Albert II is nodig om Vlaanderen meer autonomie te geven. Robert Senelle over de noodzaak van een koning zonder macht.
Prins Laurent mag op het kaft van Woef prijken als een brave sint-bernardshond. Behalve de uitgever van het blad wordt niemand daar beter van, maar het kan ook geen kwaad. “Prinsen zijn in ons land nu eenmaal van geen enkel belang”, zegt Robert Senelle. Wat telt, is dat de koning zijn werk doet – en over Albert II zijn er wat dat betreft weinig klachten.
Senelle pleit al jaren voor meer Vlaamse autonomie, ook in zijn recente boek “Kronieken van de Vlaamse staatswording”. Anders dan sommige republikeinen in de Vlaamse Beweging, acht Senelle een doorgedreven federalisering alleen mogelijk onder de bescherming van de monarchie.
Terloops pleit de Brusselaar ervoor om naar Nederlands voorbeeld in een koninklijk besluit vast te leggen wie tot het koningshuis behoort: de kinderen en de kleinkinderen van de vorst. Dat maakt het ook mogelijk om familieleden uit te sluiten die niet aan de politieke of morele normen voldoen, aldus Senelle. Het Belgisch hof heeft niets te winnen bij Britse toestanden.
“Het koningsambt is voor ingewijden moeilijk te beschrijven”, noteert de professor in ruste. In zijn boek slaagt hij behoorlijk in die oefening. Een gesprek over de Hertogen van Saksen en de Prinsen van Saksen-Coburg en Gotha – zo mogen de leden van het koningshuis zich officieel noemen. En over paars, want Robert Senelle was kabinetschef van de socialist Achille Van Acker die van 1954 tot 1958 de laatste rood-blauwe regering zonder christen-democraten leidde.
Robert Senelle: België had zijn monarchie maar twee keer nodig. De eerste keer was dat bij het ontstaan van het land, want zonder Leopold I had België nooit bestaan. De grote mogendheden hadden vertrouwen in Leopold I, niet in België. België had de monarchie een tweede keer nodig bij de staatshervorming. Zonder koningshuis was de staat nooit hervormd.
In een republiek was dit proces uitgesloten?
Senelle: Mocht België eentalig zijn, kon dat ook in een republiek. Maar in een federaal land met drie gemeenschappen – Vlamingen, Walen en Duitstaligen – maakt de republiek geen kans. De koning speelt vandaag de rol van de Bourgondische vorsten die in de veertiende en vijftiende eeuw de vorstendommen van de Lage Landen onder één kroon brachten. Dat was een politiek meesterwerk, helaas door de stomme Spanjaarden en de val van Antwerpen (1585) om zeep geholpen. Nu is de koning het symbool van het federale koninkrijk. Hij is de enige die de band verzekert tussen – we moeten een kat een kat noemen – volkeren die meer en meer uit elkaar groeien. Willen we het federale België in stand houden, dan moeten we de monarchie in ere houden.
In uw boek noemt u ook de Belgische parlementaire monarchie een meesterwerk.
Senelle: De parlementaire monarchie is een constitutioneel meesterwerk dat ons behoedt voor Franse toestanden. Daar steekt de president van de republiek zijn eigen regering stokken in de wielen. Dat is bij ons ondenkbaar.
Er zijn in onze geschiedenis wel geregeld wrijvingen geweest tussen vorst en regering.
Senelle: Vooral Leopold II drong zijn wil op. Albert I deed dat al veel minder en vandaag is dat niet meer mogelijk. Albert II heeft geen politieke macht en kan zijn wil niet opleggen. Albert II heeft invloed en kan aan zijn minister zeggen: het zou ons bijzonder aangenaam zijn, mocht u dat doen. Het grote voordeel van onze parlementaire monarchie is juist de balans tussen de koning en de eerste minister. We weten natuurlijk dat niet alle troonopvolgers genieën kunnen zijn. In Frankrijk zou een onhandige of onbekwame president een ramp voor het land zijn. Bij ons is dat met een zwakke koning niet het geval, omdat de dagelijkse leiding van het land in handen is van de regering. Heeft de vorst weinig zeggenschap of charisma of geen bijzondere aanleg voor staatszaken, dan wordt de rol van de eerste minister veel groter. De premier is de chef en onderhoudt de banden tussen de koning en de politieke klasse.
