Ze won de verkiezingen en loodste haar partij in de Brusselse, de Vlaamse én de federale regering. Tegen alle verwachtingen in. ‘De media hebben er zelden zover naast gezeten als de voorbije maanden’, lacht Gwendolyn Rutten, voorzitster van Open VLD. Een gesprek over jobs, respect en obesitas.
‘Ik beoordeel Theo Francken niet op zijn overtuigingen, maar op zijn daden als staatssecretaris’, zegt Gwendolyn Rutten. ‘Hij maakt deel uit van de N-VA, niet van Open VLD. Zijn uitspraken zouden nooit de mijne kunnen zijn, maar voor mij telt het regeerakkoord en de manier waarop hij dat uitvoert.’
De centrumrechtse coalitie onder leiding van Michel I heeft een woelige start gekend. Maar voorlopig is de voorzitster van Open VLD niet onder de indruk van de oppositie. ‘Het regeerakkoord laat ruimte genoeg voor een stevig inhoudelijk debat’, zegt Rutten. ‘Door te brullen, heeft de oppositie de waarde van haar argumenten onderuitgehaald. Men heeft mij tijdens de onderhandelingen weleens een pasionaria genoemd, maar als ik Laurette Onkelinx bezig zie, zal ik nog veel boterhammen moeten eten.’
Heel wat commentatoren hadden haar partij al opgegeven. Maar tegen alle peilingen in wonnen de Vlaamse liberalen in mei bij de verkiezingen. Rutten loodste Open VLD vervolgens ook nog eens in alle regeringen. ‘Ik denk dat de media er zelden of nooit zover hebben naast gezeten als de voorbije maanden’, lacht ze. ‘Nogal wat journalisten dachten dat Bart De Wever op federaal niveau gewoon een rondje mocht lopen als informateur. En de meeste journalisten hadden niet verwacht dat Open VLD zou toetreden tot de Vlaamse regering.’
U was ook niet betrokken bij de Vlaamse onderhandelingen.
GWENDOLYN RUTTEN: Die onderhandelingen zijn atypisch verlopen, ik heb geen enkel probleem om dat toe te geven. Maar ik nodig u uit om eens een blinde test te doen: vraag iemand die de voorbije maanden in het buitenland zat om het Vlaamse regeerakkoord te lezen, en laat hem raden welke partijen dat akkoord vormgeven. Ik ben ervan overtuigd dat Open VLD dan daarbij is.
Maar dat is toeval?
RUTTEN: Toeval bestaat niet. De vorming van de Vlaamse regering is begonnen met een informatieronde door formateur Bart De Wever. Ook met mij heeft hij toen een grondig gesprek gevoerd, en gevraagd wat er voor mijn partij zeker in moest.
Maar u zat niet mee aan de onderhandelingstafel. Minister-president Geert Bourgeois merkte onlangs fijntjes op dat u het akkoord goed ‘gelezen’ hebt.
RUTTEN: Maar wij hebben ook niet op de normale manier mee onderhandeld. Wij waren er niet bij toen de delegaties van N-VA en CD&V wekenlang aan tafel zaten. Maar in de loop van de maand juli hebben wij het nodige vertrouwen gevonden om een Vlaamse regering te vormen met drie partijen.
Tijdens de onderhandelingen?
RUTTEN: Tijdens de onderhandelingen.
U werd constant op de hoogte gehouden?
RUTTEN: Dat is uw interpretatie. Ik ga het vertrouwen van mijn collega’s niet schenden. Ik zeg alleen dat de voorzitters elkaar in juli hebben gevonden, ver weg van de camera’s.
Het sleutelmoment was het ‘non’ van CDH-voorzitter Benoît Lutgen op de nota van federaal informateur Bart De Wever?
RUTTEN: Het sleutelmoment ligt nog vroeger: toen PS en CDH zich aan elkaar vastklonken voor de vorming van een Waalse regering. Ik wist toen bijna zeker dat CDH niet meer zonder de PS in een federale regering zou stappen. Ik herinner mij nog dat De Wever op dat moment even dacht dat het afgelopen was, maar ik zag meteen de kans. Het ‘non’ van de CDH was daarna het echte startschot voor de Zweedse coalitie.
Toch kwam De Wever niet naar u toe. Hij begon op dat moment de Vlaamse onderhandelingen met CD&V.
RUTTEN: Ja, en daar heb ik wel eens op gevloekt. Maar ik heb meteen de Zweedse coalitie bepleit. De chaos was groot, maar bij N-VA en CD&V was de deur niet dicht. En toen Charles Michel werd aangewezen als federaal formateur, ging ze open.
