te raadplegen. Op de World Economic Forum index bijvoorbeeld staat België voor de kwaliteit van de overheidsdienstverlening op de 27e plaats, net na Botswana! Natuurlijk is het niet de schuld van de politiek als het economisch minder gaat. Maar onze regeringen moeten het land wél in het peloton zien te houden, ook als dat peloton wat tempo verliest. Trouwens, luister ook eens naar de alarmerende analyse van het VOKA, dat er toch moeilijk van verdacht kan worden een mantelorganisatie van CD&V te zijn.
SP.A-kopstuk Frank Vandenbroucke vindt uw ‘ongefundeerde kritiek’ gevaarlijk voor ‘het democratische gehalte’ van het debat.
LETERME: Hij heeft zelfs bijna-racistische opmerkingen gemaakt. De arrogantie zou ons ‘in de genen’ zitten! Ach, er zijn nog periodes geweest dat het socialisme dit taaltje sprak, het Waalse socialisme dan, met José Happart. Maar – en daar hebben sommige media het moeilijk mee – ik wil zo weinig mogelijk kwaadspreken over de anderen, die ons inderdaad als arrogant proberen af te schilderen, door te pas en te onpas naar de oude CVP te verwijzen. Maar zo makkelijk zullen ze ons niet onderuit- halen. En daar gaan de verkiezingen toch niet over? Laten we praten over de balans van de Vlaamse regering, bijvoorbeeld op het vlak van werkgelegenheid, zorg, sociale huisvesting en onderwijs.
Voor die departementen zou u de ministerportefeuilles al in uw partij aan bepaalde mensen hebben toegewezen, wordt beweerd.
LETERME: Dat is onzin. Op een gegeven moment werd mij gevraagd wat voor mij de belangrijkste beleidsdomeinen zijn en daarop heb ik werkgelegenheid, zorg, wonen en onderwijs geantwoord. Wat is daar vervolgens van gemaakt? Leterme legt nu al beslag op 64 procent van het Vlaamse budget. En daar word ik telkens opnieuw op aangesproken. Sommigen scheppen er blijkbaar plezier in mijn antwoorden verkeerd te duiden. Zo voert De Morgen op dit moment duidelijk strijd voor de voortzetting van Paars. Het feit dat Guy Verhofstadt, alleen om de christen-democraten buiten spel te zetten, zegt Vlaanderen met de groenen te willen besturen, verwekt dan weer nauwelijks deining. Maar hij hoefde dat niet te zeggen, hé. Hij had ook kunnen zeggen: ik zou het liefst op basis van een goed programma met CD&V besturen. (lacht)
Zijn positie is toch niet houdbaar als Paars in Vlaanderen geen meerderheid meer heeft?
LETERME: Dat klopt wellicht. Voeg daarbij dat hij naast premier ook het uithangbord van de VLD is, al 27 jaar lang zelfs. We zullen zien hoeveel voorkeurstemmen hij haalt en hoe zijn partij zal scoren, maar ik sluit niemand uit die samen met ons een goed beleid tot stand wil brengen. In dat verband zou ik de media ook willen vragen meer aandacht te besteden aan de echte inzet van de verkiezingen, namelijk beter bestuur. Nu gaat het toch vaak over randfenomenen.
Een paar dagen geleden nam ik met een aantal andere West-Vlaamse politici deel aan een debat over sociale huisvesting. In de zaal zat een paar honderd man. Mensen die het niet zo breed hadden, kwamen over hun situatie vertellen. Dat was echt interessant en een discussie op niveau. Maar van de pers was er niemand. Overigens zou ik over dit thema graag eens de degens kruisen met Steve Stevaert. Dat hij nu ook eens komt uitleggen hoe fantastisch zijn beleid voor de sociaal zwakkeren wel niet is geweest.
Wat vindt u ervan dat nogal wat waar- nemers de opgang van CD&V uitsluitend toeschrijven aan de deconfiture van de VLD?
LETERME: Dat zijn we gewoon. Als het slecht gaat, is dat onze schuld, als het beter gaat, is dat de verdienste van anderen. Maar het enthousiasme dat we opnieuw bij de kiezers voelen, heeft uiteraard ook te maken met wat de VLD heeft uitgespookt. De liberalen hebben het migrantenstemrecht er tegen de wil van de Vlamingen doorgeduwd, de snel-Belg-wet gesteund, hun voorzitter op de keien gesmeten, en ze zijn hun beloften inzake werkgelegenheid en belastingverlaging niet nagekomen. De mensen geloven je één, misschien zelfs twee keer, maar dan is het afgelopen. Ik zou willen dat geloofwaardigheid hét centrale thema van de campagne werd. Vlaanderen heeft geloofwaardige politici nodig, en op dat vlak vertonen Guy Verhofstadt en de VLD een ernstig deficit. Zonder pretentieus te willen zijn, denk ik toch dat het ons gelukt is een degelijk programma te maken en nieuwe mensen naar voren te schuiven. Hopelijk loont dat.
