‘De inkt van de geleerde is nobeler dan het bloed van de martelaar’, heeft de profeet Mohammed volgens de overlevering gezegd. Maar sinds 11 september wordt het islamonderwijs overal ter wereld nauwlettend gadegeslagen. Het Turkse meisjesinternaat Avicenna nabij Bergen wil dan ook liever niet een ‘islamschool’ genoemd worden.

Onder een schuchter lentezonnetje wandelen tienermeisjes in de grote tuin. De bomen zijn nog kaal, veel bloemen bloeien er nog niet, maar van het gras is de winterse grauwheid al geweken. De meisjes vormen kleine groepjes. Sommigen vlijen zich even neer op de houten banken in het grasveld. Anderen lopen langs de paden. Ze praten zacht. Allemaal hebben ze zwarte of donkerblauwe mantels aan die hun tot de enkels reiken. En allemaal dragen ze een hoofddoek, wit, grijs, met bloemen bedrukt, felblauw, zwart, die ook hun hals volledig bedekt. Wanneer door de luidspreker Beethovens Für Elise in een vreselijke ijscokarretjesversie klinkt, verdwijnen de meisjessilhouetten naar binnen. De les begint weer.

Vijfenveertig Turkse meisjes volgen momenteel les aan het Institut des Sciences Islamiques Avicenne in Hensies, een voormalig mijnwerkersdorpje ten zuidwesten van Bergen, vlak bij de Franse grens. De klassen van het instituut zijn die van het oude mijnwerkersschooltje, waaraan zo goed als niets veranderd werd. De directielokalen, de eetzaal en de slaapkamers bevinden zich in het belendende voormalige mijnwerkershotel – het caféterras van weleer vormt nu de entree van de strenge, vanzelfsprekend alcoholvrije islamschool.

De meeste leerlingen komen uit het buitenland: Frankrijk, Duitsland, Nederland, Denemarken, Oostenrijk, zeven nationaliteiten in totaal. Eén leerlinge komt uit Sint-Niklaas – ze is wegens ziekte een paar dagen naar huis. Iedereen is intern, en bijna iedereen blijft ook in de weekends op school. Na drie jaar studeren de meisjes af: dan hebben ze volgens de schooldirectie voldoende kennis van hun geloof om islamleerkracht te worden. Maar een door de staat erkend diploma kan het tien jaar oude Avicenna-instituut niet afleveren. Daarvoor is de leerstof die hier wordt onderwezen te specifiek.

Sinds 11 september staat het islamonderwijs overal ter wereld in het middelpunt van de belangstelling. Zulk onderwijs wordt in een groot deel van de moslimwereld verstrekt aan medressen, ook wel madrassa’s genoemd. De aard en het niveau daarvan kunnen aanzienlijk verschillen: er zijn er die, bij wijze van spreken, niet verschillen van een degelijk Vlaams jezuïetencollege en er zijn de Pakistaanse madrassa’s waar het leeuwendeel van de Taliban werd ‘opgeleid’, en waar deze beruchte Afghaanse islamisten trouwens nog steeds veel aanhangers tellen. ( zie ook kader)

Het woord roept meteen het beeld op van lange rijen in het wit geklede jongens die met wiegend bovenlijf de koran zitten te reciteren. Pakistan heeft de madrassa’s broodnodig. De overheid heeft geen geld om overal in het land officiële scholen te openen: voor niet weinig kinderen is de koranschool de enige bereikbare school. Maar voor wie het nog niet wist, is de voorbije maanden wel duidelijk geworden dat vele madrassa’s gevaarlijke broeihaarden zijn van fundamentalistische sentimenten, waar de Heilige Oorlog tegen het Westen wordt gepredikt.

Aan de hoofdingang van de universiteit van Istanbul vat iedere ochtend een twintigtal soldaten post, meldde het Amerikaanse blad Newsweek vorige week. Zij moeten controleren dat geen enkele student een tulband draagt, en geen enkele studente een hoofddoek. Wie een overtreding begaat, loopt het risico van de universiteit te worden gestuurd. Zelfs in de imam hatibs, de religieuze secundaire scholen in Turkije waar toekomstige imams, islamgeestelijken, worden opgeleid, mogen meisjes sinds vorige week geen hoofddoek meer dragen – de zoveelste maatregel om de religieuze scholen het leven zuur te maken. Eerder al mochten schoolbibliotheken geen enkel religieus boek meer in hun verzameling hebben. Tweeduizend van integrisme verdachte leerkrachten verloren de voorbije vijf jaar hun baan.

De Turkse leiders zien er sinds de stichting van de Turkse republiek (1923) nauwlettend op toe dat militante moslims het seculiere karakter van de staat niet kunnen ondermijnen. Strikte controle van het onderwijssysteem is daarbij een van hun belangrijkste instrumenten.

