Donald Trump zou wel eens de volgende president van de Verenigde Staten kunnen worden. Met zijn uithalen en autoritaire karakter baart dat velen zorgen. Ook andere Republikeinen. ‘Als hij onze kandidaat wordt, is het alsof de partij in de handen van de vijand is gevallen.’

Door zijn aanhangers wordt de 69-jarige Donald Trump op handen gedragen en zijn tegenstanders verafschuwen hem. Maar iedereen is het erover eens dat hij een opmerkelijke persoonlijkheid is. Hij is flamboyant, steenrijk geworden door zijn casino- en vastgoedimperium en ondertussen aan zijn derde huwelijk toe. Dankzij zijn eigen reality-tv reeks The Apprentice en verschillende bestsellers was hij al een bekendheid lang voor de verkiezingen begonnen.

Trump onderscheidt zich van traditionele politici door zijn totale gebrek aan scrupules. Zo beweerde hij dat zijn Republikeinse tegenstander Marco Rubio overmatig zweet, ‘wat behoorlijk gênant is voor een president die met sterke leiders als Vladimir Poetin moet onderhandelen’. En over Hillary Clinton vroeg hij zich af hoe ze Amerika kon bevredigen als dat niet eens bij haar eigen echtgenoot lukte. Opmerkelijk genoeg lijkt hij met die steeds herhaalde uithalen weg te komen. ‘Ik kan in het midden van 5th Avenue iemand neerknallen zonder dat ik ook maar één kiezer zou verliezen’, stelde Trump onlangs vast. Daarbij bootste hij met zijn vingers een pistool na dat hij op het publiek richtte. ‘Het is niet te geloven!’

Met zijn uithalen brengt hij de rechterzijde van de Amerikaanse samenleving in een soort revolutionaire stemming. Maandenlang hebben zijn tegenstanders zich vrolijk gemaakt over zijn kandidatuur, maar stilletjes aan verandert dat. Steeds meer mensen vrezen dat Trump wel eens als laatste zou kunnen lachen.

Maar wat weten we eigenlijk over het karakter van de New Yorker die op het Witte Huis afstevent? En wat mogen Amerika en de rest van de wereld van hem verwachten, als hij werkelijk de 45e president van de Verenigde Staten wordt?

Nooit lezen

In The Unwinding: An Inner History of the New America beschrijft de New Yorkse journalist George Packer de sluipende economische, maar bovenal morele neergang van de Verenigde Staten. Het is misschien wel het intelligentste boek dat over de toestand van het land geschreven is. Volgens Packer vertoont Trump veel kenmerken van een fascist. Het is geen toeval dat Trump een grote bewondering koestert voor Vladimir Poetin, die veel meer indruk op hem maakt dan de democratisch verkozen politici die zo moeizaam en vaak tevergeefs naar compromissen zoeken. ‘Poetin is een zeer sterke leider’, zei Trump. ‘Hij hakt onze president in de pan.’

Volgens Packer kijken veel Europeanen met steile verbazing naar Trump en kunnen ze niet geloven dat zo iemand populair wordt. Maar Packer wijst erop dat Trump absoluut geen uniek Amerikaans fenomeen is. De gelijkenis met rechtse populisten in Europa zoals Marine Le Pen in Frankrijk en Victor Orbán in Hongarije is groot.

Zoals sommigen in Europa tegen ‘Brussel’ tekeergaan, zo heeft Trump het over ‘Washington’ als het symbool van een in verval geraakt politiek systeem ‘dat niets meer gedaan krijgt’. Net zoals zijn Europese tegenhangers wil Trump dat Amerika zich afschermt van de rest van de wereld. Daarom pleit hij voor inreisverboden voor moslims, hoge toltarieven in de handel en heksenjachten op immigranten. Hij maakt stemming tegen etnische minderheden en biedt bange burgers een autoritair alternatief aan. Hij is de sterke man die alle problemen in zijn eentje zal oplossen, zonder zich iets aan te trekken van democratische geplogenheden. Daarmee is Trump alleen maar de schrilste en prominentste belichaming van een trend die overal in de westelijke wereld opgang maakt.