De koning is onschendbaar, dat wil zeggen dat de ministers verantwoordelijk zijn voor wat hij doet of zegt.
Senelle: De koning is de enige in dit land die wettelijk onkreukbaar is en geen enkele verantwoordelijkheid draagt. Hij is ook strafrechtelijk onschendbaar. De paradox van de parlementaire monarchie is dat het staatshoofd veel invloed heeft, maar die invloed alleen kan aanwenden wanneer de ministers het daarmee eens zijn. Dat is de kwintessens, zoals de beroemde Engelse constitutionalist Walter Bagehot zegt: The right to be consulted is the right to encourage, the right to warn.
Alleen de koning is onschendbaar, een prins niet.
Senelle: Alle prinsen kunnen strafrechtelijk en burgerrechtelijk worden vervolgd.
De ministers blijven verantwoordelijk voor de koning, ook als die zijn ministers in diskrediet brengt.
Senelle: Meer zelfs: de ministers zijn ook verantwoordelijk voor wat de koning niet doet. Op een zeker moment ging Achille Van Acker bij de koning en zei: Sire, ik moet Uwe Majesteit eraan herinneren dat op die datum de zoveelste verjaardag van koningin Elisabeth wordt gevierd en dat de ministers van Staat Uwe majesteit zullen groeten. De koning antwoordde dat hij iedereen zou groeten, behalve graaf Hubert Pierlot (eerste minister in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog). “Die schud ik de hand niet.” Voor Van Acker was dat een catastrofe, omdat die weigering de hele koningskwestie weer op de voorgrond zou brengen. Van Acker drong in een nota aan en zocht de vorst nog eens op in Laken. Ten slotte zei Van Acker tegen de vorst: Sire, ik wacht aan mijn werktafel tot uwe Majesteit me opbelt om te zeggen dat U de hand van graaf Pierlot drukt. Het bericht kwam er, in de late avond.
U vindt dat een koning zijn mening mag zeggen tegen de premier, maar dat de premier de koning ook tijdig moet waarschuwen.
Senelle: In de periode 1954-1958 waarschuwde Van Acker de koning verschillende keren om dat niet te doen of dat niet te zeggen, uit vrees voor de troon.
Boudewijn heeft zich daar telkens bij neergelegd?
Senelle: Ja.
Waren die waarschuwingen nodig omdat de koning het niet zo begrepen had op een vrijzinnige regering?
Senelle: Nee, de koning had veel waardering voor Van Acker en is hem tot zijn dood in Brugge blijven bezoeken. Ondanks de schoolstrijd. Boudewijn was Van Acker in de grond dankbaar voor die goede raad. En Van Acker zei me altijd: Robert, ze moeten van de keuning afblieven of ’t spel is om zeep. Hij had gelijk. Ik leerde van hem: Ziede gij hier ne president van de repbliek? Ne Vlaming? De Walen zullen roepen! Ne Waal? De Vlamingen zullen roepen! Wie moeten we dan nemen? Van Acker vond de parlementaire monarchie het beste systeem voor België, omdat het laatste woord bij de volksvertegenwoordiging lag.
Is het een juiste indruk dat premiers als Van Acker en Gaston Eyskens (CVP) meer tegen de koning in durfden te gaan?
Senelle: We weten vandaag niet wat de juiste rol van Dehaene was ten aanzien van het koningshuis. Dat zal later blijken. Ik ben wel zeker dat Dehaene zelf een staatsman was en een grote rol heeft gespeeld.
In 1990 weigerde Boudewijn om geloofsredenen de abortuswet te tekenen. Uw stelling is dat premier Wilfried Martens (CVP) hem toen tot andere inzichten had moeten brengen.
