Kathryn Bigelow over ?Strange Days?, haar SF-fabel over de gevolgen van het kijkgenot.
MET HAAR uitdagende allure en rijzige gestalte zou Kathryn Bigelow met gemak de meeste supersterren van het doek kunnen spelen, toch koos deze opmerkelijke kunstenares voor een carrière achter de camera. ?Strange Days? bevestigt dat Bigelow (?Near Dark?, ?Point Break?) een regisseur is met een unieke visionaire sensibiliteit, en misschien wel de grootste vrouwelijke regisseur sinds Leni Riefenstahl.
Het script van ?Strange Days? werd geschreven door James Cameron (de ex-levensgezel van Bigelow) en Jay Cocks (een van de beste vrienden van Martin Scorsese en de scenarist van ?The Age of Innocence?). ?Strange Days? speelt tijdens de laatste vierentwintig uur van deze eeuw. Terwijl de aftelling naar het jaar 2000 begint, gelijken de straten van Los Angeles op een slachtveld van een nakende burgeroorlog. In die ultieme politiestaat zijn bespieding, voyeurisme en entertainment niet meer uit elkaar te halen. De drug waar iedereen op kickt is een digitaal genotsmiddel, een virtual reality disk die middels SQUID ( Superconducting Quantum Interference Device), een apparaat dat op het hoofd wordt gezet, rechtstreeks naar de hersenen wordt gestuurd. De disks in kwestie zijn psychosensuele opnamen van wat andere mensen hebben beleefd.
Ralph Fiennes speelt de ex-politieman Lenny Nero die op de zwarte markt een lucratief handeltje drijft in verboden clips vol extreme misdaad, seks en geweld. Lenny is zelf verslaafd aan zijn persoonlijke collectie van clips van zijn ex-vriendinnetje, Faith ( Juliette Lewis). Wanneer hem anoniem verboden killer playbacks worden toegestuurd (clips waarop echte moorden werden geregistreerd), verzinkt hij in een complot dat zijn petje te boven gaat en de raciale en sociale spanningen in de stad naar het kookpunt drijft.
Fiennes brengt een merkwaardig passieve vertolking, hij loopt door de draaikolk van geweld, dreiging en doem met een stoïcijnse melancholie. De dynamische figuur in de actie is Mace ( Angela Bassett), de chauffeur en bewakingsspecialiste die Lenny’s dubieus handeltje afkeurt, maar haar vriend toch niet in de steek laat en hem uiteindelijk uit zijn existentialistische nachtmerrie helpt ontsnappen.
Bigelows visie op een samenleving die op springen staat aan de vooravond van het millennium bevat veel verwijzingen naar het huidige sociaal-politieke klimaat : voor haar hallucinante uitbeelding van een half verwoeste stad vond ze inspiratie toen ze meehielp het puin te ruimen in Los Angeles na de rassenonlusten enkele jaren geleden ; een belangrijk element in de plot-dynamiek is een Rodney King-achtige videoregistratie.
Ze ensceneert haar techno-noir fresco als een koortsachtige droom die culmineert in een euforische explosie van confetti en rassenonlusten. De cinefiele verwijzingen liggen voor het grijpen : van de provocerende voyeuristische thriller ?Peeping Tom? van Michael Powell tot de finale van ?Some Come Running? van Vincente Minnelli. Maar laat de bewuste of onbewuste citaten je niet misleiden : ?Strange Days? is bovenal de film van een uniek talent en temperament in de huidige Hollywoodcinema, van iemand die het dure Hollywoodsysteem gebruikt om er grensverleggende experimenten mee uit te voeren en het incasseringsvermogen van de toeschouwer tot het uiterste te testen.
?Strange Days? is een pure viscerale actiefilm, maar tegelijk ook een film boordevol provocerende ideeën, een ongewone combinatie.
KATHRYN BIGELOW : Dat was precies de uitdaging waar we elke opnamedag mee werden geconfronteerd. Hoe hou je dit allemaal in evenwicht : de SF-thriller, de love story, de ?film noir?-structuur en de politieke commentaar. En ook hoe krijg je een coherente relatie tussen de micro- en de macrocosmos. Je kan daarvoor niet terugvallen op een formule. We moesten voortdurend op onze tellen passen. Bij elk knooppunt in de plot moesten we voortdurend met al die elementen rekening houden, om het allemaal in elkaar te doen grijpen en niet naar één van deze genres te laten overhellen.
