‘Dit wordt het WK van de vermoeidheid’
De Wereldbeker in Brazilië dreigt een uitputtingsslag te worden. De fysieke begeleiding zal een cruciale rol spelen – al komen de Rode Duivels vooralsnog goed weg, dankzij hun voordelige loting. ‘Wij zullen tenminste kunnen trainen op voetbaltechniek.’
‘Behalve de sterke tegenstanders zal Duitsland ook de oerkracht van het land Brazilië moeten overwinnen’, orakelde de Duitse bondscoach Joachim Löw. ‘Dit wordt het WK van de vermoeidheid.’ Qatar 2022 wordt nóg gekker, maar dat de Wereldbeker in Brazilië de ploegdokters en -begeleiders voor grote uitdagingen stelt, staat buiten kijf. Sporten in een jungleklimaat met hoge temperaturen en dito luchtvochtigheid, waarbij ook nog eens op de heetste uren van de dag wordt gespeeld om in de Europese televisieprimetime te kunnen uitzenden: het lijkt vragen om problemen. De Italianen beweerden na de finale van de Confederations Cup, het voorbereidingstoernooi dat vorige zomer in Brazilië plaatsvond, dat ze na twintig minuten geen lucht meer kregen. ‘Dit is echt geen normaal voetbal meer, zoals we het in Europa kennen’, meenden de Azzurri. Zij nemen, net zoals zowat alle WK-ploegen, een batterij sportwetenschappers mee. Niemand doet beter dan de Duitsers, die met een sportmedisch team van 40 man afreisden. België houdt het op 18 specialisten. De fysieke begeleiding lijkt hét cruciale punt te worden waarop Brasil 2014 zal worden beslecht.
Pechvogels
De Belgen hadden een meevaller. We zijn op klimatologisch vlak de grote winnaars van de loting (samen met Argentinië). De Rode Duivels hoeven voor hun groepswedstrijden amper 1984 kilometer te reizen. Geen enkel land doet beter. Pechvogels zijn de Verenigde Staten, Mexico en Italië, die meer dan 14.000 kilometer moeten vliegen. Nog beter nieuws is dat België daardoor bijna het hele toernooi in de milde provincie São Paulo kan blijven, met in de weken van het WK een gemiddelde minimumtemperatuur van 12,4 graden en een maximum van 21,8 graden. Het is nu winter in Brazilië, maar in Natal, Fortaleza en vooral in de junglestad Manaus voetbal je eind juni niet voor je plezier. Tijdens dit WK mogen scheidsrechters wedstrijden drie keer onderbreken wegens klimatologische omstandigheden. De lokale bevolking vindt het zelfs dan waanzin om te voetballen.
‘De Rode Duivels hebben inderdaad enorm geluk gehad met de speelsteden. Als we noordelijker hadden gezeten, in de buurt van de evenaar, dan hadden we een trainingsschema moeten uittekenen met het oog op de hitte. Nu niet, de Belgen zullen – als een van de weinige teams – de nadruk kunnen leggen op voetbaltechniek’, zegt inspanningsfysioloog Peter Hespel, coördinator van de Leuvense Bakala Academy. Dat internationaal trendsettende centrum voor sportonderzoek, opleiding en topsportbegeleiding wordt ondersteund door Zdenek Bakala, de wilde weldoener achter het Omega Pharma-Quick.Step-wielerteam. Via Kris Van Crombrugge, hoofd van de medische staf van de Voetbalbond, belandden ook de Rode Duivels bij dit vermaarde sportcentrum. Hespel en zijn team van specialisten tekenden de hele voorbereiding van de nationale ploeg uit op het vlak van voeding, recuperatie en jetlag. En dat deden ze héél gedetailleerd. Zo zijn alle maaltijden die de Rode Duivels in Brazilië zullen eten tot de laatste aardappel uitgewerkt – de precieze samenstelling blijft geheim, maar de menuplanning zou ver voorbij de eerste ronde reiken. Er werd een kok aangeworven die Portugees spreekt en vertrouwd is met de Braziliaanse eetgewoonten. Niet dat er qua hygiëne grote problemen verwacht worden in de poepchique hotels waar de nationale ploegen verblijven.
