Bill Gates van Microsoft strijkt neer bij Lernout & Hauspie, maar daar houdt het niet op. Van Ieper tot Leuven-Haasrode : de Vlaamse informatie- en communicatietechnologie floreert als nooit tevoren.
Met de felicitaties van de bankiers in New York voor Luc Van den Brande erbovenop de regeringsleider, die hen had proberen te verleiden om te investeren in Vlaanderen. Bleek die kleine, in Amerika nauwelijks bekende regio warempel een grote vis gevangen te hebben. Het Microsoft van Bill Gates strijkt in Ieper neer. Het is de Amerikanen niet ontgaan : zij houden hun computerwonder en dankzij bits en bytes rijkste landgenoot scherp in het oog. Bijgevolg zagen de absolute number one in de wereld van de informatie- en communicatietechnologie scheep gaan met het naar wereldnormen gemeten bescheiden Lernout & Hauspie Speech Products (LHSP). Van den Brande : ?Geweldig, Bill Gates zet Vlaanderen op de kaart. Met de Lernout & Hauspie-story springt de hele Vlaamse kennisindustrie enkele jaren vooruit. Jonge ondernemers trekken zich op aan dat voorbeeld.?
Het succesverhaal van de Ieperse spraaktechnoloog is intussen populair, en de hoofdrolspelers doen er alles aan om dat zo te houden. Computerfanaten herkennen er overeenkomsten met Silicon Valley in. Zo het feit dat hun curriculum geen van beide West-Vlamingen voorbestemt om geschiedenis te schrijven in de softwarebusiness. Jo Lernout (49) is regent wetenschappen die via Wang en Barco aan de computers geraakte, en Pol Hauspie (46) schreef als fiscalist automatische boekhoudprogramma’s. Of dat zij tien jaar geleden hun bedrijfje opstartten met twaalf miljoen, die ze bijeen gescharreld hadden. En vooral dat zij resoluut kozen voor de spraaktechnologie. Toeval, genialiteit ? Nu heeft directeur Patrick De Smedt van Microsoft Benelux gemakkelijk voorspellen dat ?op termijn, het gesproken woord de computer is?, maar voor het jonge LHSP was een computer zonder toetsenbord lang geen evidentie.
In Ieper schrijven ze met 250 personeelsleden programma’s die computers laten praten en luisteren, vragen beantwoorden en teksten vertalen en samenvatten. Met de technologie van Lernout & Hauspie vertellen morgen autocomputers hun bestuurder welke weg hij moet volgen, en maakt de digitale beeldschermsecretaresse op kantoor afspraken en tikt gedicteerde brieven uit. LHSP verkoopt de spraaktechnologie niet rechtstreeks op de markt, maar onder licentie aan eindproducenten van software. Zo’n tweehonderd licenties moeten stilaan een grote geldstroom aan royalties naar Ieper genereren.
Maar Microsoft zelf buigt zich met meer mensen dan LHSP over de spraaktechnologie ; net als anderen overigens, zoals IBM, Motorola en AT&T, dat een tijdlang bij het West-Vlaamse avontuur betrokken was. Waarom valt Gates dan op Ieper ? Wantrouwige lui menen dat hij Lernout & Hauspie in het oog wil houden en vermijden dat ze te veel met zijn concurrenten flirten. Dat kan best : voor Ieper betekent een kapitaalaanbreng van 1,7 miljard frank, met straks wellicht nog 550 miljoen frank erbovenop, heel wat. Voor Microsoft, dat op een oorlogskas van negen miljard dollar zit en alles ter wereld kan kopen wat het wil, stelt het niet eens een peulschil voor.
SUCCES TREKT SUCCES AAN
Dat het Amerikaanse topbedrijf niet alleen met geld maar ook met verregaande technologische samenwerking over de brug komt voor de eerste keer met een Europese partner bewijst dat de Vlamingen cum laude voor hun examen slaagden. De Amerikanen hebben bovendien LHSP nodig. Machteloos eentalig als ze zijn, ontdekten ze plotseling dat niet de hele wereld Engels spreekt en dat Ieper zijn computers niet alleen in de grote Europese talen laat communiceren, maar ook in het Japans, Chinees, Arabisch, Russisch en straks in nog andere talen. Het is (nog ?) niet bevestigd dat de LHSP-technologie in de na Windows 95 volgende versies komt. Maar de operationele samenwerking met Microsoft de reus die 95 procent van de wereldmarkt voor pc-besturingssystemen bezet , geeft Lernout & Hauspie goede kansen dat zijn spraaktechnologie uitgroeit tot dé wereldstandaard. Dat is dan echt feest.