Ook tijdens de afwerking bleven we dit evenwicht nastreven. Want ?Strange Days? is duidelijk een film waarin de montage doorslaggevend is. Zoals in de geijkte ?film noir? wordt de film volledig verteld in flashback, alle belangrijke informatie werd al gerapporteerd. Het zijn stukjes van de puzzel die Lenny in elkaar moet steken om de situatie te begrijpen waarin hij en Mace verzeild geraakten.
U doet in de film verregaande experimenten met point of view (POV) shots ?
BIGELOW : Tijdens mijn opleiding aan de filmschool kon ik eindeloos kijken naar ?Rope? van Hitchcock of de Raymond Chandler-verfilming ?Lady in the Lake?, twee experimenten in subjectieve cameravoering. De uitdaging van een film die uitsluitend is verteld in POV : hoe kan de toeschouwer zich vereenzelvigen met een protagonist die we nooit te zien krijgen, omdat wij in feite die hoofdpersoon zijn. Het is een zeer ongewoon proces van identificatie. Soms wordt dit opgelost door eventjes het spiegelbeeld te laten zien van die onzichtbare protagonist. Gelukkig konden wij beschikken over de nieuwste geluidstechnologie : het geluid en de dialogen van de moordenaar die je niet ziet, komen niet uit de centrale luidsprekers maar uit de omringende luidsprekers, waardoor je als toeschouwer echt opgenomen wordt in die geluidstextuur. We hebben met de Dolby soundtrack grensverleggende experimenten uitgevoerd, gewoon omdat de toeschouwer zich zou kunnen oriënteren. Zonder dit reliëf op de soundtrack zou je die subjectieve actie gewoon niet kunnen volgen.
Het lijkt niet evident om als vrouw geaccepteerd te worden in het actie-genre, toch wel het uitgelezen terrein van de taaie jongens in Hollywood ?
BIGELOW : Het was inderdaad lastig. Na tien jaar in de kunstwereld actief te zijn geweest, maakte ik mijn eerste film ?The Loveless?. Echt niet met de bedoeling dat dit mijn visitekaartje zou worden voor mijn entree in de Hollywoodindustrie. Ik worstelde in die eerste film nog altijd met het begrip narratie, wat in de wereld van de beeldende kunsten natuurlijk totaal bijkomstig is daar draait alles om het analytisch of conceptueel proces.
?The Loveless? is nog duidelijk een film met één been in de schilderkunst en één been in de filmwereld. Het is een film met een hybridisch karakter, het product van twee culturen en oriëntaties. Maar ik was in de ban van dit nieuwe medium en wou het exploreren als instrument voor het doorbreken van alle sociale en culturele barrières. Ik zat wel met het dilemma dat ik iets wilde maken dat tegelijkertijd toegankelijk was voor een breed publiek, maar dit ook in een vorm wilde gieten die van de bioscoopervaring een harde, viscerale belevenis maakt die tot catharsis kan leiden.
Ik kwam terecht in wat in de industrie ?development hell? wordt genoemd : je schrijft in opdracht veel scenario’s, je wordt er goed voor betaald zonder enige garantie dat een van die scripts ooit wordt verfilmd. Om me daar tegen te wapenen begon ik zelf mijn scenario’s te ontwikkelen, zonder een opdracht van een studio of productiehuis. De scripts die ik aangeboden kreeg, waren voornamelijk high school komedies, niet iets wat me meteen interesseert. Dus schreef ik zelf maar de eigentijdse vampierfilm ?Near Dark?. Ik stuurde het voltooide script naar de man die het uiteindelijk financierde en naar Steven Charles Jaffe die besloot de film te produceren.
Mijn agent feliciteerde me voor het script, zei dat de studio’s er veel geld zouden voor bieden en dat we voor de regie iemand nodig hadden van het kaliber van William Friedkin. Mijn reactie was : als je dit script wil, moet je er mij als regisseur bijnemen. Mijn agent vond dit een foute beslissing in mijn carrière, maar respecteerde mijn keuze. Drie dagen later belde hij me terug met het nieuws dat ik de film ook mocht regisseren. In die periode werd dit soort film zeker niet door vrouwen gemaakt. Er waren intussen ook vijf jaar voorbijgegaan sinds ik mijn eerste film had gemaakt.
Interessant is hoe ?Strange Days? indruist tegen de stereotypes van de genrefilm, vooral in de relatie tussen Ralph Fiennes en Angela Bassett ?
