Minister-president Patrick Dewael roept op tot de vorming van een groot Vlaams front. Je zou denken dat zo’n Vlaams minister-president momenteel andere prioriteiten aan zijn hoofd heeft. Want economisch gaat het echt niet goed. De werkloosheid stijgt mede als gevolg van bedrijfssluitingen en een stoet van faillissementen. Tal van banenplannen liggen lam door een gebrek aan middelen, waardoor zelfs de minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt technisch werkloos dreigt te worden.
Maar goed. Er komt dus ‘een hecht front’, dat ter voorbereiding van nieuwe fasen van de staatshervorming een reeks van prioriteiten zal vastleggen. Een minimumprogramma dat voorziet in meer fiscale autonomie en ruimere bevoegdheden voor mobiliteit, inclusief de NMBS, gezinsbeleid, gezondheidszorg en werkgelegenheid. Gewapend met dat minimumprogramma moeten de Vlaamse partijen dan na de volgende verkiezingen, schouder aan schouder, naar de regeringsonderhandelingen trekken.
Eerder al bepleitte de minister-president tijdens de viering van de VZW De Rand de afschaffing van de taalfaciliteiten voor de Franstaligen in de Vlaamse gemeenten rond Brussel. Al moest hij toegeven dat die afschaffing alleen mogelijk is met de goedkeuring van die Franstaligen. Dat laatste scheelt wel een hele slok.
Hoe dan ook, de woorden van de minister-president over dat Vlaams front waren nog niet koud of zijn voorganger Luc Van den Brande blies opnieuw het stof van zijn voorstel van resolutie voor een Vlaamse conventie, dat nu ook de volle steun krijgt van de N-VA van Geert Bourgeois.
Zo te zien is iedereen al vergeten dat begin maart 1999 alle Vlaamse partijen een heilig verbond sloten om zich bij de volgende staatshervorming niet te laten doen. Wie dat wil nalezen, kan de teksten van die vrome resoluties nog verkrijgen bij de diensten van het Vlaams parlement.
Luttele maanden later echter werd die afspraak galant verbroken door VLD, SP en Agalev. Want, zo luidde het, het heilloze Van den Brande-spoor werd verlaten. En plotseling zagen we televisiebeelden van Vlaamse ministers op de thee bij hun Waalse collega’s. Drie jaar later gaat de communautaire slinger evenwel opnieuw de andere richting uit.
Dit keer beseffen die Franstaligen niet wat ze in 2003 te wachten staat. En dan hebben ze nog geen kennis genomen van het nieuwste boek van VLD-voorzitter Karel De Gucht.
De toekomst is vrij luidt de opbeurende titel boven het politieke geprakkeseer waar de aanvoerder van de Vlaamse liberalen zich de voorbije maanden aan overgaf. We gaan meteen naar bladzijde 144, naar hoofdstuk zes, ‘Meer Vlaanderen om beter te besturen’, waar de VLD-voorzitter er hard op inhakt.
In dat hoofdstuk herinnert De Gucht fijntjes aan het tweede burgermanifest van Guy Verhofstadt. Die betoogde daarin dat de twee gemeenschappen rond de tafel moeten gaan zitten om uit te maken wat ze nog samen willen doen en wat niet meer. ‘Ik vind dat een goed idee’ schrijft de VLD-voorzitter, die de indruk heeft dat België toch geen meerwaarde meer biedt.
De Gucht heeft geen zin meer in eindeloze discussies over de financiering van de NMBS, over de werkloosheidscijfers, over de gezondheidszorg. Vooral dat laatste roept bij hem sterke wrevels op.
Waarom kost een blindedarmontsteking in Wallonië bijna tweeduizend euro meer dan in Vlaanderen? Waarom ligt de reanimatie van neo- naten in sommige Waalse ziekenhuizen tien keer hoger dan in Vlaamse ziekenhuizen? Waarom kost in het totaal van de uitgaven van de ziekteverzekering een Waal 44 euro meer, een Brusselaar zelfs 143 euro meer dan die hardwerkende Vlaming?
Waarom, vraagt De Gucht, zorgt Wallonië voor 49 procent van de Belgische werklozen en laat het slechts 7,6 procent van de Belgische schorsingen noteren?
Pogingen om daar wat aan te doen, stoten volgens hem op de weerbarstigheid, soms zelfs de onwil, aan Franstalige kant.
Als koerswending van de VLD kan dit wel tellen. Met die taal keren de Vlaamse liberalen ineens terug naar de VLD van het tweede burgermanifest, waarin Verhofstadt letterlijk schreef dat nationalisme gekoppeld aan de liberale democratie een bevrijdende energie oplevert.
Toch zit de VLD met een probleem als ze al die bevrijdende energie wil loslaten. Ze moet voor die onderneming immers de hulp van de Franstalige landgenoten verkrijgen. Blijkt nu dat ze bij de onderhandelingen over het Lambermont-akkoord al het Vlaamse wisselgeld heeft opgebruikt.
Als grote volkspartij met regeringsambitie zal de VLD toch moeten uitkijken met dat soort communautaire voornemens. De Gucht telt intussen met Johan Van Hecke de gewezen voorzitter van een volkspartij onder zijn VLD-leden. Van hem kan hij vernemen wat er gebeurt als een regerende volkspartij omwille van het hogere belang het eigen programma bijknipt of helemaal opzijschuift.
Pleiten voor de regionalisering van de ziekteverzekering is als het trekken van een pistool. Wie dat wapen bovenhaalt, moet ook bereid zijn het te gebruiken.
Rik Van Cauwelaert