Rik Daems is een tevreden minister: hij vindt zijn eigen wetsvoorstellen terug in het regeerakkoord en leidt nu een ‘holding’ die niet veel minder waard is dan Fortis.
In het “kasteeltje” aan het Brusselse Queteletplein waar het kabinet van Rik Daems huist, geurt alles nog naar de nieuwe verf. Van de muren – niet van de schilderijen. Op iedere verdieping hangen ze, ieder lokaal krijgt een extra dosis koloriet. Allemaal met dezelfde signatuur. Eén kabinet, één stijl. Die van Rik Daems, de nieuwe minister van Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en Participaties.
Dat kwam in de Wetstraat wel aan als een verrassing. Vriend en vijand gingen ervan uit dat Rik Daems zijn zinnen had gezet op Begroting of Financiën. Het viel anders uit. Meteen spraken diezelfde vriend en vijand over een subtiele degradatie. Guy Verhofstadt zou hem zijn kandidatuur voor het VLD-voorzitterschap nog altijd kwalijk nemen. Rik Daems zelf wuift al die uitleg weg.
Rik Daems: Misschien dat ook een aantal collega’s eerst dachten dat ik wat minnetjes bedeeld was. Maar inmiddels weten ze wel wat voor een uitgebreide portefeuille ik heb: Sabena, Biac (het voormalige BATC), De Post en haar Bank en Verzekeringen, de Gemeentelijke Holding, Belgacom, de Nationale Loterij, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, plus alle kleinere participaties en het onroerend goed van de federale overheid. Ik denk dus dat het een van de interessantste en belangrijkste portefeuilles van deze regering is. Ik beheer namelijk zowel sociaal-economisch als maatschappelijk een absolute groeisector. Ook maatschappelijk zit ik dus met de vinger aan de pols.
Dat merk je ook op het kabinet. Ik heb schitterende medewerkers kunnen aantrekken, kaderleden uit bedrijven met faam – Citicorp, McKinskey. Er heerst hier dus een gedreven sfeer, net zoals in een privé-onderneming. Wist je dat we op sommige kabinetsvergaderingen allemaal Engels praten? We zijn dat niet alleen zelf gewoon, het is wereldwijd het vaste jargon voor die spitssectoren.
U bent wel enthousiast over uw nieuw ministerschap, maar de vraag is of het politiek ook weegt. Laat staan of de kiezer het begrijpt. Een minister van Financiën of Economie, dat klinkt nog vertrouwd. Maar niet die van – diep ademhalen – Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties.
Daems: Ten eerste ben ik niet alleen minister van Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en Participaties, maar ik zit ook in het kernkabinet, zeg maar namens de VLD. Dat betekent dat ik, hoewel ik die titel officieel niet voer, voor de VLD de eerste man ben in de regering, in de praktijk de vice-premier. Als eerste minister is Verhofstadt aseksueel: hij leidt het team. Ik waak dus voor mijn partij over de uitvoering van het regeerakkoord. Dat is logisch, want ik heb dat akkoord helpen schrijven. Voor een aantal passages hanteerde ik zelf de pen.
Ten tweede ging ik ervan uit dat ik, als lid van het kernkabinet, de meerwaarde die ik als minister van Begroting zou aanbieden, nu ook kan laten renderen vanuit een andere functie. Ik zal evenveel voldoening hebben om aan Johan Vande Lanotte – als hij dat wenst – mijn expertise over te dragen.
Wat ik als minister van Begroting dus niet zou kunnen, kan ik vanuit deze nieuwe functie wel: meerwaarde creëren. Eerlijk, dit soort departement speelde allang in mijn hoofd. Ik heb in vele interpellaties in het parlement gezegd dat de regering behoefte had aan een ALM, een asset and liability management. Ik heb er bij de regeringsvorming met Verhofstadt eens over gesproken. Het is te zeggen, (glimlachje) ik heb mijn pakket eigenlijk zo goed als zelf samengesteld.
Wat was de bedoeling? Tot nu toe was het beheer van alle activa van de staat totaal versnipperd. De overheid kon nauwelijks iets samenvoegen of zoeken naar synergieën. Nu wel en dat is nieuw. Eigenlijk heb ik – net zoals dat bij Begroting is – een horizontaal departement gecreëerd, een dat alle andere departementen doorkruist.
