De negentiende Olympische Spelen in het Amerikaanse Salt Lake City staan in het teken van drie woorden: corruptie, veiligheid en dopingbestrijding.
Een tragikomedie, dat was wat producers van Twentieth Century Fox en Showtime vorig jaar in gedachten hadden toen ze scripts bestelden voor een serie over de tumultueuze aanloop naar de Winterspelen van Salt Lake City (8-24 februari). De serie had vanaf begin dit jaar uitgezonden moeten worden op de Amerikaanse kabel, maar het is er niet van gekomen. Na 11 september 2001 is lachen met Amerikaanse instellingen tot nader order not done, en Hollywood verloor helemáál z’n interesse toen een rechter in november besloot de aanklachten van fraude en omkoping bij de toewijzing van de Spelen aan Salt Lake City te seponeren.
Stof voor zo’n serie is er nochtans te over. Op 5 juni 1995 kreeg de mormonenstad in Boedapest de Spelen toegewezen. Met 45 stemmen overdonderde Salt Lake City de concurrenten: het Zweedse Ostersund en het Zwitserse Sion kregen amper acht stemmen, het Canadese Quebec zeven. Maar verder dan wat gemopper en stille kritiek kwamen de verslagen kandidaat-organisatoren niet.
Drie en een half jaar later begon het vuurwerk. Journalisten in Salt Lake City waren erachter gekomen dat leden van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in ruil voor hun stem allerlei voordelen in cash en natura hadden ontvangen van de leden van het lokale organisatiecomité. Een eerste raming maakte gewag van dertien IOC-leden en hun familie of vrienden die voor een half miljoen dollar aan studiebeurzen, medische verzorging, geschenken en zelfs baar geld hadden gekregen. Gealarmeerd door de berichten opende de toenmalige voorzitter van het IOC, Juan Antonio Samaranch, op 10 december 1998 een onderzoek.
Twee dagen later stak het Zwitserse IOC-lid Marc Hodler vuur aan nog meer lonten. Hem was ter ore gekomen dat niet alleen Salt Lake City, maar ook voorganger Nagano (Japan) en de gaststeden van de Zomerspelen in Atlanta (VS) en Sydney (Australië) een loopje hadden genomen met de ethische code van het IOC en bijzonder gul waren geweest voor zijn leden in ruil voor stemmen voor hun steden. Voor de goede orde: in 1986 besliste het Internationaal Olympisch Comité dat kandidaat-gaststeden geen geschenken duurder dan 150 dollar aan IOC-leden mochten geven.
Volgde een waterval van onthullingen. Vooral Sydney en Nagano sloegen rood uit van schaamte. Bruce Baird, ex-minister van de organiserende deelstaat New-South-Wales, gaf toe dat de 45 stemmen die Sydney de Spelen bezorgden elk 440.000 dollar hadden gekost. De Sydney Morning Herald meldde dat handenvol Afrikaanse stemmen waren gekocht in ruil voor een Afrikaans trainingscentrum in Canberra. John Coates, de voorzitter van het Australisch Olympisch Comité, deed de zaak af als hulp voor landen die het niet al te breed hadden.
ZWAARDEN EN GEWEREN
Het Japanse Nagano had nog meer dan Sydney geld veil voor de Spelen. Elk IOC-lid dat naar Nagano op inspectie wilde komen, kreeg een volledig verzorgde reis. Van de ongeveer 90 uitgenodigde leden namen er 62 het aanbod aan. Zij kostten Nagano bijna 8,5 miljoen euro. Klap op de vuurpijl was de schenking van 25 miljoen dollar van Japanse zakenlui voor het Olympisch Museum in Lausanne, een prestigeproject waarmee ex-voorzitter Samaranch tegenwoordig z’n dagen vult. Samaranch, die voor z’n museum ook nog eens een Japans zwaard van 15.000 dollar en van Salt Lake City Amerikaanse Browninggeweren van 1600 dollar kreeg, wuifde alle aanklachten van corruptie tegen hem weg. De Spanjaard meldde droogjes dat de geschenken niet ter persoonlijke verrijking waren, dat hij nooit meedeed aan de stemming over de kandidaten en dat hij vastberaden was aan te blijven om het IOC door de woelige tijden te leiden. Er zouden onderzoeken komen naar wat voor Atlanta, Sydney en Nagano was gebeurd. Alleen, voor Nagano hoefde dat niet meer: toen de organisatoren nattigheid voelden, hadden ze gewoon de complete dossiers over de kandidatuur en wat die allemaal gekost had, verbrand.
