Op het KB Lux-proces wordt deze week gepleit over de rechtsgeldigheid van het bewijsmateriaal uit het onderzoek.
Vorige week, veertien jaar na het begin van het onderzoek, begon eindelijk het monsterproces over de vermoedelijke belastingfraude bij KB Lux (nu KBL European Private Bankers). Na vier dagen werd het proces tot donderdag 29 oktober opgeschort. De voorzitter van de rechtbank, Pierre Hendrickx, nodigde alle partijen uit om op die dag eerst en vooral te pleiten over de rechtsgeldigheid van het onderzoek.
Zijn verzoek kwam er na uitspraken van raadsheer Frédérique Lugentz, die op verzoek van de verdediging kwam getuigen over zijn onderzoek naar de manier waarop de speurders de bewijslast in het KB Lux-dossier hadden verzameld. Volgens hem zijn ‘de 2995 documenten waarop het hele onderzoeksdossier tegen KB Lux is gebaseerd, eind 1994 tijdens een in scène gezette huis-zoeking in beslag genomen’.
Omdat de uitspraken van Lugentz volgens de verdediging vragen doen rijzen over de geldigheid van het onderzoek, schortte de voorzitter van de rechtbank de zaak een paar dagen op. In die tijd kreeg de verdediging de tijd om drie gerechtelijke onderzoeken in te kijken, die de voorzitter heeft opgevraagd en waarin de vermeende manipulatie wordt onderzocht.
Over de manipulatie van de bewijslast bestaan al langer grote twijfels. In april 1998 beschreef Frank De Moor in Knack, in ‘Recht op de kromme manier’, en ‘Bewijzen van bedrog’, als eerste uitvoerig hoe een zekere Jean-Pierre Leurquin, een geschorste veearts, leurde met documenten die gewezen bedienden van KB Lux hem zogezegd hadden toevertrouwd. Hoewel Leurquin als informant van de gerechtelijke politie op de zwarte lijst was beland, leverde hij hen toch informatie. Om die informatie, die op een ongebruikelijke manier verkregen was, toch als bewijsmateriaal te kunnen gebruiken, werd achteraf een huiszoeking in scène gezet in een compleet andere zaak. De documenten uit de KB Lux-zaak werden daarbij ’toevallig’ in beslag genomen. Die bewijslast zou later worden aangewend in het gerechtelijke onderzoek van de Brusselse onderzoeksrechter Jean-Claude Leys, en zou ook gebruikt worden om voorzitter Damien Wigny van KB Lux in november 1997 gedurende negentien dagen in voorarrest te houden.
Voor alle duidelijkheid: het Hof van Cassatie heeft Jean-Claude Leys in 2007 vrijgesproken van vermeende malversaties in zijn onderzoek. Over de rechtsgeldigheid van de bewijslast die verzameld werd en de ontvankelijkheid van de procedure wordt deze week opnieuw gedebatteerd.
In het KB Lux-proces moeten veertien verdachten zich komen verantwoorden. Elf van hen zijn topbankiers van de vroegere Kredietbank of van KB Lux, onder wie voormalig directievoorzitter van KBC, Remi Vermeiren, en de gewezen topman van KB Lux, Damien Wigny. De elf bankiers staan terecht, omdat ze gefortuneerde klanten zouden hebben geholpen om zwarte kapitalen wit te wassen. Volgens de akte van inbeschuldigingstelling worden ze verantwoordelijk geacht voor een van de grootste fraudezaken ooit in België, die door het parket geschat wordt op 400 miljoen euro.
Ingrid Van Daele
‘Ga niet naar Kopenhagen met het milieu als enige bekommernis. Ook energievoorziening moet een zorg zijn.’
Christophe de Margerie van energiebedrijf Total, over de klimaattop, in de ‘Financial Times’.