Met Bert Anciaux heeft Vlaanderen eindelijk een minister die een krachtig topstukkenbeleid voert.En weer is het niet goed. Wat had hij dan gedacht?
Een fragment uit een interview dat Het Laatste Nieuws had met cultuurminister Bert Anciaux (Vl.Pro) en zijn vrouw, (ons) Damienne. We schrijven 1 april 2006. Anciaux heeft net 400.000 euro betaald voor Pense-Bête, het eerste kunstwerk van Marcel Broodthaers.
Damienne: ‘ Ik schrok toch ook efkes: zoveel geld voor een hoop versleten boeken met wat plaaster op gespoten. En je weet niet wat het opbrengt, hè?‘
Bert: (fel) ‘Dat brengt wél op, Damienne. Stel u eens een leven voor zonder cultuur, zonder sociale omgang, zonder plezier, zonder verbazing, zonder creativiteit, zonder verwondering. Dan zijn we geen mensen, maar dieren.’
Damienne: ‘Ik heb zo geen spontane kunstneiging. Maar je leert dat wel appreciëren.‘
Twee willekeurige citaten uit de lezersrubriek van Het Laatste Nieuws van vorige week. Anciaux heeft net Oude man in een kroeg van Adriaen Brouwer gekocht.
‘De staat heeft veel geld nodig, ze zouden dergelijke grote uitgaven beter stopzetten. Als het slecht gaat, geeft men geen geld uit. Wie zal erom huilen of we in Vlaanderen een schilderij meer of minder bezitten?’
‘Het is weer zover! Anciaux verspilt onze centen. Hebben wij die kunstwerken wel nodig? Hij zou dat geld beter besteden aan goede doelen.’
In de jaren tachtig liet Patrick Dewael De intrede van Christus in Brussel van James Ensor vertrekken naar het Getty Museum, en bij het begin van zijn ministerschap kon Anciaux ook niet verhinderen dat een markttafereel van Joachim Beuckelaer naar de National Gallery verhuisde. De kritiek was toen vlijmscherp. Vlaanderen deed niets om zijn kostbaarste patrimonium binnen de eigen grenzen te houden.
Anciaux liet een Topstukkendecreet goedkeuren, verzamelde een behoorlijk aankoopbudget en laat zich sindsdien leiden door experts telkens als zich de kans voordoet om een topstuk te ‘redden’.
De kritiek is niet geluwd. Hij komt nu echter uit populistische hoek. De Mosselpot van Marcel Broodthaers (250.000 euro) was geldverspilling. Zelfs ‘klassieke’ werken zoals die van Adriaen Brouwer vallen niet in de smaak bij de brievenschrijvers van HetLaatste Nieuws. Zij zijn nog altijd de beste barometer voor het gesundenes Volksempfinden. Wetstraatwatchers, reclamemensen en politici houden die pagina dan ookangstvallig in de gaten.
Bert Anciaux heeft er zich allang bij neergelegd: met cultuur kun je geen stemmen winnen. De brievenschrijvers van Het Laatste Nieuws vinden dat cultuur niet moet worden gesubsidieerd. Tout court. Cultuur is luxe en daarmee uit.
Anciaux heeft nochtans een koopje gedaan. Het schilderij is nu al meer dan het dubbele waard dan de bijna 800.000 euro die hij ervoor betaalde. Dat Anciaux het niet vroeger kocht, is logisch: het decreet maakte dat onmogelijk omdat er voordien niet voldoende garanties waren dat het wel degelijk om een Adriaen Brouwer ging. Maar Anciaux krijgt dat nooit uitgelegd. Zeker niet wanneer hij er alleen voor staat. Het stilzwijgen van Paul Huvenne, baas van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen (waar Oude man in een kroeg voortaan zal hangen), was wel erg lafhartig.
Anciaux heeft nog wat geld over om topstukken te kopen. Hopelijk kan hij nog vaak zulke koopjes doen. Het is niet omdat Vlaanderen geen ‘spontane kunstneiging’ heeft dat we geen kunstbeleid moeten voeren.
door Karl van den Broeck