Zou een federale tripartite ook mogelijk geweest zijn? Di Rupo I, de vorige federale regering, was bij de verkiezingen niet afgestraft.
RUTTEN: Ik ga u toch moeten corrigeren: een paar partijen uit de vorige regering hebben gewonnen. Met name de liberale partijen en ook de CD&V. Ik begrijp de redenering van mensen die vinden dat de tripartite kon worden voortgezet, maar dan had Elio Di Rupo daar meteen offensief voor moeten kiezen. En dat deed hij niet.
Uw partijgenoten Guy Verhofstadt en Karel De Gucht staan bekend om hun verwerping van het Vlaams-nationalisme. Hebben hun soms harde uithalen naar De Wever u parten gespeeld tijdens de onderhandelingen?
RUTTEN: Ik heb respect voor de mening van Guy en Karel, maar ik zit niet aan de onderhandelingstafel om De Wever van mijn gelijk te overtuigen. Ik denk ook dat ik daar iets minder emotioneel mee omga. Vermoedelijk is dat een kwestie van generaties. De N-VA is bovendien een partij van om en bij de 33 procent. Dan kun je moeilijk alle mensen in die partij over dezelfde kam scheren, laat staan al hun kiezers.
Bent u blij dat u van de socialisten af bent, zoals De Wever te kennen heeft gegeven?
RUTTEN: Ik doe niet aan politiek vanuit een negatieve motivatie. Ik ben veel te trots op de liberale recepten in dit akkoord om mij met anderen bezig te houden.
Zowel econoom Gert Peersman als vicepremier Kris Peeters liet in De Standaard al weten dat dit akkoord evengoed met de socialisten had gekund.
RUTTEN: Dat denk ik niet. Ik herinner mij een socialist die ooit zei dat hij wel wist wat hij moest doen, maar dat hij dan nooit meer herverkozen zou worden.
Dat was SP.A-voorzitter Bruno Tobback, maar toen had hij het over het klimaatbeleid.
RUTTEN: Op heel wat vlakken lopen politici te vaak achter de feiten aan, en proberen ze vandaag de problemen van gisteren op te lossen. Deze regering kiest resoluut voor de toekomst en weigert de kop in het zand te stoppen.
Zijn dat geen holle praatjes? Zouden er regeringen zijn die niet voor de toekomst kiezen?
RUTTEN: Ik stel toch maar vast dat het heeft geduurd tot er een liberaal op pensioenen zat voor er maatregelen werden genomen om mensen langer te laten werken. Ook deze regering neemt de gepaste maatregelen om de activiteitsgraad op te trekken. We zullen straks met z’n allen langer moeten werken, het heeft geen zin om dat nog langer te ontkennen.
Waarom werd er dan in geen enkel verkiezingsprogramma gerept over de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67?
RUTTEN: Daar hebt u een punt. Maar een verkiezingsprogramma gaat over de volgende vijf jaar. De pensioenleeftijd gaat pas omhoog in 2025.
Maar dat staat wel in het regeerakkoord. En niet in uw programma. Dan is het toch geen wonder dat mensen zich bedrogen voelen?
RUTTEN: Iedereen weet dat we langer zullen moeten werken om de pensioenen betaalbaar te houden. Dat stond wel in ons programma. Wij willen de laagste pensioenen ook optrekken. De zogenaamde welvaartsenveloppe wordt de komende jaren voor honderd procent uitgekeerd, niet voor zestig procent, zoals onder Di Rupo.
Maar met een goocheltruc.
RUTTEN: Een goocheltruc?
U hebt de welvaartsenveloppe gefiscaliseerd: ze wordt niet meer uitgekeerd als extra geld, maar via de belastingaangifte. Volgens De Tijd heeft De Wever dat trucje bedacht omdat hij per se een dalende belastingdruk als trofee wilde.
RUTTEN: Ik kan u alleen maar zeggen dat wij de laagste pensioenen meer optrekken dan Di Rupo het deed. En ik vind het geen probleem dat die middelen niet meer worden uitgekeerd als subsidies, als een soort cadeautje, maar fiscaal worden verankerd. We hebben trouwens de ambitie om de fiscale druk indien mogelijk te laten dalen.
Is het niet vooral een regering van de werkgevers?