Niet alleen de voorzitter van de Vlaamse regering kan moeilijk zijn enthousiasme over het succes van Lernout & Hauspie, en Vlaamse navenanten, onderdrukken. Ook adjunct-directeur Eric Vermeylen van het Vlaams Economisch Verbond (VEV) verklaart met voldoening dat ?dat in Vlaanderen de kennis en knowhow aanwezig zijn, wat Barco al lang en LHSP nu spectaculair bewijzen?. Barco-topman Hugo Vandamme zelf bevestigt vanuit Tokio dat LHSP een meetrekkersfunctie zal hebben. ?Twee jaar geleden stonden we slecht, maar nu zit Vlaanderen goed in de informatie- en communicatietechnologie. We hebben een enorme inhaalbeweging gemaakt.? En directeur-generaal Wilson De Pril van Fabrimetal-Vlaanderen weet dat, na de afbouw van de klassieke industriële maatschappij, de goeie opties voor de toekomst zijn genomen en de fundamenten voor een nieuw soort economie zijn gelegd. ?Een paar jaar geleden was ik nog pessimistisch, nu zie ik redenen om optimistisch te zijn. Vlaanderen kan het ; op bepaalde gebieden zelfs op wereldniveau. Het succes van Lernout & Hauspie brengt een positieve spiraal op gang. Marketinggewijs is dit bijzonder belangrijk. Succes trekt succes aan.?
Lange tijd gold Barco in Vlaanderen als hét voorbeeld van een succesvol geavanceerd technologiebedrijf. Alsof Barco alleen stond. De Derde Industriële Revolutie de populaire Dirv van de jaren tachtig, die de eerste Vlaamse regering van Gaston Geens samen het Vlaams Economische Verbond lanceerde , stimuleerde de ondernemingen toen al in de richting van de nieuwe basistechnologieën. De lucht- en ruimtevaart en de biotechnologie dienden als motor voor de industriële vernieuwing. De digitale revolutie stuurde de ondernemingen snel naar de informatie- en communicatietechnologie (de ICT : de computers zijn er al, nu gaat het om communicatie tussen computers).
LANGS DE AS BRUSSEL-ANTWERPEN
Het is allemaal niet zo duidelijk wat wel en niet onder ICT valt, maar het houdt beslist niet op bij de leveranciers aan de informatiemaatschappij. Klassieke industrieën als Picanol, LVD en Vandewiele stoppen tegenwoordig hun machines vol software. Traditionelen als Alcatel-Bell en Siemens-Atea zijn up-to-date kennisbedrijven en voorlopers in de telecommunicatiesoftware. Uit het Mortselse fotobedrijf Afga-Gevaert groeide het nu beroemde Xeikon van Lucien De Schampelaere, fabrikant van razendsnelle digitale kleurendrukmachines die ophef maken in de internationale drukkerswereld, waar computertechnologie en industriële activiteit zeer dicht bij mekaar liggen. De quasi dood verklaarde Philips-fabriek in Hasselt schakelde over van consumentenelektronica de hi-fi-apparatuur die ontwikkelingslanden goedkoper kunnen produceren naar de geavanceerde kennistechnologie van optical storage. De Hasseltse disc, het werk van honderden Vlaamse ingenieurs, kan videobeelden opnemen en weer wegvegen.
De door Europa opgelegde liberalisering van de telecommunicatie gaf nieuwe stimulansen, met de privatisering van het staatsbedrijf Belgacom en de lancering van de mobiele telefoon met Proximus en Mobistar als gevolg. De overheid zet, met de financiële en technische inbreng van US WestTelenet Vlaanderen op, om de televisiekabel voor multimediatoepassingen te gebruiken. Experimenteel telefoneren al enkele duizenden gezinnen via de kabel of surfen zij op ’s werelds informatiesnelwegen. Het Internet veroorzaakt niet alleen een informaticaopstoot, maar is een bron van nieuwe economische activiteit. De beroepsvereniging Insea van de informatiedienstenbedrijven noteert een 2.500-tal softwareondernemingen. Een groot deel daarvan werkt voor ondernemingen, maar een enorm aantal kleine bedrijfjes, die komen en gaan, avonturieren op de Internet-business. Zeventig procent van de information service is in Vlaanderen actief, langs de as Brussel-Antwerpen. De informatie- en communicatietechnologie, het loopt allemaal door mekaar, maar het bevrucht mekaar wederzijds, schept nieuwe economische activiteit en nieuwe werkgelegenheid.
