De regering hoopt volgende week een akkoord te bereiken over de extra kosten van de politiehervorming. De burgemeesters zijn niet van plan die op zich te nemen. Ze vrezen ook dat de dienstverlening met de geïntegreerde politie er niet op zal verbeteren. En daar ging het nu toch net om?

Wanneer het in de regering over de hervorming van de politie gaat, mag minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (PRL) nauwelijks nog z’n mond opendoen. Die politiehervorming was al in mei 1997 door de toenmalige rooms-rode regering vastgelegd in het Octopusakkoord, dat mede ondertekend werd door de liberalen, het FDF en VU-ID21. Duquesne is er evenwel in geslaagd de concrete uitwerking ervan behoorlijk in de soep te laten lopen. De stuntelende bewindsman kan alleen maar aanblijven omdat premier Guy Verhofstadt (VLD) hem uit de wind zet. Wie luistert naar de kritiek van de burgemeesters en kijkt naar de cijfers, beseft dat het nog een hels karwei wordt om de politiehervorming te laten slagen.

Louis Tobback:

‘Ik was minder enthousiast dan anderen, maar als toenmalig minister van Binnenlanse Zaken was ik dan toch de notaris van het Octopusakkoord. Vooraleer de meerkosten van de hervorming te berekenen – een rekening die trouwens niet te maken is -, verwijs ik naar de officiële tekst van het Octopusakkoord. Daarin staat dat “de financiële middelen van de gemeenten zullen worden aangevuld met een jaarlijkse federale dotatie die aan de (politie-)zone wordt toegekend en waarvan het bedrag de kosten dekt van het personeel van de federale politie dat daadwerkelijk wordt geïntegreerd in de lokale politie met inbegrip van het administratief en logistiek personeel, de werkingskosten en de beheerskosten…”. De federale regering zou dus de kosten van de hervorming dragen. Tot ontsteltenis van vice-premier en minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP), die vandaag de vinger op de beurs moet houden, aanvaard ik niet dat een regering blijft beloven dat de politiehervorming de steden en de gemeenten geen frank extra zal kosten, maar tegelijk poneert dat zij daar niet meer dan 18,4 miljard frank aan wil besteden. Dan stel ik als burgemeester ook een bedrag voorop. En wie het verschil betaalt, moet de regering maar uitzoeken.

Anderzijds blijft het mij verbazen dat het Octopusakkoord zo vlug werd goedgekeurd, hoewel het dan toch een herfederalisering meebrengt. Hier wordt zowaar 15 procent van de gemeentebegroting terug naar de nationale overheid overgeheveld. De minister van Binnenlandse Zaken krijgt immers een dwangvoogdij over de gemeenten, waardoor hij elke burgemeester kan dwingen bepaalde bedragen aan politiezorg te besteden.’

Patrik Vankrunkelsven:

‘Vandaag klinkt dit misschien vreemd, maar ik wil er toch aan herinneren dat het Octopusakkoord perspectieven bood om een einde te maken aan de oorlog tussen de politiediensten. Ik kan niet ontkennen dat er nu een gedeeltelijke herfederalisering van het veiligheidsbeleid komt. Het was echter overduidelijk dat de politiediensten geïntegreerd moesten worden en dat er dus op het federale niveau gecoördineerd moest worden. Ook in deze materie is de verhouding tussen Vlaanderen en Wallonië immers scheefgelopen. In het zuiden wordt de lokale veiligheid grotendeels verzekerd door federale diensten, in casu door de vroegere rijkswacht. De huidige politiehervorming brengt nieuwe evenwichten.

Wij wisten wel dat de integratie van de politiekorpsen een verhoging van de weddeschalen met zich zou brengen. Zonder daarom het hele akkoord af te schieten, moeten wij toegeven dat minister van Binnenlandse Zaken Duquesne te gul was. Mocht hij in april 2000 minder toegeeflijk geweest zijn tegenover de politiebonden, dan was er nu al een akkoord over de financiering van de hervorming. En zouden er zeker voldoende centen zijn om de nieuwe politiediensten ook slagvaardig te maken. Wij kunnen ons wel afvragen of de federale politiereserves die in stand worden gehouden wel nodig zijn als we zien dat grote steden nog meer politiemensen zullen aanwerven. Daardoor zal het hoge gemiddelde dat we nu al in België hebben (1 politiebeambte per 300 inwoners) nog toenemen. Met alle kosten van dien. Vandaar mijn vraag of de federale politie niet meer mensen kan afstaan aan de 196 politiezones in plaats van daar bijkomende politiemensen aan te werven. In onze zone zullen wij hoe dan ook jaarlijks 14 miljoen frank tekortkomen. Al krijgen wij een kleine 3 miljoen frank ter compensatie van andere gemeenten.’

