Meer dan een week nadat de Russische kernduikboot Koersk was gezonken, stelden Noorse duikers vast dat alle bemanningsleden waren omgekomen. Wellicht hadden enkelen van hen nog kunnen worden gered als de Russen sneller buitenlandse hulp hadden aanvaard.

Zaterdag 12 augustus, 11.30 uur lokale tijd. Het Noorse seismologische instituut NORSAR registreert in de Barentszzee ten noorden van de Russische stad Moermansk een onderwaterexplosie met een kracht van minder dan 100 kilo TNT. Twee minuten en 15 seconden later volgt een tweede, veel krachtiger explosie – dit keer met een equivalent van twee ton TNT. In het gebied waar de ontploffingen worden geregistreerd zijn vlootmanoeuvres aan de gang van de Russische Noordelijke Vloot. De Koersk, een van de modernste en recentste Russische kernduikboten en het paradepaardje van de Russische onderzeevloot neemt aan de oefeningen deel. Het is onder andere de bedoeling de zeelui te trainen op noodsituaties. Volgens het scenario dat al in het voorjaar op papier is gezet moet een kernduikboot ten gevolge van opgelopen averij op meer dan honderd meter diepte aan de grond worden gezet. Het moederschip Michail Roednitski moet met behulp van een speciale duikersklok de bemanning van het verongelukte schip evacueren.

Het scenario van de militaire planners is uitgedraaid op een levensechte tragedie. De Koersk ligt op de bodem van de zee, de 118 bemanningsleden zijn dood. De ontploffingen aan boord van de duikboot hebben de twee voorste compartimenten met de centrale commandopost nagenoeg compleet vernield. De bemanningsleden die zich daar bevonden maakten geen enkele kans. Een deel van de duikboot liep snel vol water. Er was geen tijd zelfs voor een noodsignaal. De kernreactor werd automatisch uitgeschakeld. De Koersk, die verondersteld werd zelfs na een torpedoaanval drijvende te blijven, zonk als een baksteen naar de bodem van de zee, meer dan honderd meter diep.

Dezelfde zaterdag 12 augustus vertrekt president Vladimir Poetin voor een korte vakantie naar de nomenklatoerabadplaats Sotsji aan de Zwarte Zee. De president heeft laten weten dat hij niet langer dan een week uit Moskou zal wegblijven. Het belooft een druk politiek najaar te worden en Poetin wil werk maken van zijn plannen om de Russische staat te hervormen en meer macht in zijn handen te concentreren. Later zal blijken dat Poetin onmiddellijk op de hoogte is gebracht van wat er op de Barentszzee is gebeurd. Het grote publiek moet nog twee dagen wachten. Pas op maandag verspreiden de media een mededeling van de Russische marine dat er een incident is geweest met de Koersk. De atoomduikboot heeft averij opgelopen – wellicht als gevolg van een botsing. De commandant heeft de boot aan de grond laten zetten en heeft de situatie volledig onder controle. Er is geen gevaar voor het leven van de bemanning.

GEEN POTTENKIJKERS

De Russische reddingspogingen lopen intussen op niets uit. Een onbestuurbare duikersklok wordt naar beneden gelaten, maar slaagt er niet in zich op de romp van de Koersk (die zestig graden helt) vast te zetten. Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Noorwegen bieden technische hulp aan, maar de Russen weigeren. De koudeoorlogsmentaliteit blijkt bij de militairen diep ingebakken te zitten. De Koersk is de modernste en recentste (1995) kernduikboot van de Russische vloot en de militaire top wil geen NAVO-pottenkijkers in de buurt. President Poetin zegt dat Rusland alle technische middelen en de expertise in huis heeft om de klus alleen te klaren. Enkele uren later – na de zoveelste mislukte reddingspoging – wordt toch het licht op groen gezet voor een team van Britse en Noorse duikers. Een speciale reddingsduikboot, de LR5 wordt uit Glasgow naar het Noorse Trondheim overgevlogen. Het zal nog drie dagen duren eer de mannen en het materieel op de plaats van de ramp arriveren.