Volgens Packer liggen de wortels van Trumps populariteit in de financiële crisis van 2008. Toen wankelde de Amerikaanse economie en kwamen miljoenen Amerikanen aan de rand van de financiële afgrond te staan. Sindsdien groeit de economie opnieuw, maar op een hoogst unfaire manier, meent Packer. De ongelijkheid neemt toe en veel Amerikanen vinden dat ze aan hun lot worden overgelaten.

In die frustraties ligt de voedingsbodem voor Trumps kruistocht tegen het establishment, ook al behoort hij al zijn hele leven tot de elite. Veel Amerikanen – in het bijzonder blanken en laaggeschoolden – zijn vandaag een stuk ontvankelijker voor drieste beloften en politici die beweren dat migranten en andere minderheden de oorzaak van alle problemen zijn.

Michael D’Antonio is de biograaf van Trump. Met zijn zachte stem en witte baard is de gemoedelijke en bedachtzame D’Antonio het absolute tegendeel van de presidentskandidaat. In een grillrestaurant op Long Island vertelt hij hoe Trump aanvankelijk enthousiast meewerkte aan Nooit genoeg – De biografie van Donald Trump. Trump voerde talloze gesprekken met D’Antonio, meestal in zijn penthouse in de Trump Tower, achter vleugeldeuren zoals die alleen nog in kastelen bestaan. D’Antonio mocht met Trumps volwassen kinderen praten, zijn echtgenote en de twee vrouwen waarvan hij gescheiden is. Maar toen Trump hoorde dat zijn biograaf een van zijn critici had ontmoet, zegde hij stante pede zijn medewerking op.

‘Wat me onmiddellijk opviel aan zijn penthouse was de afwezigheid van boeken’, vertelt D’Antonio. ‘Het was een gigantisch paleis, maar er viel geen boek te bespeuren.’ D’Antonio vroeg Trump of er een boek was dat hem beïnvloed had. ‘Ik zou graag lezen’, antwoordde die en begon toen aan een uitgebreide monoloog over hoe zijn eigen boek, Art of the Deal, een megabestseller werd. ‘Vervolgens ging Trump een eeuwigheid door over zijn eigen televisieprogramma’s, maar hij vermeldde geen enkel boek dat hij niet zelf geschreven had.’

‘Hij leest niet’, aldus D’Antonio. ‘Sinds zijn tijd aan de universiteit heeft hij niet meer diepgaand over de Amerikaanse samenleving nagedacht. Eerlijk gezegd denk ik dat hij zelfs aan de universiteit amper las. Toen ik Trump vroeg welke buitenlandse experts hem adviseerden, antwoordde hij dat hij naar de televisie kijkt. Daarmee bedoelde hij de talkshows.’

Ambitie

Volgens D’Antonio draait de Amerikaanse samenleving rond twee dingen: ambitie en zelfpromotie. Daarom is Trump de ideale held voor deze tijden, want niemand is ambitieuzer en narcistischer dan hij. ‘Het is een wonder dat Trump de selfie niet heeft uitgevonden. Hij beschikt over geen greintje zelfspot, elke vorm van zelfkritiek is hem vreemd.’ En zo is het hele gezin. D’Antonio ging ervan uit dat Trumps kinderen zich vrolijk zouden maken om de neiging van hun vader om al zijn gebouwen met bladgoud te bekleden. Maar niemand leek dat zelfs maar een beetje grappig te vinden. ‘Dat is de meest opvallende eigenschap van de hele Trump-clan. Ze weigeren koppig zichzelf te relativeren of om zelfs maar even over zichzelf te reflecteren.’