RUTTEN: Nee, het is een van de meest sociale regeringen van de voorbije jaren. Precies omdat we eerlijk zeggen wat de uitdagingen zijn en wat we eraan willen doen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Nochtans zegt econoom Paul De Grauwe dat die indexsprong in 2015 de economie niet zal doen groeien, maar de consumptie net zal doen dalen.
RUTTEN: Ik lees dat allemaal heel graag, en met veel interesse, maar het zijn allemaal waarzeggers. Niemand kan de toekomst voorspellen, ook economen niet.
U ook niet, dan.
RUTTEN: Nee, wij ook niet. Maar als je dat niet kunt, moet je een beleid uitstippelen dat een zekere logica inhoudt. Onze loonkosten zijn te hoog, dat staat als een paal boven water. En met een indexsprong kun je daar iets aan doen.
De vakbonden hebben al stakingen aangekondigd.
RUTTEN: De bonden waren al aan het staken nog voor het regeerakkoord er was. Wij willen alle hervormingen samen met de sociale partners bespreken en uitvoeren. Maar dan moeten de bonden wel hun verantwoordelijkheid opnemen.
De werkgevers hoefden niet veel te doen om een toegeving te krijgen. De tweede maand gewaarborgd inkomen bij ziekte wordt met een jaar uitgesteld.
RUTTEN: Wel, wij zijn bereid om alle sociale partners inbreng te geven bij de uitvoering van het regeerakkoord. Maar dan moeten ze dat wel willen. En niet meteen staken. Of mensen oproepen om zich nog dit jaar te laten ontslaan, zoals sommige vakbonden doen.
Meer jobs: is dat het doel van deze regering?
RUTTEN: Door de hervormingen in de pensioenen en op de arbeidsmarkt willen we inderdaad jobs creëren. Op die manier willen we ons sociaal systeem overeind houden. Daarom maken we bijvoorbeeld flexibel werk in de horeca mogelijk. Daarom maken we overuren gemakkelijker.
Aan de fraudebestrijding die John Crombez (SP.A) had ingezet, komt een einde?
RUTTEN: De vorige regering heeft een signaal gegeven dat wie vals speelt, dat doet op de kap van anderen. Dat is goed. Maar de middelen die werden gebruikt, vond ik vaak verkeerd. Denk maar aan de boetes van 309 procent voor mensen die fouten maken. Dat zetten we nu ook recht. Je moet een belastingplichtige niet als een crimineel behandelen.
Het regeerakkoord vraagt expliciet respect voor de belastingplichtige.
RUTTEN: Controles horen erbij, maar we mogen er niet van uitgaan dat iedereen het verkeerd doet. Het is de belastingbetaler die ervoor zorgt dat deze maatschappij draait. Dat verdient respect. En dat was er niet.
Is er ook respect voor de werklozen?
RUTTEN: Voor de werkloze die wil werken, die een inspanning wil doen.
Dat is voorwaardelijk.
RUTTEN: Ja, dat is voorwaardelijk. Ik ga ervan uit dat niemand graag werkloos is. Het kan iedereen overkomen, maar als het je overkomt, laten we je niet meer los. We pakken je vast en zoeken mee naar een job of een bijkomende opleiding.
Wat met mensen die echt geen job vinden? Vijftigers, bijvoorbeeld, worden duidelijk gediscrimineerd op de arbeidsmarkt.
RUTTEN: En die mensen reiken wij de hand. We gaan ervoor zorgen dat werkgevers geen reden meer hebben om vijftigers niet aan te werven. Vandaag ben je gauw te duur omdat de werkgever je bruto meer moet betalen. Dat probleem moeten we structureel proberen aan te pakken. Wij staan aan de kant van de werkloze.
Maar langdurig werklozen moeten wel gemeenschapsdienst doen. Uw partijgenoot Karel De Gucht heeft dat eerder dit jaar in Knack ‘vernederend’ genoemd.
RUTTEN: Dat weet ik, hij heeft dat ook zo tegen mij gezegd, in zeer duidelijke termen. Het staat nochtans op ons verzoek in het regeerakkoord. Het is geen straf. We willen mensen die langdurig afgesneden zijn van alle professionele contacten, opnieuw een kans geven om de eerste stap te zetten.
Het is geen straf, maar een cadeautje?
RUTTEN: Nee, dat zeg ik niet. Maar wij laten mensen niet aan hun lot over. Na twee volle jaren werkloosheid is die gemeenschapsdienst een mogelijke stap in een activeringstraject.
Bij de N-VA leggen ze dat anders uit. Daar zeggen ze: voor wat, hoort wat.