Maar over Salt Lake City wou en kreeg Samaranch dus wel duidelijkheid. Hij stelde een onderzoekscommissie samen met aan het hoofd IOC-vice-voorzitter Dick Pound en IOC-lid Jacques Rogge. In een hectische maand januari ’99 volgden de ontslagen en revelaties mekaar in een snel tempo op. Zo raakte bekend dat het Congolese IOC-lid Jean-Claude Ganga door bemiddeling van een lid van het organisatiecomité van Salt Lake City 60.000 dollar winst had gemaakt bij de aankoop van gronden in Utah. Ganga zou in totaal voor 226.000 dollar aan vertier, reizen, geschenken en medische verzorging hebben ontvangen.
Meteen daarna dienden Frank Joklik en David Johnson, de voorzitter en vice-voorzitter van het organisatiecomité, hun ontslag in. Onderzoek wees uit dat verscheidene IOC-leden tijdens hun bezoeken aan Salt Lake City het gezelschap hadden gekregen van prostituees. Een Chileens IOC-lid dat burgemeester wou worden van Santiago de Chili zag zijn campagnekas met 10.000 dollar aangevuld door het organisatiecomité. In totaal vroeg het IOC aan dertien leden om opheldering over hun relatie met het comité van Salt Lake City. Onder hen ook de Nederlander Anton Geesink. De ex-judoka kreeg 5000 dollar voor z’n fonds tijdens een voor hem en zijn familie betaalde reis. Geesink zei dat hij zich van geen kwaad bewust was en kwam er vanaf met een berisping.
Eind januari, op een buitengewone algemene vergadering in Lausanne, sloot het IOC het onderzoek af. Salt Lake City had 800.000 dollar geïnvesteerd in de omkoping van IOC-leden. Nadat eerder al een paar leden de eer aan zichzelf hadden gehouden, royeerde de voltallige vergadering zes leden en schorste ze er nog eens zes. Een paar maanden later werd een nieuw systeem voor de aanwijzing van de olympische steden voorgesteld. Een kleine kern met acht IOC-leden en drie atleten bezoekt nu de kandidaat-steden. Die mogen daarna nog eens aan de vergadering hun troeven voorstellen. Individuele bezoeken en geschenken zijn voortaan uit den boze. De conclusie van Dick Pound: ‘ We hebben er alles aan gedaan om de integriteit en idealen van het IOC te herstellen. Ons huis is weer in orde. We beschuldigen ook niet één van onze leden van corruptie of omkoping. We laken hen wel omdat ze hun olympische eed gebroken hebben en onze reputatie hebben bezoedeld.’
DE VEILIGSTE STAD TER WERELD
Kort na de aanslagen van 11 september 2001 in New York en Washington vergaderde het uitvoerend comité van het IOC in Lausanne. Kakelvers IOC-voorzitter Jacques Rogge kondigde aan dat de Spelen in Salt Lake City ondanks de terreur zouden doorgaan. Wel kwam de veiligheid nu helemaal bovenaan op het prioriteitenlijstje te staan. Oorspronkelijk was daarvoor een budget van ongeveer 275 miljoen dollar voorzien. Na elf september kwam daar nog eens 35 miljoen bovenop.