Intussen is in de Russische pers de kritiek losgebarsten op de militairen en op president Poetin die het niet nodig heeft gevonden zijn vakantie te onderbreken en naar de plaats van de ramp te snellen. De houding van Poetin staat in schril contrast met zijn reactie een week eerder toen in het centrum van Moskou een bom ontplofte en twaalf dodelijke slachtoffers maakte. Toen kwam de president dadelijk naar Moskou terug om een crisiskabinet samen te roepen. Een van de leiders van de politieke partij Unie van de Rechtse Krachten, Boris Nemtsov, zegt dat Poetin ‘als opperbevelhebber van het leger niet het recht heeft vakantie te nemen terwijl zijn onderdanen, de zeelui van de Noordelijke Vloot dit drama meemaken.’ Het dagblad Izvestia drukt het cynischer uit: ‘Stervende zeelui in de Barentszzee konden de vakantie van onze staatslieden niet onderbreken. Onze leiders houden een picknick aan de kust met zicht op verdrinkende matrozen.’ Wanneer Poetin zijn stilte doorbreekt zegt hij dat hij er inderdaad aan heeft gedacht om onmiddellijk naar de plaats van de ramp te vliegen maar dat niet heeft gedaan omdat ‘hoge functionarissen zonder specialistische kennis op de plaats van de ramp van weinig nut zijn bij het redden van mensen en materieel.’ Het duurt vijf dagen eer een officiële regeringscommissie wordt samengesteld die in Severomorsk, de belangrijkste duikbootbasis van de Noordelijke Vloot bijeenkomt en crisisberaad houdt.

De familieleden van de bemanningsleden worden in het ongewisse gelaten over het lot van hun dierbaren. Velen weten niet eens met zekerheid of ze al dan niet aan boord waren van de Koersk op die fatale laatste reis. In Moermansk spelen zich emotionele taferelen af van familieleden die uit alle delen van Rusland hierheen zijn gekomen in de hoop iets meer te vernemen en steun te vinden. Ze verwijten de militairen dat ze zich verzet hebben tegen buitenlandse hulp en dat ze eerst aan hun strepen denken en dan pas aan het redden van mensenlevens.

PRIMITIEVE DUIKKLOK

De Russen zetten hun reddingspogingen voort. De eerste dagen gebruiken ze een primitieve duikklok die onbestuurbaar aan een kabel naar beneden wordt gelaten. Pas vijf dagen na de ramp komen de speciale reddingscapsules AS34 in actie. Op een van de missies slagen de redders erin de capsule op het wrak van de Koersk te verankeren. Maar de schade aan de romp is zo groot dat het onmogelijk blijkt om een waterdichte verbinding te maken en het ontsnappingsluik in de staartsectie van het vaartuig te openen. De bemanning geeft geen teken van leven meer – al sinds maandag, twee dagen na de ramp. De omvang van de catastrofe wordt een week later pas volop duidelijk. President Poetin komt eindelijk naar Moskou terug en zegt dat de kans op overlevenden ‘uiterst gering is’. De commandant van de Noordelijke vloot, Michail Motsak, krijgt de opdracht om de jobstijding te melden. Zaterdag 19 augustus verklaart hij dat ‘het kritische punt gepasseerd is’ en dat er geen hoop meer is voor de 118 bemanningsleden van de Koersk. Maandag 21 augustus stellen Noorse duikers vast dat de hele duikboot is ondergelopen. In het negende compartiment dichtbij het ontsnappingsluik treffen ze het eerste lijk aan.

Over de oorzaak van de catastrofe verschijnen evenveel theorieën als er militaire experts zijn. Alweer komt de koudeoorlogssfeer tot leven als admiraal Edward Baltin, de voormalige bevelhebber van de Zwarte-Zeevloot, verklaart ervan overtuigd te zijn dat de Koersk in botsing is gekomen met een Amerikaanse duikboot die in de buurt de manoeuvres volgde. Het Pentagon ontkent met klem dat er Amerikaanse schepen in de buurt waren. Het dagblad Sevodnja meent te weten dat een Britse duikboot de schuldige is. Ook de Britten ontkennen verontwaardigd. De officiële regeringscommissie onder leiding van vice-premier Ilja Klebanov stelt dat de oorzaak een interne explosie is, maar volgens de gouverneur van de regio Moermansk Michail Jevdokimov deden de explosies zich pas voor toen de Koersk al op de zeebodem lag. Admiraal Michail Motsak, de bevelhebber van de Noordelijke Vloot, sluit een aanvaring met een mijn uit de Tweede Wereldoorlog niet uit. Het lijkt erop dat de Russische hogere militairen wanhopig zoeken naar een externe oorzaak. Volgens Amerikaanse specialisten is het waarschijnlijker dat een raket is ontploft voor ze de lanceerschacht had verlaten. De Russische legerkrant Rode Ster schreef vorige week dat de Koersk in 1998 was aangepast om nieuwe torpedo’s te lanceren. De legerleiding had zich daartegen verzet omdat ze de torpedo’s van inferieure kwaliteit en onveilig achtte, maar de aanpassing was toch uitgevoerd omdat het nieuwe wapensysteem goedkoper was.

