In Kazachstan is een deal niet altijd een deal. Dat heeft Tractebel tot zijn (grote) schade moeten ondervinden. Een verhaal over corruptie, maffiosi en megalomane dromen.

‘Aan het ene loket krijgen we ons pensioen en aan het andere geven we het weer af aan Tractebel.’ Irina Savostina is de strijdbare voorzitster van de organisatie Pokalenje. De laatste vijf jaar heeft ze een persoonlijke oorlog gevoerd tegen de Belgen van Tractebel die door de tariefverhogingen van elektriciteit en verwarming de gepensioneerden van Almaty van hun laatste cent hebben beroofd. Irina zwaait met haar vuistdikke dossier in het wat groezelige kantoortje in het ‘Huis van de Democratie’, waar het hoofdkwartier van Pokalenje is gevestigd. Aan de muur een gesigneerde foto van Bill Clinton in het gezelschap van Lenin en Stalin, en een fotomontage die de erbarmelijke levensomstandigheden van de Kazachse onterfden moet illustreren. ‘De tarieven voor verwarming en warm water zijn de afgelopen vijf jaar met een factor 2600 verhoogd’, rekent een van de gepensioneerden van Pokalenje voor. ‘In diezelfde periode is ons pensioen nauwelijks verdrievoudigd.’

Irina is door haar acties een paar keer in de gevangenis terechtgekomen, maar daar maalt ze niet om. Elke maand mobiliseerde ze de afgelopen jaren haar troepen om in het centrum van Almaty tegen de gehate Belgen te betogen. Maar als een ware consumentenvereniging ging Pokalenje de Belgen ook met juridische middelen te lijf. Met geld van een Amerikaanse niet-gouvernementele organisatie liet Savostina caloriemeters plaatsen – een nieuwigheid in Almaty waar zoals in de rest van de voormalige Sovjet-Unie de stadsverwarming collectief wordt gestuurd. ‘We hebben het bewijs dat ze ons bestelen’, zegt Savostina en ze trok naar de rechtbank, tot dusver zonder resultaat. Nu de Belgen uit Kazachstan vertrekken, lijkt Savostina haar slag te hebben thuis gehaald. Maar ze kraait geen victorie, want ze weet dat de tarieven die de laatste jaren zo dramatisch zijn gestegen niet weer naar beneden gaan. ‘Nadat ze ons hebben uitgezogen, hebben ze immers onze dieven geleerd hoe ze ons geld kunnen stelen.’

Nicolas Atherinos, de baas van Tractebel-dochter EGI in Kazachstan, had woorden te kort om de glorieuze toekomst van Tractebel in Centraal-Azië te beschrijven. Atherinos groeide op als zoon van Griekse emigranten in Congo en hij trok binnen het traditioneel Franstalige Tractebel de Vlaamse kaart. Vier jaar geleden sloot hij in Almaty een contract af, waarbij de Belgen voor een prik het elektriciteits- en verwarmingsnet kochten van wat toen nog de hoofdstad was. Tractebel betaalde de belachelijke som van 5 miljoen dollar voor drie elektrische en warmtecentrales en het stadsverwarmingsnet. Het Belgische nutsbedrijf beloofde weliswaar in de daaropvolgende jaren nog eens 300 miljoen te investeren, maar van die belofte is nooit iets in huis gekomen, zeggen de Kazachen nu. De elektriciteitsdeal was in de ogen van Atherinos en Tractebel maar het begin van een strategisch Groot Spel, waarbij de kleine Belgen een hoofdrol zouden gaan spelen in de boomende energiemarkt van Centraal-Azië en het Kaspische-Zeegebied. Kazachstan, met zijn autoritaire president Noersoeltan Nazerbajev, was een gedroomde uitvalsbasis, zei Atherinos toen. ‘Stabiliteit’ was het toverwoord.