U kunt ook opnieuw rekenen op de ondubbelzinnige steun van de christelijke zuil. Dat helpt.
LETERME: Zo zie ik dat niet. Jan Renders heb ik tijdens deze campagne maar twee keer ontmoet. Nee, het ACW heeft gewoon een kritische analyse gemaakt van het door paars-groen gevoerde sociale beleid.
Een analyse die opvallend gelijkloopt met die van CD&V?
LETERME: Misschien komt dat wel omdat ze gewoon klopt. Dat kan toch ook?
De tijd dat ACW-topman Jan Renders hard tegen het sociaal-economische programma van CD&V aantrapte, ligt toch niet zo heel ver in het verleden?
LETERME: Maar ik heb dan ook bijzonder zwaar gewogen op belangrijke lijnen van ons verkiezingsprogramma, zoals zorg, werkgelegenheid of huisves-ting: stuk voor stuk domeinen waar wij sterke sociale accenten leggen. Wij verschillen echter ook van mening met het ACW. Zo ben ik wel een voorstander van lastenverlaging voor de bedrijven, want dat is noodzakelijk om banen te scheppen.
Mijn contacten met het middenveld beperken zich ook niet tot de christelijke zuil. Ik heb memoranda ontvangen van maar liefst 124 vzw’s en belangenorga-nisaties, vaak goed gedocumenteerde werkstukken, waar ik veel van opgestoken heb. Een christen-democratische partij is het aan zichzelf verplicht het middenveld au sérieux te nemen, maar dat middenveld omvat veel meer dan alleen het ACW, de Boerenbond en Unizo.
Het verkiezingsprogramma van het kartel CD&V/N-VA bevat ook een lijvig communautair pakket. Hoe denkt u in die materies een doorbraak te forceren?
LETERME: Dat zal mede afhangen van de voorzitters van de andere democratische partijen. Wij zullen de resoluties van het Vlaamse parlement voor honderd procent verdedigen. Als ook de anderen hun beloftes gestand doen, kunnen we vooruitgaan.
Maar waarom zouden de Franstaligen akkoord gaan met een communautaire ronde waar ze geen enkel belang bij hebben?
LETERME: Het is de schuld van de paars-groene regering dat de Vlamingen met de Lambermontakkoorden hét pressiemiddel bij uitstek voor nieuwe bevoegdheidsoverhevelingen, namelijk het geldtekort van de Franstaligen, voor lange tijd kwijt zijn. Het enige alternatief is op bepaalde momenten gewoon de Vlaamse meerderheid laten gelden, maar dan moeten de anderen dat wel aandurven.
Dat we niet alles in één keer kunnen binnenhalen, daarover maak ik me geen illusies. Daar ligt ook een essentieel verschil tussen het Vlaams kartel en het Vlaams Blok, dat zich desnoods gewapenderhand van Wallonië wil afscheuren. Maar wij vinden wel dat je minstens moet proberen, sereen maar vastberaden, nieuwe bevoegdheden naar Vlaanderen te halen.
Alles wat met de sociale zekerheid samenhangt, blijft onbespreekbaar, herhaalde Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe vorige week nog maar eens in ‘Knack’.
LETERME: Zegt hij. Maar neem nu mijn streek, het zuiden van West-Vlaanderen. Heel wat bedrijven hier hebben de grootste moeite bepaalde vacatures in te vullen. Er werken hier zelfs mensen uit Lens, een stad honderd kilometer verderop in Noord-Frankrijk. Terwijl het nabijgelegen Moeskroen met een werkloosheidsgraad van ongeveer 19 procent kampt! Van Cauwenberghe zegt: hoe kan ik werklozen controleren en oproepen, als er geen banen zijn? Goed, maar Wallonië grenst aan streken waar er wél werk is. Dat wijst toch op een fundamenteel verschillende visie op de werkloosheidsuitkeringen. Voor ons is dat een verzekering tegen werkloosheid, voor de Franstaligen een vorm van universele bijstand.