Senelle: De waarheid is dat premier Martens tot het laatste ogenblik dacht dat Boudewijn de wet zou tekenen, maar dat de koning dat in extremis weigerde. Boudewijn had dat recht niet. Dat was een politieke fout en een van de zeldzame keren dat koning Boudewijn een daad stelde die geen blijk gaf van staatsmanswijsheid. De koning is toen gered door zijn regering en vooral door de katholieken daarin.
De koning trad één dag af en de regering tekende de wet, want de koning was onbekwaam om te regeren.
Senelle: Dat bewijst dat ons systeem in balans is. De regering nam gewoon de grondwettelijke machten van de koning over, bekrachtigde de wet en liet de koning terugkomen.
Na de abortuscrisis lanceerde premier Martens de idee om de koning voortaan nog alleen wetsontwerpen van de regering en geen wetsvoorstellen van het parlement te laten bekrachtigen.
Senelle: De koning kan onmogelijk van bepaalde wetten afstand nemen en van andere niet. Er bestaat maar één soort wet. Wat wel kan, is dat Kamer en Senaat zelf de wetten bekrachtigen, tekenen en afkondigen. Daar heb ik geen bezwaar tegen.
Maar een puur ceremoniële koning zoals in Zweden, ziet u dan weer niet zitten?
Senelle: Ons land heeft een staatshoofd nodig dat bijdraagt tot de werking van het land. Als koning Albert II nog alleen lintjes mag doorknippen of diplomaten mag ontvangen, verliest het koningshuis alle luister en komt het hele systeem van de parlementaire monarchie in gevaar.
Toen het regime van president Juvénal Habyarimana onder vuur lag, schreef de koning een brief aan de regering met het verzoek om militairen naar zijn Rwandese vriend te sturen.
Senelle: De koning heeft altijd het recht mondeling of schriftelijk aanbevelingen te doen aan zijn regering. Hier is vooral het lek betreurenswaardig. De koninklijke functie kan niet worden uitgeoefend als iedereen rondbazuint wat de koning doet of zegt. Die brief mocht nooit worden gepubliceerd. Ik voeg er onmiddellijk aan toe: de regering had er geen gevolg aan mogen geven.
Premier Dehaene had aan het hof moeten uitleggen dat een klooster in Opgrimbie niet kan.
Senelle: Het is nogal pijnlijk dat op een koninklijk domein, in een natuurgebied, een klooster wordt gebouwd, terwijl er zoveel kloosters leegstaan. De Vlaamse regering had de koning daarvoor moeten waarschuwen, via de eerste minister.
U schrijft vol lof over het boek “Sire geef me honderd dagen” van Hugo De Ridder. Maar u zegt ook dat als er nog meer over de rol van de koning wordt onthuld, de koning niet langer kan functioneren.
Senelle: Ik zou veel kunnen vertellen over de regering-Van Acker uit de periode 1954-1958. Maar er bestaat een discretieplicht. Vanzelfsprekend moet de regering rekenschap geven aan de volksvertegenwoordiging. Maar dat betekent niet dat ze moet zeggen wat de koning heeft gezegd.
De koning heeft geen mening.
Senelle: Hij heeft een mening, maar als we die bekendmaken, zitten we in het schuitje van de Franse republiek, waar de president de ministers tegenspreekt.
U zegt dat het koningshuis een belangrijke rol speelt, juist omwille van de regionalisering van het land. Maar die regionalisering was niet naar de zin van de vorige koning.
Senelle: Koning Boudewijn heeft de staatshervorming ondergaan. Hij was er tegen, maar had het inzicht en de wijsheid om er niets tegen te ondernemen. Elke nieuwe stap wekte bij Boudewijn grote argwaan. Hij vreesde voor het uiteenspatten van het land. Bij elke staatshervorming was zijn eerste vraag: maar is dat nu wel de laatste staatshervorming?
U bent een verdediger van de monarchie, en tegelijk van meer macht voor de deelstaten.