Louis Tobback:

‘De opeenvolgende SP-ministers van Binnenlandse Zaken kozen voor een geleidelijke politiehervorming. Vandaar eerst de interpolitiezones (IPZ), daarna de cohabitie en uiteindelijk de wet die de regering in februari 1998 goedkeurde, maar waar burgemeester Paul Tant (CVP) van Kruishoutem als CVP-fractieleider in de Kamer storm tegen liep. Ineens wierp hij zich op als de grote voorstander van integratie. Daardoor was er geen regeringsmeerderheid meer om het ontwerp-Vande Lanotte goed te keuren. Dit verzet zal Kruishoutem nu duur betalen. En dat doet mij deugd.

Als burgemeester zijn wij verantwoordelijk voor de bestuurlijke politie. En daarmee liep niks meer fout sinds het Heizeldrama in 1995. Daarentegen maakte de affaire-Dutroux nog eens duidelijk dat het fout liep met de gerechtelijke politie en dat de magistratuur die niet of slecht leidt. Om dit overigens nog steeds niet opgeloste probleem aan te pakken, hebben wij ook de bestuurlijke politie hervormd. Wij hebben met andere woorden het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk hersteld om de problemen in Bosnië op te lossen. De zin daarvan ontgaat mij nog steeds.

In de mate dat Binnenlandse Zaken de gemeenten, krachtens een federaal bepaalde norm, tot bepaalde uitgaven kan dwingen, ben ik er vandaag niet soepeler op geworden en desnoods stap ik naar het Arbitragehof. Het kan niet dat de belastingbetaler in Leuven 7000 frank ophoest voor de politiezorg terwijl zijn buren in de omliggende gemeenten slechts 1500 à 2000 frank betalen.’

Stefan Meijlaers:

‘In die federale dotatie van 18,4 miljard frank zitten zowel de budgetten van de 7500 rijkswachters die nu overgeheveld worden naar politiezones als de meerkosten van het nieuwe personeelsstatuut van de 27.500 politiebeambten. Nog geen jaar geleden zei minister Duquesne echter dat hij met deze enveloppe ook de werkingskosten, de uitrusting en andere omkaderingskosten zou betalen. Vandaag blijkt die 18,4 miljard onvoldoende. Op verzoek van premier Verhofstadt hebben wij de voorbije weken met een aantal politiekorpsen simulaties gedaan. Wij stellen vast dat de raming van 190.000 frank meerkosten per gemeentelijke politiebeambte per jaar veel te krap is. Naargelang van de structuur van hun korps komen de gemeenten jaarlijks tussen de 50.000 à 100.000 frank (bovenop die 190.000 frank) per politiebeambte te kort. Verder stellen wij vast dat de gemeenten die er in het verleden al te graag de rijkswacht bijhaalden, nu evenmin toekomen met de jaarlijks voorziene 1.750.000 frank per overgehevelde rijkswachter. De gemiddelde rijkswachter in de brigades heeft een relatief hoge anciënniteit en dus ook een relatief hoog salaris. Anderzijds blijkt dat de rijkswacht relatief goedkoop werkte. Want in die 1.750.000 frank zitten slechts 100.000 frank werkingskosten. Stedelijke politiekorpsen daarentegen komen (zonder investeringen) al vlug aan 275.000 à 350.000 frank werkingskosten per politieman per jaar. De steden en gemeenten die rijkswachters overnemen, zullen ook voor hen dus in hogere werkingskosten moeten voorzien.’