De omvang van mijn bevoegdheden is aanzienlijk. Als ik de boekwaarde bereken van alle diensten en participaties waarover ik verantwoordelijk ben, dan beheer ik zeshonderd tot achthonderd miljard. Als je dat zou vertalen naar meerwaardecreatie – shareholder-value zoals men dat noemt -, dan is zelfs de negenhonderd miljard vlug bereikt. Ik sta dus aan het hoofd van een enorme holding, niet zo heel veel kleiner dan bijvoorbeeld Fortis met zijn twaalfhonderd miljard.
Het enige probleem in mijn holding is dat er wel veel compagnies en participaties bij horen, maar dat er geen lijn of structuur in zit. Dat is dus mijn eerste taak: ordening scheppen, alles op elkaar afstemmen, om uiteindelijk tot valorisatie te kunnen overgaan. Met Belgacom zal dat niet meer lang op zich laten wachten, terwijl de Post bijvoorbeeld nog maar helemaal in het begin van die evolutie zit. Valoriseren kan betekenen dat de staat zijn aandeel (deels) verkoopt, maar ook het rendement bestaat uit maatschappelijk nut. Het gaat dus niet alleen om geld.
Past de wil van minister van Verkeer Isabelle Durant (Ecolo) om het NMBS-management minder armslag te geven ook in die ontwikkeling naar valorisatie?
Daems: Het probleem van de NMBS ligt niet bij Durant of Schouppe, maar zit ingebakken in de notie “autonoom overheidsbedrijf”. Een autonoom overheidsbedrijf is eigenlijk een aberratie. In een normaal bedrijf opereert het management inderdaad autonoom. Met één beperking: als de aandeelhouders merken dat het bedrijf de doelstellingen niet haalt, krijgen die managers de bons. Zonder pardon. Bij de NMBS kan dat niet. De NMBS-leiding slaagt er niet in het beheerscontract na te komen, maar door allerlei ingewikkelde mechanismen kunnen die mensen nooit weggestemd worden. Dat wilde Isabelle Durant aan de kaak stellen. Zij wil niet de pet van de stationschef opzetten: zij wil de NMBS maatschappelijk valoriseren. Dat strookt met mijn uitgangspunten.
Iedereen vertaalt dat wel als een ‘links accent’.
Daems: Wat is dat, links of rechts? Er is vandaag niets buiten de markt, dat hebben de socialisten ook begrepen. Maar ik ga niet benadrukken dat zij de langste weg hebben afgelegd. Dat levert niets op. Ik ben tevreden zoals het nu is: dat iedereen de vrije markt aanvaardt, niet als een louter economisch gebeuren, maar als een bron van vrijheid en creativiteit.
Laurette Onkelinx wil drie procent jongeren verplicht laten aannemen. Is dat een links voorstel of niet? Mocht hij nog in de oppositie zitten, Rik Daems zou zijn kritiek wel hebben laten horen.
Daems: Dat heb ik nog altijd gedaan, maar rechtstreeks tegen mevrouw Onkelinx, niet publiek. Laurette Onkelinx is een vriendelijke, intelligente, ijverige dame, maar zij heeft het regeerakkoord niet mee onderhandeld, en dat merk je.
Natuurlijk werken algemene, verplichte maatregelen niet. Wat wél werkt, was de eerste daad van de regering om de werkloosheidsvallen te vermijden. We verminderen werknemerslasten zodat de laagste lonen stijgen. Lastenverlaging: dat is de afspraak van het regeerakkoord. Ik ben er zeer over te spreken.
Maar de kritiek komt uit onverdachte hoek. Kris Peeters van het NCMV heeft het over een “erg linkse regering”, in Trends legde VBO-topman Tony Vandeputte uit dat de socialisten én het overleg kennen én goed voorbereid in de onderhandelingen zijn gestapt én dat dit overwicht dan ook te merken valt. En ook uw collega-minister Frank Vandenbroucke merkte fijntjes op dat wie gretig naar de onderhandelingen komt, vaak weinig binnenhaalt.
