Moderne fabels met een donkere onderstroom, de trieste betovering van Jacques Demy herontdekt.

Omdat er in zijn liefdessprookjes vaak wordt gezongen, omdat hij de grijze werkelijkheid overschildert in snoepkleurtjes en veel aandacht schenkt aan het frivole en het decoratieve, wordt Jacques Demy meestal afgedaan als het lichtgewicht onder de Nouvelle Vague cineasten die vanaf het einde van de jaren vijftig een revolutie teweegbrachten in de Franse cinema.

Wie de elegante en sensuele verpakking van zijn films doorprikt, ontdekt echter dat zijn moderne fabeltjes een donkere onderstroom bezitten en dat zijn fantasiewereld sterker verankerd zit in de realiteit dan het werk van veel van zijn collega’s.

Neem nu zijn beroemdste film, ?Les Parapluies de Cherbourg? (1964) : het is de oorlog in Algerije taboe in de Franse film van toen die de geliefden uit elkaar drijft. De romance tussen de proletarische mecanicien ( Nino Castelnuovo) en het kleinburgerlijk zestienjarig meisje ( Catherine Deneuve) dat in moeders parapluwinkel werkt, wordt gedwarsboomd door klasseverschillen en materiële obstakels.

De provinciale Demy is in menig opzicht een buitenbeentje onder zijn generatiegenoten voor wie Parijs de navel van de wereld is. Terwijl Truffaut, Godard en Rohmer elk hun aparte visie geven op Parijs, spelen de films van Demy in havenstadjes als Nantes, Cherbourg en Rochefort.

De eerste beelden van zijn speelfilmdebuut, ?Lola? (1960), zetten meteen de toon : een in ’t wit geklede Amerikaan rijdt met zijn prachtige witte Cadillac het lumineuze Cinemascope beeld binnen, terwijl op de soundtrack jazz en de Zevende van Beethoven vrolijk op elkaar botsen.

Demy introduceert in zijn eerste speelfilm ook de thema’s, motieven en personages waarop hij in al zijn volgende films vrije variaties zal spinnen. Dit tegelijk tedere en droefgeestige verhaal over een verloren en herwonnen liefde, vertelt over een cabaretzangeres uit Nantes, Lola ( Anouk Aimée in haar grootste rol). Zij werd door haar minnaar-matroos in de steek gelaten maar blijft geloven dat hij op een dag naar haar en haar kind zal terugkeren.

De camera volgt in magnifieke rijbewegingen de rondedans van de personages en gaat bij hun liefdesroes geëxalteerd aan het zweven. Maar de euforie wordt ook ondermijnd door het trieste besef dat alle heftige emoties kortstondig en fragiel zijn.

In zijn tweede film ?La Baie des Anges? (1962), combineert hij zijn favoriete thema van het toeval in de liefde met poëtisch vormgegeven gokkoorts in de casino’s aan de Franse Riviera. Een dromerige Jeanne Moreau met asblonde pruik op, verleidt een jonge bankbediende en sleept hem van de ene speeltafel naar de andere, van Nice naar Monaco. Ze is de super verleidelijke incarnatie van een geobsedeerde gokster, voor wie het roulettewiel een substituut wordt voor seks, liefde en religie.

In 1964 ging Demy’s droom in vervulling : een integrale musical waarin alle dialogen op muziek staan (in zijn eigen woorden ?un film en-chanté?).

AMERIKAANS UITSTAPJE

De sprankelende moderne operette ?Les Parapluies de Cherbourg? is even betoverend als intriest : de twee geliefden krijgen elkaar niet en trouwen elk met een ander. Tijdens een kille kerst zien ze elkaar weer, een hartverscheurende finale waarin het verdriet van de gemiste kans ten top wordt gedreven.

Demy weeft rond een doodgewone liefdeshistorie een verrukkelijk modern sprookje waarin kleur (overwegend pastel), decor (de kleur van het behang stemt overeen met de gevoelens van de personages), jazzy muziek (van huiscomponist Michel Legrand) en cameravoering in wonderlijke harmonie worden gecombineerd.

Hij zet zijn muzikale experimenten verder met ?Les Demoiselles de Rochefort? (1966), voegt nu aan de typisch Franse sentimentele marivaudage uitbundige dansnummers toe, een eerbetoon aan de Amerikaanse musical ( Gene Kelly speelt een van de hoofdrollen).

Catherine Deneuve en haar vroeggestorven zusje Françoise Dorleac zijn tweelingzussen (?Nous sommes des soeurs jumelles? heet het beroemdste deuntje van Legrand) die hun danspasjes uitvoeren in de havenstad Rochefort, voor de gelegenheid getransformeerd tot één gigantische, veelkleurige filmset.

Demy was één van de toonaangevende Europese cineasten die eind jaren zestig Californië ontdekten. (Zie ook ?Lion’s Love? van zijn vrouw Agnes Varda en ?Zabriskie Point? van Antonioni). In zijn uniek Amerikaans uitstapje neemt Demy de draad weer op van zijn debuutfilm ?Lola?. Er wordt echter gezongen noch gedanst in het melancholische ?Model Shop? (1968). We vinden Lola terug in een miezerige suburb van L.A. waar ze voor ongure fotografen poseert. De stad oogt als een pastelkleurige fata morgana waarin de bewoners een ontworteld bestaan leiden, gestrand lijken in een betonnen woestijn en op de duizelingwekkende freeways eeuwig onderweg zijn.

Demy, die in 1990 op negenenvijftigjarige leeftijd stierf, draaide in de jaren zeventig en tachtig nauwelijks zeven films. Sommige daarvan zijn ronduit gênant, slechts één haalt het niveau van zijn eerste kwintet : ?Une Chambre en Ville? (1982). Opnieuw een volledig gezongen film, maar dit keer is de somberheid totaal : de wanhopige amour fou-geschiedenis speelt tegen de achtergrond van sociale onlusten, een dokwerkersstaking die door zingende CRS in elkaar wordt geslagen. Een in de liefde teleurgestelde Michel Piccoli snijdt zich al kwelend de keel over.

Patrick Duynslaegher

De eerste vijf films van Jacques Demy (?Lola?, ?La Baie des anges?, ?Les Parapluies de Cherbourg?, ?Les Demoiselles de Rochefort? en ?Model Shop?) staan in juli en augustus op het programma van Ecran Total in de Arenberg-Galeries Brussel.

Deneuve en Dorleac in Les Demoiselles de Rochefort : een veelkleurige filmset.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content