Het actieplan ligt klaar om in Doel de krakers aan te pakken en de eerste dertig huizen af te breken. In afwachting biedt Knack een rondleiding langs de werken in en om Doel, die Vlaanderen meer welvaart en meer natuurschoon moeten bezorgen. Een reisgids voor ramptoeristen.

Als je de kilometerslange ringweg rond het nieuwe Deurganckdok achter je laat en van de opgespoten vlakte naar beneden duikt, zie je als eerste huis in Doel de zogenaamde Rubenshoeve liggen. Het is een oude, zeldzame polderschuur van het Zeeuwse type. Vijf jaar geleden stak ze nog vol dikbillen, hooi en werktuigen. Vijf jaar geleden runde Jos Van Mol hier een bloeiend bedrijf. Zijn negentigjarige vader, die nog bij hem inwoonde, kon precies vertellen waar de vroegere vertrekken van de boerenknechten waren. Nu ligt de hoeve in puin. De historische schuur is tweemaal in brand gestoken. Het boerenhuis werd letterlijk kort en klein geslagen. Alle ruiten zijn ingegooid en alle deuren ingestampt. Alsof de Hunnen er zijn doorgetrokken.

Nochtans werd vijf jaar geleden nog beweerd dat men de monumentale polderschuur in Bokrijk zou heropbouwen. Uiteindelijk heeft men alleen geld gespendeerd aan een beschermende dijk rond de hoeve, en verder de boel doelbewust laten vernielen. Ook al zou het volgens de streek om een voormalig erf van de familie Rubens gaan. Jan Brandt, schoonvader van Rubens, was een van de Antwerpenaars die de polder van Doel in 1614 kwamen indijken. En Rubens zelf belegde zijn geld graag in grond. In 1621 moest Rubens, ‘ rentenier exercerende de conste van scilderen‘, voor een betwisting over gronden zelfs voor de meier van Doel verschijnen.

Bijna vier eeuwen bleef de polder met zijn rechte kavels en lange dijken er gaaf en ongeschonden bij liggen zoals in de tijd van Rubens.

1 DOEL INWONERS ERUIT, KRAKERS ERIN

De gedaanteverandering is volkomen. Er blijft na vijf jaar bijna niets meer over van de eens zo levendige gemeenschap. De school is dicht. De bakker en slager, superette Flandria, het Klein Bazaarke, de cafés en restaurants, ze hebben allemaal de deuren gesloten. Alleen de Molen op de dijk en taverne Doel 5 zorgen nog voor nering. Tien jaar geleden telde het dorp een kleine duizend inwoners; nu zijn er nog 391 ingeschreven, van wie slechts de helft in de dorpskern woont. ‘De meesten zijn verdwenen’, zegt Marina Apers, lid van de actiegroep Doel 2020, en iemand van de harde kern die nog gebleven is. ‘Ze zijn niet echt onteigend, maar onder druk gezet om zogenaamd vrijwillig te verkopen.’ Het was slikken of stikken. Wie niet verkocht, zou later gedwongen onteigend worden, en dan kon hij fluiten naar alle voordelen.

Voor bijna vijftig miljoen euro in totaal werd het Vlaams Gewest eigenaar van ongeveer 300 woningen en andere gebouwen, en ruim zestig hectare land. Maar volgens Marina heeft de overheid dat patrimonium allesbehalve als ‘een goede huisvader’ beheerd. Integendeel: het patrimonium werd niet bewaakt, niet onderhouden, en bijna niet verhuurd. Het resultaat is dat veel huizen in geen tijd grondig vernield zijn. De verloedering tart elke beschrijving. Verzakte daken. Kromme gevels. Kapotte regenpijpen. Platliggende deuren. Zelfs goed onderhouden huizen, die vijf jaar geleden in perfecte staat waren, zien er nu uit als ruïnes. En als je binnenin kijkt, lijkt het soms alsof daar een bom is ingeslagen. Opgebroken vloeren. Loshangende plafonds. Van de muren gerukte deurlijsten en lambrisering. Leeggeroofde of aan diggelen geslagen keukens en badkamers. Bergen afval en uitwerpselen. Graffiti.

