Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Nog blijft het migrantenstemrecht een breuklijn voor politiek Vlaanderen. Nog blijft het ontbreken ervan een bron van bitterheid voor de migrantengemeenschap.

Wie de voorbije weken in migrantenwijken rondliep, kon er niet naast kijken: de ramen van Turkse groentewinkels en Marokkaanse pittazaken hingen soms vol affiches van allochtone kandidaten. Toch konden alleen de ‘nieuwe Belgen’ kiezen en gekozen worden. De anderen waren weer eens gedwongen om van de zijlijn toe te kijken. Wat in sommige buurten betekende dat meer dan de helft van de inwoners niet kon stemmen. Die vaststelling, samen met de uitslag van de verkiezingen, sloeg weer wonden in de migrantengemeenschap. ‘In de theehuizen hoor je nu over twee dingen klagen’, zegt socioloog Dirk Jacobs. ‘Het ontbreken van een ernstige bestrijding van het racisme, én het weigeren van gemeentelijk stemrecht.’

Het lijkt bizar dat een Fin, die pas vorig jaar in België neerstreek, nu wel al naar de stembus mocht, maar een Marokkaan die hier al twintig jaar belastingen betaalt niet. Zeker in Vlaanderen blijft het onderwerp een politieke breuklijn. De groene partij Agalev eiste al voor de verkiezingen dat de kieswet nog dit najaar veranderd zou worden. Juist die eis heeft veel mensen naar het Vlaams Blok gedreven, beweerde de CVP dan weer. En de VLD wil nu gewoon de boot afhouden. Sommige voorstanders zien het migrantenstemrecht als een mogelijke barrière tegen extreem-rechts. Maar Dirk Jacobs heeft zich aan het rekenen gezet: ‘In het maximaal denkbare geval, als in Antwerpen 20.000 volwassen migranten een stem op democratische partijen hadden uitgebracht, zou het aandeel van het Vlaams Blok nog maar dalen van 33 procent naar 30 procent.’

Het mag dan al geen wondermiddel zijn om de opmars van extreem-rechts te stoppen, maar op andere terreinen worden er wel grote voordelen van verwacht. Dirk Jacobs, die nu voor de Katholieke Universiteit Brussel (KUB) de etnische minderheden volgt, doctoreerde twee jaar geleden in Utrecht op een proefschrift over migrantenstemrecht in Nederland en België. In Nederland zijn zowel de politieke partijen als de migrantenorganisaties nu zeer tevreden over dat gemeentelijk stemrecht. Dirk Jacobs: ‘Het werd daar gezien als een krachtig middel tot integratie voor de migranten. Maar het grootste voordeel was de mentaliteitswijziging bij de Nederlandse partijen zelf – die gingen migranten nu ook op politiek vlak helemaal serieus nemen. Op dat vlak ligt Nederland lichtjaren voor op ons.’

Vroeger was het evident dat de uitoefening van het stemrecht aan het staatsburgerschap gekoppeld was, maar de laatste decennia hebben al verscheidene landen hun wetgeving aangepast. In Ierland is er sinds 1963 stemrecht voor alle vreemdelingen die een half jaar op het eiland verblijven. In de Scandinavische landen is dat eind jaren zeventig, begin jaren tachtig ingevoerd. In Nederland gebeurde dat in 1985, voor migranten die al vijf jaar in het land verbleven. In Groot-Brittannië, Spanje en Portugal is er sowieso stemrecht voor mensen uit de gewezen kolonies. Ook in enkele Zwitserse kantons is het ingevoerd. Maar aan de andere kant zijn er landen zoals Duitsland, Frankrijk en België – niet toevallig landen die met extreem-rechtse partijen kampen – die het halsstarrig hebben tegengehouden.