Senelle: Als we België willen redden, hebben we de monarchie nodig. Tegelijk moeten we doen wat elke federale staat doet, namelijk deelstaten maken. Dat betekent dat gewesten en gemeenschappen moeten verdwijnen – dat die twee in Wallonië bestaan, is een onding. Er komt een deelstaat Wallonië, een deelstaat Vlaanderen, een Brussels hoofdstedelijk gewest en een Duitstalig gewest. Dat wil dus zeggen: twee deelstaten en twee gewesten. Het spreekt voor zich dat elke deelstaat meer autonomie krijgt en dus eigen fiscale bevoegdheden of de overheveling van de kinderbijslag, de gezondheidszorg en van de gemeente- en provinciewet. We moeten België ordenen volgens een klassiek federaal systeem.
Hugo Schiltz (VU) en Manu Ruys zegden dat het hof bij de jongste informatie- en formatie-opdracht geen asymmetrische regeringen duldde.
Senelle: Dat weet ik niet. Ik weet wel dat PS en SP, Agalev en Ecolo en informateur Louis Michel (PRL-voorzitter) overal dezelfde coalities wilden.
Officieel benoemt de koning de ministers in de federale regering. Maar binnen de partijen circuleren lang tevoren al lijstjes met kandidaat-ministers.
Senelle: Vroeger weigerde de koning al eens een kandidatuur. Vandaag staat de politieke klasse op haar prerogatieven. Ik zie ook niet in waarom de koning een kandidaat zou weigeren, tenzij die zwaar in opspraak kwam.
Frank Vandenbroucke (SP) moet misschien nog voor de rechter verschijnen omdat hij vijf miljoen frank Agusta-geld niet in de SP-boekhouding liet inschrijven. Wat zou u de koning adviseren?
Senelle: Ik acht de kans klein dat Vandenbroucke na zoveel tijd voor zulke kleine feiten nog zou worden vervolgd. Ik verwijt het gerecht dat het nog geen beslissing nam. Men laat een vooraanstaand politicus niet gedurende jaren in het ongewisse. Dat is ongehoord en ondemocratisch.
Frans Baert mocht destijds als VU’er geen minister van Justitie worden.
Senelle: Dat wordt altijd gezegd en ik heb daarnaar geïnformeerd, maar kreeg nooit een duidelijk antwoord. Het kan, maar ik weet het niet. Wat wel vaststaat, is dat Boudewijn de liberaal Charles Janssens als minister afwees omdat die had verklaard dat Leopold III de eerste inciviek van België was. Dat was onder ons gezegd ook een stommiteit van Janssens.
Anderen hebben het bij de uitoefening van hun ambt verkorven, zoals Leo Tindemans (CVP) in de periode van het Egmontpact.
Senelle: Boudewijn verweet Tindemans terecht dat die zijn regering opblies zonder het hof te verwittigen. In een emotioneel moment riep Tindemans in de Kamer uit dat zijn regering ontslag nam. Dat was een fout. Tindemans moest eerst naar de koning gaan en dat nadien aankondigen. Ik ben niet zeker of hij dan wel echt ontslag zou hebben genomen. Het respect voor de spelregels van de parlementaire monarchie is uitermate belangrijk.
Moesten samenwonende kandidaat-ministers trouwen van het hof?
Senelle: Deze koning houdt zich daar zeker niet mee bezig. Dat wordt beweerd van Boudewijn, die nogal gesteld was op de klassieke huwelijksmoraal. Dat hij dat vriendelijk zegde, is mogelijk. Of hij aandrong, weet ik niet. Ondanks zijn diepe religiositeit was Boudewijn zeer begrijpend.
Hoe erg is het voor het katholieke hof dat de christen-democraten niet mee besturen?
Senelle: Het hof is een kleine planeet die boven België zweeft. Het hof beschouwt het als zijn fundamentele plicht om het land bijeen te houden en te maken dat het wordt geregeerd. Ik twijfel er geen ogenblik aan dat deze koning in harmonie zal leven met de paars-groene regering. Regeringen komen en gaan, de koning blijft. Het is eigen aan de monarchie dat de vorst in symbiose met de ministers leeft. “Meneer, u zijt minister? U zijt welkom, we zullen trachten samen te werken.”