Hoe kon een dorp zo snel aftakelen? Na de onteigeningen werden wel 150 lege huizen achtergelaten voor de ratten en kraaien. De tuintjes verwilderden. Het verval begon. Hier en daar werden huizen geplunderd. Vooral het weghalen van de veluxramen zorgde voor grote vochtschade. Veel gezinnen stelden zich kandidaat om een woning te huren, want de overheid garandeerde een tijdelijke woonzekerheid én woonkwaliteit tot minimum 2007. Maar op 300 kandidaten werden amper dertig huizen toegewezen. ‘De overheid koos voluit voor de verrottingsstrategie’, zegt Marina. Toen namen mensen het heft in eigen handen, en de eerste huizen werden gekraakt. Daarna kwamen een aantal kunstenaars en circusartiesten. En enkele maanden geleden, nadat de pers voor een kortstondige hype over de ‘revival’ van Doel had gezorgd, was het hek helemaal van de dam.

Van alle kanten stroomden krakers naar Doel, waar ze een deur forceerden, een nieuw slot plaatsten, en een woning gratis innamen. De actiegroep Doel 2020 ontving hen eerst met open armen. ‘Voor ons draaide het erom het dorp in leven te houden’, zegt Marina, die ongewild de coördinatrice van de krakers werd. ‘En er waren ook deftige krakers, die hun huis opknapten. Maar het liep uit de hand. Nu zijn er wel 200. Doel is weer vol.’ Vooral de voorbije weken, toen er Oost-Europeanen met een busje werden afgezet en van deur tot deur trokken op zoek naar een huis, steeg de spanning ten top. En nu is het dorp weer helemaal verdeeld: oude en nieuwe Doelenaars, autochtonen en allochtonen, linkse krakers en rechtse krakers. De toevloed van krakers en illegalen gaf het dorp een mokerslag. Alleen al de Vlaamse familie ‘Flodder’ kraakte en vernielde vier huizen op rij. Ook Doel 2020 erkent nu de problemen: diefstallen, inbraken, vandalisme, burgerwachten, gevechten tussen krakers…

Zelfs de vzw Samenlevingsopbouw, de laatste officiële organisatie, trok al tijdelijk weg uit het dorp. ‘Sommigen leven daar in mensonwaardige omstandigheden’, zegt opbouwwerkster Maya Van den Broeck, die aan een dertigtal gezinnen voedselpakketten uitdeelde. ‘We werden overstelpt met hulpvragen en kwamen aan ons eigenlijke werk niet meer toe.’ Het polderdorp Doel werd daarna helemaal een kraakdorp. Toen probeerden de krakers zichzelf te organiseren onder de naam Doels Belang. ‘Maar het enige dat na een vergadering uit de bus kwam, was om met enkele mensen wat oplapwerk te gaan doen’, zegt Sabine, een Gentse kraakster die een aantal activiteiten voor kinderen heeft opgezet. ‘Het is aan de overheid om het dorp weer zekerheid te geven.’

Burgemeester Marc Van de Vijver van Beveren reageert alvast met vaste hand. Hij heeft een actieplan klaar, waardoor een aantal krakers de kans krijgt zich in regel te stellen. Maar verder geldt nu de nultolerantie, ‘want Doel mag geen vrijstaat worden’. Er wordt dag en nacht gepatrouilleerd. Een honderdtal bouwvallige huizen wordt afgebroken, waarvan dertig nog voor de zomer. Café de Sportvriend is er één van. De herberg was net heropend door Steve, een jonge kraker met ringen in neus en lippen. Hij organiseerde er een ‘volxkeuken’ annex wasserette, en tapte gratis elektriciteit en water af. Maar de politie is de nutsvoorzieningen komen afsluiten. ‘Wij meenden het goed met Doel’, zegt Steve kwaad, terwijl de zoete geur van cannabis de kamer vult. ‘Maar toen zijn die slechte krakers en profiteurs gekomen. En sommige oude Doelenaars kraken nu al hun eigen huis.’

De zieke pastoor rijdt op een driewieler door het dorp. Van de vorige bisschop van Gent had hij spreekverbod. Maar de nieuwe bisschop is hem onlangs komen steunen. Daarna schreef bisschop Luc Van Looy: ‘De situatie in Doel heeft mij erg getroffen. Ik heb veel sympathie voor deze mensen, voor wie dan ook. Ik kan alleen maar hopen en vertrouwen dat respect zal worden opgebracht voor de concrete mens in het dorp.’