GEMISTE KANSEN

Toen in de jaren zeventig het besef begon te groeien dat de ingevoerde gastarbeiders hier permanent zouden blijven, ontstonden er zowel in België als in Nederland bewegingen die voor gemeentelijk stemrecht ijverden. De linkse partijen waren toen voor, de conservatieve tegen. Eind jaren zeventig zorgde de dramatische treinkaping door Molukse jongeren voor de omslag die in Nederland een positieve beslissing over migrantenstemrecht mogelijk maakte, en dat als sluitstuk van een breed opgezet ‘minderhedenbeleid’. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1986 werd voor het eerst op landelijke schaal meegestemd door migranten. Een politieke aardverschuiving leverde dat niet op, maar toch werd er merkelijk meer op linkse partijen gestemd dan door de Nederlanders.

Een domper op het enthousiasme was alleen dat de opkomst soms bedroevend laag uitviel. In vergelijking met Nederlanders blijken Turken zowat evenveel naar de stembus te trekken, maar Marokkanen veel minder. In de jaren tachtig riep de Marokkaanse koning Hassan nog expliciet op om níét mee te doen, maar onder diplomatieke druk is die houding in de jaren negentig veranderd. Dirk Jacobs: ‘De Marokkanen hebben sindsdien een inhaalbeweging gemaakt, maar toch blijft de opkomst beduidend lager dan bij de Turken. De verklaring daarvoor zou het hechtere verenigingsleven in de Turkse gemeenschap zijn.’ De politieke voorkeur is nu over meerdere partijen uitgewaaierd, het christen-democratische CDA, dat voor religieuze rechten ijvert, incluis. Alleen de rechts-liberale VVD komt bij migranten nog weinig of niet aan bod.

In België was er ook in de jaren zeventig de brede beweging ‘Stemrecht ’82’, die vooral gedragen werd door vakbonden en migrantenverenigingen, en die kreeg het gedaan dat het migrantenstemrecht zelfs in het regeerprogramma van de eerste rooms-rode regeringen onder premier Wilfried Martens stond. Door politieke twisten is dat programmapunt nooit uitgevoerd, en toen het daarna tijd was voor een rooms-blauwe regering, verdween het definitief in de ijskast. De Franstalige liberalen lieten zich toen immers opzwepen door de Schaarbeekse populist Roger Nols, en wat later begonnen ook de Vlaamse partijen de hete adem van het Vlaams Blok in de nek te voelen.

Na de eerste Zwarte Zondag in 1988 in Antwerpen werd het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid opgericht, en ook daar werd van migrantenstemrecht geen punt meer gemaakt. Het integratiemodel moest de toegang voor vreemdelingen tot alle maatschappelijke domeinen mogelijk maken (vooral het onderwijs, de huisvesting en de arbeidsmarkt, die nu nog altijd dé drie probleemsectoren zijn), maar met één grote uitzondering: voor deelname op het politieke veld bleef de sleutel op het slot. Terwijl juist op dat terrein mee beslist wordt wat op de andere domeinen mogelijk is. Tien jaar na de eerste rapporten van het Koninklijk Commissariaat zijn er nu meer en meer experts en organisaties (vooral van migranten zelf) die over het failliet van het ‘paternalistische integratiemodel’ spreken.

In de tweede helft van de jaren negentig leken de kaarten weer ideaal te liggen. In het verlengde van het Verdrag van Maastricht moest België stemrecht geven aan burgers van de Europese Unie, dus kon men het in één beweging ook voor andere migranten doen. Bovendien was er het zogenaamde Loubna-effect: de golf van solidariteit die begin 1997 na de begrafenis van het vermoorde Marokkaanse meisje Loubna Benaïssa door het land ging, en die eenzelfde omslag mogelijk maakte als de Molukse treinkaping eerder in Nederland. Premier Jean-Luc Dehaene gaf toen zelfs expliciet de voorzet, maar toch werd de bal niet in doel gekopt. Er bleef de vrees voor het Vlaams Blok, maar er was ook de schrik dat de meeste migranten voor Franstalige partijen zouden stemmen.