WILDWESTSTIJL

Een kleine twee jaar later volgde de tweede strategische aankoop van de Belgische nutsgroep in Kazachstan. Een dochter van Tractebel kreeg voor twintig jaar de concessie voor de exploitatie van een 9000 kilometer lang gaspijpleidingennet dat gas uit Oezbekistan, Kirgizië en Turkmenistan naar Almaty en naar Rusland en vandaar verder naar Europa vervoert. Dit keer betaalde Tractebel aan de Kazachse staat een bedrag van 30 miljoen dollar, plus 2 procent commissie op het vervoerde gas. Dat investeren in de voormalige Sovjet-Unie zo zijn risico’s heeft, werd de Belgen in Kazachstan algauw duidelijk. Net als veel andere buitenlandse investeerders ondervonden ze dat een deal in Kazachstan niet altijd een deal is. Premier Noerlan Balgimbajev, die de later berucht geworden Akezjan Kazjegeldin was opgevolgd, wierp zich op als de verdediger van de Kazachse nationale belangen. Hij probeerde het gascontract met Tractebel te saboteren door te weigeren een ondergronds pompstation in Poltoratskoja aan de Oezbeekse grens aan de nieuwe concessiehouders af te staan. Daardoor kwam de bevoorrading van de hoofdstad op de helling te staan, waar de stemming onder de bevolking al helemaal tegen de Belgen was gekeerd. Een topman van Tractebel is toen in ware wildweststijl met een veertigtal gewapende lijfwachten het pompstation gaan opeisen. Alleen door een klein wonder is het toen niet tot een schietpartij gekomen.

Het elektriciteitscontract was op zijn zachtst gezegd geen succes voor de Belgen. ‘We zullen de Kazachen leren hun rekening te betalen’, was een gevleugeld woord onder de kaderleden van APC (Almaty Power Consolidated) – het energiebedrijf dat Tractebel had overgenomen. Wanbetalers werden soms met veel vertoon van het net afgesloten en daarbij maakten de Belgen geen onderscheid tussen privé-woningen, ziekenhuizen en kazernes. Tot overmaat van ramp kon het geprivatiseerde bedrijf de eerste winter al niet verhinderen dat het licht voor lange periodes uitging en hele delen van de stad in de kou zaten. De installaties die Tractebel van de staat had overgenomen, bleken in nog veel slechtere conditie dan was verwacht. Een kolenmijn die brandstof moest leveren, werd geprivatiseerd waardoor de bestaande contracten niet werden nageleefd. Oezbekistan draaide ook voor een tijd de gaskraan dicht om het buurland te dwingen een uitstaande schuld te betalen. Kortom, Tractebel is zowat in alle valkuilen tegelijk getrapt die investeerders in de Sovjet-Unie te wachten staan.

BUITENGEWOON ONTGOOCHELD

Na een moeilijke inrijperiode kon Tractebel een min of meer regelmatige energietoevoer garanderen, maar het kwaad was geschied. Het bedrijf was intussen in een niet te stoppen reeks conflicten met de plaatselijke autoriteiten verwikkeld met als inzet de tarieven. Voor een bevolking die gewend is aan vrijwel gratis stroom en warmte kwam de klap van de privatisering hard aan. Het stadsbestuur van Almaty verweet Tractebel alleen maar geïnteresseerd te zijn in winst. ‘Ze deden niets om de bestaande installaties te moderniseren en rendabel te maken’, zegt vice-burgemeester Marat Doelkajrov, ‘en APC werd voor de mensen van Almaty algauw een scheldwoord.’ ‘We zijn buitengewoon ontgoocheld over Tractebel,’ zegt de vice-burgemeester, ‘we hadden gehoopt dat de Belgen ons knowhow zouden bezorgen en investeren. Maar alles wat ze deden was voortdurend hogere tarieven eisen en ons geld afpersen.’

Ook aan het gascontract beleefde Tractebel weinig plezier. Nicolas Atherinos had de toekomstperspectieven wild overschat en het pijpleidingennet bleek onderbenut. Vorig jaar waren de verliezen al opgelopen tot 1,2 miljard frank. Bovendien dachten de Belgen dat ze met hun strategische positie op een kruispunt van gaspijpleidingen het machtige Russische Gazprom uit de markt konden spelen. Dat bleek een misrekening. Voor Gazprom zijn gasleveringen uit Turkmenistan van levensbelang en de Russen lobbyden bij de Kazachse president Nazerbajev om de Belgen de controle over het pijpleidingennet te ontfutselen. Wie ook de nominale nieuwe eigenaar wordt van het gaspijpleidingennet, Gazprom komt als overwinnaar uit het hele conflict. De Russen legden hun geschil met Turkmenistan bij en net op het goede moment krijgen ze weer de beschikking over het Kazachse pijpleidingennet om Turkmeens gas naar Rusland te transporteren.