Turkije staat niet alleen met zijn aanpak. De Tunesische en de Egyptische overheden ( zie ook kader) treden minstens even hard tegen het fundamentalisme op, en doen er alles aan om de scholen op het juiste spoor te houden. In Pakistan volgt president Pervez Musharraf een andere weg: hij probeert de madrassa’s te hervormen. Als ze ook wiskunde en moderne wetenschappen onderwijzen, en dus meer worden dan een loutere koranschool, zal de regering hun diploma’s erkennen, zodat leerlingen na hun afstuderen betere mogelijkheden op de arbeidsmarkt krijgen.

Ook westerse overheden maken zich zorgen over eventuele fundamentalistische invloeden in het onderwijs. De Franse regering besliste al in 1989 dat in staatsscholen het dragen van een hoofddoek verboden is. Zeer recent ontstond er in Nederland opschudding over de 32 door de staat gesubsidieerde islamitische basisscholen. Volgens een rapport van de Nederlandse veiligheidsdiensten ontvingen wel tien van die schooltjes giften van radicaal-islamitische organisaties uit Saudi-Arabië, Libië en Turkije – zonder dat die organisaties daarom werkelijk grote invloed verwierven. De scholen blijken veelal in handen van islamitische bestuursleden met een erg conservatieve geloofsovertuiging. Heel wat godsdienstleraren en leerkrachten Arabische taal, zo stelde het rapport vast, huldigen bovendien radicale opvattingen en betonen zich tegenstanders van integratie.

ZEVENTIEN UUR GODSDIENST

Natuurlijk mogen niet alle islamscholen over dezelfde kam worden geschoren. Het islamonderwijs is even verscheiden als het islamitische geloof zelf. Bijna overal ter wereld zul je ook islamitische scholen vinden die hun leerlingen openheid van geest, zin voor nuance en tolerantie bijbrengen. En onder meer in het Verenigd Koninkrijk ( zie ook kader) en de Verenigde Staten zijn er verschillende islamitische scholen die ook op academisch gebied een uitstekende reputatie hebben. ‘De inkt van de geleerde is nobeler dan het bloed van de martelaar’, luidt toch een bekende hadith, een overgeleverde uitspraak van de profeet Mohammed.

‘Het was mijn eigen keuze om hierheen te komen’, zo wil Kadriye (16) meteen duidelijk maken. Ook Rabi (17) en Seyma (15) beklemtonen dat ze zélf naar deze school wilden – van ouderlijke dwang is geen sprake geweest. ‘We wilden ons eigen geloof beter leren kennen’, zegt Seyma. Hoe het komt dat zij, terwijl de meesten van hun leeftijdsgenoten meer aan pleziermaken en jongens denken, zich zo sterk voor hun godsdienst interesseren? ‘Dat hebben we natuurlijk wel van huis uit meegekregen’, erkent Kadriye. Alledrie komen ze uit diepgelovige, streng praktiserende Nederlands-Turkse gezinnen.

Ze volgen momenteel het tweede jaar aan het Institut des Sciences Islamiques in Hensies.

‘Mijn lievelingsvak?’, vraagt Rabi. ‘Turkse cultuur.’ De twee anderen knikken instemmend. Het moeilijkste, ‘maar wel interessant’, vinden ze de Arabische taalles. Een week telt in deze school 35 lesuren. Zeventien daarvan worden aan godsdienst besteed: vijf uur de koran leren lezen en memoriseren, drie uur islamitische gedragsregels, twee uur geloofsleer, twee uur het leven van de profeet, twee uur Arabisch, een uur godsdienstgeschiedenis, een uur communicatie en een uur muziek. Daarnaast krijgen de leerlingen ook sociologie, psychologie, pedagogie, gymnastiek, informatica en kookles. Vakken zo verscheiden als psychologie, koranles en gymnastiek worden door één leerkracht gegeven.

Dat ze hier geen algemene vakken als wiskunde, biologie en aardrijkskunde krijgen, vindt Seyma wel jammer. ‘Want je vergeet zo vlug.’ Maar dat ze na drie jaar studeren geen officieel erkend diploma zullen krijgen, daar tillen de meisjes niet zwaar aan. Nochtans is geen van hen drieën van plan om een traditionele Turkse moeder te worden, met een sleep kinderen aan haar rokken en een leven dat zich geheel binnenshuis afspeelt. Twee kinderen vinden ze ideaal, en ze willen les gaan geven. Islamles. Seyma: ‘Als ik weer in Nederland ben, laat ik mijn kennisniveau testen en dan pik ik gewoon weer aan in een Nederlandse school. En daarna ga ik voortstuderen.’ Precies wat Rabi en Kadriye ook van plan zijn.