De directe aanleiding tot de fatale ontploffingen aan boord van de Koersk zal wellicht nooit worden vastgesteld. Maar de achterliggende oorzaak van de lange reeks ongelukken en rampen met Russische kernduikboten is het onvermogen van de armlastige Russische staat om een vloot in stand te houden die al tijdens de Koude Oorlog uit haar voegen was gegroeid. Er is geen geld voor training en onderhoud van het materieel. De schepen kunnen niet uitvaren wegens gebrek aan brandstof en in de meeste ontbreekt een noodgenerator om stroom op te wekken. Volgens de onafhankelijke defensiespecialist Pavel Felgenhauer heeft de Russische marine zelfs geen geld om de lampen aan boord van de schepen te vervangen. De bemanning van de kernduikboten, die geacht worden tot de elitetroepen te behoren, spenderen volgens Felgenhauer meer tijd aan de wal met het zoeken naar levensmiddelen dan met de noodzakelijke training. Twee jaren geleden sloot een hongerige matroos zichzelf in een kernduikboot op nadat hij enkele van zijn kameraden had doodgeschoten. Hij dreigde ermee de onderzeeër met kernreactor en al op te blazen voor hij door een antiterreurcommando werd uitgeschakeld.

TROTS VAN DE MARINE

Het ongeluk met de Koersk is niet het eerste in zijn soort. De voorganger van de Koersk heette de Komsomolets, die eind jaren tachtig te water werd gelaten. De Komsomolets was net als later de Koersk de trots van de marine en de top van de Russische militaire technologie. Maar in 1989, kort na de lancering van de boot brak onder water brand uit aan boord van de Komsomolets. De duikboot wist aan de oppervlakte te komen en enkele bemanningsleden konden ontsnappen. Vijf van de achtergeblevenen wilden met de ingebouwde reddingscapsule ontsnappen, maar ze hadden nooit geleerd hoe ze de capsule moeten gebruiken. Met een zaklamp deden ze verwoede pogingen om de instructieplaat te lezen. Vier van hen kwamen om en brachten daarmee het totaal aantal doden aan boord van de Komsomolets op 42. Het wrak van de Komsomolets met de kernreactor aan boord ligt nog altijd op de bodem van de Barentszzee.

Sinds de Opperste Sovjet op 21 december 1952 besloot een eerste onderzeeër met atoomaandrijving te bouwen zijn vier generaties kernduikboten te water gelaten. In korte tijd overtrof de Russische kernvloot de Amerikaanse, maar in hun haast om de Amerikanen in de race om de duikboten te verslaan namen de Russische constructeurs het niet altijd even nauw met de veiligheidsaspecten. Vladimir Chernavin, een oud-bevelhebber van de Russische marine weigerde ooit een nieuwe nucleaire onderzeeër te testen omdat die in een te slechte staat verkeerde. De K-19 voer wel uit maar had zo een slechte reputatie dat hij bij de bemanningen bekend stond als de ‘Hiroshima’. In 1961 schoten op volle zee de stralingsmeters tilt. Een kernreactor werd afgezet maar de temperatuur bleef stijgen. De K-19 werd gered doordat negen bemanningsleden vrijwillig in het uiterst radioactieve reactorcompartiment afdaalden. Ze kwamen allemaal om het leven. In 1969 ramde de K-19 een Amerikaanse onderzeeboot en in 1972 kwamen bij een brand aan boord 26 bemanningsleden om het leven. De lange lijst ongelukken met Russische kernduikboten is daarmee verre van volledig.

In 1986 gebeurde met de K-219 iets wat direct aan de Koersk doet denken. Een van de raketsilo’s ontplofte. Er vielen twee doden. In tegenstelling tot de Koersk kon de K-219 boven water komen. Maar de reactor kon niet langer vanop afstand bediend worden en twee mariniers moesten het reactorcompartiment binnengaan om hem handmatig uit te schakelen.

Sinds het einde van de Koude Oorlog patrouilleren de Russische duikboten nauwelijks nog op de wereldzeeën. Wat van de vloot rest vaart in Russische wateren om de grenzen te beschermen, maar ligt vaker nog wegens geldgebrek stil. Slechts drie atoomduikboten kunnen tegelijk in de vaart worden gehouden – voor meer is geen geld. De Noordelijke Vloot is de machtigste van de vier Russische vloten. In de Baltische, de Pacifieke en de Zwarte-Zeevloot is de toestand nog dramatischer.

