Op 17 juni wordt hij zestig. Hij was profrenner tussen 1965 en 1977, reed in die periode 1800 wegwedstrijden, en won er daarvan 525. Hij werd drie keer wereldsportman van het jaar, en leidt nu een fietsenfabriek.
– Papa, vertel nog eens van Eddy Merckx.
– Neen jongen, het is tijd om te slapen. Kruip onder je deken, en oogjes dicht.
– Toe papa. Welke Ronde heeft Eddy Merckx ook weer gewonnen?
– Eddy Merckx won álle Rondes jongen. Vijf keer de Ronde van Frankrijk, vijf keer de Ronde van Italië, één keer de Ronde van Spanje, één keer de Ronde van Zwitserland, twee keer de Ronde van België, één keer de Ronde van Luxemburg… Er was geen land in de wereld, of Eddy Merckx won er de Ronde van.
– Was Eddy Merckx dan de beste van allemaal?
– Natuurlijk was hij de beste van allemaal. Zoals Eddy Merckx is er nooit één geweest, en zal er ook nooit meer één komen.
– Maar Lance Armstrong heeft zés keer de Ronde van Frankrijk gewonnen. Dat is meer dan Eddy Merckx.
– Maar manneke toch. In de tijd van Eddy Merckx mocht Lance Armstrong niet eens meedoen. Te slecht. Armstrong rijdt één koers per jaar, dan is het niet moeilijk om te winnen. Eddy Merckx reed alle koersen. Van als het beter weer werd in februari, tot het opnieuw begon te sneeuwen in december. Hij won eerst alle voorbereidingswedstrijden. Dan kwamen de grote afspraken: Milaan-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem, Parijs-Roubaix, de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik. Dat noemen ze de klassiekers. Die won Eddy Merckx allemaal met een kwartier voorsprong op de tweede. Daarna volgden de vier grote Rondes: Spanje, Italië, Zwitserland, en de Ronde van Frankrijk. Die won Eddy Merckx ook allemaal. In augustus werd hij dan wereldkampioen, in september won hij de herfstklassiekers. En toen de andere coureurs niet meer konden van vermoeidheid, won Eddy Merckx de eindeseizoenstijdritten, die bestaan nu niet meer, en verbeterde hij in Mexico het werelduurrecord. En als het te koud werd, ging hij binnen rijden, in de velodrooms, zes dagen aan een stuk zonder te slapen. Ook daar won Eddy Merckx alles. En dan nam hij een week vakantie en begon te trainen voor het volgende jaar.
– Was Eddy Merckx getrouwd?
– Ja. Met de mooiste vrouw van de wereld: Claudine Acou. Alle jonge meisjes, die allemaal verliefd waren op Eddy Merckx, barstten in tranen uit toen bleek dat zij niet de uitverkorene waren. Eddy Merckx zag Claudine zo graag, dat hij elke dag bloemen voor haar meebracht. Dat was niet zo moeilijk, want hij won elke dag een koers en dan kreeg hij de bloemen gratis. In het huis van Eddy Merckx stonden in alle kamers grote ruikers. Dat rook daar naar viooltjes en roosjes en narcissen, en naar kamferolie.
– Had Eddy Merckx kinderen?
– Eddy Merckx had twee kinderen. Eerst een meisje, dat heette Sabrina, en ze is nog mooier geworden dan haar mama al was. En daarna kregen ze ook nog een jongen, Axel. Die is eerst gaan voetballen bij Anderlecht, daarna is hij ook wielrenner geworden.
– Is Eddy Merckx de vader van Axel Merckx!? Van de Olympische Spelen?
– Jaja, maar de Olympische Spelen… dat is voor amateurs. Voor prutsers. Dat interesseerde Eddy Merckx niet. Eddy Merckx reed alleen serieuze wedstrijden.
– Won er dan nooit eens iemand anders?
– Neen. Voor de andere renners was dat natuurlijk niet prettig. Die moesten ook hard trappen, die deden ook hun best, en op het moment dat ze aan het eind van hun krachten waren, demarreerde Eddy Merckx en reed hen in vijf minuten tijd op tien minuten achterstand. Eddy Merckx won soms vijf koersen op één dag. Hij begon ’s morgens vroeg, en vóór het middag was had hij al twee keer gewonnen. Dan reed hij met de fiets naar huis om te gaan eten, en daarna vertrok hij weer naar een andere koers in de namiddag. Daar was hij ook de beste. En als het begon te schemeren won hij nog snel een criterium, en om af te sluiten een dernywedstrijd op gesloten circuit.
De andere coureurs kwamen bij elkaar om te overleggen: hoe kunnen we hem verslaan? En ze besloten om allemaal samen te werken. Allemaal tegen Eddy Merckx. De volgende koers ging er al na vijf kilometer iemand in de aanval, en al de anderen hielden de trappers stil. Op een ik en een gij reed die kerel veertien minuten weg. Eddy Merckx, die achteraan in het peloton de krant had zitten lezen, werd door de supporters aan de kant opgeschrikt: ‘Pas op Eddy, er is er ene veertien minuten weg!’ Eddy Merckx vouwde zijn krant dicht, reed naar de kop van het peloton, en zes kilometer verder had hij de vluchter te pakken.