RUTTEN: Daar heeft het niets mee te maken. Die gemeenschapsdienst is immers niet verplicht. Maar als je erop ingaat, kan dat een positief effect hebben op je verdere loopbaan. En er zijn mogelijkheden genoeg. Er zijn zoveel dingen die vandaag niet gebeuren omdat het onmogelijk is om er iemand voltijds op te zetten. Voorleesklassen organiseren voor allochtone kinderen, bijvoorbeeld. Is dat zo’n straf?
In Nederland werd onlangs een reportage gemaakt over een straatveger die werd ontslagen bij besparingen en daarna gemeenschapsdienst moest doen, als straatveger.
RUTTEN: Tja, je kunt overal onzinnige situaties tegenkomen. Wat wij willen, is dat er zo weinig mogelijk tijd zit tussen de dag dat je werkloos wordt en de dag dat je opnieuw aan de slag kunt. Nogmaals: ik vind dit echt de meest sociale regering van de laatste jaren.
Waren dat volgens liberalen de paarse regeringen van Guy Verhofstadt niet?
RUTTEN: Wij hebben in alle regeringen onze bijdrage geleverd. Maar de tijden zijn veranderd. Een voorbeeld: tien jaar geleden vonden wij het belangrijk dat de grenzen open gingen en dat de interne markt in de Europese Unie kon functioneren. Vandaag moeten we durven te zeggen dat die markt niet af is, en dat we sociale dumping moeten tegengaan.
Hoe pijnlijk is het dat vooral de N-VA zeer ruwe opmerkingen maakt over paars? Verhofstadt was volgens hen een potverteerder, een naïeveling.
RUTTEN: Dat is onzin. Ik ben er trots op dat ik toen, in 1999, bij Open VLD gekomen ben. Dat paarse project deed een frisse wind door het land waaien. Elk tijdperk heeft zijn politici en zijn verhalen. Ik ben trots op het paarse verhaal, maar realistisch genoeg om te weten dat we vandaag in een nieuw tijdperk leven.
Waarom maakt deze regering komaf met het paarse gedoogbeleid?
RUTTEN: Ik gun iedereen zijn genot, anders zou ik geen goede liberaal zijn. Maar of je dat genot moet zoeken in de buurt van een schoolpoort, is een andere vraag. De joint van vandaag is trouwens veel verslavender dan die van tien jaar geleden.
Moet u ze dan niet gewoon verbieden?
RUTTEN: Als mensen zichzelf dat om welke reden dan ook willen aandoen, dan mogen ze dat van mij. Ik ben een liberaal. In mijn ideologie zijn mensen verantwoordelijk voor wat ze zelf doen. Ik geloof meer in een beleid dat mensen sterker maakt dan in een beleid dat alles wil verbieden.
Dan bent u voor de vrije verkoop van heroïne?
RUTTEN:(lacht) Dat is een kop boven uw interview die ik u niet ga gunnen. Als samenleving kiezen we wat we aanvaardbaar vinden en wat niet. Maar als liberaal vind ik dat de slinger niet te ver mag doorslaan. Anders mogen we morgen ook geen pint meer drinken, want daar kan je lever van kapotgaan. Alcoholgebruik is nu eenmaal een traditie in onze samenleving.
Alcohol heeft ook enorme maatschappelijke kosten tot gevolg.
RUTTEN: Weet u waar de meeste doden vallen? Bij de mensen thuis. Omdat ze hun hoofd stoten tegen de keukentafel of van de ladder vallen terwijl ze een schilderij ophangen. Maar wilt u daarom dat we overal rubberen vloeren verplichten? Ik kies ervoor om niet altijd met het vingertje te zwaaien. Dat leidt toch maar tot onverdraagzaamheid. En dan moeten we straks allemaal elke dag gaan joggen, om nog in aanmerking te komen voor de ziekteverzekering.
In dat verband: u hebt zich enorm geërgerd aan de tweet van VRT-journalist Tom Van de Weghe, die zich vragen stelde bij de geloofwaardigheid van een zwaarlijvige minister van Volksgezondheid.
RUTTEN: Ik vind dat hij als journalist alle vragen mag stellen. Maar als een journalist suggereert dat een minister een dieet moet volgen, is dat een slag in het gezicht van mensen die om welke reden dan ook met hun gewicht worstelen en dat niet altijd zelf in de hand hebben. Laat mensen zelf bepalen hoe ze hun leven leiden, alstublieft.