Wat D’Antonio het meeste angst inboezemt, is Trumps idee-fixe dat hij genetisch superieur is aan de meeste mensen en al van bij zijn geboorte voorbeschikt is om een betere zakenman te zijn. ‘Ik geloof ten zeerste in natuurlijke vaardigheden’, zei Trump. Zijn zoon, Donald Trump junior, deelt die mening. ‘Junior vertelde me dat hij erg veel geleerd had door het fokken van renpaarden’, aldus D’Antonio. ‘Toen wees hij naar boven, in de richting van het kantoor van zijn vader en zei: “Mijn moeder en vader hebben zoveel bereikt dat ik genetisch voorbestemd ben om boven het gemiddelde uit te stijgen.”‘

Trump mist elke interne rem. Als een corpulent iemand hem stoort, maakt hij zich vrolijk over ‘die dikzak’. Toen hem recent gevraagd werd of hij zijn verklaring dat hij ook de vrouwen en kinderen van terroristen wilde verdelgen ernstig meende, antwoordde Trump: ‘Ik zal ze tamelijk hard aanpakken.’ De menigte achter hem juichte. En die aanhangers lijken inspiratie te putten uit Trumps brutaliteit. Op een bijeenkomst in Las Vegas ranselden zij een zwarte man af, terwijl anderen brulden: ‘Schiet hem dood!’, ‘Sieg Heil!’ en ‘Steek die hoerenzoon in brand!’. Niet dat Trump daartegen bezwaar maakt. Integendeel. Op een bijeenkomst zei hij: ‘De beveiliging heeft me geïnformeerd dat er betogers met tomaten in de zaal zijn. Sla hen in elkaar als je hen ziet. Ik beloof dat ik de advocaatkosten zal betalen.’

Uit een studie van opiniepeiler Matthew MacWilliams blijkt dat de aanhangers van Trump één ding gemeen hebben: ze verlangen naar autoriteit. Bij de ondervraagden die zelf een autoritair karakter hadden, was Trump de enige presidentskandidaat die op veel bijval kon rekenen. ‘Die groep biedt Trump een enorm potentieel’, zegt MacWilliams. ‘Zo vertonen niet alleen 49 procent van de Republikeinen een autoritaire neiging, maar ook 39 procent van de zwevende kiezers. De steun voor Trump is diep verankerd in het Amerikaanse autoritarisme. Het is een kracht waar je rekening moet mee houden.’

Trump lijkt niet alleen bezwaren te hebben tegen de godsdienstvrijheid, maar ook tegen allerlei andere democratische grondrechten. Zijn giftige uithalen naar het Congres worden door niemand overtroffen. Bij elke manifestatie laat hij aankondigen dat hij de vrijheid van meningsuiting ‘bijna evenveel’ apprecieert als de vrijheid om wapens te dragen. Vaak laat Trump de aanwezigen op zijn bijeenkomsten screenen. Bij de ingang vraagt een in het zwart geklede bodyguard aan elke bezoeker: ‘Bent u een aanhanger van Mr. Trump?’ Wie dat ontkent of nog weifelt, wordt de toegang ontzegd, zelfs als hij een geldig kaartje heeft. Ook de persvrijheid irriteert hem. Trump wijst geregeld naar de camera’s en journalisten om vervolgens uit te roepen: ‘Daar staan de leugenaars!’ Veel journalisten zijn ondertussen bang om in hun eentje naar een bijeenkomst van de New Yorker te gaan. In een democratie horen de verkiezingen een proces te zijn waarbij mensen hun mening kunnen vormen na vrije debatten. Maar bij Trump vliegt iedereen die hem niet steunt eruit.

Altijd winnen

Hoe zou Amerika onder president Trump eruitzien? En wat zou de wereld te wachten staan? Tot nu toe heeft hij geen sluitend politiek programma naar voren gebracht. De voortdurende inhoudelijke vragen werken hem zelfs op de zenuwen. Het liefst zou hij willen dat mensen hem blind vertrouwen. ‘Het zijn altijd journalisten die me zulke vragen stellen’, klaagt hij vaak. Volgens hem vinden de burgers dat niet zo belangrijk. Andere politici schrijven programma’s, Trump teert voornamelijk op zijn buikgevoel. Het cruciale gevoel achter zijn hele campagne is zijn rotsvaste geloof in zijn eigen leiderschapskwaliteiten. ‘Het is belachelijk hoeveel energie ik heb. Als ik president ben, zullen we zoveel winnen, dat jullie al die overwinningen saai gaan vinden’, belooft hij zijn publiek. Zoals hij als ondernemer – ondanks enkele faillissementen – miljardair werd, zo wil hij ook handelen als hij president is. Toch geven zijn interviews en speeches een idee van waar hij concreet heen wil.