BIGELOW : Ik was vastbesloten om geen imitaties te brengen van karakters die we al ad nauseam hebben gezien : actiehelden zonder persoonlijkheid, mannen van weinig woorden die meteen hun revolver trekken. Lenny Nero is een uitzonderlijk rijk personage : hij is helemaal niet vlekkeloos, hij heeft fouten begaan, werd diep gekwetst. Zijn vermogen om pijn te voelen wordt uiteindelijk zijn grote sterkte en leidt tot zijn verlossing.
Het was al een geweldig personage op papier, maar Ralph Fiennes heeft er veel aan toegevoegd : intensiteit, diepgang, werkelijkheidsgehalte. Ook het personage van Mace is niet eendimensioneel : ze is een sterke, charismatische vrouw die ook haar kwetsbare kanten heeft. Ik zie ?Strange Days? als een lang uitgestelde love story tussen twee mensen die elkaar waard zijn, uiteindelijk elkaar vinden en met wie we het volgende millennium binnenstappen.
Een van de interessante aspecten van de film is de bespiegeling over het kijken, over het voyeurisme van het filmspektakel.
BIGELOW : Voor mij is dat een zeer belangrijk element. Het probleem bij film is de toegankelijkheidsfactor. Je werkt met een duur en populair medium dat per definitie allerlei sociaal-culturele barrières moet overstijgen, terwijl je in de kunstscène voor een elite werkt. Film is van nature uit een medium voor escapisme. Wat mij daar vooral in boeit is de technologie. De sprong van de nu bestaande technieken naar de technologie die in ?Strange Days? wordt geïntroduceerd is niet zo groot. De consument gaat op zoek naar altijd grotere kicks, de voyeuristische ervaring moet almaar sterker worden, meer adrenaline produceren.
?Strange Days? is een film over de gevolgen van het kijkgenot. Ik vond het een uitdaging om binnen een constructie met zeer toegankelijke elementen andere ideeën te injecteren. Het blijft een mainstream Hollywood product, maar er zit ook een politieke commentaar aan vast en een beschouwing over de raciale-economische spanningen aan het eind van deze eeuw. Ik zou het op prijs stellen mochten de studio’s een beetje minder bang zijn van films die ook inhoud hebben en niet altijd appeleren aan de laagste gemene deler.
?Film noir? was trouwens altijd een goudmijn voor subversieve ideeën. Veel regisseurs gebruikten dit noodlottige genre om verboden of taboebrekende onderwerpen aan te snijden.
BIGELOW : Dit is volkomen juist. Wat mij betreft heeft het te maken met mijn background in de kunstwereld. Ik denk niet dat ik in staat ben iets te doen dat finaal niet het materiaal ondermijnt of tenminste herdefinieert. Ik vind het idee van subversie heel belangrijk. Regels zijn er om gebroken te worden. Niemand heeft baat bij een status quo. ?Strange Days? is een provocerende film, die zeker door een hoop mensen zal worden verafschuwd. Zelf voel ik me aangetrokken tot films die iets losmaken in mij, die een dialoog op gang brengen.
Ik ben ook niet bang om in ?Strange Days? ethische kwesties aan te snijden. Lenny schiet niemand neer. En ik hou van de scène waar die andere gozer zijn revolver tegen Lenny’s slapen richt en hij antwoordt : twee miljoen jaar menselijke evolutie en dat is het beste oplossing die je kunt bedenken ?
Hoe kijkt u aan tegen de nieuwe technologieën waar u in ?Strange Days? op zinspeelt ?
BIGELOW : Technologie is op zichzelf niet goed of kwaad, het hangt er allemaal van af in wiens handen het terechtkomt. Neem nu een taperecorder : voor jou is dit een eenvoudig en onschuldig instrument om dit interview te registreren, maar in handen van Richard Nixon werd het een ontzettend gevaarlijk wapen dat zich tegen hem keerde.
In hoeverre bent u in die nieuwe technologieën geinteresseerd ? Virtual reality. Wat er allemaal met beelden kan worden gedaan ?
BIGELOW : Het is nog allemaal veel te hypothetisch om er een eensluidend antwoord op te geven. Met de digitale technologie is alles mogelijk. Je verbeelding is de enige limiet. Ik heb voor ?Strange Days? dan ook dankbaar gebruik gemaakt van CGI (computer generated images). Een kleine opmerking toch : ?Strange Days? handelt niet over virtual reality maar over realiteit. VR impliceert iets waarmee je interactief kunt zijn, en hier gaat het om een niet interactief ondergaan van andermans ervaringen.
