Kunst : Verhoeven, Hagen, De Cordier.
Rozige stengels in verstrengeling, een beschuttende bloem vormend voor mama, papa, zoon en zus : deze tekening van Gert Verhoeven (31) is, onder glas en het licht van een lamp, het introïtus voor de video-installatie ?PAPA M’A + preproduction”. Het is een dramaatje in drie scènes, een dialoog tussen een autoritaire vader en een onwillige zoon. Op het scherm trilt een sticky finger, gestut door roze pasta. Het beeld wordt weerspiegeld in de tafelbladen voor het scherm. Erachter wordt het gecompleteerd door een morsige tekening van de doorgehaalde tekst onder glas. Wat is het ? Een fuik voor een klassiek Freudiaanse interpretatie. Het langzame en innig genietende toontje waarmee de zoon de lijfstraf door zijn vader vertelt, perverteert alles. De kleverige stof wordt schaamteloos blootgegeven en onttrekt zich in zijn opgerolde dubbelzinnigheden tegelijk aan elke interpretatie. De gewapende broosheid van Verhoevens eerste thema’s komt goed over op videotape. Hij vond een producent in de nieuwe organisatie Roomade van Barbara Vanderlinden. Zij produceert en stimuleert kunst die door haar interdisciplinair karakter doodloopt in de officiële betoelagingskanalen.
Een aleatoire identiteit bezitten ook de vijf sculpturen van de jonge kunstenares Dianne Hagen. Ze stelt er in de Brusselse galerie Xavier Hufkens (tot 29.2) een korte wandeling voor estheten mee samen. Van voorwerpen die voorbestemd lijken om te decoreren, heeft ze behoedzaam de nutsfunctie afgevijld zodat ze in pure schoonheid kantelen. Van beelden uit de lichamelijke, seksuele en mentale sfeer van vrouwen is de letterlijkheid verdwenen zodat ze glimmen als geheime sieraden. Hagen is een meester in de liefdevolle combinatie van verrassende materialen (vinyl, vertint blik, zeemvel, granito) en in het bespelen van de ruimtelijke en architectonische context. Basishoudingen als hangen, liggen en draaien zijn met gevoelige precisie ingezet als essentiële elementen van een intiem sculpturaal discours.
De nieuwe televisieproductie van Jef Cornelis, ?C’est moy que je peins” (TV2, 20.2. Tekens) is een tweeluik, gewijd aan beeldend kunstenaar, schrijver en filosoof Thierry De Cordier en aan de negentiende-eeuwse kunstenaar Antoine Wiertz. Vooral het deel over De Cordier, opgenomen in zijn stek in Schoorisse, is in zijn indringende en onthullende (beeld)taal een unieke introductie tot diens naakte existentiële gevecht tussen hemel en aarde de aarde van Schoorisse. Enig verband met de fantasmagorische beelden, geput uit de schilderijen van Wiertz, wordt slechts langzaam duidelijk : hoe ?kleine” kunstenaars ?grote” werelden als extensie van zichzelf opentrekken.
Jan Braet
Gert Verhoeven, PAPA M’A + preproduction : kleverige stof.