Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Lierse moet met drie doelpunten verschil van Anorthosis Famagusta winnen, of het grijpt naast minimaal vierentachtig miljoen frank.

Twee-nul verlies tegen een absolute prutsersploeg als Anorthosis Famagusta was uiteraard geen resultaat om fier op te zijn. Maar Lierse heeft in het verleden wel andere Europese varkentjes gewassen. Daar gaan we weer : Leeds. Altijd opnieuw : Leeds. Al wint Lierse vier keer naeen de Champions League, iets wat de heenmatch in Cyprus niet meteen deed vermoeden, dan nog zal dat niet kunnen optornen tegen de stunt uit september ’71.

Toen ging Lierse op Elland Road bij de toenmalige wereldgrootheid Leeds United met 0-4 winnen, en zette een door iedereen hopeloos gewaande 0-2 thuisnederlaag uit de heenmatch recht. En voor wie zou vermoeden dat Leeds in die terugmatch zijn reserven had opgesteld, hier komen ze, alle elf uit het blote hoofd : Shaw, Reaney, Yorath, Faulkner, Cooper, Madeley, Mann, Galvin, Lorimer, Belfitt en Bates. Na de rust werd doelman Shaw, die er al twee van Swat Janssens en één van Peter Ressel om de oren had gekregen, vervangen door Gary Sprake. En Mann moest zijn plaats afstaan aan Norman Hunter. Akkoord : Giles, Bremner en Charlton waren er niet bij, maar dan nog stonden er acht internationals tussen de lijnen. En de trainer was ook al een monument : Don Revie. Nul-vier, haha.

Het verhaal is door het vele herhalen ervan vervelend geworden, maar de ronde nadien zorgde Lierse voor een al even grote stunt door tegen Rosenborg Trondheim een hopeloze 4-1 nederlaag uit de heenmatch recht te zetten. Twintig minuten voor tijd stond het in de return nog altijd 0-0 en gaf geen zinnig mens een cent voor de kansen van Lierse. Maar in minder dan acht minuten poeierde Dré Denul er drie op rij binnen en ging Lierse een ronde verder. Waar het na 1-0 verlies in de heenmatch, het PSV van Jan Van Beveren en Willy Vanderkuylen met 4-0 inblikte.

Weer een ronde verder speelde Lierse in de terugmatch zelfs 1-1 gelijk met het superieure AC Milan van Schnellinger, Rosato, Anquiletti, Rivera en Prati. Helaas was het liedje daarmee uit, want in San Siro had Lierse met 2-0 verloren. Maar die partij kan iemand het ooit vergeten ? werd op hoogst dubieuze wijze geleid door de Turkse scheidsrechter Babacan. Hands van Rosato in de zestien ? Niet gezien. Aanslag op Ressel ? Niet gezien. Aanslag op Denul ? Niet gezien. Wat hij wel had gezien, als enige in het stadion : een fout van Michielssens op Bigon. Penalty voor Rivera en 1-0. Bon, zo is het niet moeilijk natuurlijk. In die tijd lieten de arbiters zich nog omkopen met gouden uurwerken. Vooral Milaan en Madrid waren voor dat soort onduldbare praktijken berucht. Wat de legendarische Lierse-voorzitter Bob Quisenaerts tot volgende scherpe opmerking verleidde : ?Die Turk heeft hier geen uurwerk gekregen, maar een hele Zimmertoren.?

Het spreekt vanzelf dat een club die heldendaden van dit niveau op zijn erelijst heeft staan, geen schrik moet hebben van een 2-0 achterstand tegen Anorthosis Famagusta.

IN NEGEN JAAR UIT DE PUT

In al die historische matchen stond Neel De Ceulaer samen met Dimi Davidovic en Frans Vermeyen in het Lierse middenveld. Diezelfde De Ceulaer, indertijd berucht om zijn verre inworpen, werd negen jaar geleden door de nieuwe voorzitter Freddy Van Laer overgehaald om het sportieve beleid van Lierse in handen te nemen. De Ceulaer is aangetrouwde familie van Van Laer, hij kon dus moeilijk weigeren. Samen met ondervoorzitter Jos Van Rompaey werd een trio gevormd dat in zijn vrije tijd voor een spectaculaire ommekeer van de gang van zaken bij SK Lierse zou zorgen. Geel-zwart speelde op dat moment in tweede klasse, en kreunde onder de schuldenlast die in de jaren tachtig met grote kundigheid was opgebouwd door wat al te vrolijk levende voorgangers van Van Laer. Lierse stond op de rand van het bankroet, maar klom op bewonderenswaardige wijze uit de put. Een heropstanding die dit jaar resulteerde in de vierde landstitel uit de clubgeschiedenis.