Toen haalde hij de krant weer uit zijn achterzak, en ging verder met het invullen van het kruiswoordraadsel: dwarshout van een schip, twee letters. Terwijl hij daarover nadacht, demarreerde een andere van achter zijn rug, en weer bleef de rest zitten. Acht minuten voorsprong fietste die bijeen. Ze staken onderweg spuiten in zijn billen opdat hij zou volhouden. En toen had Eddy Merckx er genoeg van, legde de ketting vooraan op de grote plateau, kromde zijn rug, liet al de rest ter plaatse, en reed in één ruk die acht minuten dicht. Die koploper viel dood van het verschieten toen hij ineens Eddy Merckx naast zich zag opduiken.
Het is pas na de aankomst dat Eddy Merckx van journalisten hoorde dat er een complot tegen hem was gesmeed. Daar werd hij zo kwaad van dat hij de volgende dag al weg sprong terwijl het startschot nog klonk. Vóór de anderen de eerste ronde hadden afgelegd, had Eddy Merckx hen al twee keer gedubbeld. De andere coureurs kwamen klagen: ‘Dat kan niet meer zijn. Gelijk gij rijdt kunnen we beter thuis blijven. En dan is er geen koers meer. Ge moet ons ook eens laten winnen.’
‘Allez, ’t is goed’, zei Eddy Merckx. ‘Morgen mogen jullie winnen. Ik zal doen alsof ik een slechte dag heb.’ Haha, een slechte dag, Eddy Merckx! Eddy Merckx had nooit een slechte dag. En als hij tóch een slechte dag had, en alle anderen hadden de beste dag van hun hele leven, dan won Eddy Merckx nóg. Maar goed, de volgende morgen hadden al die andere renners tegen hun vrouwen en kinderen gezegd: ‘Trek uw mooiste kleren aan en kom naar de aankomst: vandaag gaan we hem kloppen.’
‘Ja, dat zal wel’, zeiden die vrouwen. Want die waren natuurlijk boos dat zij nooit bloemen kregen. En toen begon de koers, en was Eddy Merckx vergeten wat hij had beloofd. Voordat de anderen hem er konden aan herinneren, was hij al ontsnapt, en ze hebben hem nooit meer teruggezien. Ook niet na de aankomst, want toen was Eddy Merckx al met zijn bloemen terug naar huis gefietst. Diezelfde avond laat ging een afvaardiging aanbellen bij Eddy Merckx: ‘Eddy, ge had beloofd dat wij mochten winnen, het is niet eerlijk.’
‘Oeioei, da’s waar ook’, zei Eddy Merckx, ‘ik had dat inderdaad beloofd, maar ik ben het vergeten. Weet ge wat? Morgen maak ik het goed. Ik zal achterstevoren rijden, dan kan er niks mis gaan.’ De dag erna vertrok Eddy Merckx effectief achterstevoren. En dat is niet gemakkelijk, zeker niet midden in een peloton. Maar na een tijdje begon dat beter en beter te gaan, en begon hij er plezier in te vinden. ‘Zou ik nu achterstevoren ook kunnen winnen?’ dacht hij. ‘Ik zal het dan nu maar proberen, vóór een of andere koerscommissaris komt zeggen dat het onreglementair is.’ En Eddy Merckx demarreerde achterstevoren! Niemand kon hem volgen. En dus was hij weer eerste. Het scheelde weinig of hij won ook nog de koers van het jaar voordien.
Die andere coureurs waren om te ontploffen. Die gingen protesteren bij de voorzitter van de Wielrijdersbond: ‘Hij maakt ons belachelijk.’ De voorzitter beloofde zijn best te doen en vroeg aan Eddy Merckx: ‘Kunt ge niet een keer thuis blijven? Ge moet toch ook eens rust nemen.’ En dus bleef Eddy Merckx thuis. Maar dat was niet naar de zin van Claudine: ‘En wie gaat er vandaag voor mijn bloemen zorgen?’
”k Zal bloemen voor u gaan kopen in het dorp’, zei Eddy Merckx, en hij sprong op zijn fiets om naar de bloemenwinkel te rijden. Maar ineens hoorde hij in de verte: ‘Rodaniaaaa!’ De koers! ‘Tiens,’ dacht Eddy Merckx, ‘nu ben ik toch benieuwd hoe ze het doen zonder mij. Ik zal eens gaan kijken.’ En hij reed tot aan het parcours. ‘Ah Eddy’, riepen de mensen, ‘ge zijt te laat, ze zijn al over halfweg.’ Toen kwam de koersdirecteur voorbij, en die zei: ‘Als ge wilt moogt ge nog starten.’ En Eddy Merckx dacht: ‘Als ik hier nog kan winnen, spaar ik het geld van die bloemen uit.’ En hij spelde zijn rugnummer op, en… Jongen? Luister je nog?
– …
Koen Meulenaere
‘Morgen mogen jullie winnen. Ik zal doen alsof ik een slechte dag heb.’