Luc Dehaene:

‘Ik blijf ervan overtuigd dat deze politiehervorming ons een duidelijkere structuur biedt. Zij wordt echter op een chaotische manier ingevoerd. In december vorig jaar moest ook premier Verhofstadt vaststellen dat de cijfers van zijn minister van Binnenlandse Zaken niet klopten. En naarmate de provincies afreisde, veranderden de cijfers. Zo werd de voorziene 600.000 frank federale dotatie per politiebeambte nu eens verhoogd en dan weer verlaagd. We zijn nu anderhalve maand voor de invoering van het nieuwe politiestatuut. Nu pas beseft Binnenlandse Zaken dat het statuut van bijna 40.000 politiemensen niet zomaar bij Koninklijk Besluit maar bij de wet vastgelegd moet worden, tenzij de grondwet wordt gewijzigd. Waar zijn Duquesne en de regering in godsnaam mee bezig?

Bovendien spreken wij niet van 18,4 miljard frank, maar van meer. Hoeveel meer is evenwel onduidelijk. Als wij die 18,4 miljard naar onze politiezone met haar tien landelijke gemeenten en 221 manschappen vertalen, komen wij minstens 41 miljoen frank per jaar tekort. Als wij de vooropgestelde norm halen, moeten wij bij die 41 miljoen nog eens 30 miljoen frank bijtellen. De tien gemeenten in onze politiezone zullen dus, nog steeds volgens de berekeningen van de Algemene Politiesteundienst (APSD), 71 miljoen frank per jaar moeten opdiepen. Kleine landelijke gemeenten kunnen zo’n financiële inspanning niet aan.

Bovendien telt de politiezone Ieper een aantal grensgemeenten, met grensoverschrijdende veiligheidsproblemen. Wij zouden dus moeten weten wat de federale politie hier van plan is. Maar ook dat weten wij nog niet.’

Jef Gabriëls:

‘Wij willen met z’n allen een goede politiezorg nastreven. En die mag al iets kosten. Maar waarop moeten wij steunen om dat te berekenen? Wij hebben de website van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten en daarmee houdt het op. Als je bovendien nagaat wat Binnenlandse Zaken en de regering nog allemaal moeten regelen en in teksten gieten, dan val je toch achterover. Terwijl het nieuwe politiestatuut dat op 1 april van kracht moet worden, er nog niet is. Integendeel. Mocht zoiets gebeurd zijn toen een aantal leden van de huidige meerderheid nog in de oppositie zaten, dan hadden zij het land in vuur en vlam gezet. Van wat minister Duquesne ons eind vorig jaar tijdens zijn provinciale bezoeken kwam vertellen, blijft nauwelijks iets overeind. Wat is dat nu voor een minister? De regering moet een staatssecretaris voor de politiehervorming aanstellen. De Gentse professor Brice De Ruyver springt zo mogelijk in de bres, maar ware het niet beter hem meteen lid van de regering te maken?’

Patrik Vankrunkelsven:

‘Hij is al minister van Justitie.’

Jef Gabriëls:

‘Duquesne heeft trouwens geen onderhandelingen gevoerd met de vakbonden, hij heeft gewoon toegevingen gedaan. Zijn akkoord kost Genk 50 miljoen frank of 12 procent meer. Nu besteden wij 400 miljoen frank per jaar aan politie: 6500 frank per inwoner. In onze politiezone worden wij bovendien geconfronteerd met de berekening van de federale overheid waaruit blijkt dat wij 25 politiemensen meer hebben dan nodig wordt geacht. Als dat 25 rijkswachters zijn, moeten wij (tegen 1.750.000 frank per rijkswachter per jaar) nog eens 44 miljoen frank extra uittrekken. Want die willen graag hun werk in onze zone blijven doen. De meesten onder hen hebben zich daar trouwens ingewerkt en leven met vrouw en kinderen in de streek.’

Patrik Vankrunkelsven:

‘In onze politiezone komen wij 14 miljoen frank tekort, hoewel wij ter compensatie slechts 3 miljoen krijgen.

In Laakdal hebben wij, met de vroegere rijkswachters erbij, 113 politiemensen. Dit zijn er volgens de normen van Binnenlanse Zaken 6 te veel en ook wij moeten daarvoor opdraaien. De kleinere rurale gemeenten die hoogstens 2000 frank per inwoner aan politiezorg besteden, zullen op hun beurt meer moeten betalen in het kader van de nieuwe politiezone. Dit is zeker zo in Laakdal.’

