De overdracht van de Britse kroonkolonie Hongkong aan de Chinese Volksrepubliek is zonder haperingen verlopen net zoals een Chinese opera die perfect gesmeerd was.
EEN BERICHT UIT HONGKONG
Het vertelseltje is nu dus uit, het meer sprookjesachtige deel ervan toch. Hongkong is aan een nieuw contract begonnen, de Britten zijn naar huis, de Chinezen zijn weer aan het werk, en het regent nog altijd. De hele tijd heeft het geregend. Moessonregen. Zondagmiddag 29 juni is het begonnen, met de overgang op 30 juni goot het, en ’s ochtends, de eerste juli, werd stormalarm afgekondigd : kinderen niet naar school, wie niet buiten nodig was, moest maar binnen blijven. Donderdag 3 juli had nog altijd rood stormalarm (zwart is nog erger, maar rood volstaat om het leven ongemakkelijk te maken). In de New Territories heeft het water aardverschuivingen en overstromingen veroorzaakt, daarbij zijn enkele doden gevallen. In Shatin stond het water tot de eerste verdieping, het is een harde week geweest.
?Een slecht voorteken !? zegt Tsang Tak Sing, hoofdredacteur van het pro-Chinese en ietwat communistische dagblad Ta Kung Pao, ?een héél slecht voorteken…?
Hij lacht erom, maar verstopt niet dat de Chinezen hier inderdaad met voortekens rekening houden, en vindt de àndere interpretatie, door de tv uitgedragen, dat water staat voor overvloed en geld, en dus juist een goéd voorteken is, duidelijk nog verder gezocht.
Het is natuurlijk een week vol uitzonderlijke evenementen geweest. De Chinezen zijn in Hongkong binnengekomen. Een handvol waren er al, uitgekozen naar lengte en elegant voorkomen, in splinternieuwe gala-uniformen gestoken, om de weg te bereiden en bij de ceremonies dienst te doen. Maar bij dageraad van de eerste juli kwam het gros van de troepen vanuit de Speciale Economische Zone van Shenzhen de grens over.
INVASIE VAN VIERDUIZEND SOLDATEN
Elk leger heeft zijn eigen stijl, en de PLA (het Volks-Bevrijdingsleger van de Chinese Volksrepubliek) heeft natuurlijk de zijne. Hij valt nog het best te vergelijken met die van het DDR-leger, zaliger gedachtenis, in zijn kille maar ook houterige onbewogenheid. De soldaten die dienst hadden bij de ?Handover?-ceremonie waren zelfs geschminkt voor tv die bij de grensovergangen van Man Kam To, Lok Ma Chau en Shatautok wellicht niet, die kregen in hun open vrachtwagens uren regen te verduren. ?Een show,? zegt Tsang, bedoeld om het Chinese leger een menselijk image aan te meten in de ogen van de plaatselijke bevolking. Een Chinese opera, met personages en massataferelen die iedereen hier kent. ?De Britten hadden hier heel lang meer dan dertigduizend man liggen. In de laatste jaren naar de overgang toe werd dat aantal teruggeschroefd tot twaalfduizend. Maar dat interesseert jullie wellicht niet. De Chinezen hebben dan uitgerekend dat een geloofwaardige defensie van Hongkong vier- tot vijfduizend soldaten veronderstelt. En die kreten van ontzetting over de PLA die bij het slaan van middernacht de grens komt overgestormd, zijn er niet bij nodig, want iedereen wist al jàren dat die troepen er kwamen. Troepen, had Deng Xiaoping gezegd, zijn het enige echte symbool van soevereiniteit dat China in Hongkong nog kan hebben, aangezien het in bijna alle andere aspecten autonoom is.?
Vierduizend soldaten dus, met hun gerief en hun gerij, een vierhondertal voertuigen, maar ook 21 gepantserde APC’s met geschutstoren, granaatwerpers en mitrailleuse, het nieuwste wat het Chinese leger in deze te tonen heeft. Nieuw ook de vier marine-patrouilleschepen. Daarbij zeven troepentransport-helikopters (type Z9A). Zoals over al de rest zijn ook hierover de meningen in Hongkong verdeeld. Wapentuigspecialisten van ?Jane’s? zien er een poging in om een sinds het Tiananmen-bloedbad veranderd en beter leger te tonen, met modern materieel dat hier voor het eerst getoond werd. Anderen, zoals Democratisch Legco-lid Emily Lau vinden het intimidatie van de Hongkongse bevolking.