50.000.000 n waarvan 39 miljoen voor onteigening, en 3,9 miljoen voor leefbaarheidsbuffer

2 HET DOELDOK PUTJE GRAVEN, PUTJE VULLEN

Achter de Rubenshoeve begint het gigantische Doeldok. Als je er nu van opzij naar kijkt, is het alsof er bulldozers miraculeus over het water rijden. In werkelijkheid is men er een dwarsdijk aan het bouwen, die nu net boven de waterspiegel oprijst. Het Doeldok werd pas in de jaren tachtig aangelegd met schuine oevers om petrochemische industrie aan te trekken. Maar er zijn nooit fabrieken gekomen en er werden nooit schepen gelost. Het werd de duurste visput ooit, een flater van formaat. Uiteindelijk werd beslist om het Doeldok weer half te dempen met een deel van de dertig miljoen kubieke meter zand uit het nieuwe Deurganckdok.

Het dempen van het Doeldok, dat honderd miljoen euro heeft gekost, leek een makkelijke klus, maar in de praktijk draaide het anders uit. Er moest immers een dwarsdijk gebouwd worden om te verhinderen dat de baggerspecie naar de rest van de Waaslandhaven zou wegspoelen. De dwarsdijk werd in 2002 begroot op twintig miljoen euro. Volgend probleem: de bodem van het dok bleek uit glibberig slib te bestaan. In de vorige jaren was het nutteloze dok immers gebruikt als de vuilnisbak van de haven, waar massa’s vervuild slib in zogenaamde onderwatercellen werd gekapt. Om een stabiele dam te kunnen bouwen, moesten er eerst 3100 betonnen zuilen in de bodem gegoten worden. Daarop kwamen zeven lagen geocontainers: reusachtige betonblokken van twintig meter lang.

De kostprijs van de dwarsdijk van 500 meter loopt op tot ruim 35 miljoen euro, veel meer dan voorzien – een van de duurste dijken aller tijden. Bijna even duur als de onteigening van alle Doelenaars samen. Het Rekenhof had eind vorig jaar scherpe kritiek op de dwarsdijk: de technische voorbereiding was slecht, evenals de kostenraming en de uitvoeringstermijn. De dam was niet tijdig klaar, zodat een deel van de uitgebaggerde grond naar andere terreinen moest gaan, wat op zijn beurt weer 5,9 miljoen euro kostte. En de ergste kritiek van het Rekenhof: de bouw van de dam en alle extra werken werden weer onderhands toegekend aan de ’tijdelijke vereniging’ van baggeraars (Dredging, De Nul en De Cloedt) die al sinds een overeenkomst van 1972 alle werken op linkeroever krijgt toegespeeld, zonder offerte of mededinging. ‘De dijk viel nochtans stricto sensu niet onder die overeenkomst.’

Onder het nooit gebruikte Doeldok zitten hele wijken met tientallen huizen en hoeves begraven. Een van de laatste bewoners was een man die na de onteigening in het dorp van Doel ging wonen. Toen hij enkele jaren geleden te horen kreeg dat hij ook daar opnieuw onteigend werd, hing hij zich op in zijn duivenhok.

49.500.000 n voor inrichting gedempt dok. Aanleg dok: 100 miljoen euro

3 HET PAARDENSCHOR GROND OPSPUITEN, GROND AFGRAVEN

Het Paardenschor was een kleine polder, die ook nog door Jan Brandt was ingepolderd. Eeuwenlang werd het land uitgebaat door de dijkgraaf en de zeven gezworenen van het polderbestuur, dat eigenaar was. Maar eind jaren zestig werd het onteigend voor de bouw van de kerncentrale van Doel. Het was de eerste onteigening in de streek, het begin van de metamorfose. Het leidde ook tot de eerste drama’s. Aan de binnenkant van de dijk was een rij kleine huizen gebouwd, die de Strokete werd genoemd. Toen de eerste opspuitingen begonnen, liep het water dwars door de huizen heen. Toen de laatste terreinen tot negen meter hoog werden opgespoten, leidde dat tot regelrechte overstromingen.