IDEE WORDT COMMERCIEEL PROJECT
Vanuit de Derde industriële revolutie in Vlaanderen ontstond de technologievallei van Leuven-Haasrode. Niet de privé-sector, maar de Vlaamse overheid en het Vlaamse geld en de Leuvense universiteit zwengelden er de nu bloeiende privé hightechsector aan. Zowat alle bedrijven en bedrijfjes kiemden er uit Imec, het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum van professor Roger baron Van Overstraeten, een van de Dirv-pioniers. (Aan Imec was de oprichting gekoppeld van de Oudenaardse chipbakker Mietec, dat nu volledig aan Alcatel-Bell toebehoort). Het onderzoekslaboratorium voor halfgeleiders, dat de Vlaamse regering van Gaston Geens een dozijn jaren geleden in Heverlee oprichtte om het industrieel weefsel in Vlaanderen te versterken, is uniek in Europa. Het centrum, met zowat een miljard frank subsidie per jaar en een pak inkomsten uit contractonderzoek voor de privé-sector en uit licenties op eigen vindingen, bundelt zevenhonderd werknemers, in overgrote meerderheid ingenieurs, van wie vijfhonderd op de eigen betaalrol. Ze sleutelen aan toekomstgerichte verschijnselen als digitale ontwerptechnologie, draadloze communicatie, hoge-snelheidsmodems, geheugenoptimalisatie voor beeldvorming…
Van Overstraeten, die in zijn jonge jaren Silicon Valley zag ontstaan aan de universiteit van Stanford in Californië, weet onderzoekers warm te maken voor ondernemersschap. Een briljant idee blijft dood als het geen commercieel project wordt. Imec functioneert dan ook als een echte broeikas voor nieuwe ondernemingen, momenteel al een veertiental. Verleden jaar zagen vijf spin-off bedrijven het levenslicht : Smartpen (biometrische herkenning van de handtekening), Sirius Communications (chips in draadloze telecommunicatie), Target Compiler Technologies (aanpasbare processoren), Coware (designsoftware) en Madgic (waarschuwingssysteem in auto’s tegen botsingen).
De bedrijven ontstaan er op zijn Amerikaans. Zo ontwikkelden, begin van dit decennium, ingenieurs van de KU Leuven voor het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid apparatuur om chromosomen automatisch te klasseren. Daarmee hadden zij hùn beeldtechnologie. In Haasrode zetten André Oosterlinck, de huidige rector van de universiteit, en enkele ingenieurs met een bescheiden kapitaal van vier miljoen frank Icos Vision Systems in de steigers. De omzet van hun visuele inspectiesystemen voor geïntegreerde schakelingen en het bestukken van componenten is intussen verscheidene keren verdubbeld, het personeelsbestand klom naar 130 hoogopgeleiden het productiewerk gaat buitenhuis, tot in China en Azië is als het ware de thuismarkt. Andere ingenieurs van de KU Leuven ontwikkelden software om geluid en rolling in auto’s en machines te meten. Hun LMS ( Leuven Measurements & Systems), ook al in Haasrode, mag zich nu internationaal marktleider noemen voor testsystemen en software voor geluids- en trillingsengineering. En ingenieurs van de onderzoeksgroep Netwerken en Gedistributeerde Systemen bliezen in 1995 het leven in NetVision, gespecialiseerd in bedrijfsnetwerken via het Internet, en de beveiling ervan. Het blijft voorlopig bescheiden met een verwachte omzet van 100 miljoen frank, maar het groeit ; onder andere met nieuwe sturingssystemen voor elektronische betalingen.