Of ze dan soms niet gek worden van zoveel rust en stilte? Van steeds hetzelfde ritme: slapen, eten, les volgen, praten, samen bidden, eten, huiswerk maken, praten, slapen? De Rotterdamse Rabi heeft wel heimwee naar de drukte van de stad, de twee anderen zijn heel tevreden met hun leven als jonge begijnen. ‘In Oss, het dorpje waar wij vandaan komen, viel er ook niets te beleven’, vertelt Seyma. Trouwens, de school organiseert ook weleens uitstapjes, naar een pretpark bijvoorbeeld. En ze hebben televisie. Met toestemming van de directie kunnen ze ook video’s huren – laatst zagen ze nog Titanic.

Maar een beetje wereldvreemd zijn deze moslimmeisjes wel. Over 11 september hebben ze geen mening, wat in Afghanistan gebeurt, vinden ze ‘erg’. En wanneer het woord ‘Taliban’ valt, kijken Kadriye en Seyma met grote vragende ogen. ‘We kennen de betekenis van dat woord niet’, zegt Kadriye doodernstig.

VROUWEN DIE AUTORIJDEN

De school in Hensies is een initiatief van de Islamitische Federatie van België, een Turkse, sterk religieus geïnspireerde organisatie die in de migrantengemeenschap beter bekend is als Milli Görus. De bestuursleden van de Islamitische Federatie nemen uitdrukkelijk afstand van die benaming. ‘Milli Görus is een Duitse organisatie, ontstaan vanuit de Turkse religieuze Refah-partij. Wij werken hier in België totaal onafhankelijk en wij zijn ook zeer sterk op integratie in de Belgische samenleving gericht’, stelt Ethem Kislali, secretaris van de Federatie en bestuurslid van het Avicenna-instituut. Maar dat sommige leden zich Milli Görus noemen en dat er contacten zijn met de Duitse groepering ontkent hij niet.

Feit is dat de Islamitische Federatie binnen de Turkse gemeenschap de sterkst uitgebouwde organisatie is. ‘Zij hebben onder hun leden het grootste aantal Turkse intellectuelen, genaturaliseerde Turken, huiseigenaars en vrouwen die met de auto rijden’, zegt een Turks-Limburgse politicus. ‘Daarmee lijken ze een stuk vooruitstrevender en geïntegreerder dan een doorsneemoskeevereniging. Maar de aap komt uit de mouw als je weet wat hun opvattingen zijn over onderwijs, de positie van man en vrouw, kledingvoorschriften…’

Zoals Ethem Kislali wil ook Abdulhalim Inam, de directeur van het Institut des Sciences Islamiques, er alles aan doen om de negatieve beeldvorming over de Islamitische Federatie én over de school in Hensies te doorbreken. ‘Noem dit alstublieft geen koranschool of geen islamschool’, bezweert hij ons. ‘In de buitenwereld denkt men dat er hier 24 uur per dag godsdienst wordt ingeramd. Dat is dus niet zo. De leerlingen krijgen ook een algemene opvoeding. Wij integreren moderne wetenschappen in het lessenpakket. Wij vormen hier ook geen getto. Zoals in iedere school gelden er bepaalde regels, maar de deur staat altijd open.’

Dat er alleen meisjes school lopen aan zijn instituut, mag ook niet verkeerd worden geïnterpreteerd. Inam: ‘We zijn met meisjes begonnnen precies omdat die in onze cultuur achterop zijn geraakt. Niet dat de islam de vrouw verplicht om thuis te blijven. In de tijd van de profeet waren er zakenvrouwen, leraressen, verpleegsters… De vrouwen stonden midden in het leven. Onder invloed van tradities is hun rol geleidelijk aan veranderd. Wij willen de meisjes weer naar buiten krijgen. Maar ik ben helemaal niet tegen gemengd onderwijs. Als zich volgend schooljaar jongens willen inschrijven, zullen wij hen hartelijk welkom heten. Ook als internen, ja. We zullen ze vanzelfsprekend wel in aparte slaapkamers onderbrengen.’