ALLES WAS AL AANGEKONDIGD
In de voorafgaande dagen had de afscheidsceremonie plaatsgevonden, in een speciaal daarvoor opgebouwde arena met tribunes voor de protagonisten, en paraplu’s voor de genodigden, en daarna de eigenlijke ?overdracht? van het territorium. Charles, de prins van Wales, deed dat in naam van de koningin, en de Chinese president Jiang Zemin in naam van de Volksrepubliek. Charles zei dat er een goed akkoord gesloten was, en dat China dat zeker ging naleven, en dat Groot-Brittannië dat trouwens met aandacht zou blijven volgen. ?Wij zullen u niet vergeten,? zei hij tot slot, en toen was het de beurt aan Jiang, die het gros van de gedane beloften nog eens herhaalde : één land twee systemen, Hongkong een SAR (Speciale administratieve regio) met een hoge graad van autonomie, waarin de bevolking van Hongkong haar eigen levensstijl zou behouden en haar eigen zaken zou beheren voor een periode van vijftig jaar. Dan werden de Britse vlaggen gestreken, het was middernacht en de eerste juli begon, en de Chinese en de HKSAR-vlaggen gehesen. Volksliederen werden gespeeld door meegebrachte militaire kapellen.
Het was een formele aangelegenheid waarbij niets nieuws kon gebeuren : alles was al lang van tevoren besproken en beslist, tot in de intieme details. Terwijl het bezig was, waren op het plein voor het Legco-gebouw opposanten en alternatieven bijeengebleven, die daar de hele dag een vrolijke, zij het natte bijeenkomst gehouden hadden. Zij wachtten op advocaat Martin Lee, de leider van de Democratische partij (die bij de verkiezingen van 1995 een meerderheid had behaald in het ?parlement? dat de Legco toch is). Die ging zich in het gebouw laten binnensluiten, en om middernacht een ?onverwachte? toespraak houden vanaf een balkon. Maar net zoals bekend was wat er met de overhandiging van de kolonie aan Peking zou gebeuren, wist men van tevoren wat Martin Lee ging zeggen. En ja, hij riep op voor meer democratie, hij protesteerde tegen de ontbinding van de verkozen Legco door Peking en de installatie van de aangeduide ?marionettenraad? van de ?Provisional Legislature? een drama dat sinds lange tijd door Peking aangekondigd was en waarvan iedereen wist dat het zou gebeuren , maar hij zei ook dat hij en zijn partij achter de hereniging van Hongkong met China stonden, en dat zij zouden blijven werken aan een terugkeer in de wetgevende vergadering, en in de Hongkongse politiek, binnen het kader van de wet. Belangrijk, dit, want voor Peking en de ?Chief executive? Tung Chee Hwa (dit is de opvolger in het Chinese systeem van de ?governor? in het Britse) moet dit perfect aanvaardbare taal zijn. En ze moeten die taal verwacht hebben, want de met enig beven verwachte reactie van de politie (die nu inmiddels van insignes en etiketten gewisseld was, terwijl ook de naamplaten en uithangborden aan officiële gebouwen vervangen en verchineesd werden) op de Democratische, bange betoging van zo’n vijfduizend onvermoeibare, doorweekte, zeer moedige Chinezen, bleef ten enen male uit. Er was al een vuurwerk geweest, de volgende avond was er wéér een, al bij al kon men zeggen dat de overhandiging, de gevreesde overgang, smetteloos verlopen was. Dat er, eigenlijk, niets gebeurd was.
WE KRIJGEN ER VIJFTIG JAAR BIJ
Wat in de eerste plaats niet gebeurd was, was de catastrofe. En het bleek dat de overgrote meerderheid van de mensen in Hongkong die catastrofe ook niet verwacht hadden. Voor de eerste keer in decennia, misschien wel sinds de Tweede Wereldoorlog, was hier een officiele feestperiode afgekondigd die liefst vijf dagen duurde. Veel Hongkongers hadden in hun hele leven nog niet zoveel vakantie gehad, en profiteerden ervan om er tussenuit te knijpen. En de meeste anderen lieten zich door het historische wereldgebeuren niet opjutten.
Natuurlijk, zeiden Chinezen aan wie men het vroeg, natuurlijk keken ze met gemengde gevoelens tegen de overdracht aan. Maar zeker waren die gevoelens niet helemaal negatief. Voor de meesten was het toch een soort feestdag, een thuiskomst na honderdvijftig jaar van het Middelste Rijk afgesneden te zijn geweest ; iets dat met vreugde en opluchting begroet kon worden, ook al zouden ze er geen uur om wakker gelegen hebben. En tegelijk was er die ongerustheid, aangezien men aan Hongkong-Chinezen niet moet uitleggen wat voor een mensenrechtenerelijst het regime in Peking heeft. En iedereen hier weet, net als Emily Lau, hoe snel de dictatuur haar troepen in de stad kan hebben van achter de grens in Shenzhen : nergens voor nodig die in Hongkong zelf te legeren.
En toch is het voor de meeste mensen geen kwestie van angst en beven geweest. Toch kan men veel Hongkongers treffen die woedend zijn op de Britten (die geen Chinezen op hun eiland wilden), maar veel minder die boos zijn op Peking. De onderliggende gedachte lijkt te zijn dat men het maar eens moet proberen met de Chinezen, al was het maar omdat men toch geen keuze heeft. Die keuze heeft Londen Hongkong immers niet gelaten en ?If you can’t beat them, join them?, is sindsdien het wachtwoord geworden.