Tijdens de Spelen zullen 1900 leden van de Nationale Garde worden ingezet. Oorspronkelijk waren er 600 voorzien. Samen met een speciale militaire Task Force van 2000 man en 3- à 4000 politiemensen zullen van 8 tot en met 24 februari om en bij de 8000 mensen zich enkel en alleen bezighouden met de veiligheid van de 2500 atleten en enkele miljoenen bezoekers. Boven de locaties wordt een vliegverbod afgekondigd. Toch zegt Jacques Rogge dat de veiligheidsmaatregelen grotendeels onzichtbaar zullen zijn: ‘Er zal geen verschil te merken zijn met vorige Spelen. In Sydney maakten geweren en wapens geen deel uit van het straatbeeld. In Salt Lake City zal dat ook zo zijn. De atleten en toeschouwers hoeven geen angst te hebben. Ze komen niet in een militair kamp terecht, verre van.’
Met alleen al die 310 miljoen dollar voor de veiligheid is het niet verwonderlijk dat de Spelen in Salt Lake City de allerduurste in de bijna 80-jarige geschiedenis van Winterspelen zullen zijn. De totale kostprijs wordt geraamd op 1,8 miljard dollar. Matt Romney, de nieuwe voorzitter van het organisatiecomité, hoopt desondanks een begroting in evenwicht te kunnen voorleggen. Romney haalt daarvoor drie cijfers aan. Alleen al de sponsors, die na de corruptiezaak en de aanslagen het IOC verrassend trouw bleven, zorgen voor een inbreng van 860 miljoen dollar. De Amerikaanse belastingbetalers zijn met z’n allen goed voor ruim 340 miljoen dollar en uit de verkoop van kaartjes puurt Romney al zeker 170 à 180 miljoen dollar. Romney is gerust op een goede afloop, zo gerust zelfs dat hij z’n voorbije jaarlonen (385.000 dollar ) pas na afloop van de Spelen op z’n rekening gestort wil zien.
GEEN LAGEDRUKKAMERS
Niet alleen de almaar duurder wordende veiligheid is een bedreiging voor het voortbestaan van de Olympische Spelen. De meeste insiders weten dat ook het verder uitdijen van doping een groot gevaar is. Net als in Sydney zal het IOC gecombineerde bloed- en urinetests doen om het gebruik van het groeihormoon epo bij de atleten in de uithoudingssporten op te sporen. Een te hoog gehalte rode bloedcellen (een indicatie voor het gebruik van epo) betekent competitieverbod. Het IOC bant ook de lagedrukkamers, de zogenaamde hoogtetenten waarin atleten eveneens hun aantal rode bloedcellen de hoogte in kunnen jagen. De vraag is natuurlijk hoe nuttig die epocontrole nog is met een handvol nieuwe, minstens even sterke en voorlopig onvindbare producten op de markt.
Belangrijker voor de aanpak van het dopingprobleem is de volledige ontplooiing van het WADA, het wereldagentschap tegen doping. De internationale gemeenschap is het eens over de nefaste invloed van doping op de sport en wil nu ook voluit investeren in de bestrijding ervan. In Salt Lake City zal ongeveer 75 procent van de atleten in het voorbije jaar gecontroleerd zijn op het gebruik van doping. Maar slechts eenderde van hen werd geconfronteerd met een onaangekondigde test. Tegen de Zomerspelen van 2004 in Athene wil het WADA alle atleten op voorhand gecontroleerd hebben, de helft onaangekondigd. Het devies van het agentschap is ‘anytime and anywhere’, altijd en overal.
Onlangs mocht een Letse bobber al ondervinden wat dat betekent. Landis Prusis, de vierde in de stand voor de wereldbeker, werd betrapt op het gebruik van nandrolon. Hij mag de Spelen thuis voor de buis volgen. Net als zes Finse langlaufers die in het begin van 2001 positief testten op een product dat het gebruik van epo maskeert. Onder hen Harri Kirvesniemi, een Finse halfgod met al elf olympische medailles op zak.
PECHVOGELS EN KANSHEBBERS
Vier jaar geleden waren de Oostenrijker Hermann Maier en de Italiaan Alberto Tomba ongetwijfeld de meest in het oog springende skiërs van de Spelen in Nagano. Slalomspecialist Tomba bracht er niet veel van terecht en is er al een tijd niet meer bij wegens met pensioen. Overigens, voor wie het weten wil: de filmcarrière van de Italiaanse playboy komt niet echt van de grond.