U beseft dat u de Franstaligen zult moeten overtuigen. Zal uw kartelpartner N-VA zich even pragmatisch opstellen?
LETERME: We hebben daar goede afspraken over. Wij willen dat de Vlaamse regering de uitvoering van de Vlaamse resoluties in haar regeerakkoord opneemt, en zich daardoor laat leiden bij al haar acties binnen het Belgische federaal bestel. We hebben immers een coöperatief federalisme in dit land, wat betekent dat Vlamingen en Franstaligen op verschillende niveaus moeten samenwerken en overeenkomen. Daar moeten de Vlamingen toch af en toe een slag kunnen winnen.
Blijft u erbij dat u niet in een Vlaamse regering stapt vóór het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is gesplitst?
LETERME: Zeer zeker. Daarover moet er een akkoord zijn dat ook aan de overkant van de taalgrens wordt erkend.
Misschien denken de Franstaligen wel, dan maar geen Vlaamse regering?
LETERME: Het zullen niet de Franstaligen zijn die daarover beslissen.
Wat u betreft mag er desnoods een langdurige communautaire impasse ontstaan?
LETERME: Misschien komen we wel vlot tot een akkoord. Als wij in het scenario voorkomen, zegt iedereen opeens in koor: pas daar maar mee op, dat wordt moeilijk, zo niet onmogelijk. Waarom toch?
Misschien moet u nog eens uitleggen hoe dat zit met dat inbreken in de federale regering?
LETERME: (grijns) Liever niet. Ik probeer nu op de eerste plaats de kiezers ervan te overtuigen mij op 13 juni het vertrouwen te geven. Maar goed, ik blijf bij mijn standpunt dat het niet wenselijk is op Vlaams niveau te besturen en federaal in de oppositie te zitten. Ik dacht dat ook de andere partijen dat standpunt huldigden, maar blijkbaar is daar nu wat commotie over ontstaan, onder meer bij Steve Stevaert.
En op federaal niveau neemt u de N-VA niet mee?
LETERME: (geërgerd) Dat zijn allemaal speculaties! Wat wij zeker niet zullen doen, als we de kans krijgen, is in de federale regering een andere taal spreken dan in de Vlaamse.
Weet u wat mijn grote handicap is? Ik probeer vragen altijd zo precies mogelijk te beantwoorden. Een kartel is een afspraak voor de verkiezingen. Bij mijn weten zijn er nu geen federale verkiezingen, en dus heb ik gezegd dat het kartel voor de Vlaamse en de Europese verkiezingen geldt. Al de rest is voorbarig.
U sluit dus niet uit dat de N-VA ook federaal mee aan boord gaat?
LETERME: Natuurlijk niet. Hoe kan ik twee weken voor de verkiezingen al bepaalde zaken uitsluiten?
Net als de andere partijen heeft ook CD&V heel wat beloofd. Van kosteloos onderwijs, over flink wat meer geld voor welzijn, tot het afschaffen van de registratierechten. Hoe gaat u dat allemaal betalen?
LETERME: Misschien eerst iets over de budgettaire ruimte van de volgende Vlaamse regering. Wij nemen de 1,37 miljard euro van de SERV (Sociaal Economische Raad voor Vlaanderen) als uitgangspunt, en voegen daar een bedrag van 625 miljoen euro aan toe door bepaalde begrotingsposten een andere bestemming te geven. Zo komen we in totaal aan een bedrag van 1,9 miljard euro.
Een grote hap uit dat budget – 350 miljoen euro – gaat naar het kosteloos maken van het leerplichtonderwijs, op de eerste plaats het kleuter- en lager onderwijs. Ook voorzien wij 275 miljoen euro belastingverlagingen, zowel voor de bedrijven, als voor de gewone man, voor wie we de registratierechten willen verlagen. Verder zullen de gemeenten hun door de huidige meerderheid beloofde vijfhonderd miljoen euro krijgen, en willen we voor innovatie en wetenschappelijk onderzoek jaarlijks 100 miljoen euro uittrekken. In de zorg, waar op kruissnelheid een bedrag van 250 miljoen euro moet worden vrijgemaakt, zijn de gehandicaptensector en de thuiszorg dan weer de grote slokoppen. Ten slotte vergt ook het woonbeleid een stevige financiële injectie. Zo moet in de sociale huisvesting het stelsel van de huurtoelagen worden uitgebreid. Dat is weliswaar een zeer duur systeem, maar zolang 70.000 mensen op een sociale woning wachten, moet je wel iets doen, al zal zeker niet iedereen geholpen kunnen worden. We willen ook de bouw- en renovatiepremies opnieuw invoeren, en nieuwe sociale woningen bouwen, wat absoluut nodig is. Als je dat allemaal bij elkaar optelt, zit je aan ongeveer 1,9 miljard euro. Het nog resterende bedrag gaat naar kleinere maatregelen uit ons programma.
