Vrijheid is dit jaar het thema van de Maand van de Filosofie in Nederland. Gyorgy Konrad was uitgenodigd om daarover een lezing te komen geven. Een gesprek met een ervaringsdeskundige.
Als Gyorgy Konrad een lezing geeft, zoals op 18 april in Maastricht, dan willen verrassend veel mensen die graag bijwonen. Ook al is het de eerste echte terrasjesdag van het jaar. Voor hij begint, maakt Konrad zelf een grapje in die richting, en belooft hij het publiek niet ál te lang aan het prachtige lenteweer te zullen ontrukken. Zoals je eigenlijk mag verwachten van een schrijver die in meer dan een van zijn boeken de lof van de eenvoudige genoegens van het leven zingt.
De lezing is ondertussen ernstig genoeg: ‘Over de vrijheid’. Of liever: ‘vrijheden’, meervoud. ‘Dé vrijheid, het is een bijna ontilbaar begrip’, aldus de schrijver. ‘En er zijn nu eenmaal ook verschillende soorten vrijheid.’
Bijvoorbeeld?
Gyorgy Konrad: De vrijheid om jezelf te zijn, zeer belangrijk, is weer anders dan vrij ván jezelf te zijn, wat evenzeer een heilzame ervaring is. Dat je dus niet de slaaf bent van je voorkeuren, je opvattingen en je vooroordelen, en dat je je verantwoordelijkheid ten opzichte van je medemensen accepteert. Plichtsbesef is het noodzakelijke complement van vrijheid, en zeker niet het tegendeel ervan – dat is angst. Ik zie graag een mens voor me die ook de spontane vreugde van het geven kent, en niet alleen wil krijgen.
Dat klinkt mooi. Maar in de politiek, bijvoorbeeld, kom je met dat laatste denkelijk niet zo heel ver.
Konrad: O, maar het heeft wel degelijk een politieke dimensie. De vrijheid is niet vanzelf gekomen, die hebben we moeten bevechten, we hebben ons moeten bevrijden. Eerst van een standen- en klassenmaatschappij met meester-knechtverhoudingen, om tot een egalitairder ingerichte samenleving te komen; in de twintigste eeuw hebben we ook moeten afrekenen met de totalitaire dictaturen van het fascisme en het communisme. Dat zijn kostbare verwezenlijkingen, maar van de weeromstuit is in het begrip iets antagonistisch geslopen: vrijheid werd en wordt vaak opgevat als een zich afzetten tégen. Ik denk dat we dat ruimer moeten leren te zien.
Ik help u hopen dat dat lukt: bij de parlementsverkiezingen (eerste ronde op 10 april) heeft bijvoorbeeld één op de zes Hongaren, onder wie opvallend veel jongeren, gekozen voor Jobbik, de ‘Beweging voor een beter Hongarije’: een ernstig foute partij die zich openlijk uitspreekt tegen Joden en Roma. Hoe kan dat eigenlijk? Faalt het Hongaarse onderwijs?
Konrad: Ook dat. Maar er zijn veel verschillende oorzaken voor, het is een complexe zaak. Sinds 1990 is de democratie een leerschool voor Hongarije, na meer dan een halve eeuw van dictaturen, maar in geen enkele school heb je alleen maar slimme leerlingen. Je kunt overigens ook zeggen dat een meerderheid van de kiezers zich tégen extreemrechts heeft uitgesproken. Ruim de helft heeft voor Fidesz gekozen, de rechts-conservatieve partij van Viktor Orban.
Wat de zigeuners betreft, dat is pas echt een ingewikkelde kwestie, dat kan ik nu niet even een-twee-drie uitleggen. De ideeën van Jobbik daarover zijn uiteraard abject. Alleen al hun woordgebruik: ze roepen voortdurend over ‘zigeunercriminaliteit’, alsof er een soort misdadigheid zou bestaan die specifiek is voor de Roma. Deze lieden schijnen zich altijd te moeten afzetten tegen wat zij als anders ervaren, en koesteren kennelijk een grote voorliefde voor een gestandaardiseerde, uniforme samenleving. Van uniformen hebben ze het sowieso erg te pakken (zinspeelt op de banden van Jobbik met de intussen verboden paramilitaire Magyar Garda, de ‘Hongaarse Wacht’, die in vele opzichten sterk doet terugdenken aan de Pijlkruisers, hun nazistische voorgangers tijdens de Tweede Wereldoorlog, nvdr). Anderzijds: er ís ook wel een probleem. Voor arme boeren en dorpsbewoners kan het weleens moeilijk samenleven zijn met Roma die hun eigendomsrecht niet al te zeer respecteren.
