Israëli’s en Palestijnen maken zich op voor verkiezingen in januari, elk op hun eigen manier.
Foto’s Maria Fialho
Elke dag vallen er meer doden in Palestina en in Israël, wordt meer land gestolen, worden meer huizen opgeblazen, mensen verbannen, bomen ontworteld. Elke dag gebeuren absurde en wrede dingen in een land dat aan twee kanten steeds sneller naar het surrealistische afglijdt – en toch lijkt het moment wel op een luwte, een pauze tussen de offensieven in.
Israël maakt zich op voor verkiezingen eind januari. De oude Uri Avnery, gepatenteerde vredesduif die zich al vaker heeft vergist, merkte op dat de Likoed-partij de keuze moest maken tussen premier Ariel Sharon en ex-premier Benjamin Netanyahu. Sharon, de ijzeren generaal die de dood van elke Palestijnse entiteit wil maar dat, omwille van de Amerikanen, verpakt in een bereidheid om een vage ‘Palestijnse staat’, op zijn voorwaarden, te aanvaarden, en in de weigering om de door de Palestijnen verkozen Yasser Arafat, te verjagen of te vermoorden. Het alternatief was de wolf in schaapskleren: Benjamin Netanyahu, de gladde politicus en opportunist die alleen maar de macht wil, maar zich voordoet als harder, rechtser en oorlogszuchtiger dan sabelsleper Sharon. Hij weigert elke notie van Palestijnse staat en wil Arafat deporteren. Het schaap dat aanvalt, zeg maar.
Het interessante, zegt Avnery, is dat de Likoed-partij voor de zogenaamd gematigde gekozen heeft, en niet voor de zogenaamde extremist. Hetzelfde bij de Arbeiderspartij, waar de nieuwkomer, duif geworden ex-generaal Amram Mitzna, de opportunistische havik Ben Eliezer kansloos liet. Een teken? Een aarzeling? Het is zo goed als zeker dat Sharon de verkiezingen tegen Mitzna zal winnen. Behoudens een mirakel. Maar hoop doet leven.
Inmiddels doet de regering haar best. Opgeschrikt ook door de aanslagen in Mombasa – en hun waarschijnlijke verband met al-Qaeda – probeert zij naadloos aan te sluiten bij de Amerikaanse ‘oorlog tegen het terrorisme’ (en eigenlijk tegen Irak), om daarin een dekking te vinden voor haar eigen geweld tegen de Palestijnen.
Daar heeft elke dag wel zijn portie van. De jongste escalatie is nu het doodschieten van VN-personeel. Dit bovenop de ‘gewone’ raids en moorden op zogenaamde gezochte Hamas- en andere militanten, het ‘gewone’ opblazen van huizen van familie van vermoedelijke ’terroristen’ (onlangs met de dove oude vader van 70 jaar er nog in) en de invallen in vluchtelingenkampen. Vrijdag vielen tien doden in kamp Bureij, in de Gazastrook, toen het Israëlische bezettingsleger daar met een colonne tanks en helikopters ene Aiman Shasniyeh kwam ‘uitschakelen’, een verzetsleider verdacht van het aanvallen van een tank. Onder de doden waren ‘zeker vijf Hamasleden’ volgens het leger.
Maar er waren ook gewonde vrouwen en kinderen, en twee dode Palestijnse VN-medewerkers. En de 54-jarige Brit Iain Hook van UNWRA (het VN-bureau voor Palestijnse vluchtelingen), die werkte aan de heropbouw van het vluchtelingenkamp van Jenin, werd door een Israëlische sluipschutter doodgeschoten binnen de muren van de VN-gebouwen. Men zegt dat de sluipschutter dacht dat Hooks gsm een handgranaat was.
Of neem de aanval, zondag 1 december, op de opslagplaats van het World Food Program in Gaza, een gebouw van drie verdiepingen met 537 ton voedsel erin, bestemd voor 41.300 noodlijdende Palestijnen, goed voor ongeveer 271.000 euro. Soldaten in twintig tanks omsingelden het gebouw, lieten de Palestijnse families die op de bovenste etages woonden naar buiten komen, forceerden toen de deuren van de WFP-opslagplaats, doorzochten de voorraden en lieten vervolgens alles ontploffen. Pikant detail: die voorraden hadden, door de Israëlische ‘controles’, twee maanden nodig gehad om de vijftig kilometer van de haven van Ashdod naar de Gazastrook af te leggen. Dit dus in een periode van ‘luwte’.
Ondertussen wordt de Muur gebouwd die het probleem van de Palestijnse aanvallen de wereld uit moet helpen. ‘De Muur’ is al langer veelbesproken. Ehud Barak kwam er al mee in de nadagen van zijn premierschap. Voor wie het opzet met een koele blik bekijkt, is het enerzijds een wanhopige poging om het geweld met geweld uit te bannen door een ‘unilaterale terugtrekking’ van Israël achter een muur, anderzijds een ultieme greep naar nog wat Palestijns land. Sharon is er dus mee begonnen. Het is moeilijk precies te weten waar die muur moet lopen, er is nog niet veel aan gebouwd – hier en daar een paar honderd meter -, maar er wordt al volop Palestijnse grond onteigend. En men merkt op dat er vooral activiteit is waar het plan bestaat nog eens grote stukken land te happen. Zoals aan de rand van Jeruzalem en Bethlehem.
Mazen Qupty is een Palestijnse advocaat die de belangen van de Armeense kerk verdedigt, die hele terreinen verliest in de operatie. ‘Dit is niet zomaar een muur,’ zegt hij, ‘dit wordt een strook die op bepaalde plaatsen veertig tot vijftig meter breed zal zijn, met verschillende hindernissen erin. Aan de kant van Bethlehem loopt die strook drie, vier kilometer binnen de Westoever.’