Die laatste stukken van het Paardenschor zijn zonet weer afgegraven, want de kerncentrale bleek uiteindelijk veel minder grond nodig te hebben dan gepland. Grote terreinen bleven al die jaren braak liggen. De elektriciteitsmaatschappij Electrabel verkocht nu vijftien hectare grond ‘minnelijk’ voor 2,2 miljoen euro, een veelvoud van wat de boeren voor hun onteigende grond krijgen. Het weggebaggerde zand werd in roestige baggerbuizen door het dorp naar het lege Doeldok gepompt. Het afgegraven terrein moet nu slikken- en schorrengebied worden. De oude Scheldedijk werd afgebroken, en wat verder op Sigma-hoogte heropgebouwd.

‘Miljoenen euro’s heeft dat weer gekost. En er komt geen hond naar kijken’, zegt fruitkweker Paul Cleiren, die indertijd voor de kerncentrale werd onteigend. Net achter de dijk is nog altijd zijn vervallen woning te zien. Het is een van die tientallen spookhoeves die blijven staan zijn omdat men ze achteraf toch niet nodig bleek te hebben. Een enorme klimopplant is de oude keuken binnengedrongen en groeit dwars door het dak heen. Het lijkt wel de jungle.

7.500.000 n waarvan 2,2 miljoen voor verwerving, en 5,6 miljoen voor inrichting

4DE DOELPOLDER BOEREN ERUIT, VOGELS ERIN

Nadat Paul Cleiren onteigend was, begon hij een nieuw fruitbedrijf in de Doelpolder. Daar is hij zopas opnieuw onteigend voor het ‘natuurcompensatiegebied’. Om het natuurverlies door het Deurganckdok te compenseren, legt de haven hier een weidevogelgebied annex brakwaterkreek aan. Dat kon evengoed in een andere streek, maar men koos weer voor Doel. De bulldozers en graafmachines razen nu door de polder, scheuren de bodem open en gooien elders enorme zandhopen op. De duizenden fruitbomen van Cleiren, die hij tientallen jaren als zijn eigen kinderen verzorgd heeft, werden in enkele dagen tijd uit de grond gerukt en tot zaagsel vermalen. ‘Die bulldozers kenden wij van de dokken’, zegt Cleiren. ‘Maar bulldozers om een vogelgebied te maken???’ Trouwens, het gebied wás al een erkend vogelgebied.

Ook het hof van Maurice Van Mol is onteigend. Maurice Van Mol heeft, net als Cleiren, een jonge opvolger, die vijf jaar geleden de boerderij overnam toen iedereen nog verzekerde dat de Doelpolder Noord onaangeroerd bleef. Veel geïnvesteerd sindsdien. De hoeve moet nu afgebroken worden voor een ‘dynamische kreek’. De dynamische kreek kan geen tien meter naar links. Geen tien meter naar rechts. Ze moet recht over het erf. Boerin Van Mol, die tegen 1 juli van haar hof moet, kijkt met vochtige ogen naar de magnoliastruiken en de Japanse kerselaar, die voor het laatst in bloei staan: ‘Het was altijd mijn innigste droom om zulke struiken te hebben.’

‘Het is niet alleen wát ze doen, het is ook de manier waarop. Zo zonder enig respect’, zucht Paul Cleiren. Hij is nu 56 jaar, en begint weer opnieuw, voor de derde keer. Op een ’transithoeve’ die vroeger onteigend is, maar altijd is blijven staan. Helaas hokt er voorlopig nog een ander gezin, dat ook al jaren op de dool is. Als zij niet willen wijken, moeten ze volgende maand van het hof gezet worden. Een oud hof in de Arenbergpolder.

5.400.000 n waarvan 3,4 miljoen voor verwerving, en 1,9 miljoen voor inrichting

5DE PUTTEN NATUURGEBIED WEG, NATUURGEBIED ERBIJ

In een uithoek van de Arenbergpolder ligt een van de mooiste natuurgebieden van Vlaanderen: de Putten. Eeuwen geleden was het een mekka voor turfstekers, en dat heeft een ziltig grasland achtergelaten dat door geulen en kreken wordt doorsneden. Het is nu een waar paradijs voor unieke planten en zeldzame vogels. Het natuurreservaat is echter maar beschermd tot 2007. Daarna dreigt de haven het onder een laag zand te laten verdwijnen.