Maar u bent het er wel mee eens dat obesitas een probleem is?
RUTTEN:(zucht) Ik ben geen dokter. En ik denk dat het bij ons nogal meevalt, als ik dat vergelijk met de Verenigde Staten.
We gaan van obesitas toch geen taboe maken omdat we met Maggie De Block een obese minister van Volksgezondheid hebben?
RUTTEN: Daar maak ik mij geen zorgen over. Obesitas zal volop aan bod komen in het beleid, daar steek ik mijn hand voor in het vuur. Maar als men een minister zo persoonlijk aanvalt op haar uiterlijk, dan hou ik mijn hart vast. Ik wil niet in Amerikaanse toestanden terechtkomen. Daar worden politici helemaal afgestemd op de perceptie: de manier waarop ze zich kleden, gedragen, soms moeten ze hun hele gebit laten vervangen voor de verkiezingen.
Koos u met Maggie De Block ook niet voor de perceptie? Uw vicepremier Alexander De Croo heeft zelf gezegd dat ze de zwaarste post krijgt omdat ze de populairste is.
RUTTEN: Met Maggie kies ik resoluut voor de inhoud. Ze is dokter, ze heeft in het parlement altijd volksgezondheid gevolgd, ze heeft ons programma op dat punt uitgewerkt. Deze rol is haar op het lijf geschreven.
U hebt haar ook succesvol uitgespeeld in de campagne.
RUTTEN: Wij waren inderdaad een goede tandem.
Hebt u dat goede verkiezingsresultaat aan haar te danken?
RUTTEN: Ook.
Vooral?
RUTTEN: Ook. Wij hebben een authentieke campagne gevoerd. En onze liberale recepten hebben aangeslagen. Ik heb het al eerder gezegd: dit wordt de eeuw van het individu. En van de individuele vrijheid.
Waarom hebt u dan zo veel moeite met moslima’s die een hoofddoek willen dragen?
RUTTEN: Ik heb daar geen enkele moeite mee. Als ze daar zelf voor kiezen. En dat is niet altijd zo. In scholen vind ik een verbod verdedigbaar, omdat meisjes daar zo vrij mogelijk moeten zijn van sociale druk. En achter het loket is het een kwestie van neutraliteit. Ofwel moeten alle religieuze uitingen kunnen, ofwel geen enkele.
Maar het gaat toch alleen maar over die hoofddoek? Het neutraliteitsargument is toch een vals argument?
RUTTEN: Nee, daar ben ik het niet mee eens. Voor mij gaat het niet over de hoofddoek. En ik vind ook niet dat elke gemeente zo’n verbod moet opleggen. In mijn eigen gemeente Aarschot bestaat het niet. Maar in een grootstedelijke context is neutraliteit vaak het beste om problemen te vermijden.
Mag een Joodse man met pijpenkrullen achter een loket zitten?
RUTTEN: Die moet niet aan het loket zitten als er gekozen wordt voor neutraliteit.
Ook een mooie kop: ‘Geen pijpenkrullen achter het loket’.
RUTTEN: Als je de scheiding tussen kerk en staat verdedigt, en vindt dat de overheid neutraal moet zijn, moet je daarvan de consequenties nemen. Het gaat bij mij heus niet alleen om de hoofddoek. Al ben ik daar als feministe en ongelovige zeer gevoelig voor. Ik weet dat heel wat moslima’s er zelf voor kiezen, en ik heb daar respect voor, maar tegelijk vind ik het jammer.
Draagt u make-up?
RUTTEN: Dat ziet u toch?
U weet wat John Lennon vroeger zong: ‘Woman is the nigger of the world. We make them paint their face and dance.’
RUTTEN: Ik heb nog nooit in mijn leven make-up gedragen voor om het even welke man. (lacht) Laat staat voor u beiden.
Dat zeggen moslima’s dus ook.
RUTTEN: Maar ik doe het niet voor God. Ik doe het voor mijzelf. Los daarvan ben ik het met u eens dat racisme en de angst voor het vreemde nog altijd in onze samenleving ingebakken zitten. En daar moeten we tegen strijden. Het gaat niet alleen over de hoofddoek. Het gaat ook over mensen die minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt vanwege hun afkomst.
En wat gaat u aan die discriminatie doen?