Hermann Maier kwam in Nagano spectaculair en zwaar ten val tijdens de afdaling, maar won toch nog twee gouden medailles op de reuzenslalom en de Super-G. Maier zal straks niet van de pistes in de Snow Basin Ski Area razen. De drievoudige winnaar van de wereldbeker hield afgelopen zomer in het Oostenrijkse Radstadt een ingewikkelde beenbreuk over aan een zwaar verkeersongeval. Gedurende drie weken lag hij in een ziekenhuisbed plannen te smeden voor een onwaarschijnlijke comeback en het wederoptreden in Salt Lake City. Maar ondanks een spectaculaire revalidatie beseft Maier dat deelnemen uitgesloten is: ‘Als ik race, dan is het om te winnen, niet om het pak te vergroten. Het ongeval beschouw ik nu als een speling van het lot, maar ik ben er nog niet achter wat het lot me wou vertellen. Geen Salt Lake City dus voor mij, het belangrijkste is nu weer pijnvrij en agressief te kunnen skiën zoals ik dat vroeger deed.’
De afwezigheid van Maier is een zware klap voor de Oostenrijkers, maar dat betekent niet dat ze geen andere podiumkandidaten hebben. Kijk straks maar uit naar wat onder anderen Stefan Eberharter, de leider in de algemene wereldbekerstand, de broers Strobl en bij de vrouwen Michaela Dorfmeister te bieden hebben. Feit is wel dat de Oostenrijkers niet meer zo dominant zijn als de voorbije jaren.
De meeste skilanden hebben nu wel een of meerdere medaillekanshebbers. De Fransen hebben het dodelijke ongeval van Régine Cavagnoud goed verwerkt en zetten op de pistes goede prestaties neer met Frédéric Covili, Jean Pierre Vidal, Christel Saïoni en Laure Pequegnot. De Zwitsers gooiden al hoge ogen met Didier Cuche, Sonja Nef, Sylvie Berthod en Silvano Beltrametti, maar Beltrametti zal niet op de afspraak zijn in Utah. Tijdens de afdaling in Val d’Isère crashte hij zwaar en brak zijn ruggenwervel. Beltrametti is verlamd vanaf het bekken en artsen hoeden zich voor optimistische toekomstvooruitzichten. De Italianen rekenen op Isolde Kostner en Kristian Ghedina, de Amerikanen op Bode Miller en Piccabo Street vooral. In Scandinavië ten slotte eist de Zweedse Anja Pärson als leidster in de wereldbeker voorlopig alle aandacht op, maar op de Spelen zou die wel eens naar de Noor Kjetill-André Aamodt kunnen gaan. Aamodt is de veelzijdigste skiër van de voorbije jaren. Z’n concurrenten gaan voor specialisatie, Aamodt combineert de slalom, de reuzenslalom, de Super-G, de afdaling en de combiné. En met succes. Aamodt won in alle disciplines al wereldbekerwedstrijden. In de geschiedenis van het alpineskiën deed alleen het legendarische trio Pirmin Zurbriggen, Marc Girardelli en Gunther Mader hem dat voor.
DUELLISTEN EN BUIKSCHUIVERS
Nogal wat disciplines in Salt Lake City staan in het teken van duels. In het kunstschaatsen staat dat bij de mannen tussen de Russen Yevgeny Plushenko en Alexei Yagudin in de schaduw van dat bij de vrouwen. Nog een Russin, Irina Slutskaya, en de Amerikaanse Michelle Kwan moeten daar de hoofdrollen opeisen. De winnares van Nagano, Tara Lipinski (ook Amerika), is immers overgestapt naar het professionele kunstschaatsen, maar ligt daar in de lappenmand door problemen met de heupen.