Moet je mensen die de vrijheid vijandig gezind zijn de vrijheid van die overtuiging gunnen?
Konrad: De overtuiging wel – ieder mag denken wat hij wil. Maar ik vind dat we niet tolerant moeten zijn voor wie zich intolerant gedraagt. Onze vrijheid is onze grootste schat, en die mag best heel alert bewaakt worden. Ik zou geldboetes instellen, en ik zou daar heel genereus in willen zijn: wie zich schuldig maakt aan, bijvoorbeeld, pleidooien voor het discrimineren van bepaalde bevolkingsgroepen, zou veroordeeld moeten worden tot het schenken van een zeer stevig bedrag aan de liefdadige of sociale organisatie van zijn keuze. Je moet zulke mensen niet in de gevangenis gooien. Maar ik zou wel graag zien dat het onderhouden van hun particuliere liefhebberij een zeer dure aangelegenheid werd.
Waarom neonazistische bewegingen niet kort en goed verbieden, zoals Duitsland heeft gedaan, en menig ander Europees land?
Konrad: In Hongarije wilden de oprichters van de Vrije Democraten (SzDSz, links-liberale partij, waartoe tot vorig jaar ook Konrad zelf behoorde, nvdr) vermijden dat opvattingen en opinies strafbaar zouden kunnen worden gesteld.
Dat ziet u intussen anders.
Konrad: Ja . Er zitten goede filosofen tussen bij de SzDSz, hele intelligente, aardige mensen allemaal. (Laconiek:) Ik ben wat onbehouwener.
U hebt in uw lezing ook de spanning tussen individu en samenleving aangeroerd. Als men er, zoals u, van uitgaat dat de samenleving er voor de individuele mens is, en niet omgekeerd, hoe moet je dan het risico op een ieder-voor-zichmaat-schappij beperken?
Konrad: Ik geloof dat vrijheid inhoudt dat je niet de gevangene bent van allerlei externe eisen, verplichtingen en beperkingen. Als ik iets doe wat binnen de grenzen van de wet valt, en waar verder niemand schade door lijdt, dan staat het mij vrij dat te doen, lijkt me. Maar ik geloof ook dat vrijheid grote zelfbeheersing inhoudt. Een cultuur waarin mensen in alles steeds hun behoeften en verlangens involgen, kan niet blijven bestaan. En verder zijn mensen natuurlijk ook afhankelijk van elkaar. Wat de vrijheid van het individu dan toch weer relativeert.
Hetzelfde geldt voor ideeën en opinies: het staat ieder vrij te zeggen wat hij wil – maar als ik u zou willen beledigen, ook al blijf ik daarbij binnen de wet, dan zou ik dat toch beter niet doen, omdat ik u dan kwets.
Dat ontneemt u nog niet het recht om te zeggen wat u wilt zeggen, zolang u daarbij geen wet overtreedt.
Konrad: Inderdaad, maar de zelfbeheersing zegt dat ik liever niet iets moet doen waarmee ik u kwets. Dat hoeft ook helemaal geen slapheid van mijn kant te impliceren. Het is een kwestie van Tolstojs ‘wijze hart’, een bepaalde intuïtie over wat juist is en wat verkeerd, wat grootmoedig is en wat laaghartig. Noem het een soort poëzie van het gedrag. En ik weet wel, die kun je niet in wetten vastleggen. Maar voor dit soort dingen is het goed om de grote literatuur te lezen.
Tot slot: kunt u, na 77 jaar in dit bewogen leven van u, van zichzelf zeggen dat u erin geslaagd bent een vrij mens te worden?
Konrad: Ach, weet u, volmaaktheid is iets wat ik nooit heb nagestreefd. En zo’n bewogen leven, zoals u het noemt, misschien zit daar ook wel iets fortuinlijks in. Met jezelf te doen hebben, dat is een zekere weg naar het ziekbed. In het Duits zeggen ze weleens: de enige goede Nation is de Resignation – dat is een uitspraak die ik absoluut niet tot de mijne zou willen maken . Ben ik een vrij mens? Ik ben geen beladen en gekluisterd mens, dat niet. En ik leef nog altijd. Dat vind ik al heel mooi.
DE TEKST VAN GYORGY KONRADS LEZING IS IN ENGELSE VERTALING TE VINDEN OP www.sg.unimaas.nl/-OLD/downloads-shop-nederlands.htm.
DOOR HERMAN JACOBS