Freddy Thielemans:

‘In Brussel komt daar nog een onzekerheid bij. De politievoogdij is in handen van de federale overheid, maar de voogdij over de begroting komt het Gewest toe. De stad Brussel heeft bovendien een tekort van 240 (op 2000) politiemensen. Niet alleen wordt dit tekort niet bijgepast met het aantal rijkswachters dat ons wordt toegezonden, maar we krijgen er intussen een aantal opdrachten bij die vroeger door de rijkswacht of de gerechtelijke politie werden uitgevoerd. De examens die we uitschrijven, leveren telkens opnieuw te weinig politiemensen op om alle taken te vervullen. Intussen vraagt de bevolking alsmaar meer politie in de buurt. Dat is totaal onmogelijk. En alsof dat nog niet genoeg is, neemt de federale overheid ons nog een aantal middelen uit handen om, zogezegd uit solidariteit, de plattelandsgemeenten gedurende tien jaar bij te springen, die in het verleden systematisch een beroep deden op de rijkswacht in plaats van hun eigen politiekorps uit te bouwen.

De regering moet minstens 2 miljard frank extra uittrekken om de politiehervorming van start te laten gaan.’

Stefan Meijlaers:

‘De politiezone Brussel-Elsene wordt een overschot toegeschreven van 605 miljoen frank, maar daarvan wordt in naam van de solidariteit 207 miljoen frank afgetrokken. Althans het eerste jaar.’

Patrik Vankrunkelsven:

‘Een aantal steden, die zoals Brussel in het verleden reeds in politie investeerden, krijgen nu toch een financiële injectie. Hun probleem is vooral dat van de rekrutering. En dat mogen wij niet toeschrijven aan de Octopushervorming. Al geef ik toe dat het personeelsstatuut, waarmee Duquesne instemde, het de politie erg moeilijk maakt om in de gegeven omstandigheden echt operationeel te zijn.’

Freddy Vanmassenhove:

‘Wij worden al vlug de rijkste gemeente van het land genoemd. U moet dit relativeren. Sint-Martens-Latem is een rurale gemeente met rijke inwoners. Vanuit de oppositie hebben wij in het verleden altijd aangedrongen op een grotere inspanning voor de eigen politiezorg. Wij hadden amper drie politiemensen. Gewezen burgemeester Bob Van Hooland (VU) wou niet investeren in een eigen politie en liet liever de rijkswacht aanrukken. Nu hebben wij reeds vijf politiemensen, maar in de nieuwe politiezone zal Sint-Martens-Latem betalen voor 14 politiemensen. Ik heb altijd geloofd in de noodzaak van een politiehervorming, maar nu vrees ik dat wij volgens de normen van Binnenlandse Zaken de burger geen betere dienstverlening kunnen verzekeren. In Sint-Martens-Latem zullen we zelfs geen vijf politiemensen meer ter beschikking hebben. Ik zal er amper twee overhouden. De anderen zullen meedraaien in de zone en dus niet onmiddellijk ten dienste staan van de bevolking van Sint-Martens-Latem. De Octopushervorming zal ons dus meer kosten maar minder dienstverlening opleveren. Als wij de vooropgestelde 61 politiemensen in dienst zouden hebben, dan kost ons dat 35 miljoen frank extra.’

Louis Tobback:

‘Samen met collega Thielemans behoor ik tot de steden die door deze hervorming zogezegd winst maken. Ik zou, na het betalen van de solidariteit aan minder bemiddelde gemeenten, 60 miljoen frank overschot hebben. De eerste minister doet nu verwoede pogingen om de politiehervorming vlot te trekken en de geloofwaardigheid van de regering te redden, maar die zogenaamde winst is relatief. De stad Leuven besteedt nu ongeveer 600 miljoen frank aan haar politie. Als de federale overheid daar nog eens 200 miljoen frank dotatie aan toevoegt voor de 297 politiemensen die wij zouden moeten hebben, dan zouden wij er 310 of zelfs 330 kunnen aanwerven en wordt de Octopushervorming voor ons een succes. Maar dit alles is nog niet zeker. Integendeel.