Het wordt zo: eerst een betonnen muur van zes tot acht meter hoog, ten dele met camera’s en zoeklichten erop, dan een prikkeldraadversperring, vervolgens een gracht, een zandweg, een versperring met elektronica, draad en gadgets, een aardeweg (mijnen heeft hij maar één keer horen vernoemen), een geasfalteerde weg voor de patrouilles en ten slotte weer draadversperring. Het type Berlijnse muur, maar dan zonder de tweede betonnen muur.
Vaak denkt men dat de muur langs de Groene Lijn zal lopen, zegt de advocaat, met enkele uitzonderingen, zoals bij het Graf van Rachel, waar de muur rond getekend is, ‘omdat de kolonisten dat binnen de definitieve grenzen van Israël wilden hebben’. Wordt dit dus de definitieve grens van Israël? Dan bestaat dus ergens, wat men doorgaans hoort ontkennen, een strategische blauwdruk van zo’n grens?
BIJ DE PALESTIJNEN
‘Nu hebben ze een muur voor de poort van mijn universiteit gezet’, zegt professor Nusseibeh. ‘Dat is behoorlijk onhandig.’ Sari Nusseibeh, de ‘dissidente intellectueel’ van de PLO, is voorzitter van de Al Quds-universiteit, gelegen in Abu Dis, een dorp van Groot-Jeruzalem, waar men ooit de Palestijnse hoofdstad heeft willen maken. Om de hogeschool binnen of buiten te komen, moeten professoren en vrouwen en kinderen nu, buiten het zichtveld van de controlerende Israëlische soldaten die de weg ook nog versperren, over muurtjes klimmen en laddertje staan. Kennelijk tot iemand zijn nek breekt. Nusseibeh gaat er niet op in, maar het is evident dat dit provisorische muurtje van 2,5 meter beton de voorbode is van een weldoordachte grens van een Jeruzalem dat géén Palestijnse hoofdstad zal bevatten. En wellicht ook geen Palestijnse universiteit.
Waar zit de Palestijnse Autoriteit dan in dit verhaal? Die is machteloos. Arafat heeft voor 20 januari wel verkiezingen beloofd, maar niemand ziet die ook in de praktijk aankomen. De Westoever en de Gazastrook zijn immers grotendeels opnieuw bezet en door het bezettingsleger opgedeeld in steden en kantons waartussen zonder speciale toelating geen verkeer mogelijk is. Campagne voeren daarin, verkiezingen organiseren? Veel Palestijnen zouden, als ze al wilden, niet eens fysiek in staat zijn om naar de stembus te gaan.
De Autoriteit zelf is uit elkaar gevallen, ten dele door de geografische fragmentatie, in zelfstandige groepen die, als ze mekaar al niet bestrijden, toch zeker niet samenwerken. Gerecht en ordediensten zijn een puinhoop. Net als Arafats eigen hoofdkwartier, de Muqata in Ramallah, door Sharons tanks in puin geschoten om iedereen te tonen wie de baas is in Palestina (en zo is de populariteit van Arafat weer omhooggejaagd). Het is een spel van ‘laat ik eens kijken hoe diep ik jou daar kan vernederen’, een contraproductief spel dat alleen voor de persoonlijke eigendunk van de hoofdrolspelers nog zin heeft. Willen de Amerikanen dat Arafat zijn regering herziet en zijn corrupte bestuur verbetert? Dan laat Arafat met veel poeha al de raden en ministers bijeenkomen, en dan komt daar bijna precies dezelfde regering uit. Van wie iedereen intussen zegt dat ze, een paar uitzonderingen niet te na gesproken, corrupt en incompetent is en dat nog steeds meer wordt. De Europese Unie zou jarenlang zonder controle veel te veel geld hebben gegeven, in de hoop daarmee de levensduur van het vredesproces te rekken.
Laat het probleem dus mét Arafat niet meer oplosbaar zijn, maar wie dacht het zonder Arafat te kunnen stellen? Indien er nu verkiezingen zouden worden gehouden – stel dat dit mogelijk was -, dan werden die wellicht gewonnen door Hamas, de enige organisatie die nog aan sociaal werk doet in de Palestijnse gemeenschap. Dat zou Sharon het ideale alibi geven om zijn kolonisatiepolitiek voort te zetten, de Palestijnen zouden nog verder van huis zijn.
De rimpeling die, tegen deze desolate achtergrond, doorheen het Palestijnse kamp lijkt te gaan, gaat in de goede richting. Belangrijke lieden van de Palestijnse Autoriteit zoals Abu Mazen spreken zich – behoorlijk laat – uit tegen gewapende aanslagen op Israël en veroordelen zelfmoordacties. Dr. Haider Abdel Shafi in Gaza, dr. Mustafa Barghouti en Ibrahim Dakkak op de Westoever hebben een initiatief gelanceerd dat, onder de naam Almubadara, de instemming kreeg van Edward Said en Hisham Sharabi in de VS – waar een belangrijke reserve aan Palestijns intellect ongebruikt zit. Dat gaat over de opbouw van een civiele maatschappij, remedies tegen corruptie en machtsmisbruik, de organisatie van comiteetjes aan de basis, om te horen of de Palestijnen dáár misschien zelf ideeën hebben. Zodat aan beide kanten van het eeuwige conflict er een basisstroming van kalmte en bedaren lijkt op te treden – al de mensen zijn het conflict écht helemaal kotsbeu – terwijl de leiders even ongerijmd blijven als ze tevoren al waren.
Sus van Elzen
Het is een contraproductief spel dat alleen voor de persoonlijke eigendunk van de hoofdrolspelers nog zin heeft.