Volgens Hespel hebben de Rode Duivels hun medisch zwaarste wedstrijd al achter de rug: de match tegen de Algerijnen vond plaats in Belo Horizonte, op 890 meter hoogte. ‘Dat is niet duizelingwekkend hoog, maar een derde van de atleten boet op die hoogte al aan conditie in. Daarom raadden wij de bond aan om één dag eerder naar Belo Horizonte af te reizen dan strikt genomen nodig was. Twee dagen was nog beter geweest, maar dat bleek praktisch moeilijk te regelen.’
De volgende matchen van de Belgen vinden plaats in Rio en in São Paulo. Belo Horizonte zien we ten vroegste terug in de halve finale. Teams die wel in de jungle spelen, zoals Engeland en Portugal, zijn daarom nog niet kansloos. ‘Met een goeie wetenschappelijke begeleiding valt dat op te vangen’, zegt Hespel. ‘Atleten die goed in conditie zijn, die verantwoord eten en drinken, moeten dit aankunnen. Wel beperkt het de mogelijkheid om bij te trainen. Je kunt het niet allemaal tegelijk doen.’
Niet uitpersen
De balans vinden tussen afzien op training maar niet zó hard dat het de spelers uitput, wordt in Brazilië nog moeilijker dan elders. Vermoeien mag, uitpersen niet. Marc Wilmots, die houdt van een strak trainingsregime, met pieken tijdens het toernooi – zonder lukt het niet. ‘Maar ik weet ook wel dat overdaad schaadt. Dus zal ik goed luisteren naar mijn specialisten’, aldus de bondscoach.
De sleutelfiguur wordt fysiektrainer Mario Innaurato, een topper in zijn vak. Hij is een oude bekende van Wilmots uit zijn tijd bij Sint-Truiden, maar werkt nog niet lang bij de nationale ploeg. Tot vorige zomer zat Innaurato bij Anderlecht, waar hij gebrouilleerd raakte met John van den Brom en moest opkrassen. Pas na de kwalificatiecampagne verving Wilmots Erik Roux, de vaste fysiektrainer bij de Voetbalbond, door Innaurato. Om het team niet dooreen te schudden in een cruciale periode, wordt weleens gezegd, maar bij de Bond praten ze er niet graag over.
Alles begint natuurlijk bij het basismateriaal dat Innaurato in handen krijgt: hoe fit en scherp arriveerden onze internationals in Brazilië? Het Nieuwsblad strikte in de aanloop naar het WK fysiektrainer Raymond Verheijen, een vertrouweling van succescoach Guus Hiddink. De Nederlander werkte op zeven internationale landentoernooien en bereikte vijf keer de halve finales, een ongeziene succesreeks. Verheijen waarschuwt dat België er last van kan krijgen dat zo veel Rode Duivels (11) in Engeland voetballen. ‘De Premier League kent geen winterstop, en men neemt er te weinig rust tussen de matchen’, aldus Verheijen. ‘Je hebt drie volle trainingsdagen nodig tussen twee wedstrijden (en dat doet men in Engeland zelden, nvdr.). Minder is te weinig. Spelers zijn nog vermoeid, spelen opnieuw en komen in een vicieuze cirkel terecht. Dat is de reden waarom de Engelse nationale ploeg altijd slecht presteert op EK’s en WK’s.’
Peter Hespel wil het gevaar niet overroepen. ‘Ik heb enkele eindeseizoensmatchen in de Premier League gezien, en ik heb geen fysieke verslapping gezien. Tot in de 95e minuut gaven die spelers een frisse, sterke indruk. Ik zou zelfs eerder denken dat Premier League-ervaring een voordeel is. Wie een heel seizoen in Engeland voetbalde, moet conditioneel wel sterk staan.’
En toch. De grote voetbalsterren, de mannen die het mooie weer maken in de grootste competities, schitteren zelden op een WK. Dat is ook niet onlogisch. De toppers hebben net een zwaar seizoen tegen 100 procent gespeeld en het trainingsschema dat ze het hele jaar bij hun clubs volgen is niet op het WK afgestemd. ‘De trainer van Chelsea geeft niet om de Wereldbeker. Die man wil dat er bij zijn club maximaal gepresteerd wordt’, zegt Peter Hespel. ‘Vanuit zijn standpunt is dat logisch. Het is inherent aan het voetbal, dat meer een sport is van constante belasting dan van piekmomenten. Je krijgt het aan geen enkele profvoetballer verkocht dat hij zich enkele weken koest moet houden, dat het even wat minder mag met het oog op later. Spelers willen altijd winnen. Het tegendeel zou men trouwens niet accepteren.’