Opportunistisch, die Chinezen ? Er zit nog een andere kant aan de medaille, die zichtbaarder wordt naarmate men langer op deze ultraliberale, in feite zeer conservatieve bedoening staat te kijken. Bijna een belastingparadijs (vijftien, zestien procent belasting), geen staatsinmenging in het zakenleven, ongehoorde mogelijkheden met het Chinese vasteland en zijn supersnel groeiende economie waar men nu deel van uitmaakt : Hongkong biedt aan de Chinese én niet-Chinese zakengemeenschap hier de kans om met werk, ideeën en inventiviteit supersnel rijk te worden. Maar tot Deng Xiaoping er aankwam, rustte er een loodzware hypotheek op die goudmijn : in 1997 zou het leasing-contract aflopen. Wat daarna moest gebeuren, bleef voor iedereen een gesloten boek, zeker zolang China door Mao Zedong geregeerd werd. Zo goed als zeker, bijna, zou het afgelopen zijn met het goede leven.
?Dus, toen Deng Xiaoping op de proppen kwam met zijn idee van één land twee systemen, was dat voor ons een ongelooflijke opluchting, en een geschenk uit de hemel,? zegt Gerald Forsgate. ?Stel je voor, we hadden een nieuw contract, we hadden er vijftig jaar bijgekregen ! Wat dat betekende, en wat dat nu nog voor Hongkong betekent, daar hebben jullie in Europa nog niet bij stilgestaan, maar voor ons betekent het dat we kunnen voortdoen.?
Gerald Forsgate, een zakenman die al vijftig jaar in Hongkong woont en onder andere, tussen 1986 en 1991, voorzitter van de ?Urban Council? was, dus eigenlijk burgemeester van de stad Hongkong, is ervan overtuigd dat de ex-kolonie met en in China aan een nieuwe gouden toekomst begint. Het verhaal dat men nu de ronde hoort doen, en dat wil dat Londen had kunnen zwijgen over het aflopende contract voor de New Territories, en dat de Chinezen er dan misschien evenmin over begonnen waren, doet hij als onzin van de hand. Zelfs als het waar was, zegt hij, zou Hongkong geen enkele langlopende lening meer hebben kunnen afsluiten, omdat er geen tijd meer was om die af te schrijven. Met de leasing-termijn vervielen immers de wettelijke basis en de legale garanties voor Hongkong, en niets zou nog mogelijk geweest zijn.
?Vergis je niet,? zegt Forsgate, ?een nieuw elan voor Hongkong, een verdere ontwikkeling, dat kon alleen met gigantische investeringen op de lange termijn, die we moesten kunnen spreiden over veertig, vijftig jaar. Toen we in 1967 of zo aan nieuwe havencapaciteiten moesten denken, en we zagen aankomen dat de luchthaven te klein werd en er een nieuwe zou moeten komen, toen hadden we nog maar twintig jaar.?
China, zeggen lieden als Gerry Forsgate, zeggen ook Chinese zakenlui, zegt hoofdredacteur Tsang, is zo groot en zo snel aan het veranderen, dat niemand kan zeggen hoe het er binnen vijftig jaar uit zal zien. En intussen lijkt de regering in Peking hen wel ernstig genoeg om er zakelijke contracten mee te kunnen afsluiten, in de overtuiging dat die wel nageleefd zullen worden. Dat ook is een aanmoediging voor Peking, allicht : te weten dat de Verboden Stad ernstig genomen wordt door de lieden die zij zelf ernstig neemt de zakenlieden en taipans van Hongkong, de lieden die model staan voor elke Chinese nieuwe rijke die zich respecteert. In het ?bureaucratisch kapitalisme? van de Volksrepubliek, zoals iemand het noemde, wordt misschien de spot gedreven met beloften en vrome wensen, maar men kent er de waarde van contracten waar geld aan vastzit. Als nu blijkt dat ze in Hongkong hun woord houden, en het nieuwe contract van een halve eeuw inderdaad wordt wat het lijkt, dan zal Hongkong een magneet worden, die onweerstaanbaar het nieuwe buitenlandse geld en de investeringen aantrekt die China nodig heeft voor z’n verdere groei. Indien niet…
Zo lijkt de weddenschap ervoor te staan. Men denkt dat het in grote lijnen wel los zal lopen, dat Peking een eerlijke kans moet krijgen om in Hongkong zijn beloften gestand te doen, dat het alleszins de moeite waard is de formule ?één land twee systemen? te proberen. Al was het maar omdat er geen keuze is. En omdat alle andere formules veel erger zouden zijn.
Sus van Elzen
Prins Charles en president Jiang Zemin schudden elkaar de hand : Hongkong is terug thuis.
Hongkong mocht vijf dagen feesten, en daarna gewoon voortdoen.