Het aantal fraude- en corruptiedossiers bij de Antwerpse overheid is inmiddels tot 64 opgelopen. ‘We pulken aan een ijsberg, waarvan niet meer dan een tipje boven water steekt’, denkt procureur Bart Van Lijsebeth.
Met een bezwaard gemoed stapte Monica De Coninck de kantoren van het Antwerpse parket aan de Britselei binnen. Het was 21 september en de voorzitster van het OCMW had anomalieën in de boekhouding opgemerkt tijdens een intern onderzoek bij het OCMW en bij vier openbare ziekenhuizen van de vzw Ziekenhuisnetwerk Antwerpen. Dat heeft de sfeer bij het Antwerpse OCMW danig verzuurd: De Coninck kreeg in de wandelgangen zelfs te horen dat ze beter wat gas terugnam als ze haar politieke loopbaan niet op het spel wilde zetten. Op 1 oktober plakte het auditbureau Ernst & Young een cijfer op de anomalieën: er ontbreekt een afdoende verklaring voor geldstromen ten bedrage van 22,5 miljoen euro uit de periode 1996 tot 2001, de regeerperiode van voorzitter Bob Cools. Het parket schakelt bij het onderzoek naar mogelijke fraude de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie in (CDBC, het vroeger Hoog Comité van Toezicht).
Bij het Antwerpse parket kijken ze amper nog op van de verhalen over verdwenen kasdagboeken met cruciale gegevens over de transfers tussen het OCMW en de ziekenhuizen, of over bodes die met enveloppen vol overheidsgeld door de Antwerpse straten dwalen. Ook de structurele tekorten in de financiële huishouding van het OCMW wekken weinig verwondering. Het verhaal is stilaan bekend: het is gewoon de zoveelste aflevering van een reeks grote en kleine fraudes die de stad in een stevige houdgreep hebben. ‘Antwerpen is een enorme biotoop waar zich allerhande creaturen aan hebben vastgehaakt’, zucht een bron bij het gerecht. ‘En daar zitten onvermijdelijk parasieten tussen.’
Véél parasieten, zo blijkt. Het OCMW-dossier past in een schier eindeloze stroom verhalen over fraude en corruptie in de Scheldestad. Het is inmiddels gerechtelijk onderzoek nummer 64 – het A4’tje dat als leidraad moet dienen voor de maandelijkse vergadering van politie en parket over de dossiers, groeit uit tot een angstwekkend bundeltje.
Zeven van de 64 dossiers dragen de naam van vooraanstaande Antwerpse politici: Patrick Janssens (SP.A) en het voltallige oude schepencollege in de Telepolis-zaak, schepen Leo Delwaide (VLD) in een dossier over misbruik van havenfondsen, Mieke Vogels (Groen!) in een fraudedossier rond reclamebordenverhuurder JC Decaux, en gewezen burgemeester Leona Detiège in een dossier over de aankoop van het SP.A-secretariaat in de Everaertstraat. In vijftien dossiers spelen toplui van de Antwerpse politie een hoofdrol – acht keer de intussen geschorste hoofdcommissaris Luc Lamine, zeven keer Eddy Den Hondt, die in Antwerpen de politieschool leidde. Wellicht zullen de dossiers over de politieschool de eerste van de 64 zijn die effectief voor de rechtbank worden ingeleid.
Verdachtmakingen
Een tiental speurders van de algemene politie-inspectie en de CDBC is intussen al ruim een jaar aan het graven in de stroom van tips, klachten en verdachtmakingen over malversaties in de administratie en de politiek van de stad Antwerpen. Het resultaat: vuistdikke dossiers over het Antwerpse stadsbestuur en zijn diensten, en een onuitputtelijke potpourri van misdrijven, verduisteringstechnieken en methodes om die te verdoezelen.
In verschillende dossiers blijken grote sommen geld naar vzw’s of charitatieve instellingen te zijn versast, maar zonder details over de bestemming of enige vorm van controle over de besteding ervan. Enkele stedelijke vzw’s hebben forse uitgaven ingeboekt, maar vergaten een bestemmeling naast het bedrag te vermelden. Elders blijken tientallen computers plots in rook opgegaan of gingen gesponsorde sportclubs met grote sommen overheidsgeld aan de haal. En dan is er nog een waslijst van door het stadsbestuur of de administratie bestelde studies die handenvol geld gekost hebben. De beoordeling van het nut ervan stoelt op een inhoudelijke appreciatie, en daar is het parket in principe niet bevoegd voor, maar soms moet dat nut wel héél erg ver worden gezocht.
