Paars II schuift Brussel-Halle-Vilvoorde aan de kant, maar Yves Leterme (CD&V) mag het van Patrick Dewael (VLD) altijd zelf eens proberen. De federale vice-premier over de contraproductieve strategie van de Vlamingen, de samenwerking met een loyale PS en slaande deuren bij de VLD.

Brussel-Halle-Vilvoorde (B-H-V) wordt niet gesplitst, maar er komen ook geen verkiezingen. Vorige week dinsdag eindigde de zoektocht van premier Guy Verhofstadt (VLD) naar een uitweg voor het B-H-V-dossier. Op tafel lag een compromisvoorstel om de kieskring B-H-V te splitsen voor de Kamer en het gelijknamige gerechtelijke arrondissement ‘klantvriendelijker’ te maken voor de Vlamingen. In ruil zou de Franstalige Gemeenschap bevoegd worden voor onder meer onderwijs en cultuur in de faciliteitengemeenten en zouden de Franstaligen in Halle-Vilvoorde in Brussel voor Franstalige lijsten kunnen blijven stemmen. Voorts zou de toepassing van de rondzendbrieven van Leo Peeters (SP.A) en Luc Martens (CD&V) versoepeld worden. Ten slotte was meer geld voor Brussel en een aanpassing van de taalwetgeving voorzien.

Maar Spirit, de kartelpartner van de SP.A, vond de prijs te hoog en trok een definitieve streep door een B-H-V-akkoord. De Franstalige onderhandelaars van PS, MR en FDF sloten tevreden de boeken. Met een publieke schouderklop van de koning om ‘het land en de mensen niet in de steek te laten’, trok Verhofstadt vervolgens naar de Kamer om opnieuw het vertrouwen voor zijn regering en de uitvoering van haar sociaal-economische agenda te vragen. Vrijdag kreeg Paars II dat vertrouwen.

Het B-H-V-debacle richtte ondertussen de grootste schade aan in de Vlaamse regering. In haar regeerakkoord maakten CD&V/N-VA, VLD en SP.A/Spirit zich na de verkiezingen van 2004 op voor een onverwijlde splitsing. Maar VLD, SP.A en Spirit kregen dat op het federale niveau dus niet voor mekaar, en CD&V en N-VA wilden het daarbij niet laten. Vlaams minister-president Yves Leterme (CD&V) eiste een concreet gebaar van de paarse coalitiepartners om het vertrouwen te herstellen. Hij werd niet op zijn wenken bediend, zodat de Vlaamse regering het verlengde pinksterweekend inging om de brokken alsnog te lijmen.

‘Wat weerhoudt Leterme ervan om in het kader van een coöperatief federalisme zelf met zijn collega’s van de andere regio’s te onderhandelen? Ik heb een sterk vermoeden dat het federale parlement heel graag de notaris wil zijn van een wetsvoorstel dat de vrucht van een akkoord tussen de gemeenschappen zou zijn’, zegt federaal vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken, Patrick Dewael (VLD), die voor het mislukken van de B-H-V-onderhandelingen vooral met de vinger naar Spirit wijst. ‘In de ultieme fase is het keerpunt gekomen toen Spirit besliste om te communiceren. Daardoor is de logica van het onderhandelingsproces doorbroken. Je kunt er niet uit stappen om openlijk een veto tegen een mogelijk compromis te formuleren en vervolgens terugkeren om voort te onderhandelen. Dat is vals spelen.’

Kon u niet verwachten dat het ‘Vlaams front’ niet zou standhouden door alle ’toegevingen’ aan de Franstaligen?

PATRICK DEWAEL: Bij Spirit is de geest van Hugo Schiltz nooit ver weg geweest. De oude krijger dacht allicht zijn historisch gelijk te halen, ook door ex-partijgenoten en nu VLD-parlementsleden zoals Fons Borginon en Patrik Vankrunkelsven te benaderen. In het compromis dat in de maak was, moesten alle onderhandelaars water bij de wijn doen. Ook voor Spirit, die op een bepaald ogenblik gezegd heeft dat een overheveling van bepaalde wijken in de faciliteitengemeenten naar Brussel mogelijk was. Daarmee liet Spirit het heilige motto van ‘geen morzel grond’ los.