Kwan is de gevierde Amerikaanse vedette, met olympisch zilver en met vier opeenvolgende wereldtitels en sponsors als Chevrolet die met miljoenencontracten zwaaien. Slutskaya, de Moskovitische met drie Europese titels en drie tweede plaatsen op het WK, kan daarentegen totaal anoniem over het Rode Plein lopen en kwam voorlopig niet verder dan een kortlopend sponsorcontractje voor een shampoo. Maar in die hiërarchie zou wel eens verandering kunnen komen. In de jongste drie confrontaties was Slutskaya Kwan de baas. De jury’s beginnen meer en meer het enthousiasme en de technische innovaties van Slutskaya te waarderen. Onlangs nog pakte ze als eerste uit met een dubbele Biellmannspin, waarbij ze al tollend om haar as haar schaats achter haar hoofd hield en van steunbeen wisselde. Als Slutskaya op het Utah Olympic Oval straks Kwan klopt, weet dan dat ze als vierjarig meisje dik tegen haar zin met schaatsen begon en dat haar moeder achter de deur van de sportzaal stond om Irina het ontsnappen te beletten.
Een ander spectaculair duel kunnen we verwachten in het schansspringen. In eerste instantie leken de Pool Adam Malysz en de Duitser Martin Schmitt voorbestemd om de protagonisten te worden, maar in de periode rond Kerstmis en nieuwjaar schudde een tweede Duitser, Sven Hannawald, de kaarten duchtig door mekaar. Malysz, de wereldbekerwinnaar van vorig seizoen en ook de huidige leider in die competitie, en Schmitt, de dominante Duitser van de voorbije jaren, trokken bleek weg toen de 27-jarige Hannawald deed wat niemand mogelijk achtte. Hij won in een periode van amper negen dagen de vier wedstrijden van het vijftigjarige en dus jubilerende Vierschansentoernooi. Niemand deed hem dat voor.
We willen hier ter afronding nog even uw aandacht vestigen op een handvol vernieuwingen en aanpassingen die het IOC heeft doorgevoerd. Zo komt bobsleeën voor vrouwen dus op het programma en wordt het snowboarden, dat als competitiesport maar niet uit de schaduw van het alpineskiën raakt, nieuw leven ingeblazen met een parallelle reuzenslalom. In de Noordse combiné komen er heuse achtervolgingen bij zowel de mannen als de vrouwen.
Leukst van al is de toevoeging van skeleton aan het programma. Twee keer al werd skeleton van het olympisch programma afgevoerd, twee keer werd het weer opgevist. Skeleton is ouder dan het bobben en het rodelen en geeft volgens de deelnemers de allergrootste adrenalinekick. De atleten gebruiken de rodelbaan en gaan, hoofd vooruit en op de buik, met hun skeleton gedurende anderhalve kilometer tegen ruim 130 kilometer per uur naar beneden. Sturen kan alleen met het lichaam, en dan nog. ‘Na Salt Lake City zal onze sport een ware explosie kennen’, zegt Jim Shea, een Amerikaanse medaillekandidaat. ‘Nergens ben je je meer bewust van je lichaam met je hoofd tegen het ijs, alleen een sleetje van staal of fiberglas onder je buik en de zwaartekracht die in de bochten met ruim 4 G op je inwerkt.’
Voor die skeletons zal de Duitser Georg Hackl geen oog hebben. Op zijn bekendere rodel (een gesofistikeerde slede waarmee je op de rug naar beneden glijdt) staat Hackl voor misschien de grootste uitdaging van alle atleten in SLC. Hackl kan de eerste atleet worden die op de Winterspelen vier keer op rij goud verovert. Hackl was er al bij in 1988 in Calgary en won toen zilver. In Albertville, Lillehammer en Nagano was hij de beste, met overschot. Maar nu is de Italiaan Zoegeller een tegenstander zoals hij er nog nooit een heeft gehad. Op 35-jarige leeftijd gaat Hackl er nog één keer voor, met alles wat hij heeft. Twee maanden geleden overleed zijn vader aan een hartstilstand, minuten na een overwinning van Georg op diens thuisbaan in Koenigsee. De volgende ochtend hervatte zoon Hackl de training met het oog op het ultieme eerbetoon aan de vader: die unieke vierde gouden medaille in Salt Lake City.
Dirk Gerlo
Salt Lake City heeft 800.000 dollar geïnvesteerd in de omkoping van IOC-leden.
Een te hoog gehalte rode bloedcellen betekent competitieverbod.