Het recept van het Lierse verhaal is bekend : zuinig beheer, volop aandacht voor de eigen jeugdschool van Marcel Vets, en attractief voetbal. Toen Eric Gerets als gedreven trainer werd binnengehaald, werd de beslissende zet gedaan op weg naar het succes van afgelopen seizoen. Maar Van Laer, Van Rompaey en De Ceulaer zijn niet beloond voor het geleverde werk. Naast de trainer verkoos zowat de hele kampioenenploeg om elders meer geld te gaan verdienen. Acht basisspelers weg alstublieft. Meer : sommigen trapten na, en de verklaringen van onder meer Karel Snoeckx, Dirk Huysmans en Bart De Roover waren de Lierseleiding een steek door het hart.

Het bestuur troostte zich met de gedachte dat het niet bij de pakken was blijven zitten. Vorig jaar al had het zich alert getoond door niet zoals de meeste andere te zitten kniezen over het arrest-Bosman, maar door er volop gebruik van te maken. Zo werden gratis enkele uitstekende krachten binnengehaald : Eric Van Meir, Filip Haagdoren en Stanley Menzo. Maar ook dit jaar, nu geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het arrest-Bosman, reageerde het geel-zwarte bestuur prompt. Van in februari, toen de eerste overvallen op het Lierse spelerspotentieel plaats vonden, werd voor elke vertrekker een evenwaardige vervanger gezocht en gevonden.

Alleen : die vervangers waren altijd net iets minder dan degene die vertrok. Maal acht is dat een serieuze verzwakking. En voor spelbepalende figuren als Anchi Rudy, en in mindere mate Denis Kliouev, was geen gelijkwaardige vervanger voorhanden. Thomas Zdebel zou die rol op zich moeten nemen, maar hij viel in de belangrijke eerste matchen geblesseerd uit.

De verzwakking op het veld was één handicap, maar er was erger : het moreel van de vereniging was aangetast. De overtuiging dat je door hard werken met de eigen jeugd iets kan opbouwen, werd vorig seizoen bevestigd en bekroond, maar tegelijkertijd ook ondergraven door het massale vertrek van al de mannen die Lierse kampioen hebben gemaakt, maar die ook dankzij Lierse kampioen zijn kunnen worden.

DE CLUBKAS WORDT GESPIJSD

De eer en het grote geld van een deelneming aan de Champions League zou dat leed flink verzachten. Elke deelnemer krijgt als startpremie 50 miljoen frank. Een gedeelte van de televisierechten wordt over de clubs verdeeld, wat kan worden geschat op minstens 25 miljoen. Bovendien levert elk gelijkspel in de poules 12,5 miljoen op, en elke overwinning 25 miljoen. Wie de kwartfinales bereikt, krijgt er zeventig miljoen frank bovenop, wie nog verder gaat rekent met honderden miljoenen. En daar bovenop komt de recette. Als Lierse zich plaatst, speelt het zijn drie poulewedstrijden in het Koning Boudewijnstadion. De stad Brussel rekent daar twaalf miljoen voor aan, maar met een paar interessante tegenstanders is het niet ondenkbaar om voor die drie matchen samen tachtig- tot negentigduizend toeschouwers te lokken. Dat is algauw weer veertig miljoen erbij.

Rapid Wien was vorig jaar de ploeg met de minste punten in de Champions League, maar kreeg toch 84 miljoen frank op zijn rekening bijgeschreven. En winnaar Borussia Dortmund inde 541 miljoen frank. Het zijn cijfers om van te duizelen. Niet dat het financieel een kwestie van leven of dood is. Freddy Van Laer, grote patron van de gelijknamige transportfirma, heeft ervoor gezorgd dat Lierse de bank mag binnenstappen door de voordeur, voorbehouden aan klanten met plus op de rekening, in de plaats van zoals vroeger door de achterdeur, voorbehouden voor klanten met min voor hun saldo. En als Lierse de voorronde van de Champions niet overleeft, krijgt het een tweede kans in de Uefacup, waar via televisierechten en entreetickets ook een aantrekkelijke stuiver te verdienen valt.

Daarom is het budget alvast verdubbeld van 120 miljoen frank vorig seizoen, naar 240 miljoen nu. En afgezien van een mogelijke aardbeving op het Lisp, zouden de inkomsten de uitgaven moeten kunnen dekken. De 196 business-seats en de 370 socio-seats zijn uitverkocht. Het aantal abonnees is met veertig procent gestegen, en manager De Ceulaer hoopt het gemiddelde van 8.400 toeschouwers van vorig jaar te evenaren. In Europees verband is dat uiteraard onbetekenend. Een club als Barcelona heeft 108.000 socio’s, en bij de ploegvoorstelling van Feyenoord zat er meer dan 40.000 man in De Kuip, maar naar Belgische normen is het een mooi cijfer.