Voor de VLD waren twee punten essentieel: een uitbreiding van Brussel was onbespreekbaar en er mocht niet gemorreld worden aan de financieringswet om de gemeenschappen meer middelen te bezorgen. Dat zou in de kaart van PS-voorzitter Elio Di Rupo gespeeld hebben om in de komende tien jaar niet meer over een nieuwe staatshervorming te hoeven praten. Ook daarover was Spirit bereid te spreken. Als een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde snel en zuiver gerealiseerd kon worden, wilde de VLD wel spreken over de Franstaligen in de faciliteitengemeenten en de Vlaamse Rand, maar ook weer niet tegen elke prijs.

Na de mislukte onderhandelingen spraken VLD, SP.A en Spirit niet meer over een compromis, maar een ‘gesprekskader’. Is dat geen handige manier om voor de Vlaamse publieke opinie afstand te nemen van ‘een slecht akkoord’?

DEWAEL: Nee. Normale communautaire onderhandelingen gaan over een resem punten en eisen die samen in de weegschaal worden gelegd. Nu was er slechts één dossier – of beter: één Vlaamse vraag – zodat we heel creatief moesten zijn om andere elementen toe te voegen. Maar omdat er geen overeenstemming kon worden bereikt over alle punten is er helemaal geen akkoord geweest en geldt in het B-H-V-dossier opnieuw de situatie van voor de onderhandelingen.

U zegt dat het Vlaamse regeerakkoord B-H-V ‘in de etalage’ heeft gezet. Maar dat akkoord is ook door de VLD goedgekeurd en mee onderhandeld door Karel De Gucht en Bart Somers, uw toenmalige en uw huidige partijvoorzitter.

DEWAEL: Ja, maar dat was een middelenverbintenis en een plechtig engagement van de Vlaamse meerderheidspartijen om onderhandelingen te starten en op die manier de splitsing zo snel mogelijk te realiseren.

Het regeerakkoord is een resultaatsverbintenis. In de tekst staat dat de partijen van de Vlaamse regering in het federale parlement een wetsvoorstel over de splitsing van B-H-V zouden indienen en onverwijld goedkeuren.

DEWAEL: Karel De Gucht heeft tijdens en na de Vlaamse regeringsonderhandelingen duidelijk gezegd dat we de federale regering niet zouden opblazen als de B-H-V-onderhandelingen mislukten. Dat is ook nooit tegengesproken door Steve Stevaert (SP.A). Welke partij plaatst nu een handtekening onder een zelfmoordscenario?

Het is geen traditie in dit land dat in communautaire dossiers een meerderheid haar wil oplegt aan een minderheid. Als de Vlaamse meerderheid haar B-H-V-wetsvoorstel zou doordrukken, dan zou dat niet alleen leiden tot de val van de regering. De meerderheidsbenadering zou ook voor andere dossiers mogelijk worden en de kern van ons federaal bestel onderuithalen.

Ook de VLD moest toch weten dat het met de verbintenis in het Vlaamse regeerakkoord onvermijdelijk die kant opging.

DEWAEL: Onmiddellijk na de verkiezingen van 2003 heeft het Arbitragehof gezegd dat de nieuwe kieswet voor Brabant aangepast moest worden. Bij de vorming van Paars II is enkel afgesproken om dat probleem op te lossen. Vervolgens is aan Vlaamse kant in de aanloop naar de regionale verkiezingen van 2004 een collectieve verdwazing ontstaan door een verkeerde lezing van dat arrest. Daarin stond niet dat B-H-V gesplitst moest worden, maar wel dat het behoud van arrondissementele kieskringen in Brabant het gelijkheidsbeginsel schendt.

De onjuiste lezing werd echter gevoed door de oppositie, in de media en ook door de burgemeesters van Halle-Vilvoorde. Daardoor ontstond een oneerlijk beeld dat er niet meer dan vijf minuten nodig waren om de splitsing van B-H-V in het parlement goed te keuren en ook dat er geen prijs voor betaald moest worden. Dat deed afbreuk aan het feit dat over communautaire thema’s in dit land altijd onderhandeld wordt. Bovendien werd gemakshalve vergeten dat een snelle en eenzijdige goedkeuring binnen de vijf minuten zou leiden tot een alarmbelprocedure door de Franstaligen en binnen de vijf dagen tot een federale regeringscrisis. Maar er stond dus steeds meer druk op de ketel en de Vlaamse partijen hebben zich meerdere keren geëngageerd. Het resultaat was wel dat de Vlamingen zichzelf in een slechte onderhandelingspositie hadden gebracht.