RUTTEN: Wij gaan in de feiten tonen dat wij dat niet tolereren. Premier Charles Michel heeft duidelijk gemaakt dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft. Ik maak daar ook echt een punt van. Net zoals ik een punt maak van de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen. Bij Open VLD hebben wij duidelijk bewezen dat we geen mannenbastion zijn. Maggie De Block heeft een zware post in de federale regering, en Annemie Turtelboom is viceminister-president in de Vlaamse regering.
Maar normaal gesproken was Turtelboom geen minister meer geweest.
RUTTEN: Toch wel, hoor.
In Humo heeft een reconstructie gestaan van een gesprek waarin mevrouw Turtelboom begon te huilen toen u haar had gezegd dat u niet haar maar Bart Tommelein naar de Vlaamse regering zou sturen.
RUTTEN: Daar geef ik zelfs geen commentaar op.
En omdat zij begon te huilen en op uw vriendschap speelde, hebt u toch voor haar gekozen.
RUTTEN: De man die dat geschreven heeft, heeft nooit met mij gesproken. En tot nader order kan niemand in mijn hoofd kijken en hangen hier geen camera’s. Dat is de grootste onzin die de laatste jaren in de Vlaamse media is verschenen. (fel) Ik ben al die clichés over vrouwen trouwens een beetje zat. Als Annemie minister wordt, kan dat zogezegd alleen omdat ze geweend heeft. Als Maggie een zware post krijgt, is dat zogezegd alleen omdat ze de populairste is. Zal het gaan, ja? Dat is toch compleet van de pot gerukt.
Maar dat Noël Slangen Vlaams minister van Cultuur en Media moest worden, klopt wel?
RUTTEN: Ook daar geef ik geen commentaar op.
Hij heeft het zelf verteld: omdat hij de Brusselaar in de Vlaamse regering zou worden, moest hij verhuizen naar Brussel. En dat lukte niet meer in die korte termijn.
RUTTEN: Dat is een verhaal voor mijn memoires. Ik geef alleen commentaar op de keuzes die ik maak, niet op de keuzes die ik niet gemaakt heb.
Tot slot: hoe kan een liberale partij aanvaarden dat jonge Syriëstrijders met een dubbele nationaliteit hun Belgische nationaliteit verliezen?
RUTTEN: Dat zal niet automatisch gebeuren. Maar een rechter kan beslissen om dat te doen.
En wat als wij, die maar één nationaliteit hebben, naar Syrië gaan?
RUTTEN: Dan zult u gestraft worden als u terugkomt.
Maar pakt u dan onze nationaliteit af?
RUTTEN: Nee, want dan hebt u er geen meer, en dat kan niet.
Precies. Is dat geen discriminerende maatregel?
RUTTEN: Waarom willen mensen een dubbele nationaliteit?
Omdat hun ouders daarvoor gekozen hebben.
RUTTEN: Maar je kiest er als volwassene wel voor om die dubbele nationaliteit te behouden. Luister, wij willen een duidelijk signaal geven: als iemand met die dubbele nationaliteit elders een gewapende strijd aangaat en gaat vechten tegen alles waar wij in onze democratische rechtsstaat voor staan, dan hoeft die niet meer terug te komen met het voornemen om opnieuw deel uit te maken van onze gemeenschap.
Maar mensen met maar één nationaliteit zouden dat nog wel mogen? Is dat niet evenzeer tegen de principes van onze rechtsstaat?
RUTTEN: U kunt deze redenering intellectueel zo ver doortrekken als u wilt, maar voor mij is het simpel: wie hier vertrekt om ergens anders mensen de keel te gaan afsnijden, mag van mij gaan. Maar hij hoeft niet meer terug te komen. Hopelijk is dat een signaal waardoor mensen twee keer nadenken voor ze vertrekken. Vandaag wordt er nogal lichtzinnig mee omgesprongen, alsof het een soort avontuur is om naar Syrië te gaan.
Zou u die Syriëstrijders vergelijken met de Oostfronters van weleer?
RUTTEN:(lacht) Kijk, dat is nu eens een vergelijking waar ik mij niet aan ga wagen.
DOOR JOËL DE CEULAER EN WALTER PAULI, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE
‘Obesitas zal volop aan bod komen in het beleid. Maar als men een minister aanvalt op haar uiterlijk, dan hou ik mijn hart vast.’
‘Ik ben die clichés over vrouwen zat. Als Annemie minister wordt, kan dat zogezegd alleen omdat ze geweend heeft. Zal het gaan, ja?’
‘Wie hier vertrekt om ergens anders mensen de keel te gaan afsnijden, mag van mij gaan. Maar hij hoeft niet meer terug te komen.’