Het hof heeft geen publieke mening, maar stelt zich, bijvoorbeeld, bij de begrafenis van Boudewijn militant katholiek op.
Senelle: Ik betreur dat. Het is een dwaasheid om u in deze tijd zo militant katholiek op te stellen. Deze koning doet dat niet. De tijden zijn veranderd. In de periode ’54-’58 kreeg ik als gezant van de regering te maken met kardinaal Van Roey. Ik bracht hem de boodschappen van de regering, onder meer over het onderwijs. Van Roey, dat was de triomfantelijke kerk van de achttiende eeuw. Hij vond het normaal dat hij als kardinaal aan politiek deed. Van Roey was de biechtvader van Leopold III en liet Leopold III kerkelijk trouwen met de zwangere Liliane Baels. Hadden we toen Richelieu of Mazarin als kardinaal, het was niet gebeurd. Dan was het van: Sire, daar is een bed en leg dat kind weg. Zo werkte Van Roey niet.
Zonder Van Roey had Leopold III koning kunnen blijven?
Senelle: Ja, er was geen koningskwestie geweest als Leopold III niet in het huwelijk was getreden tijdens de bezetting en als hij onmiddellijk was teruggekeerd toen Van Acker hem in Oostenrijk ging halen.
Van Roey deed aan politiek, en dat was in dit geval funest voor het koningshuis.
Senelle: Van Roey gaf als een achttiende-eeuwse kerkvorst bevelen aan de Christelijke Volkspartij. Vergeleken met Van Roey is de huidige kardinaal, Godfried Danneels, een kerstekind. Zijn politieke invloed is nul. Van Roey had die invloed wel omdat Leopold III hem als een soort peetvader beschouwde.
In de jaren vijftig was de kerk nog invloedrijk.
Senelle: Wanneer de regering-Van Acker in 1954 tot stand kwam, voelden de vrijzinnigen zich gediscrimineerd door de katholieke partij en de kerk. Van Acker vreesde meer de kerk dan de oppositie van de CVP. Vandaag is de situatie helemaal anders. De katholieke kerk is niet langer aanwezig en domineert de CVP niet meer.
Toch heeft de regering-Van Acker het vier jaar volgehouden.
Senelle: Economisch ging het voorspoedig. Van Acker slaagde er ook in om de linkervleugel met communisten en de bijna-communisten van de vakbonden in toom te houden. Tenslotte vormde de herwaardering van het officieel onderwijs het cement van de regering.
In de jaren tachtig hamerde Boudewijn op maatschappelijke thema’s als migranten, vrouwenhandel of kinderrechten.
Senelle: Boudewijn was een beetje een heilige met zeer verheven ideeën die op zijn beurt van alle Belgen halve heiligen wilde maken, wat natuurlijk niet lukte. Aan het einde van zijn leven zweefde Boudewijn op een wolk. Hij was een charismatisch figuur, zeer somber en triestig. Maar charismatisch. Met de dood van Boudewijn trad de monarchie in een nieuw tijdperk. De huidige koning is rondborstig en joviaal, praat zonder ceremonie met de mensen. Hij past beter bij deze tijd.
Ook Albert kwam politiek tussenbeide, na de Witte Mars.
Senelle: Men vreesde toen dat de Witte Mars uit de hand zou lopen. De enige die nog in staat was om de gemoederen te kalmeren, was de koning. Hij deed dat altijd in aanwezigheid van en na overleg met de ministers.
De Kroonraad had samengeroepen kunnen worden.
Senelle: Ja, de ministers van Staat zouden kunnen vergaderen met de effectieve regering, onder voorzitterschap van de koning. Maar de kroonraad komt sinds de Congocrisis in de jaren zestig niet meer samen. De regeringen verzetten zich, omdat zij als enigen verantwoording moeten afleggen voor het parlement.