INGENIEURS STICHTEN EEN BEDRIJF
Professor Van Overstraeten heeft er moed in. Eerder dit jaar zei de hoogeleraar-directeur : ?De voorbeelden van succesvolle Vlaamse technologiebedrijven als Lernout & Hauspie, Xeikon, Innogenetics en Artwork Systems hebben vele ogen geopend. Er is vandaag meer entrepreneurship merkbaar. Onderzoekers zetten makkelijker de stap naar een eigen bedrijf of naar het bedrijfsleven.?
Er zit zwier in de toekomst van de Leuvense vallei. Professor Van Overstraeten weet beter dan wie anders dat de micro-elektronica het hart is van de elektronica, en de grootste industriële sector van de toekomst. Hij blijft het herhalen : ?Alles draait rond de chip, het geheugen van alle elektronische producten. Die chip wordt steeds kleiner, met een steeds groter geheugen.?
Op kruissnelheid komt ook DSP Valley eraan, een door de Vlaamse regering erkende regionale cluster voor de kennistechnologie waaraan, naast de universiteiten van Leuven, Gent en Brussel, een tiental bedrijven meedoen. Zowat vijfhonderd ingenieurs werken er aan digitale signaalprocessoren (DSP) ; een honderdtal van hen bij het International Technology Center Leuven (ITCL), dat uit de as van de gesloten Philips-fabriek is gerezen en voor de Amerikaanse reuzen Intel en Microsoft met digitale geluidsoverbrenging bezig is. DSP, dat een soort virtuele onderneming is, heeft expertise op wereldniveau in huis, onder andere op het gebied van de ingewikkelde computersimulaties voor chips met een reuzegeheugen. Zodat Jos Raes, algemeen directeur van ITCL, boudweg beweert : ?Op dat vlak zal de strijd worden gevoerd tussen Vlaanderen en de Verenigde Staten.? Al dat volk tussen Leuven en Haasrode bidt intussen collectief voor een chipfabriek in het Leuvense.
Niet alles verloopt even vlot. Er werden ook al mislukkingen genoteerd. Belgium Online, bijvoorbeeld, eindigde op een debacle. Zelfs Lernout en Hauspie deden er jaren over vooraleer door te breken. Telinfo uit Haasrode, dat straks weer zijn oude naam Telindus opneemt, ging in 1993 bijna over de kop, nadat het als kleine KMO nogal snel was doorgegroeid tot multinational. Maar nu bereidt de beursgenoteerde groep van John Cordier zich voor om zich tegen de eeuwwisseling te ontpoppen als een van de grootste drie netwerkintegratoren op de Europese markt. De geplande kapitaalverhoging maakt straks overnames in Frankrijk en Spanje mogelijk. De groep van de voormalige voorzitter van voetbalclub KV Mechelen putte veel van zijn herstel uit het Mobistar-avontuur. Tot algemene verrassing veroverde Cordier, ook een van de Dirv-pioniers, samen met France Télécom de licentie voor het tweede gsm-net.
De Vlaamse informatie- en communicatiebedrijven hebben geen reden tot kniezen over de Vlaamse overheid. Meer geld voor steun aan onderzoek en ontwikkeling zou welkom zijn, maar het ruime extra miljard via het actieprogramma Informatietechnologie, naast de normale programma’s van het Instituut voor Wetenschap en Technologie, leidt tot resultaten. Volgens Christian Vanhuffel, de ICT-man van de werkgeversvereniging Fabrimetal, zit het Vlaams innovatiebeleid alvast op het goede spoor. ?Er zijn financiële middelen en de samenwerking tussen de industrie en de universiteiten verloopt voorbeeldig. Daar moeten wij een vervolg aan breien.?
CREATIEF TOT IN DE KLEUTERKLAS
Unisono daarentegen klinken de klachten over het onderwijs. In de kenniseconomie wordt informatie voor de ondernemingen hoger aangeslagen dan grondstoffen en kapitaal. Het gaat om mensen, dus. Barco’s Hugo Vandamme, met een sneer : ?Het onderwijs heeft de sleutel in handen. Het zou meer inspanningen voor creativiteit moeten leveren. Nu mogen kinderen in de school maar creatief zijn tot op het einde van de kleuterklas. Daarna misschien nog eens in een opstel, als ze niet te veel afwijken van de mening van de leraar.?