Veel Belgische internationals zaten dit seizoen een tijd op de bank of kampten met (lichte) blessures die hen aan de kant hielden. Dat is een vloek die nu een zegen kan zijn. En het is nu ook weer niet zo dat die Rode Duivels echt stillagen: zelfs vaste bankzitters als Toby Alderweireld, Marouane Fellaini en Thomas Vermaelen speelden bij hun clubs meer dan twintig matchen, binnenlandse en Europese bekers meegeteld. De topclubs spelen nu eenmaal vaak. Steven Defour, bij Porto tweede keus in het grootste deel van het seizoen, komt zelfs aan veertig wedstrijden; zijn club speelde de groepsfase van de Champions League en draaide nadien nog enkele rondes mee in de kleinere Europa League. Dat tikt aardig aan. De Rode Duivel die dit seizoen het minst op het terrein stond, is Kevin De Bruyne, al heeft hij sinds zijn wintertransfer van Chelsea naar Wolfsburg wel zo goed als alle wedstrijden gespeeld. De overstap van de Gentenaar kwam er expliciet op aanraden van Marc Wilmots, die veel belang hecht aan speelminuten.
Geen psycholoog
De Rode Duivels kregen vijf weken voorbereiding. Dat is kort, maar een korte voorbereiding is niet noodzakelijk slecht. Een klassieke casus is het EK van 1992. De Deense internationals waren al met vakantie toen Joegoslavië zich vanwege de burgeroorlog terugtrok en Denemarken, dat zich aanvankelijk niet had geplaatst, alsnog werd opgevist. De Deense bondscoach Richard Moller Nielsen moest zijn internationals letterlijk van het strand plukken. De Denen werden zowaar Europees kampioen. Het daaropvolgende WK experimenteerden verscheidene teams met een kortere voorbereiding, maar daar zijn ze allemaal van teruggekomen.
De Rode Duivels kregen één week rust tussen het eind van de voetbalcompetitie en het begin van het trainingskamp. Misschien was het wel de belangrijkste week van de WK-voorbereiding. ‘Elke topsportprestatie is een combinatie van mentale scherpte en een topfit lichaam. Zonder het eerste haal je nooit het maximale rendement uit het tweede’, zegt Hespel, die meent dat het belang van rust niet overschat kan worden. ‘Er werd weinig nadruk op gelegd, maar de Rode Duivels moesten even de teugels laten vieren. Het einde van de competitie was voor bijna de hele groep erg stresserend geweest.’
Het is typisch voor profsport anno 2014: ook al zijn de omstandigheden zwaar, je zult er niemand over horen klagen. Het hoort bij het abc van de sportpsychologie: leg niet te veel nadruk op de problemen, anders vergeet je de kansen. Opvallend is dat de Rode Duivels, ondanks de achttien man tellende sportmedische staf, geen sportpsycholoog hebben. ‘Wilmots zal geoordeeld hebben dat psychologische begeleiding voor deze selectie op dit moment niet nodig is’, zegt Hespel. ‘Ik kan ‘m wel volgen, de groep lijkt me goed aan elkaar te hangen. Ik zie een natuurlijke teamspirit waarin iedereen zijn rol goed kent.’
De echte medische uitdaging komt pas later. De periode waarin het WK valt, is in een normaal voetbaljaar de enige waarin topspelers even niet aan hun vak hoeven te denken. Begin volgend seizoen komt er ongetwijfeld een terugslag. Dan komen de blessures. ‘Overal waar atleten lang op de toppen van hun tenen presteren, volgt er uiteindelijk decompressie’, weet Hespel. ‘Het wordt voor de spelers niet evident om zich na het WK weer helemaal op het werk bij hun club te concentreren. En als je dan ook nog eens fysiek niet tiptop aan de start komt… Maar goed, onze Rode Duivels spelen bij topteams waar de staf dat beseft. Ze zullen wel tegenmaatregelen nemen.’
DOOR JEF VAN BAELEN
‘Wie een heel seizoen in Engeland voetbalde, moet conditioneel wel sterk staan.’ (Peter Hespel)
‘Overdaad schaadt. Ik ga goed luisteren naar mijn specialisten.’ (Marc Wilmots)