Had dit niet vermeden kunnen worden door B-H-V te regelen tijdens de onderhandelingen over Paars II?

DEWAEL: De geschiedenis herschrijf je niet zomaar. Anders waren al veel zaken niet gebeurd die grote schade hebben aangericht. Het uitgangspunt van Paars in 1999 was dat nieuwe stappen in de staatshervorming konden worden gezet op basis van wederzijds respect. In 2002 is dat gelukt met het Lambermontakkoord, maar toen hadden we een veel ruimer onderhandelingskader. De Franstaligen hadden geld nodig voor hun onderwijs, de Vlamingen waren vragende partij voor meer bevoegdheden.

Na de verkiezingen van 2003 wilden we op dezelfde weg voortgaan. Maar dat is doorkruist door de opdracht die de Vlaamse regering aan de federale regering en aan het federale parlement gaf om B-H-V snel te splitsen, en vervolgens door in de Kamer de druk te verhogen om het Vlaamse voorstel desnoods meerderheid tegen minderheid goed te keuren.

Meteen was het door u geprezen wederzijds respect geen lang leven meer beschoren.

DEWAEL: Denkt u niet dat het kot in Vlaanderen te klein zou zijn indien de Waalse regering voor een bepaald dossier van de federale politici hetzelfde zou eisen? In het regeerakkoord van Paars II is een communautair luik opgenomen dat uitgewerkt moet worden in een forum. De Franstalige partijen leven die afspraak na, maar B-H-V is ook contraproductief geweest voor dat forum.

Is het mislukken van de B-H-V-onderhandelingen niet op de eerste plaats contraproductief voor de VLD? Uw partij wordt woordbreuk verweten.

DEWAEL: Dat zou terecht zijn indien we ons niet hadden ingespannen. Dagen, nachten, weken en maanden hebben we een oplossing gezocht. Niemand kan zeggen dat VLD, SP.A en Spirit niet hun best hebben gedaan. Als ik een marathon loop en er alles aan doe om de meet te bereiken, maar ik strand op twee kilometer van de aankomst, heb ik dan woordbreuk gepleegd?

Misschien had u harder moeten trainen om de hele B-H-V-marathon uit te lopen?

DEWAEL: Verhofstadt heeft al in september vorig jaar een poging gedaan. Nadien heeft hij zijn vice-premiers en ministers van Institutionele Hervormingen Johan Vande Lanotte (SP.A) en Didier Reynders (MR) aan het werk gezet, maar ook zij boekten met al hun politieke ervaring geen resultaat. Ten slotte heeft hij het heft weer zelf in handen genomen, om op de valreep niet te lukken omdat uitgerekend een Vlaamse kartelpartner een compromis opblies.

VLD en SP.A/Spirit zijn geslaagd in hun middelenverbintenis en dat kan van CD&V/N-VA niet gezegd worden. Vlaams minister-president Yves Leterme (CD&V) en Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA) zijn in hun zetel blijven zitten om anderen de kastanjes uit het vuur te laten halen. Tegelijk hebben hun partijgenoten in de Kamer de stokebrand gespeeld, het communautaire klimaat doen escaleren en gespeculeerd over een val van de regering.

VLD en SP.A/Spirit mogen dan grote inspanningen geleverd hebben, uiteindelijk worden ze afgerekend op het feit dat er een ‘slecht compromis’ in de maak was en dat B-H-V niet gesplitst wordt.

DEWAEL: Dat zal zo zijn, maar ook wij zijn ontgoocheld dat er niets uit de bus gekomen is. In de laatste fase van de onderhandelingen hadden we drie opties. We konden verkiezingen uitlokken, maar waarover moesten die dan gaan? Over een niet-gesplitst kiesarrondissement, terwijl de sociaal-economische uitdagingen enorm groot zijn? De tweede mogelijkheid was het aanvaarden van een compromis met een te hoge prijs voor de Vlamingen. De derde optie was een onderhandeling zonder resultaat.