Het gebrek aan voorbereiding op de technologie in de scholen neemt catastrofale vormen aan. Luc Van den Brande kondigt een prille oplossing aan : ?Wij brengen, in samenwerking met de ondernemingen, een persoonlijke computer in alle lagere scholen. Het jonge volkje kan dan leren omgaan met de basisvaardigheden van de informatietechnologie.? Maar intussen overstijgt de vraag naar ingenieurs en informatici ruimschoots het aanbod. Hugo Vandamme hoopt dat de jongste successen van de Vlaamse technologiebedrijven de studenten naar de exacte wetenschappen leiden. De lopende inschrijvingen aan universiteiten en hogescholen neigen inderdaad naar beterschap, maar tussen inschrijven en afstuderen gaan wel een handvol jaren verloren.
Die bottleneck op de arbeidsmarkt heeft voor gevolg dat ingenieurs en informatici hun werkgevers veel geld kosten. Met steeds hogere lonen snoepen de bedrijven elkaar de beste medewerkers af. Naar Amerikaans voorbeeld pogen ze met allerlei specifieke verloningstechnieken er geldt namelijk een wettelijke loonmatiging, in werkelijkheid beperkt tot de indexkoppeling en participatiemethoden de noodzakelijke brains in huis te houden. Bij Icos is bijna iedereen in het kapitaal betrokken. Xeikon schrijft warrants uit voor zijn personeel. Barco schuift zijn topmensen aandelenplannen toe en stelt alle medewerkers, tot en met de meest eenvoudige arbeider, in de gelegenheid in het bedrijf te participeren. Intussen kondigt de federale regering keer op keer meer moderne regelingen voor stock options, winstdelingen en andere participatieregelingen aan, maar voorlopig blijft het bij beloften.
Naar het voorbeeld en de gelijkenis van Silicon Valley praten de nieuwe bedrijven in de informatietechnologie veel over geld, over de grote toekomstige winst, over rijk worden. Met de inbreng van Microsoft meegeteld, is Lernout & Hauspie nu over de twintig miljard frank waard, maar het bedrijf maakte (afgezien van een paar kwartalen, verleden jaar) nog nooit winst en schrijft, in afwachting van een nieuwe verhoging, zijn kapitaal in het rood. Sinds hun beursgang zijn de beide stichters rijk op papier tenminste, want ze kunnen hun participatie niet verkopen. Jo Lernout en Pol Hauspie moesten voor hun ondernemersavontuur hun persoonlijke bezittingen inzetten en vooruit vluchten, van kapitaalverhoging naar kapitaalverhoging. Een faillissement konden zij slechts vermijden omdat zeshonderd vrienden en kennissen hen spaarcenten toeschoven.
HET IS LANG WACHTEN OP DE WINST
?Kennisbedrijven werken in een nieuw soort economie,? onderstreept Christian Vanhuffel van Fabrimetal. ?De onderzoeks- en ontwikkelingskosten, de opeenvolgende overnames kosten fortuinen. LHSP investeerde gigantisch veel in de overname van vertaalbureaus. De geldschieters moeten veel geduld opbrengen ; het is lang wachten op de winsten. In Ieper wachten ze al tien jaar. In een industrieel bedrijf is er een lineaire logica van nieuw product, investering en winst. Dat is niet zo in de informatie- en communicatietechnologie. De licenties op nieuwe sofwareproducten brengen pas veel later geld op.?
De institutionele beleggers geloofden niet in de Ieperse technologie, zo hebben de investerende bakkers en beenhouwers terdege bewezen. In andere technologiebedrijven doet zich hetzelfde voor : op een goed idee volgt zelden een goed startkapitaal. De beroepsmatige geldschieters kennen weinig van de ICT en dan nog, zij wensen een sneller rendement dan de technologiebedrijven kunnen bieden. In Vlaanderen hadden zij zich bovendien nog verkeken op Video Super Club ; die ramp had hen extra argwanend gestemd. Dirv-vader Gaston Geens klaagt dan honderduit over het ontbreken van Vlaams durfkapitaal. Er circuleert veel geld in Vlaanderen, maar het zoekt zijn weg naar stabiele, hoogrentende waarden. Bij het minste risico laat het kapitaal het afweten.