Het gebied is onteigend, en werd al aan de randen vol slib gespoten. Dat gebeurde ook met de enorme vijver (‘Putten Plas’), die ooit uitgegraven werd als aanzet van het beruchte Baalhoekkanaal – nog een van die historische blunders. Talrijke boerderijen werden ervoor onteigend. Maar in de jaren negentig werd het kanaal weer geschrapt, om plaats te maken voor andere plannen op de tekentafel.

De vereniging Natuurpunt vecht voor het behoud van de Putten. Maar de druk wordt steeds groter. Bomen werden gekapt zonder vergunning, baggerbuizen ‘per ongeluk’ opengedraaid, graslanden metershoog opgespoten. Kafkaiaans, schrijft Natuurpunt.

Maar aan de overkant van de weg verrijst al het nieuwe natuurgebied ‘Putten West’, al ziet het er nu nog meer uit als een maanlandschap. Er wordt volop gegraven en gedumpt. Nog eens een enorme lap landbouwgrond die als compensatie tot weidevogelgebied en zoetwaterkreek wordt omgevormd. Verschillende boerderijen zijn al onteigend. Onder meer het omwalde, eeuwenoude Hof ter Wallen.

Guido Van Mieghem, voorzitter van de Bedrijfsgilde, vreest dat alle ‘ecologische engineering’ tientallen boerengezinnen de kop kan kosten. ‘Het is een koehandel: de haven krijgt het zuiden van Doel, de groenen het noorden’, zegt hij. En dan spreidt hij een grote kaart uit. Het gaat om een van de toekomstige ‘scenario’s’. Want er komen nog havenwerken, en die moeten toch ook telkens worden ‘gecompenseerd’? Daarvoor wordt nu al politiek slag geleverd.

De kaart toont een onmetelijk groot natuurgebied, van diep in Doel tot ver in Verrebroek en Kieldrecht.

3.900.000 n waarvan 2,9 miljoen voor verwerving, en 0,9 miljoen voor inrichting

6HET DEURGANCKDOK VEEL ZAND, WEINIG SCHEPEN

Vanuit Doel zie je, achter de nieuwe leefbaarheidsbuffer, de gigantische containerkranen opdoemen. Als je het jaagpad langs de stroom volgt, kun je in het dok kijken. Maar het is er verdacht kalm. Een havenarbeider uit de omgeving van Doel zegt dat hij er om de haverklap zonder werk zit. En inderdaad: op 6 juli vorig jaar werd het dok met veel champagne ingehuldigd, maar vanaf de opening tot 1 april heeft terminaloperator P&O nog maar 44 schepen gelost. P&O zit nog niet op de helft van de beoogde trafiek en spreekt van drie tot zes maanden achterstand. Er werken 260 mensen. Bij PSA, dat de andere kant van het dok uitbaat, zijn veertig schepen gelost en honderd mensen aan het werk. Samen dus 84 schepen en 360 werknemers, wat ver onder de voorgespiegelde aantallen ligt.

Geen wonder dat de afwerking van het dok helemaal niet meer dringend is. Eind vorig jaar werd al het baggerschip Rubens uit het Deurganckdok teruggetrokken. In plaats van dit jaar zou het volgende stuk in 2007 uitgebaggerd worden, zodat het dok pas in 2008 afgewerkt is. Enkele jaren geleden moesten de eerste delen nog wel versneld worden gebouwd. Het Rekenhof waarschuwde er vorig jaar voor dat dat in de periode 2006-2015 tot ‘een ruime overcapaciteit aan kaaimuren’ kon leiden.

Intussen blijkt het nieuwe Deurganckdok, een getijdendok dat rechtstreeks aan de stroom ligt, een ware zandbak te zijn. Omdat het dok dieper is dan de rivier, zuigt het alle vloedwater en slib aan. De aanslibbing is wel een centimeter per dag. Nu al moet de bodem voortdurend gebaggerd worden: twee miljoen kubieke meter, goed voor 25 miljoen euro, en dat ieder jaar. Ad infinitum. Uiteraard neemt het Vlaams Gewest die kosten weer op zich. Om dat wettelijk te kunnen doen, werd de definitie van ‘maritieme toegang’ speciaal uitgebreid tot getijdendokken. Om een deel van het slib te weren, moet er volgend jaar wel een speciale wand aan de ingang van het Deurganckdok gebouwd worden (een ‘ current deflecting wall‘). Weer extra kosten van vijf miljoen euro.