Dat laatste is niet goed voor de politieke geloofwaardigheid omdat aan Vlaamse kant maanden de indruk gewekt is dat een splitsing van B-H-V snel en zonder toegevingen geregeld kon worden. Maar het is te verkiezen boven een slecht compromis omdat we nieuwe onderhandelingen in de toekomst niet hypothekeren voor de Vlamingen.

Paars heeft die nieuwe onderhandelingen doorgeschoven tot na de verkiezingen van 2007.

DEWAEL: In België vraagt na verloop van tijd iedereen een nieuwe communautaire ronde. Dan kan B-H-V in een ruimer onderhandelingspakket worden opgenomen. Voor mij is bijvoorbeeld de financieringswet met een grotere financiële verantwoordelijkheid voor de deelstaten een cruciaal punt. Vorig jaar had de federale overheid 2,1 miljard euro meer ontvangsten. Daarvan is 1,7 miljard automatisch naar de gewesten en gemeenschappen gevloeid, zonder rekening te houden met de noden van de diverse beleidsniveaus.

Moet er voor of na de verkiezingen van 2007 onderhandeld worden? Daar doe ik geen uitspraak over. Als de Vlamingen opnieuw een deadline formuleren, lopen ze weer achter een wortel aan die ze niet zomaar van de Franstaligen krijgen.

Nu B-H-V aan de kant geschoven is, wil Paars de sociaal-economische problemen te lijf gaan. Maar is de samenhang tussen VLD, SP.A, PS en MR nog groot genoeg?

DEWAEL: Ik lees ook al die commentaren dat Paars ermee moet ophouden omdat we B-H-V niet eens opgelost krijgen. Maar van de B-H-V-onderhandelingen heb ik niet de indruk overgehouden dat een van de coalitiepartners ermee wil kappen. Integendeel. Als we B-H-V nu achter ons kunnen laten, is er tot 2007 nog meer dan werk genoeg voor de regering.

Het regeerakkoord van 2003 wordt stelselmatig gerealiseerd: de begroting die goed in evenwicht blijft, de uitvoering van het centrale loonakkoord, de operationalisering van de politiediensten, het akkoord met de zorgsector, de verlaging van de vennootschapsbelasting, de gezondheidswet, enzovoorts. Dat de vier regeringspartijen daarbij soms meningsverschillen hebben, is niet ongewoon. Maar het beeld in Vlaanderen dat de PS voortdurend dwarsligt, is zeker niet juist. De PS voert het regeerprogramma uit en doet dat vaak zelfs als de meest loyale partner. Helaas raakte de essentie van dat programma de laatste maanden ondergesneeuwd door B-H-V.

Doet u niet erg laconiek over de begroting, terwijl de economie slabakt?

DEWAEL: Al zes jaar wordt gezegd dat Paars er budgettair niets van bakt, maar al even lang houden we de begroting in evenwicht. In Europa doen alleen Ierland en Finland ons dat na. Dat is niet mogelijk met allerlei trucs.

Paars zou ook te veel op meevallers rekenen, zo wordt beweerd. De uitvoering van elke begroting gaat gepaard met meevallers én tegenvallers. Bij de budgetcontrole van 2005 hebben we 1 miljard euro extra belastinginkomsten ingeschreven. Ze zijn het product van een hogere economische activiteit, die op haar beurt voor een belangrijk deel het resultaat is van de lastenverlagingen door Paars. Dat de economische conjunctuur intussen niet goed is en dat de Nationale Bank de groeiprognose voor dit jaar heeft verlaagd naar 1,8 procent, is ons heus niet ontgaan. Daarom hebben we ook afgesproken om de begroting maandelijks op te volgen zodat we kunnen ingrijpen als het nodig is.

Op de VLD straalt dat allemaal niet af. Het trio Verhofstadt-Dewael-De Gucht regeert de partij kapot, zo wordt gezegd.

DEWAEL: De partij die de premier levert, krijgt altijd tegenwind. Een eerste minister kan ook niet uit de wind wegblijven.

Die wind blaast de VLD terug van 25 procent in 2004 naar 20 procent in 2003 en naar 15 procent in de jongste peilingen.

DEWAEL: Ook in het buitenland gaan staatshoofden en regeringsleiders door moeilijke periodes en hebben peilingen vaak een stigmatiserend effect. Maar als we tot aan de verkiezingen van 2007 doorgaan, kunnen we een globale balans aan de kiezers voorleggen. Die zal minpunten bevatten, maar ook veel pluspunten.