Daems: Excuseer mij, maar het regeerakkoord inzake fiscaliteit heb ik in de tijd van het schaduwkabinet al letterlijk neergeschreven in allerlei wetsvoorstellen. Ik heb er geen moeite mee dat mensen het regeringswerk hun kleur geven, ik vind het alleen een beetje stereotiep. Ik kijk alleen naar de inhoud van het regeerakkoord. Als men een regering die de belastingen verlaagt sociaal wil noemen, dan doen ze maar. Als ik de definitie van actieve welvaartsstaat zie, dan voel ik me daar perfect gelukkig bij. Dat zeg ik al jaren. Hoef ik dat nu per se liberaal te noemen? Daar heb ik geen behoefte aan. Als ik het regeerakkoord lees, weet ik dat de liberale idee daarvan de cement is. En als de rode en groene partners zich daar dan lekker bijvoelen, dan kan het toch niet beter?
Een paar maanden terug was Rik Daems nog uitgesproken voorstander van rooms-blauw. Wat is er veranderd?
Daems: Mijn voorkeur voor de CVP was geen geheim. Maar ik ben veranderd. Gewoon door rond de tafel te gaan zitten met die mensen en ernstig met ze te praten, heb ik er zin in gekregen. Bij iedereen zag je een mentaliteitswijziging. Voor het eerst zien coalitiepartners het niet als hun eerste taak om de ander te hinderen. Nu herkent iedereen zich binnen een ruim project. Voor het eerst is de regering een verbond van mensen van goede wil. Dat spreekt me aan. Ik kan veel meer verdienen in het bedrijfsleven. Maar hier is de uitdaging boeiender.
Boeiender zelfs dan het VLD-voorzitterschap?
Daems: Ik was een ondervoorzitter die de taak van voorzitter op zich nam. Als partijvoorzitter kan je ook resultaten neerzetten, maar in een andere context. Dan gaat het om het liberale gedachtegoed: hoe vertaal ik het regeringswerk naar winst voor de partij? Dat is een sales-positie. Terwijl een minister meer in een productiepositie zit. Dat ligt me beter, denk ik.
Straks kiest de VLD een opvolger voor Guy Verhofstadt. Krijgt Karel De Gucht een tegenkandidaat, of was dat alleen goed tijdens de oppositie?
Daems: Geen tegenkandidaat zou ik spijtig vinden, al moet een nieuwe kandidaat-voorzitter natuurlijk rekening houden met een regeerakkoord. Dat beperkt zijn mogelijkheid tot profilering. Maar principieel hoop ik dat andere collega’s, bijvoorbeeld parlementsleden, zich kandidaat stellen. Maar als uw vraag is: “Ken je iemand die vandaag kandidaat is”, dan blijf ik het antwoord schuldig. Er heeft toch nog niemand naar mij gebeld. (lacht). Maar er zullen er wel zijn. Los van de kandidatuur van Karel de Gucht, de ondervoorzitter – maar vergeten we niet dat ik eigenlijk nog altijd ondervoorzitter ben -, zie ik er nog geen. Ik vind overigens dat De Gucht het niet zo slecht doet. Die man heeft inhoud en gewicht. Hij heeft in de Vlaamse onderhandelingen toch laten zien dat hij iets in zijn mars heeft?
Dus niemand wacht op een nieuwe interne VLD-twist?
Daems: Maar dat is weer die oude analyse van voorzittersverkiezingen. Met open verkiezingen door alle leden moet je altijd een beetje de bluts tegen de buil stellen. Je krijgt sterke figuren die met elkaar wedijveren. De VLD maakte dat in 1995 (Herman De Croo versloeg Patrick Dewael, Annemie Neyts en Rik Daems) mee, en opnieuw in 1997 (Guy Verhofstadt versloeg Herman De Croo en Rik Daems). Maar maakte Verhofstadt er als premier een probleem van dat ik in het kernkabinet zit? Nee toch? Ik zeg zelfs: integendeel.
Uw vriend Leo Goovaerts kreeg het lid op de neus. Hij werd uit de partijleiding gezet omdat hij het in een krant onder meer had over de congrestekst “Zorgzaam liberalisme” van het Liberaal Vlaams Verbond.