DE ALIBI-ALI

Als een surrogaat voor het stemrecht werd wel de verwerving van de Belgische nationaliteit steeds meer versoepeld. En het electorale gewicht van die ‘nieuwe Belgen’ maakt dat meer en meer partijen zich inzetten om in die visvijver zo goed mogelijk aan bod te komen. Het gevolg is dat er in de Brusselse gemeenteraden nu liefst 87 migranten verkozen zijn. Voor heel Vlaanderen zijn er dat maar een paar tientallen (vier in Antwerpen). Op de PS-lijst in Brussel waren zeven van de dertien verkozenen van Magrebijnse origine. De slag om de stem van de migranten zal de komende jaren nog heviger worden. Volgens ramingen van de KUB zou immers 38 tot 42 procent van de inwoners van het Brusselse Gewest van vreemde oorsprong zijn. Daarvan heeft 29 procent nu nog een vreemde nationaliteit, de anderen zijn ‘nieuwe Belgen’.

Als het gemeentelijk stemrecht ingevoerd zou worden, zouden nog eens zo’n 235.000 migranten (volgens cijfers uit 1996) in België in één klap kiesgerechtigd worden. Wie zich tegen dat stemrecht verzet, zal ook minder kans maken om de stemmen van de ‘nieuwe Belgen’ binnen te halen. Daarom hebben ook zowat alle Vlaamse partijen zich nu uitgesloofd om migranten op hun lijsten te zetten. En dat blijken meestal stemmentrekkers te zijn, ook al stonden ze maar op de dertigste plaats. Sommigen zijn al meerdere keren op onverkiesbare plaatsen gedropt en doen altijd voor spek en bonen mee. In Nederland spreekt men over de ‘alibi-Ali’, naar analogie met de ‘excuus-Truus’ bij de vrouwen. Dirk Jacobs: ‘De nieuwe Belgen stemmen blijkbaar vaak op nieuwe Belgen, al wordt ook hun keuze in de eerste plaats door ideologie bepaald. Maar ook veel ‘oude Belgen’ stemmen op migranten uit sympathie.’

Het voordeel van politieke participatie door migranten is niet alleen dat zij zich meer betrokken voelen bij deze maatschappij, maar ook en vooral dat de bestuurders meer geneigd zullen zijn om hun problemen ernstig aan te pakken. Dirk Jacobs: ‘Ik heb in Utrecht vijf jaar in de migrantenwijk Lombok gewoond. Daar werd enorm veel geld in gepompt, omdat er zoveel stemmen te rapen vielen. In Brussel kun je het tegendeel zien. De zogenaamde Chicagowijk, achter het Klein Kasteeltje, wordt verwaarloosd omdat er zo weinig stemmen te halen vallen. Neem de proef op de som en tel het aantal vuilnisbakken. Hoe verder je van het Brusselse centrum weggaat, hoe minder er staan.’

Dat mensen die hier al heel hun leven wonen, of van plan zijn hier de rest van hun leven door te brengen, gemeentelijk stemrecht zullen krijgen, lijkt op termijn onvermijdelijk. De vorige regering heeft de zaak grondwettelijk gebetonneerd tot 1 januari 2001 – daarna kan men het stemrecht met een gewone wet invoeren. Alles hangt ervan af of de VLD zich in haar egelstelling ingraaft. De groenen, anderzijds, kunnen zich geen nieuwe capitulatie veroorloven. Een ‘inburgeringsprogramma’ voor vreemdelingen wordt nu al als pasmunt genoemd. Dirk Jacobs: ‘Wanneer migranten een stem gegeven wordt, zal voor sommigen de noodzaak verdwijnen om op straat – denk maar aan de migrantenrelletjes – hun ongenoegen te uiten. Maar als men dat niet doet, kan de overheid bij bepaalde groepen elke legitimiteit verliezen.’

foto 5**foto**KN42IL-0301

foto 5**foto**KN42IL-0301

foto 1-3

Chris De Stoop

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content