GEEN SINTERKLAAS, WEL SUIKERFEEST

Hoe de directeur de toekomst ziet? ‘We zouden graag een normale school worden, erkend en gesubsidieerd door de overheid.’ Inam spreekt er niet graag over, maar tot nu toe hebben contacten met ministeries en kabinetten daarover duidelijk nog niet veel resultaat gehad. Nochtans stelt de directeur tot veel veranderingen bereid te zijn om zijn doel te bereiken. ‘We geven nu les in het Turks, omdat dat de enige gemeenschappelijke taal van de leerlingen is. Maar we willen later graag van het Frans of het Nederlands de voertaal maken’, zegt hij. Ook het lessenpakket kan worden aangepast. Inam: ‘Een normale school moet natuurlijk een volledig leerprogramma hebben’. Er is maar één – niet bepaald onbelangrijk – element uit de gewone leerplannen dat hij niet kan aanvaarden: de twee uur godsdienst. Inam: ‘Dat is veel te weinig om mensen degelijk te vormen.’

Tot nader order blijft de Avicenna-school in Hensies dus een islamitische privéschool. Maar bestaan er in ons land, zoals in Nederland, scholen met een islamitisch bestuur, die door de overheid erkend en gesubsidieerd worden? Welgeteld één, en dat terwijl België (i.c. Antwerpen) negen basisscholen en vijf secundaire scholen met een joodse inrichtende macht telt. Alleen de Ghazali-basisschool, in het gebouw van de Grote Moskee van Brussel, wordt door moslims bestuurd. De school volgt volledig het leerplan van de Franstalige Gemeenschap, de lessen zijn in het Frans, de leerlingen hebben twee uur godsdienst en twee uur Arabisch. Voor het overige is het islamitische karakter van de school vooral terug te vinden in de omkadering: ‘In plaats van Moederdag en Sinterklaas vieren wij het Suikerfeest en het Offerfeest’, zegt de directrice. In de Ghazali-school zijn 104 kleuters en 119 scholieren ingeschreven. Het overgrote deel is van Marokkaanse origine.

M’hamed El Massoudi, de voorzitter van de Antwerpse moskeekoepel UMIVA en al enkele decennia islamleraar, heeft een eenvoudige verklaring voor het ontbreken van islamscholen in België. ‘In Nederland wordt de islam in het rijksonderwijs niet onderwezen. Hier kunnen onze kinderen in het officiële onderwijs gewoon islamles volgen. Dus is de behoefte aan aparte islamscholen minder groot.’

Volgens cijfers van het Vlaams ministerie van Onderwijs wordt in 327 lagere scholen (op een totaal van 2189) en in 198 secundaire scholen (op een totaal van 918) islamitische godsdienst onderwezen. Vlaanderen telt 259 islamleerkrachten.

IMAMSCHOOL IN HOBOKEN

Waaraan volgens El Massoudi wel behoefte bestaat, is een inheemse opleiding voor imams. Tot nu toe moeten de islamgeestelijken nog steeds uit het buitenland worden geïmporteerd, met alle taal- en culturele problemen van dien. De UMIVA heeft nu het plan opgevat om tegen 2003 een ‘Islamitisch Educatief en Pedagogisch Centrum’ op te richten. Met de grote moskee van Hoboken is al een contract gesloten voor het gebruik van 3500 vierkante meter ruimte. De architect is plannen aan het tekenen voor de verbouwing. Alle moskeeën van Vlaanderen hebben hun steun al toegezegd aan het project. Het Antwerpse provinciebestuur heeft zich al enthousiast uitgelaten over het initiatief en zou eventueel subsidiëren.

El Massoudi: ‘Het centrum zou een imamschool omvatten en een aparte afdeling voor niet-moslims die meer over de islam wensen te weten, en ook allerhande bijscholingen organiseren voor allochtone vaders, moeders…’

Een comité van wijzen beraadt zich momenteel over de manier waarop de imamschool het beste gestalte krijgt. El Massoudi denkt aan een dagschool voor leerlingen vanaf twaalf jaar. ‘Dan kennen ze zeker voldoende Nederlands. Later beginnen is moeilijk. Alleen om de koran uit het hoofd te leren, moet je drie tot vijf jaar rekenen.’ Of de school dan het gewone leerplan van het secundair onderwijs gaat volgen? ‘Dat hangt een beetje van het aantal leerlingen af. Stromen er honderden moslimkinderen toe, dan moeten we zeker voor erkenning van de diploma’s zorgen, eventueel door met andere scholen samen te werken. Blijven de inschrijvingen beperkt, dan zullen we ons vooral op de imamopleiding toespitsen’, aldus El Massoudi.

Of hij niet bang is voor negatieve reacties? ‘Wij willen juist de negatieve beeldvorming over de islam doorbreken’, repliceert El Massoudi fel. ‘De steeds groeiende vooroordelen houden ons uit onze slaap, weet u. Maar wij garanderen de burger dat onze school de integratie alleen maar zal bevorderen.’

Christine Albers

Foto’s: Wim Van Cappellen (Reporters).

Het islamonderwijs is even verscheiden als het islamitische geloof zelf.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content