In april ’98 bezocht de toenmalige premier Jean-Luc Dehaene drie Centraal-Aziatische landen met in zijn kielzog een delegatie ondernemers uit de olie- en gaswereld. Dehaene had er weinig moeite mee dat de begeleidende journalisten hem als een veredelde handelsreiziger beschreven. Dat had hij voor de Belgische belangen in Centraal-Azië wel over. In Kazachstan had het bezoek van Dehaene veel weg van een public-relationsreisje van Tractebel. De premier bezocht de ene elektriciteitscentrale na de andere en legde bij president Nazerbajev het geschil bij tussen het Belgische bedrijf en de Kazachse premier Noerlan Balgimbajev. Enige donderwolk boven een overigens smetteloos bezoek: zowel Dehaene als de toenmalige Tractebel-baas Philippe Bodson moesten in Almaty vernemen dat het Franse Suez Lyonnaise Des Eaux deze parel aan de Belgische industriële kroon helemaal onder zijn controle had gekregen.

De Fransen zagen het Belgische avontuur in Kazachstan minder en minder zitten en ze drongen er bij de Belgen op aan om schoon schip te maken. Daar kunnen strategische belangen bij gespeeld hebben omdat Suez de kans schoon zag om binnen de groep de gassector in Franse handen te krijgen, en een partnership aan te gaan met Gaz de France dat op zijn beurt al een joint venture met Gazprom heeft opgericht. Het bericht dat het Zwitserse en het Belgische gerecht een onderzoek instellen naar de mogelijke betaling van smeergeld bij het verwerven van de Kazachse contracten, moet sommige strategen in de Parijse hoofdkwartieren dan ook als muziek in de oren hebben geklonken. De Fransen konden nu met nog meer recht en reden bij de Belgen aandringen op een grote schoonmaak in Kazachstan.

DRIE KAZACHSE PARTNERS

Bleek immers dat reusachtige bedragen aan consultancy fees zijn terechtgekomen op rekeningen van lieden die verdacht worden van witwasoperaties en banden met de georganiseerde misdaad. Voor de verwerving van het gascontract is 55 miljoen dollar betaald aan drie Kazachse partners die ook een minderheidsparticipatie in het nieuwe bedrijf kregen. Voor het elektriciteitscontract zou 15 miljoen zijn betaald. Een insider beweert dat de totale som 100 miljoen dollar – vier miljard Belgische frank – benadert, gedeeltelijk afkomstig uit ‘zwarte kassen’ bij Tractebel. Het Belgische en het Zwitserse gerecht onderzoeken nu de oorsprong van het geld. De speurders in Brussel en Genève houden zich ook bezig met de vraag of een deel van dat geld naar België is teruggevloeid in de vorm van kickbacks ten voordele van topfiguren uit Tractebel.

De biografie van de drie Kazachse partners leest als een schoolvoorbeeld van de lotgevallen van postcommunistische oligarchen met de goede connecties (in dit geval president Nazerbajev en zijn familie) en banden met de onderwereld. Alledrie zijn ze in het kielzog van ene Boris Birsjtein na de val van het communisme in de voormalige Sovjet-Unie op de privatiseringstrein gesprongen. Birsjtein wordt het brein genoemd achter de operatie om het geld van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie in het Westen op het droge te brengen. Hij speelt ook een hoofdrol in de ‘privatisering’ van de chroom- en aluminiumindustrie, die in een eerste fase voor een groot deel terechtkomt in de handen van de gebroeders Lev en Michail Tsjorny.

Alexander Masjkevitsj is van Russische nationaliteit, maar geboren in Kirgizië. Hij wordt de ‘Grijze Kardinaal’ en ook wel eens de Kazachse Berezovsky genoemd vanwege zijn prominente rol in de Kazachse media en in de industrie. Hij hielp president Nazerbajev aan zijn herverkiezing eind ’98. Daarvoor was hij erin geslaagd de gebroeders Lev en Michail Tsjorny uit de zeer winstgevende aluminium- en chroomsector in Kazachstan te werken.

Patoch Sjadijev, van Oezbeekse afkomst, is een van de naaste adviseurs van president Nazerbajev. Hij lijkt de leidende figuur in het Kazachse trio en hij zou de rijkelijke consultancy fees van Tractebel onder zijn partners hebben verdeeld. Sjadijev heeft de Belgische nationaliteit en een villa in Waterloo.

Alijan Ibragimov is een Kazach van Oezbeekse oorsprong. Hij was de vertrouwensman van premier Akezjan Kazjegeldin, de grote voortrekker van de contracten met Tractebel. Hij woonde een tijd in de groene gordel om Brussel maar zou tegenwoordig vaker in Istanbul aan te treffen zijn. Volgens Le Soir heeft de Brusselse onderzoeksrechter Bruno Bulthé een deel van zijn roerend en onroerend bezit in beslag laten nemen.