De prijs van het Deurganckdok, dat met uitzonderingswetten (het ‘nooddecreet’) werd gebouwd, loopt nu al op tot 660 miljoen euro, onteigeningen en natuurcompensaties inbegrepen, wat de helft meer is dan gepland. Maar de infrastructuur om de containers ook weer uit Doel weg te krijgen, zal nog een veelvoud daarvan kosten. Alleen al de Liefkenshoek-spoortunnel wordt nu geraamd op 670 miljoen euro. Al in de jaren negentig, na de opening van de Liefkenshoek-autotunnel, werd gezegd en geschreven dat het schrappen van de spoorkoker dé blunder van de eeuw was.

660.00.000 n waarvan 276 miljoen voor kaaimuren, en 174 miljoen voor baggeren. Extra slibwand: 5 miljoen euro

7 PROSPERPOLDER EERST INPOLDEREN, DAN ONTPOLDEREN

Enkele weken geleden werd in een poldercafé, op de zoveelste PowerPoint-presentatie, het nieuwste onheilsbericht aan de bevolking kond gedaan. Er wordt in het noorden van Prosperpolder en in de hele Hedwigepolder een overstromingsgebied van 500 hectare ingericht, waarvoor een dertigtal eigenaars en een vijftigtal pachters onteigend worden. Het gaat om de allerlaatste twee ongerepte polders, schrijlings op de Vlaams-Nederlandse grens gelegen. Prosperpolder is een gehucht van 200 mensen, dat deels bij Doel hoort. Het laatste stuk van het gebied werd amper honderd jaar geleden ingedijkt door de hertogen van Arenberg. Nu worden de dijken weer doorgestoken.

Eind vorig jaar sloten Vlaanderen en Nederland immers de Scheldeverdragen, opnieuw met veel champagne, waardoor de Westerschelde tot 13,1 meter kan worden verdiept – noodzakelijk voor het Deurganckdok – wat Vlaanderen 205 miljoen euro kost. Als tegenprestatie moeten de Hedwige- en Prosperpolder overstromingsgebied worden. De boeren zijn er uiteraard gloeiend tegen. Maar ook de eigenaar van de hele Hedwigepolder, de baggerfamilie De Cloedt, heeft bezwaar aangetekend. Zij hebben er enkele gebouwen en stallen, waar ze tientallen ezels en polo-paardjes houden. De polo-paardjes worden er door Argentijnse jockeys afgericht. De ezels dienden vroeger voor de jachtpartijen in de schorren.

Het is de ironie van het lot, dat net de baggerfamilie De Cloedt – die de dokken van de linkeroever mee uitbaggerde en de stroom uitdiepte – nu de meest heftige tegenstander is van de onteigening van haar eigen polder. Zij hebben een uitgebreid dossier als bezwaar ingediend, waarin zij betogen dat de heerlijke Hedwigepolder waardevol ‘cultureel en natuurlijk erfgoed’ is, dat behouden moet blijven. De familie klaagt het gebrek aan inspraak aan, en de manier waarop de beslissing genomen is: ‘ Men moet hieruit afleiden dat men precies de eigenaar zelf viseert, en zelfs niet het gemeenschappelijk belang beoogt.’

Vanaf de Zoete Berm in Doel kijken wandelaars naar het laatste voorlopig nog onaangeroerde landschap. Midden in de polder staat de zestig meter lange, blakend rode schuur van de historische Antoniushoeve. De landbouwer, een van de meest gewaardeerde mensen van de streek, moet nu nog aan de hele lijdensweg van de onteigeningen beginnen. ‘Hoe, als ’t God belieft, zal de Antoniushoeve er binnen een jaar bij liggen?’ vraagt een wandelaar zich mistroostig af. ‘Dat gaat maar door, meneer. Dat stopt nooit.’

45.000.000 n voor het overstromingsgebied; 205 miljoen voor Scheldeverdieping

DOOR CHRIS DE STOOP / foto’s patrick de spiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content