Daems: Ik maak een onderscheid tussen vorm en inhoud. Ik blijf achter de inhoud van die LVV-tekst staan. We hebben die gemaakt met een jonge ploeg – Boudewijn Bouckaert, Randall Lesaffer, Ludo Van Campenhout, Patricia Ceysens. Op Bouckaert na allemaal mensen van een generatie na
U hebt het in die zin comfortabel dat uw ‘verlies’ tegen Verhofstadt geïnterpreteerd werd als winst. Vergelijk het met een outsider die derde wordt in de Tour. Dat is geen nederlaag.
Daems:(genoeglijk) Politiek is voor mij inderdaad een zaak van vooruitgang. Zolang ik vooruit ga in mijn positie – ik bedoel, als ik zaken kan realiseren encreëren, dat laatste is mijn artistieke kant – loopt alles op wieltjes. Kijk waar ik begon. In 1984 kom ik uit Zuid-Amerika terug om na mijn vader hier aan politiek te doen en haal vijftienduizend stemmen. Sindsdien kende ik geen terugval. Wellicht omdat ik op het juiste moment zeg: “Nu de beuk erin.”
De logische volgende stap is succes bij de gemeenteraadsverkiezingen in Leuven: de VLD tegen de SP-CVP-meerderheid van Louis Tobback. Wordt dat niet over eieren lopen? U moet zich dan lokaal profileren tegen de SP, uw nationale coalitiepartner.
Daems: Dat geloven jullie toch zelf niet, dat ik mij in Leuven moeilijk zal kunnen profileren? Niet tegen iemand, maar wel om iets anders te realiseren. Bijvoorbeeld om het commerciële leven terug te brengen naar de stad. Om af te stappen van grote projecten en ook aandacht te schenken aan de wijken die verder van het centrum liggen. Want laat ons niet vergeten: ik heb vandaag nog altijd meer ervaring als burgemeester dan de huidige burgervader van Leuven. Ik vervulde die functie tenslotte zes jaar. Goed, in Aarschot, een kleinere stad, maar in essentie blijft dat hetzelfde. Dat is de meerwaarde die ik wil aanbieden. En is het mijn bedoeling om de liberalen in de Leuvense meerderheid te krijgen? Jazeker.
En uzelf, als het meevalt? U haalde op 13 juni een schitterende score, en nu bent u nog minister ook. Wenkt de burgemeesterssjerp?
Daems: Daar moet ik nog even over nadenken. Who knows? Wat is het resultaat van die gemeenteraadsverkiezingen? Die kunnen zo extravagant zijn, dat je gevraagd wordt om… Maar laat ik nergens op vooruitlopen.
Nog dit. U bent lid van de loge. Over de relatie tussen paars en de loge is al veel gespeculeerd.
Daems: Het is geen geheim dat ik vrijzinnig ben, weze het dat ikzelf die overtuiging in een gelovige, zelfs eerder christelijke sfeer situeer. Ik volg bijvoorbeeld Herman Van Rompuy als hij het heeft over de behoefte aan moraliteit in de samenleving. Mag het effe wezen dat we een standaard maken van wat we fatsoenlijk vinden? Nu kan die vrijzinnige overtuiging nooit te maken hebben met politiek, omdat dat laatste een wereldlijke zaak is, en het eerste een geloofsovertuiging. Je kan die twee niet vermengen. Dat de loge bij de regeringsvorming een rol zou hebben gespeeld, is – voor zover ik weet – niet juist. En ik kan het weten.
We hebben die lijn ook doorgetrokken in het regeerakkoord. Daarin staat dat het debat rond euthanasie wordt ge-deïdeologiseerd. Deze coalitie zegt uitdrukkelijk dat de regering hier niet wil wegen.
In die debatten is er voor de meerderheid dus geen partijtucht?
Daems: Dat lijkt mij evident. Dat is de geest van het regeerakkoord.
Zeg het ook tegen uw VLD-collega Jaak Gabriëls. Als VU-voorzitter wilde die destijds André De Beul uit de partij zetten omdat die voor de abortus-wetswijziging was.
Daems: Maar iedereen kan toch veranderen?
Walter Pauli Filip Rogiers