U regisseerde één episode voor de tv-serie ?Wild Palms? ?
BIGELOW : Ik deed het om (producer) Oliver Stone plezier te doen. Hij was de producer van ?Blue Steel?, zonder hem had ik die film niet kunnen maken.
Ik vond ?Wild Palms? een geweldige ervaring. Het is een enorme uitdaging om binnen zo’n krap tijdschema een film te maken : je draait twaalf pagina’s per dag, bij een bioscoopfilm doe je per dag gemiddeld twee en een halve pagina uit het script. Als je zo snel moet werken, kun je niet veel zitten tobben over welke beeldhoeken te kiezen. Je zet de machine in gang en je probeert het allemaal zo veel mogelijk in totaalopnamen te draaien. Als het niet werkt in de tweede take, moet je toch doorgaan. Je moet je shots zo bedenken dat je in één set-up heel veel materiaal kan stoppen en dat het toch visueel interessant is. Ik vond het een heel goede discipline.
Graag uw commentaar bij het fetisjisme in uw films : in ?The Loveless? is er de fascinatie voor leer en motorfietsen ; in ?Blue Steel? voor glimmende fallus-achtige wapens ; in ?Point Break? het mannelijk lichaam dat geërotiseerd wordt zoals in de films van Leni Riefenstahl…
BIGELOW : O dank u, dat is een groot compliment. Riefenstahl is een geweldig filmmaker. In ?Point Break? is er ook het tot fetisj maken van het kijken, wat scopophilia genoemd wordt. De verbanden die je suggereert zijn interessant maar in alle eerlijkheid moet ik toegeven dat het allemaal minder berekend is dan het lijkt. Veel van die zaken gebeuren onbewust. Toen ik ?The Loveless? maakte, lonkte ik natuurlijk naar de films van Kenneth Anger, vooral ?Scorpio Rising?. Ik had ook naar Fassbinder gekeken en naar de klassiekers over nozems en zwarte jekkers. Het verhaaltje was heel dunnetjes, het ging meer om de atmosfeer en de iconografie. Precies omdat de film niet voortgedreven werd door de plot kregen de motorcycles en de poses veel meer belang.
Misschien heeft dit element van fetisjisme ook met mijn background te maken. Als je zo lang de iconografie van beelden hebt bestudeerd in de schilderkunst, waar elk visueel detail van betekenis is, ga je dit misschien onvermijdelijk ook op film toepassen. Niets kan in beeld verschijnen of het moet een betekenis hebben. Ik studeerde ook een tijdlang semiotiek. Toen ik het script van ?Blue Steel? schreef, maakte ik van het vuurwapen bijna een zelfstandig personage. In ?Strange Days? is er het hele concept van het kijken, denk aan de subjectieve beelden waarin de moordenaar zijn weerkaatsing ziet in de spiegel of in de ogen van zijn slachtoffer. Het is een film over een samenleving die bespiedt en zelf bespied wordt.
In mijn vorige films introduceerde ik al een aantal van deze ideeën, maar in ?Strange Days? ga ik nog een stap verder. In mijn vorige films had je nog tekst en subtekst, hier vormt dit één geheel. Door de vele POV-shots breek je de vierde muur en creëer je voor de toeschouwer een nieuwe, onwennige relatie tot wat er op het doek gebeurt. De iconografie wordt het onderwerp zelf van ?Strange Days?.
Nu de film voorbij is, praat ik daar graag over. Zulke interviews verplichten me om zelf de dingen te rationaliseren. Maar ik kan dit alleen achteraf. Daarom praat ik ook niet graag over mijn projecten, zoals mijn Jeanne d’Arc-film ?Company of Angels?. Het proces zelf blijft instinctief. Ik wil er niet op voorhand een intellectuele discussie over voeren. Eerst moet ik het uit mijn systeem krijgen, pas daarna kan ik er eindeloos over praten. Maar zolang ik de film nog niet heb gemaakt, is het als een beest dat in me schuilt en dat ik in bescherming neem.
Patrick Duynslaegher
Strange Days : een techno-noir fresco.
Kathryn Bigelow : een regisseur met een unieke visonaire sensibiliteit.
Ralph Fiennes in Strange Days : een harde viscerale belevenis.