En dan is Lierse nog het slachtoffer van de ontoereikende accommodatie op het Lisp. Het huurcontract met de NV die eigenaar is van de grond waarop het stadion staat, loopt in 1999 af en de huurprijs wordt verzesvoudigd. Dus wil Lierse weg. De plannen voor een nieuw stadion van vijftienduizend zitplaatsen, mogelijk te bouwen op een grond van de stad en met het geld van privé-financiers, zijn vergevorderd. Al is bij plannen voor nieuwe stadions enig voorbehoud nooit misplaatst. Het elftal is dus eigenlijk een paar jaar te vroeg kampioen geworden, want vorig seizoen was er plaats te kort, over een paar seizoenen is er misschien plaats te veel.

Dat weet je helaas niet op voorhand. Het succesverhaal van SK Beveren, dat zes jaar duurde, heeft aangetoond dat provincieclubs ook gedurende een langere periode bovenin kunnen meedraaien. En het nieuwe stadion is hoe dan ook een must. Wie Europees voetbal wil spelen en er iets wil aan verdienen, is verplicht om voor een moderne accommodatie te zorgen. Dat Ekeren wil uitwijken, Lierse voor een eventuele Champions League naar de Heizel trekt, en Moeskroen over de grens naar Villeneuve d’Asq moet, toont aan tot wat voor complicaties een onaangepast stadion leidt. Als het bouwschema kan gevolgd worden zoals het begin dit jaar was opgesteld, zal Lierse ook qua infrastructuur op de juiste trein zitten, zij het niet in de voorste wagons.

BARAK EN ZAKJAPANNERTJE

Bovendien heeft de club, alweer in tegenstelling tot vele andere, ook snel ingespeeld op de grote sympathie die de titel van SK tot ver buiten Lier opwekte, en op de enorme weerklank daarvan in de media. De dag van de kampioenenmatch op Standard, werd er op bijna alle andere velden gejuicht, telkens een doelpunt van Lierse werd gemeld. En ’s avonds stonden in het eigen Van der Poorten stadion vijftienduizend mensen uren te wachten op de terugkeer van hun ploeg. Waarna in geen tijd de hele stad werd leeg gedronken. Dat alles, naar de geest van de club, zonder sporen van geweld of misdragingen, die dit soort vieringen elders te vaak doen ontaarden in wansmakelijk vandalisme.

Van die grote golf van enthousiasme hebben ze bij Lierse handig gebruik gemaakt. Zonder al te veel drukte en in geen tijd, werd een lucratieve merchandising uit de grond gestampt. Op Lierse maat. Niet met grote studies, drukke vergaderingen en zwaarwichtige comités. Neen, een inderhaast opgetimmerde barak, een zakjapannertje, en aan de slag. Sjaals de deur uit. Shirts de deur uit. Foto’s, stickers, vlaggetjes, wimpeltjes, petjes, sleutelhangers, kampioenen-cd’s… Kortom : Gert en Samson, maar dan in het klein voor de groten.

Verder wordt gewerkt aan animatie rond de wedstrijden. Een fenomeen dat helaas bij al te veel clubs wordt verward met oorverscheurend lawaai uit een geluidsinstallatie die de samengevoegde decibels van twintig megadancings moeiteloos overstemt. Niet doof, geld terug. Maar goed, Moeskroen en Aalst zijn de lichtende voorbeelden, goede animatie rond een wedstrijd zorgt voor een prima sfeer. Olympique Marseille was daarin lang geleden een voorloper. En eind jaren tachtig is, toevallig bij het bezoek van Bernard Tapie, de kuip van Standard een keer in lichterlaaie gezet vóór de onvergetelijke Europese match tegen Swarowski Tirol. Lasershow, vuurwerk, en Lange Jojo die Olé, olé, olé kwam zingen zoals alleen Lange Jojo dat kan. Prachtige avond : Standard stond bij de rust 0-2 achter, kwam in een kolkende sfeer tot 3-2 terug, waarna Alex Czerniatynski twee schitterende kansen op de beslissende 4-2 de nek omwrong. Standard eruit.