De Russische duikbootvloot is niet alleen een bedreiging voor de bemanning maar voor het hele arctische gebied. Het Kolaschiereiland met Moermansk als hoofdplaats is bezaaid met militaire bases en het is de laatste decennia veranderd in een waar nucleair kerkhof van afgedankte kernduikboten en kernafval dat in erbarmelijke omstandigheden ligt opgestapeld. In 1995 hadden de militaire scheepswerven 245 nucleaire duikboten en schepen afgeleverd. Daarvan waren er volgens het Institute for Strategic Studies in Stockholm in 1990 nog 175 nucleaire duikboten in dienst. In 2000 is dat aantal tot 49 gedaald. Sommige van die tientallen afgedankte kernduikboten liggen letterlijk in het water weg te roesten. Ze vormen een permanent gevaar voor lekkages en radioactieve vervuiling van de Noordelijke zeeën. Vooral de Noren zijn bang voor de gevolgen voor de visvangst en het milieu.

MARITIEM KERKHOF

De Noorse milieuorganisatie Bellona heeft de toestand van de Russische Noordelijke Vloot en het Kola-schiereiland gedetailleerd in kaart gebracht. Ze kreeg daarbij de hulp van de voormalige Russische marine-officier Alexander Nikitin, die bij de Noordelijke Vloot heeft gediend en een schat aan informatie uit eerste hand heeft. In eigen land is Nikitin daardoor op beschuldiging van hoogverraad in de gevangenis terechtgekomen. Na een lange reeks processen is hij vorig jaar definitief buiten vervolging gesteld, maar de FSB – de binnenlandse veiligheidsdienst die de KGB is opgevolgd – wil hem opnieuw voor de rechtbank slepen.

Tot het midden van de jaren tachtig – zo schrijft Bellona in het rapport over de Russische duikbootvloot – werden oude en totaal versleten kernduikboten zo lang mogelijk in dienst gehouden. Afgedankte duikboten werden opgelegd of in de Karazee gedumpt. De ontmanteling van duikboten die door de ontwapeningsverdragen overbodig zijn geworden of niet langer in de vaart kunnen worden gehouden, gebeurt sinds 1986 volgens welbepaalde wettelijke criteria. Maar zoals vaak in Rusland bestaan de regels en wetten alleen op papier. Volgens Bellona is tot dusver geen enkele afgedankte duikboot ‘op een verantwoorde manier vernietigd.’ Sommige schepen zijn volledig gesloopt, maar hun reactorcompartiment is ofwel in zee gedumpt of drijft ergens op zee in een ‘maritiem kerkhof’. Een honderdtal ongebruikte of afgedankte, geheel of gedeeltelijk gesloopte duikboten liggen volgens Bellona in vijf maritieme bases op het Kolaschiereiland hun verdere lot af te wachten. Commerciële firma’s hebben het recht gekregen schepen te slopen voor de waarde van het metaal. Daarmee is de deur opengezet voor de onderwereld die zich comfortabel heeft genesteld in de sector van het oud metaal in Rusland en de voormalige Sovjet-Unie.

Het is nog te vroeg om de politieke fall-out van de ramp met de Koersk in te schatten. Maar het ziet ernaar uit dat samen met de atoomduikboot ook de reputatie van president Poetin flinke averij heeft opgelopen. Poetin heeft van het herstel van de marine prioriteit nummer een gemaakt in zijn streven om Rusland weer de status van grootmacht te geven. In april bezocht hij de Noordelijke Vloot en bracht de nacht door aan boord van een kernduikboot in de thuisbasis van de Koersk. De president liet zich uitgebreid filmen en fotograferen in het uniform van de marine. Maar door zijn afwezigheid op het hoogtepunt van de crisis heeft Poetin sterke twijfels doen rijzen over zijn capaciteiten als ‘sterke leider’. Zijn houding doet de Russen veeleer denken aan zijn verfoeide voorganger, Boris Jeltsin, die ook de gewoonte had in tijden van crisis te verdwijnen. De vlootoefeningen waar de Koersk aan deel nam waren bedoeld als voorbereiding op grootschalige militaire manoeuvres die later dit jaar op bevel van Poetin de militaire macht van Rusland moesten aantonen. De bedoeling was om voor het eerst sinds de val van de Sovjet-Unie de Russische vloot voor manoeuvres naar de Middellandse Zee te sturen. Het eskader moest onder leiding van het vliegdekschip Admiraal Koeznetsov de Amerikaanse Zesde Vloot ontmoeten. Maar met de meest prestigieuze Russische atoomduikboot op de bodem van de zee ligt de Admiraal Koeznetsov nu in de arctische wateren om de reddingsoperaties te coördineren.

Johan Depoortere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content