Behoudens enkele andere initiatieven stond vooral de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (Gimv) achter de nieuwe kenniseconomie. ?Wij steunden van alles,? zegt nu Luc van den Brande, ?soms tegen beter weten in.? Dat kan in de nabije toekomst veranderen. De Vlaamse openbare holding trok zopas zelf naar de beurs en moet er als geprivatiseerde vennootschap op letten dat ze behoorlijke dividenden aan haar privé-aandeelhouders kan uitkeren. Wellicht neemt ze voortaan dus minder risico’s. Hugo Vandamme, die in zijn Barco zelf de Gimv als grootste aandeelhouder telt, tilt niet zwaar aan het gebrek aan durfkapitaal. ?Het is het probleem van de kip en het ei. In de Verenigde Staten zijn er veel durfkapitalisten omdat er veel durfbedrijven zijn. Dat laat risicospreiding toe. Twee projecten mislukken, een derde slaagt wonderwel en maakt het rendement goed. In Vlaanderen was er onvoldoende vraag naar durfkapitaal, wegens té klein. De groei van een Europese durfkapitaalmarkt brengt een verbetering, de venture capitalists kunnen dan hun risico’s spreiden over verschillende landen en regio’s.?
Het valt niettemin op dat zowel Imec-baas Roger Van Overstraeten als de Ieperlingen die aan de lijve ondervonden wat geldzorgen bij de start en de groei van een onderneming betekent , een durfkapitaalfonds voor startende bedrijven oprichtten. Het Flanders Language Fund kan tegen de 800 miljoen frank mobiliseren om starters op pad te helpen. En merkwaardig genoeg, Bill Gates brengt daarvoor vanuit Amerika 110 miljoen frank in.
MET ZIJN ALLEN NAAR DE BEURS
Uiteindelijk koos LHSP dus de weg naar de beurs. Te klein en te risicovol voor de Brusselse beurs trokken zij naar de Nasdaq, de tweede beurs in New York en gespecialiseerd in hoogtechnologische en snelgroeiende bedrijven. Hun introductie eind 1995 was een succes en tegelijk een voorbeeld voor de anderen. Het Mortselse Xeikon volgde, Icos uit Haasrode is onderweg, andere Imec-kinderen maken zich klaar. Dat de genoteerde bedrijven niet direct winst maken, schrikt de Nasdaq-technologiebeleggers niet af. Zij rekenen met de toekomst. De Vlaamse technologiebedrijven kregen zopas een tweede gelegenheid om kapitaal aan te trekken : op de Easdaq, de Europese beurs die werkt vanuit Brussel. LHSP noteert er al.
Trends Managers van het Jaar 1996 Lernout & Hauspie zijn er zeker van dat zij rond hun LHSP een hele spraaktechnologievallei kunnen verzamelen. Op Flanders Fields groeit een kenniscentrum. De vereniging zonder winstgevend doel Flanders Language Valley zuigt bedrijven aan die actief zijn in de spraaktechnologie en die zoal niet samenwerken, dan toch mekaar bevruchten. Zij vinden een onderkomen in een futuristisch bedrijvencomplex, dat symbolisch de vorm van een oorschelp krijgt, en waarvan in december de eerste steen wordt gelegd.
Een twaalftal bedrijven betoont belangstelling. Zekerheden zijn Xiox (spraaktechnologie in telefoontoepassingen), Keyware (veiligheidssysteem met gesproken en visuele herkenning), Excalibur (systemen voor documentenbeheer), Quaterdeck Flanders (software voor geheugenbeheer), NDC (bieper die gesproken boodschappen ontvangt) en Dictation Consortium (omzetten van gesproken zinnen in tekst). Begin volgende eeuw is de vallei volledig bezet, met 1.800 werknemers van hoog niveau. Op korte termijn start in auditoria op hetzelfde industrieterrein de Flanders Language University in samenwerking met onder andere Katho, de Katholieke Hogeschool Zuidwest-Vlaanderen. Voor de opleiding en training in de computerlinguïstiek, natuurlijk.
Guido Despiegelaere
De story van Jo Lernout (links) en Pol Hauspie stuwt Vlaamse kennistechnologie vooruit.
Imec en de micro-elektronicavalei groeide vanuit de Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen.
Barco’s topman Hugo Van Damme : Vlaanderen deed een inhaalbeweging.
Flanders Language Valley : de futuristische oorschelp die spraaktechnologiebedrijven huisvest.