BELGEN EN CYPRIOTEN

Arrest-Bosman of geen arrest-Bosman, Lierse maakt dus winst. De Champions League kan deze ontwikkeling een extra stroomversnelling meegeven. En dat die Champions League voor het grijpen lag, daarover was iedereen het eens na de gunstige loting in de voorronde. Anorthosis Famagusta, laten we ernstig blijven nietwaar. Geen gemakkelijke ploeg, daarvan was Jos Daerden na de eerste scouting onmiddellijk overtuigd. Warm weer altijd in Cyprus, slechte velden, en meestal verdedigende ploegen die zelden op de hoogte zijn van het reglementair verschil tussen een schop tegen een bal en een schop tegen een been.

Niet eens een onaardig Europees verleden, Anorthosis. Twee jaar geleden in de voorronde van de Champions League bijna de evenknie van de Glasgow Rangers. Eén-nul verlies in Schotland, nul-nul thuis. En een jaar voordien in de eerste ronde van de Uefacup won het ook tegen Atletic Bilbao thuis met 2-0. In Bilbao werd het pas twee minuten vóór tijd 3-0.

Dat er met de Cyprioten niet te lachen valt, weten Belgen beter dan wie ook. Zelden een makkelijke klus aan gehad. Bij de jongste interland, in de voorronde van het EK ’96, werd in Limassol een pover 1-1 gelijkspel gehaald. De Belgen speelden, na de uitsluiting van Charalambous van Anorthosis, meer dan een uur met elf tegen tien ! Het was de wedstrijd van het fameuze kaartersincident. Secretaris-generaal Alain Courtois vergeleek de Rode Duivels na afloop met ?een vriendenclubje van het ministerie?. En voorzitter Michel D’Hooghe, al even boos, kondigde zijn ondertussen beroemd geworden colloquia over de toestand van ons voetbal aan.

Niet onderschatten dus, de Cyprioten. Maar tussen dat en er 2-0 gaan verliezen, is een wereld van verschil. Vooral omdat Lierse twee weken geleden in Larnaca ontzettend slecht voetbalde. Met als extraatje twee individuele fouten, één van Van de Walle en één van Serneels, die het in de Belgische competitie misschien kunnen, maar die op het internationale forum genadeloos worden afgestraft, zelfs door voetballers uit Cyprus. De mannen bij Lierse die zogezegd ervaring hadden, waren niet in staat dat ook op het veld te tonen. En de buitenlanders waren stuk voor stuk nergens. Eftevaag kon het niet, Huistra niet, en Hasenhüttl zeker niet. ?De druk was te hoog,? werd links en rechts al geopperd. Dat belooft voor matchen tegen Juventus en Manchester United.

De euforie bij Lierse, opgewekt na wat in eerste instantie een gunstige loting werd geacht, en na winst in de Supercup tegen Ekeren en in het eerste competitieduel tegen Lokeren, sloeg onmiddellijk om in ontgoocheling en wanhoop. De belangrijkste opdracht van Daerden is om die negatieve gevoelens eruit te jagen, en dat zal niet makkelijk zijn. In afwachting van de terugwedstrijd stond Lierse in eigen land voor twee al evenmin eenvoudige opdrachten : de verplaatsing naar Ekeren, en de thuismatch tegen Anderlecht. Goed om het moreel terug op te krikken, of om het definitief af te krikken. Dat werd dus één op zes. In Ekeren kon Lierse, vooral dankzij doelman Van de Walle, een puntje uit de brand slepen. Maar tegen Anderlecht, dat de blamage tegen RWDM moest rechtzetten, bleef de thuisploeg ondanks een verdienstelijke wedstrijd met lege handen achter.

Met de verwachte honderd miljoen uit de Champions League had Lierse zich willen wapenen tegen wat het de vorige maanden overkomen is. Het was van plan om de contracten van de weinige gebleven spilfiguren, onder meer aanvoerder Nico Van Kerckhoven, open te breken. En om een paar topspelers aan te trekken. Die plannen moeten worden herzien, als de verzekerde inkomsten van de Champions League wegvallen en op het budget moeten worden vervangen door onzekere inkomsten uit de Uefacup. Er is dus geen alternatief : er moet absoluut met drie goals verschil gewonnen worden tegen Famagusta. Daarom twee tips aan de Lierse clubleiding. Eén : schakel Jean Elst in. Of Walter Bogaerts. Twee : stel Dré Denul op. Succes.

Koen Meulenaere

De euforie na de loting, de Supercup en de match tegen Lokeren, sloeg om in ontgoocheling. Op de foto de juichende Van Meir, Hasenhüttl, Eftevaag en Van Kerckhoven.

De Champions League levert minstens tachtig miljoen frank op. Jos Daerden moet de negatieve gevoelens dus snel ombuigen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content