Minister van Staat is een soort adellijke titel geworden.
Senelle: De titel van minister van Staat is zeer gegeerd. Er is geen enkel financieel voordeel aan verbonden. U mag dan alleen wel met een A-plaat op uw auto rondrijden. Maar het geeft prestige. Niemand kijkt op naar een baron of een graaf. Dat is onnozel, niet meer van deze tijd.
De erfelijke monarchie is toch ook een anachronisme?
Senelle: Wat doen die edellieden behalve op vossenjacht gaan? De monarchie speelt in ons federaal land een belangrijke rol. De staatshervorming was pas mogelijk dankzij de monarchie. Ik sprak onlangs aan een universiteit in Parijs en kreeg de vraag of de monarchie nog van deze tijd was. Ik heb geantwoord: bij ons wacht de koning niet met een hamer achter de deur tot de eerste minister binnenkomt. De Fransen begrepen dat onmiddellijk.
De macht van het koningshuis is beperkter dan vroeger. Leidt dat niet onvermijdelijk tot een symbolisch koningsschap en tot prinsen die voor hondenbladen poseren?
Senelle: Tja, tja, ik weet dat wel. Maar als we het over de monarchie hebben, spreken we over de koning. Op Albert II is er geen kritiek: hij is populair, vriendelijk, volgt de zaken goed op. De prinsen spelen geen enkele rol.
Van de prins geen kwaad.
Senelle: Vergeet niet dat geen prins koning wordt zonder het akkoord van de regering. Voorlopig telt alleen Albert II. Laten we zo verder doen, want we moeten de staat nog verder hervormen. We mogen ons hoofd niet in het zand steken voor het naderend gevaar, een zwaar conflict tussen Vlamingen en Walen, of tussen de gefrustreerde Duitse gemeenschap en de Walen die de Duitse gemeenschap tegen haar wil bij Wallonië houden. Daarop zal de koning zeer zeker de aandacht van zijn ministers vestigen. Guy Verhofstadt (VLD) weet dat ook, maar moest voor de Walen de communautaire problemen onder de voetmat schuiven.
Zal er dan niets gebeuren?
Senelle: De echte overwinnaars van deze verkiezingen zijn de Walen. Als briljante strategen misbruikten zij de dioxinecrisis om vooral niet over de staatshervorming te hoeven spreken. Maar zonder staatshervorming blijft dat geruzie over de communautaire contentieux voortduren en verkeert het land in permanent gevaar. Het zou een catastrofe zijn om de staatshervorming vier jaar uit te stellen.
De vraag is of dat ook een catastrofe is voor de Franstaligen?
Senelle: Voor de Franstaligen geldt maar één zaak: geld. Ze vermijden dat Vlaanderen meer bevoegdheden krijgt, omdat ze vrezen dat er een einde komt aan de transfers van noord naar zuid. Daarom zijn ze bang voor een herziening van de financieringswet met grote fiscale autonomie voor de deelgebieden. Toch denk ik dat Verhofstadt wat van plan is.
Moesten de Vlamingen de boel dan blokkeren om een staatshervorming af te dwingen?
Senelle: De CVP was van de hand gods geslagen door de slechte uitslag en is te snel aan de kant gaan staan. Vlaanderen regeren tegen de CVP, zal niet gemakkelijk zijn. Maar ik weet niet of het lukt of mislukt. Niets is minder voorspelbaar dan de politiek. Eén incident volstaat om alles onderuit te halen. Van Acker zei me elk jaar met nieuwjaar: “Nog een jaar, als het god belieft.” Als ik dan zei: “Meneer de eerste minister, het gaat toch goed?”, antwoordde Van Acker: “Robert, opgepast hé, ge gaat buiten en daar ligt een bananenschil en ge breekt uw been. “
Robert Senelle. Kronieken van de Vlaamse staatswording. Over de identiteit van het Vlaming zijn. Samengesteld door Edgard Van de Velde en Emiel Clement. 250 blz. Lannoo Tielt. 1999.
Peter Renard