De drie richten begin van de jaren negentig samen met Birsjtein bedrijven op naar Belgisch recht en ze bezitten net als de voormalige Kazachse premier Kazjegeldin vastgoed in de topklasse ten zuiden van Brussel. Tegen Kazjegeldin loopt een Belgisch gerechtelijk onderzoek wegens corruptie en witwassen van geld. De drie anderen worden verdacht van ‘fraude, valsheid in geschrifte en bendevorming’ in een oplichtingszaak ten nadele van de Kazachse mijnindustrie. De buit zou in België zijn witgewassen.

GEZICHTSVERLIES

Toen het schandaal eind vorig jaar uitbarstte, ontsloeg Tractebel alle kaderleden die met de Kazachse contracten te maken hadden. Topman Nicolas Atherinos werd met alle zonden van Israël beladen. Tractebel diende een klacht tegen hem in, maar Atherinos had intussen een veilig onderkomen gevonden bij zijn Kazachse vrienden. Die hadden nog steeds een minderheidsparticipatie in de Tractebel-bedrijven in Kazachstan en konden lange tijd een minnelijke schikking tussen Tractebel en de Kazachse staat blokkeren.

Kende de Tractebel-top de achtergrond van zijn dubieuze partners in Kazachstan? Volgens een voormalig Tractebel-kaderlid in Kazachstan weigerde de Europese Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling (EBRD) kredieten aan een onderneming (APC) die met partners in zee was gegaan die mogelijk ‘bloed aan de vingers hebben’. Het belette topman Philippe Bodson en Jean-Luc Dehaene niet om tijdens een diner in het luxehotel Rahat Palace in Almaty de tafel te delen met Masjkevitsj, Ibragimov en Sjadijev. Het drietal stond met Bodson op vertrouwelijke voet – ze mochten hem ‘Philippe’ noemen: een zeldzaam privilege zegt een voormalig hoog kaderlid van Tractebel.

‘We hebben de Belgen te veel privileges gegeven’, klaagt Noervan Kapparov, de vice-minister van Energie die nu met Tractebel over een eerbare aftocht onderhandelt. ‘We hebben onze assets te goedkoop verkocht en er naïef op vertrouwd dat alles meteen beter zou gaan.’ Tractebel was een van de eerste grote privatiseringsdossiers in Kazachstan en dat het mis is gegaan, heeft te maken met ‘ons gebrek aan ervaring en met de megalomane dromen van één man: Nicolas Atherinos.’ Kapparov vermeldt er niet bij dat corruptie op alle niveaus van Kazachstan het eldorado heeft gemaakt van maffiosi en schuinsmarcheerders uit alle windstreken.

Toen de bom vorig jaar barstte, trok Tractebel Pierre Bocquet als externe crisismanager aan om het bedrijf uit de Kazachse slangenkuil te werken. Maar ook Bocquet lijkt op de verkeerde vrienden te hebben gewed en hij is intussen met slaande deuren vertrokken. De Antwerpse consultant Eric Van de Weghe, die goede contacten heeft in het Russische milieu, bracht Bocquet in contact met Grigory Loetsjanski, een zakenman van Letse afkomst en een notoire figuur van de Russische maffia. Loetsjanski had van de Kazachse president Nazerbajev en van het Russische Gazprom een mandaat gekregen om te onderhandelen over overname van de Tractebel-activa in Kazachstan door de Russische gasgigant. De drie maanden durende onderhandelingen zijn uiteindelijk afgesprongen op de weigering van de minderheidspartners plus Atherinos om hun aandelen te verkopen. Bocquet had in de loop van die onderhandeling zoveel onfrisse dingen uit de interne keuken van Tractebel vernomen dat hij, zoals hij zelf zegt, een ‘hinderlijke getuige’ was geworden.

Begin mei hebben Tractebel en de Kazachse staat dan toch een compromis bereikt waarbij de Belgen 100 miljoen dollar compensatie krijgen voor hun activa in Kazachstan. De onderhandelingen over de betalingsmodaliteiten moeten op 15 juni rond zijn. Insiders twijfelen eraan of dat geld – in contanten of via gasleveringen – ooit de koffers van het bedrijf aan de Brusselse Troonlaan zal bereiken, maar het akkoord behoedt beide partijen voor al te veel gezichtsverlies. Eind juni zal president Nazerbajev in Brussel definitief een streep kunnen trekken onder een avontuur dat de reputatie van de Belgen in Centraal-Azië geen goed heeft gedaan.

Johan Depoortere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content