De meerkosten van het nieuwe politiestatuut zijn op dit ogenblik nog niet geregeld. En wie zegt dat het parlement het ontwerp niet wijzigt als er eerst nog een grondwetsherziening komt? Bovendien wordt, niettegenstaande mijn waarschuwingen, gezwegen over de onrechtstreekse kosten van de politiehervorming. Binnen de kortste keren zullen de brandweer en andere gemeentediensten dezelfde voorwaarden vragen als de politiemensen.

De Octopushervorming is op zich een goede basis voor een betere politie. Op voorwaarde dat het akkoord van a tot z wordt nageleefd. Met alle financiële consequenties van dien. De hervorming raakte echter bedorven. Zo wou deze regering bij haar aantreden per se de werkgroep onder leiding van gouverneur Lodewijk De Witte van Vlaams-Brabant opdoeken. Daardoor liep de hervorming minstens een jaar vertraging op. De hervorming raakte verder bedorven omdat de regering ineens poneerde dat zij hoogstens 18,4 miljard mag kosten, terwijl het akkoord zegt dat de regering de werkelijke kosten zal dragen. De onrechtstreekse maar grote verantwoordelijke voor deze financiële strop zit echter niet in de Wetstraat maar in de Houba De Strooperlaan. Minister Duquesne was immers zo meegaand en vrijgevig ten aanzien van de politiebonden omdat Euro 2000 voor de deur stond en hij absoluut geen stakingen wou tijdens de wedstrijden. Het zijn de bonzen van de voetbalbond die de federale regering miljarden en de gemeenten tientallen miljoenen frank doen ophoesten.

De federale regering zal uiteindelijk 25 miljard frank extra op tafel moeten leggen voor een politie die in de meeste gevallen slechter zal functioneren dan voor het Octopusakkoord. Een van de doelstellingen ervan was de concurrentie tussen de politiediensten uit te schakelen. Die was er op het gerechtelijke maar niet op het bestuurlijke niveau. Vandaag heeft de rijkswacht het geweer van schouder veranderd. Dit korps heeft begrepen dat zijn toekomst bij de federale politie en bij justitie ligt. Daarom heeft de rijkswacht het territoriale achter zich gelaten en zoveel mogelijk van zijn mensen en middelen naar het federale niveau meegenomen. Er stappen zelfs vijf- à zeshonderd rijkswachters meer naar de federale politie dan aanvankelijk voorzien. De rijkswacht neemt niet alleen meer volk mee, de rijkswacht laat ook meer werk achter. Waren er vroeger conflicten tussen de gerechtelijke politie bij de parketten en de BOB van de rijkswacht, nu krijgen we het getouwtrek tussen de federale en de lokale politie. We stonden trouwens nog nooit zo dicht bij de door sommigen zo vervloekte eenheidspolitie.’

Jef Gabriëls:

‘In onze politiezone moesten wij reeds vaststellen dat wij geen 210 politiemensen kunnen betalen en we het dus met minder moeten stellen. Als wij nu een drugshond nodig hebben, zullen we er de federale politie moeten bijhalen. En aan Racing Genk hebben wij – uiteraard in het grootste geheim – gevraagd minder goede resultaten te behalen om meer rust te hebben. Op die manier slanken wij het politiewerk af. Of dat lukt zonder aan de kern van de politieopdrachten te raken, valt nog te bezien. Neem bijvoorbeeld de problemen in verband met de capaciteitsverdeling tussen de bestuurlijke en gerechtelijke politie. Hierbij wordt al te vlug vergeten dat de onderzoeksrechter niet deelneemt aan het overleg ter zake. Moeten hij of zij de nodige politiecapaciteit dan afspreken met de procureur des Konings, van wie de onderzoeksrechter onafhankelijk is maar met wie de burgemeesters wel overleg plegen? Dit en zoveel meer blijft onduidelijk.’

Patrik Vankrunkelsven:

‘Als de regering nu nog een bijkomende financiële inspanning levert, kunnen we toch niet ontkennen dat de Octopushervorming de kwaliteit van ons politiebestel kan verbeteren.

Over de gerechtelijke politie durf ik mij niet uit te spreken. En ik ben zeker niet de pleitbezorger van sommige Waalse gemeenten, waar de burgemeesters de gemeentepolitie als manusje-van-alles gebruiken. De aanstelling van een degelijke korpschef aan het hoofd van een politiezone kan hier zeker verbetering brengen. Al moeten sommige burgemeesters daarvoor een deel van hun macht afstaan.’