Maar we mogen ons geen illusies maken. Er zijn nogal wat onduidelijkheden over de kaspositie van de Vlaamse gemeenschap, en zelfs in het meest gunstige scenario zal het niet gemakkelijk zijn al die beloftes waar te maken.
Wat moet er gebeuren om de Vlaamse economie opnieuw wat zuurstof te geven?
LETERME: Om te beginnen lastenverlaging. Dat klinkt misschien clichématig, maar het is echt noodzakelijk. Ook de administratieve lasten voor de bedrijven moeten omlaag. Het afgeven van vergunningen gaat bij ons veel te moeizaam en onze milieureglementering is op sommige punten strenger dan de Europese. Dat is moordend. Verder moeten de heffingen op energie dalen naar het niveau van de ons omringende landen. We moeten ook het ondernemerschap fiscaal belonen, want we zijn nog te veel een volk van klerken. Heel belangrijk voor de economie van een regio is ook een betrouwbare, goed functionerende overheid.
De Vlaamse administratie scoort internationaal toch niet slecht?
LETERME: Vooral de politieke overheid schiet tekort. Ik kijk echt uit naar een regering die gewoon eens goed bestuurt. Niet eentje die met horten en stoten beslist, en maatregelen aankondigt, om ze kort nadien weer terug te schroeven. Er is de afgelopen vijf jaar eigenlijk nauwelijks een Vlaamse regering geweest. Neem nu de expansiesteun. Dat is een echte loterij geworden. Bedrijven hebben behoefte aan zekerheid.
Toch valt er ook op de administratie heel wat aan te merken. Het grotendeels genegeerde, maar belangrijke rapport van professor Wim Moesen (KU Leuven) laat weinig twijfel bestaan over de efficiëntie van ons overheidsapparaat. In zijn internationale vergelijking scoren zowel de federale als de Vlaamse administratie dramatisch slecht.
Het Vlaamse overheidsapparaat zit in volle hervorming: de zogeheten operatie ‘Beter Bestuurlijk Beleid’ (BBB). Gaan jullie die voortzetten?
LETERME: Dat moeten we eens rustig bekijken. Een aantal aspecten van BBB zijn niet goed. Bijvoorbeeld de wijze waarop alle expertise uit het middenveld aan de kant wordt geschoven. Trouwens, die hervorming was ook vaak niet meer dan een alibi voor een aantal politieke benoemingen. We zullen in ieder geval de prestaties van de Vlaamse overheid moeten verbeteren. Want de overheid doet volgens mij te veel, en van de dingen die ze doet, doet ze er te weinig echt goed.
In het rapport van Moesen staan wij op de vijfde plaats qua middelen die we per capita van de bevolking in de overheid investeren en Nederland op de tiende plaats. Maar voor de kwaliteit van de dienstverlening is die ranking net omgekeerd. Maar die kloof, dat gaat over heel veel centen.
Tot slot nog even de peilingen. Is het kartel CD&V/N-VA met monsterscores van bijna 30 procent niet te vroeg aan het pieken?
LETERME: Waarschijnlijk wel. Die peilingen hebben eigenlijk een nefaste invloed, maar ik probeer me er niet door te laten opjutten. Mijn engagement als voorzitter is met CD&V eindelijk nog eens vooruit te gaan, wat na de zware verkiezingsnederlaag van 18 mei al een succes mag heten. Als we 25 procent zouden behalen, zou dat heel mooi zijn.
Ik geloof wel dat we het christen-democratische gedachtegoed opnieuw een moderne relevantie hebben weten te geven. We tellen weer mee in de politieke arena. Zeven maanden geleden werd ik door dezelfde collega’s die mij nu van arrogantie beschuldigen, nog gewoon uitgelachen. Vandaag is dat wel wat verminderd.
Foto’s Patrick De Spiegelaere
Door Han Renard
‘Onze milieureglementering is op sommige punten strenger dan de Europese. Dat is moordend.’
‘Volgens het Planbureau stevent de federale begroting dit jaar af op een structureel tekort van meer dan één procent.’