‘Het lijkt alsof deze praktijken zich op alle niveaus van het Antwerpse bestuur hebben genesteld’, zegt procureur Bart Van Lijsebeth. Toch zal de waslijst van verdenkingen lang niet evenveel vervolgingen opleveren. Achttien van de 64 dossiers zijn intussen zonder gevolg geklasseerd. Niet noodzakelijk omdat er geen vuiltje aan de lucht was. Maar vaak ontbreken de bewijzen om de schuldigen aan te wijzen en aan te klagen, hoewel in verschillende gevallen de verduistering onbetwistbaar was.
‘We zijn in deze dossiers herhaaldelijk op de limieten van het strafrecht gebotst’, zegt Van Lijsebeth. ‘In Antwerpen zijn zonder de minste twijfel grote geldsommen voor betwistbare doeleinden gebruikt. Maar als we de fraude niet aan bepaalde personen kunnen linken, hebben wij geen dossier. We weten nu al dat we er niet in zullen slagen om élke malversatie van de Antwerpse overheid voor de rechter te krijgen.’
In verschillende onderzoeken blijken namelijk cruciale documenten verdwenen, waardoor de herkomst of de bestemming van grote bedragen niet meer te traceren valt. Speurders vrezen daarom ook dat het dossier waarin het meeste overheidsgeld van zijn rechtmatige eigenaar is afgeleid, nooit in een rechtbank zal geraken. Omdat de schuldigen strafrechtelijk buiten schot blijven.
Het is de grootste frustratie van de Antwerpse speurders: dat de onterechte aankoop door een brandweerman van een peper- en zoutvat makkelijker te bewijzen is dan de verduistering van ettelijke miljoenen waar al die tijd een ondoordringbaar mistgordijn rond is opgetrokken. Precies om die reden zal de stal niet door het gerecht alleen kunnen worden uitgemest, weet Van Lijsebeth: ‘Een aantal camouflagetechnieken is zo goed uitgekiend, en het gebrek aan controle was zo flagrant dat we óf niet op de fraude zullen stuiten, óf dat we ze nooit kunnen bewijzen. We pulken aan een reusachtige ijsberg waarvan strafrechtelijk maar een klein stukje boven water steekt.’
Vrij vertaald: er is in de stad aan de stroom voor miljarden verduisterd of verspild, in oude Belgische franken gerekend. En nog altijd zijn er mensen die zich hardnekkig verzetten tegen het dichtdraaien van die geldkranen.
Een veiligheidsbeleid
De gevolgen van de fraudespiraal zijn niet gering. Niet alleen is er gigantisch veel belastinggeld verkwist, maar het onderzoek naar fraude brengt ook de werking van de Antwerpse stadsdiensten in het gedrang. Afspraken bijvoorbeeld over de samenwerking tussen overheid, politie en parket ondervonden schade van de gerechtelijke onderzoeken: ze werden het jongste anderhalf jaar geregeld herroepen omdat een van de betrokkenen in een gerechtelijk onderzoek was opgedoken. Van Lijsebeth slaakt een diepe zucht: ‘Het is moeilijk om een coherent veiligheidsbeleid te ontwikkelen, als je je voortdurend moet afvragen of je gesprekspartners de volgende dag nog op hun stoel zitten.’
Gelukkig hebben politiek en gerecht één troost: de overtuiging dat Antwerpen op termijn versterkt uit de hele heisa komt. De gerechtelijke onderzoeken zijn voor de Antwerpse overheid het signaal om orde op zaken te stellen. Momenteel wordt er gewerkt aan betere controlemechanismen en een strikter toezicht op de aanwending van overheidsgeld. Er is een Inspectie van Financiën opgericht, die uitgaven vóór besteding controleert, en er komt een audit door onafhankelijke ambtenaren, die ná besteding nagaat of het geld goed is terechtgekomen. Er kwam een integriteitsbureau onder leiding van een eremagistraat. En deze maand nog wordt een grondige sanering van de Antwerpse vzw’s afgerond: een pak vzw’s wordt afgeschaft en er zijn maatregelen uitgewerkt om de doorzichtigheid van de blijvers te garanderen.
‘Wanneer het stof gaat liggen, moet Antwerpen hier ongetwijfeld beter van worden’, hoopt Van Lijsebeth.
Frank Demets – Dirk Draulans