Freddy Thielemans:

‘Onze democratie heeft de burgemeester een aantal verantwoordelijkheden gegeven en dan mag het gezag over de politie niet elders liggen. Er worden nu tal van nieuwe structuren in het leven geroepen waarvan ik mij afvraag hoe die ooit zullen werken. Denk aan politiecolleges, politieraden, zonale veiligheidsraden en diesmeer … Er zijn bovendien politietaken die eigen zijn aan grote steden. Ook daar werd bij deze politiehervorming niet over nagedacht. Het Octopusakkoord was veelbelovend, maar wordt nu in Koninklijke Besluiten gegoten waarin bepalingen staan waar wij voordien nooit van gehoord hebben, laat staan dat wij daarover geraadpleegd werden. En zoals collega Tobback het zegt, hebben wij nog nooit zo dicht bij een eenheidspolitie gestaan. Wij zullen immers moeten toegeven dat wij als lokale politie een aantal taken niet aankunnen, terwijl de federale politie zich zal reppen om die over te nemen.’

Patrik Vankrunkelsven:

‘Het gevaar voor een hypertrofische federale politie is inderdaad reëel. Ik vond de 8000 rijkswachters die aanvankelijk naar de lokale politie overgeheveld zouden worden al te weinig.’

Luc Dehaene:

‘De hervorming is niet alleen chaotisch en slecht berekend, ze verloopt ook ongenuanceerd. Ieper is Brussel of Laakdal niet. Ieper was het eerste van de 27 gerechtelijke arrondissementen waar professor De Ruyver eerder deze maand met een team van magistraten, vertegenwoordigers van de federale politie en van het kabinet van justitieminister Marc Verwilghen (VLD) neerstreek om de werking van de gerechtelijke pijler van de politiehervorming toe te lichten. Daar bleek dat de gedeconcentreerde gerechtelijke dienst van de federale politie in onze politiezone, die nota bene samenvalt met het gerechtelijk arrondissement, slechts 20 leden telt. Het team-De Ruyver vindt dit te weinig en acht ook de recherchecapaciteit van de lokale politie te klein. Dus merkte de procureur des Konings op dat hij te weinig speurders heeft en versterking wil van de lokale politie. Ik begrijp zijn vraag, maar wij kunnen niet zomaar 23 (van de 220) politiemensen ter beschikking stellen voor de uitvoering van gerechtelijke opdrachten, zonder bepaalde opdrachten van bestuurlijke politie te herschikken of in het gedrang te brengen.’

Louis Tobback:

‘In Leuven zou de gerechtelijke politie bij het parket 43 leden moeten tellen. Er zijn er 22. De anderen werden naar Brussel gedetacheerd, want daar is nooit volk genoeg. Ik ben niet van plan dat gat te vullen. Ik hou 17 politiemensen ter beschikking van het gerecht en geen man of vrouw meer zolang die 43 niet op het parket zijn. Vanaf dat ogenblik bemoei ik mij er niet meer mee en kan de procureur verder afspraken maken met de hoofdcommissaris. In Leuven zitten wij immers in een uitzonderlijk comfortabele situatie. Onze verstandhouding met het parket is uitstekend en het gezamenlijk overleg loopt gesmeerd. Wie echter zegt dat de burgemeester de baas blijft, moet weten dat dit misschien wel waar is in Leuven of in Genk. Maar zodra de zonechefs aangesteld zijn en die te maken krijgen met meerdere burgemeesters, krijgen wij Nederlandse toestanden. Daar heb je ook een raad van burgemeesters. En als er zich mettertijd nog één burgemeester inlaat met de politie mag je van geluk spreken. Zo komt de macht in handen van de zonechefs en ook op die manier stonden wij nog nooit zo dicht bij een eenheidspolitie.’

Stefan Meijlaers:

‘Of wij een betere politie krijgen, is nog niet zo zeker. Naast de reeds vermelde tekorten, zijn er nog een aantal andere. Er is te weinig begeleiding en inspraak van de basis. De reglementering komt te laat of is onsamenhangend. Een aantal zones heeft duidelijk te weinig politiemensen, maar het vergroten van de zones biedt geen oplossing. En op dit ogenblik wordt vergeten welk soort politie ons land nu wil.’

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content