Heeft het optimisme van Verhofstadt ook u al aangestoken?

DEWAEL: Met cynisme of mismoed bereiken we evenmin iets. Ik begrijp dat veel leden en militanten van de VLD bezorgd zijn. Maar er is wel een groot verschil tussen bijvoorbeeld het dossier over het migrantenstemrecht en B-H-V. De goedkeuring van het migrantenstemrecht, waarvoor ook de MR en SP.A de wonden hebben mogen likken, werd scherp aangevoeld aan de basis van de VLD, van De Panne tot in Kinrooi. Het dossier-B-H-V is ook heel belangrijk omdat het gaat over politieke geloofwaardigheid, maar het leeft vooral in dat gebied. Daarbuiten zijn er vooral irritaties omdat het zolang heeft aangesleept. Daarom geven we nu ook beter toe dat we er niet uit geraakt zijn en nemen we een tijdelijk verlies erbij.

De onrust binnen de VLD wordt vooral geventileerd door Jean-Marie Dedecker. In het B-H-V-dossier noemde hij de Vlaamse politici – ook die van de VLD – ‘prostituees die zich laten naaien door de Walen’.

DEWAEL: Ik draai lang genoeg mee in de partij om te weten dat de onrust bij de militanten en mandatarissen minder groot is dan wordt gezegd en geschreven.

Los daarvan heb ik altijd moeite gehad met mensen die de politiek al te zeer vereenvoudigen. Ook met de voorstelling van zaken door Dedecker heb ik soms moeite en ik zeg dat ook tegen hem persoonlijk. Wie roept dat B-H-V gemakkelijk opgelost kan worden als we ons maar niet laten kloten door de Walen, die praat de mensen naar de mond. Over dat dossier heeft Dedecker overigens ook gezegd dat hij het geen regeringscrisis waard vond.

Een van uw persoonlijke conversaties met Dedecker op het partijbureau deden hem enkele weken geleden wel met slaande deuren vertrekken.

DEWAEL: Dat incident wijst op een charme én een zwakte van de partij. De VLD kan niet op een stalinistische manier werken. Daardoor sijpelen er meningsverschillen naar buiten. Maar liever dat dan de ijzeren discipline die bij sommige andere partijen heerst.

Dedecker haalde bij de VLD-voorzittersverkiezingen tegen Bart Somers 38 procent van de stemmen. Die hoge score geeft hem verantwoordelijkheid. Om punten aan te kaarten die minder goed zijn, maar ook om mee aan de kar te duwen als het moeilijker gaat voor de partij.

De VLD houdt deze week een economisch congres. Met voorstellen om de sociale lasten in tien jaar te halveren, de werkloosheidsuitkeringen in de tijd te beperken en meer ruimte aan de privé te geven in de zorgverlening, zit u ook midden in het debat over de sociale zekerheid.

DEWAEL: Het ene sluit het andere toch niet uit. Na ons congres over sociale zekerheid in 1994 werden we verketterd wegens niet sociaal. Intussen worden onze voorstellen over onder meer de aanvullende pensioenen en de ziekteverzekering door andere partijen overgenomen.

Een gezonde economie is onze core business. Het is de basis van alles, ook van de betaalbaarheid van de sociale zekerheid. Daarom moet arbeid beloond worden en is het scheppen van banen dé uitdaging. De activiteitsgraad moet naar omhoog als we de Lissabondoelstelling van 70 procent willen benaderen. Dat vergt goed opgeleide en gemotiveerde mensen. Dat maakt het noodzakelijk om regelingen af te bouwen die mensen aanmoedigen om lang voor hun pensioen de riem af te leggen.

Met het congres zou de VLD weggaan uit het centrum en ‘een ruk naar rechts’ maken?

DEWAEL: De VLD is liberaal. Ik doe niet mee aan al die franjespelletjes over centrum, rechts, conservatief. Voorts is het belangrijk een onderscheid te maken tussen een partijprogramma en een regeerprogramma. Daarom is het goed dat de VLD, naast haar inbreng in de regeringen, haar programma opfrist, zodat de mensen weten waar we voor staan en gaan.

Door Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content