De ondernemer Trump mag dan in de hele wereld zaken doen, als president zou hij de vrijhandel aan banden leggen zolang die niet volgens zijn regels verloopt. Om het handelsdeficit met China te verminderen, wil hij de Chinese uitvoer naar de Verenigde Staten met hoge toltarieven bestraffen. Hij belooft de jobs terug te halen die in het zog van de globalisering in Azië en Mexico zijn beland. ‘Geen enkele president in de geschiedenis zal zoveel jobs creëren als ik!’ schept Trump geregeld op.

Om buitenlandse invloeden tegen te gaan, is hij bereid draconische maatregelen te nemen. Aan de Mexicaanse grens zal een muur gebouwd worden om migranten tegen te houden. En de elf miljoen illegale immigranten die in de VS verblijven, zullen het land uit worden gezet. De tijd dat Amerika een immigratieland was, zal voorgoed voorbij zijn.

Wie het temperament van Trump kent en weet hoe agressief hij op provocaties reageert, durft er nauwelijks aan denken wat er zal gebeuren als hij de vinger op de knop van het grootste atoomarsenaal ter wereld heeft. ‘Een Europese bondgenoot, die hem niet in een oorlog zou volgen, zou voor Trump een verrader zijn. Die landen zullen zeker met vergeldingen af te rekenen krijgen’, meent D’Antonio.

Ook in de buitenlandse politiek schuwt hij de harde woorden niet. Trump wil de IS kapotbombarderen of, zoals zijn nieuwe aanhangster Sarah Palin het recent uitdrukte, ‘een krachtige trap onder de kont geven’. Daarvoor wil hij zijn generaals carte blanche geven, want die weten maar al te goed wat hen te doen staat. Maar hoe je in de strijd tegen de IS bondgenootschappen met islamstaten smeedt als je alle moslims ervan verdenkt terroristen te zijn, is onduidelijk.

Ondanks het aangekondigde harde optreden in de strijd tegen de terroristen wil hij geen interventionist genoemd worden. Zijn buikgevoel vertelt hem dat de Amerikanen geen voorstander zijn van invasies met een onzekere afloop. Voortdurend herinnert hij aan het feit dat hij in 2003 een uitgesproken tegenstander van de oorlog in Irak was. Noord-Korea is voor hem geen Amerikaans probleem, dat moeten de Chinezen maar oplossen. Voor Syrië geldt hetzelfde: met die kwestie moet Amerika zich niet bemoeien, laat de Syriërs en de buurlanden zelf maar de kastanjes uit het vuur halen. Zo is zijn buitenlandse politiek en visie een vreemde mengeling van isolationisme en militarisme. Het bewijst andermaal dat Trump liever vertrouwt op zijn persoonlijke ervaringen en impulsen dan op goed doordachte ideeën.

Dat hij zozeer naar de rechterkant is opgeschoven, is eigenlijk verwonderlijk. Vroeger verkondigde Trump behoorlijk progressieve standpunten. Hij sprak zich uit voor het recht op abortus en strengere wapenwetten, maar ondertussen is hij daarvan afgestapt. Ooit vond hij dat de overheid voor iedereen gezondheidszorg moest voorzien en dat de staatsschuld door een belasting op de superrijken afgebouwd moest worden. Zijn Republikeinse tegenstanders wijzen het grote publiek graag op zulke gewijzigde standpunten. Ze laten graag een clipje rondgaan waarin Trump beweert dat hij eerder een Democraat is en dat Republikeinse presidenten vaak een zootje maken van de economie. Maar Trump laat zich niet van de wijs brengen. Hij is nu een en al populist en verdedigt zijn nieuwe, ultraconservatieve standpunten met veel overtuiging.

Hillary verslaan

De kandidatuur van Trump dreigt de Republikeinse Partij aan flarden te scheuren. Het partijestablishment ging ervan uit dat een gematigde kandidaat als Jeb Bush of Marco Rubio zou winnen. Ze zien in Trump een groot gevaar dat de partij kan beschadigen. Dat denkt ook Peter Wehner, de voormalige tekstschrijver van George W. Bush: ‘Trump is een vreselijk figuur. Als hij onze kandidaat wordt, is het alsof de partij in handen van de vijand is gevallen.’

Veel andere Republikeinen weten niet hoe ze moeten reageren. Moeten ze zich bij Trump aansluiten voor het geval hij de voorverkiezing wint? Of moeten ze hem bekampen in de hoop dat een van de tegenkandidaten alsnog het laken naar zich toe trekt? Voor nog anderen, zoals Congreslid Mick Mulvaney, moet de stem van de basis doorslaggevend zijn. ‘Als Trump de meeste stemmen haalt, moet hij onze kandidaat zijn.’

Bovendien raakt de partijtop er steeds meer van overtuigd dat Trump een goede kans maakt tegen Hillary Clinton. ‘President Ronald Reagan vernieuwde de Republikeinse Partij zodat die aanvaardbaar werd voor veel Democraten. Ik denk dat Trump in staat is hetzelfde te doen’, meent Jeffrey Lord, een oude stafmedewerker van Reagan.

De echt invloedrijke Republikeinen houden zich voorlopig op de vlakte. Maar wie met een monument als Newt Gingrich praat, krijgt het gevoel dat de Republikeinen zich uiteindelijk wel achter Trump zullen scharen. In de jaren negentig was Gingrich de architect van de Republikeinse verkiezingszeges voor het Congres en was hij voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. In 2012 deed hij zonder succes mee aan de voorverkiezingen voor het presidentschap, maar hij won wel in South Carolina en Georgia. Gingrich denkt dat Trump onderschat wordt. Hij vertelt een anekdote over een ijspiste in het New Yorkse Central Park. De piste werd in 1980 wegens herstellingswerken gesloten. Ze had in 1982 weer open moeten gaan, maar in 1986 was ze nog altijd dicht. Toen overtuigde Trump de toenmalige burgemeester Ed Koch dat hij het project in drie maanden zou voltooien, in ruil voor de exploitatierechten. Precies drie maanden later ging de ijspiste weer open. ‘Donald Trump is een zeer getalenteerd man’, voegt Gingrich daaraan toe. ‘Of hij Hillary Clinton kan verslaan? Absoluut. Amerika is een groots land waar alles mogelijk is.’

Net voor die Hillary Clinton hebben vele Amerikanen een afkeer. Ze zien haar als een vertegenwoordigster van een politiek systeem dat al te nauwe banden onderhoudt met het grote geld op Wall Street. Ironisch genoeg is het Trump, de megakapitalist, die van die onvrede gebruikmaakt. Hij laat zich erop voorstaan dat hij de enige kandidaat is die niet te koop is omdat hij geen giften van grote donoren moet accepteren. Dat hij, in tegenstelling tot Clinton of zovele anderen, nooit een politiek ambt heeft bekleed, blijkt in deze verkiezingsstrijd een groot voordeel te zijn.

De meeste hooggeplaatste Democraten maken zich nog niet ongerust. Ze geloven dat de campagne van Clinton onder stoom zal komen van zodra duidelijk wordt dat zij dé Democratische kandidaat is. Maar tegelijkertijd beginnen ze te beseffen dat dit wel eens de smerigste presidentsverkiezingen uit de geschiedenis kunnen worden.

©Der Spiegel

DOOR MARKUS FELDENKIRCHEN, VEIT MEDICK EN HOLGER STARK – ©Der Spiegel

‘Ik vroeg Trump welke buitenlandse experts hem adviseerden. Hij antwoordde dat hij naar de televisie kijkt.’

‘Er zijn betogers met tomaten in de zaal. Sla hen in elkaar als je hen ziet. Ik zal de advocaatkosten betalen.’

Als ondernemer deed Trump in de hele wereld zaken. Als president wil hij de vrijhandel aan banden leggen.

Trump laat zich erop voorstaan dat hij de enige kandidaat is die niet te koop is omdat hij geen giften van grote donoren moet accepteren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content