Dictaten, talentellingen en een pot verf
In het Italiaanse Zuid-Tirol woedt een taalstrijd die erg aan taferelen in Brussel en de Rand doet denken. Actiegroepen gaan er met kwast en verfpot van straatnaambord naar straatnaambord – en krijgen daar nog subsidie voor ook. Maar er is meer aan de hand dan taaltwisten. ‘Nieuw-rechts’ rukt op.
Kerels in een parka die bij nacht een helft van een wegwijzer naar de ‘bibliothèque/bibliotheek’ gaan overschilderen, ze zijn bewoners van de Voerstreek en de Brusselse Rand niet onbekend. Dames en heren die dat bij klaarlichte dag doen, en bovendien nog een eigen woord verzinnen om op het bord te schilderen, dát al veel minder. Het gebeurt in Zuid-Tirol, de meest noordelijke punt van de laars van Italië. Een regio met digestieproblemen, veroorzaakt door de geschiedenis. En die stinkt tot vandaag. Dat kwam zo.
Op de Siegesplatz in Bozen (Bolzano) staat vandaag nog altijd, ingepakt in plastic, het Monument van de Overwinning. Plomp, massief, fascistisch – precies zoals bouwmeester Marcello Piacentini het in 1928 had bedoeld. Het is de toegangspoort tot de nieuwe stad, die destijds indrukwekkend en vooral Italiaans moest worden. Bozen is de hoofdstad van Zuid-Tirol, het gebied dat het uiteengevallen Oostenrijks-Hongaarse Rijk na de Eerste Wereldoorlog moest afstaan aan Italië. Italië liep over naar de anti-Duitse Entente, en kreeg in ruil daarvoor gebiedsuitbreiding. Zodra Benito Mussolini in 1923 met zijn fascistische partij de macht had veroverd, zette hij een agressieve assimilatiepolitiek in. Waar vrijwel de hele bevolking van Zuid-Tirol in 1910 nog Duitstalig was, wou Mussolini met steeds meer beperkingen en verboden het Duits uit het openbare leven bannen. De Latijnse inscriptie op de Overwinningspoort was duidelijk. ‘Hier, op de grens van het Vaderland, hebben wij anderen beschaafd, met taal, wetgeving en cultuur.’
In 1939 besloten Adolf Hitler en Benito Mussolini samen tot een etnische zuivering langs beide kanten van de Brennerpas. Nazi-Duitsland had nood aan arbeidskrachten, Mussolini aan vaste noordergrenzen. Heinrich Himmler wordt bevoegd voor de ‘repatriëring’ van alle Volksduitsers. Wie uit Italië vertrok, kreeg geld en mocht naar Bohemen of naar de nieuwe ‘oostelijke gebieden’, waar ruimte was voor ‘1.250.000 kolonisten’.
Volksverhuizingen zijn er in Europa altijd geweest. Tussen 1659 en 1715, zo schreef ouddiplomaat Andrew Parker in de Britse krant The Times, werd het beginsel van zelfbestemmingsrecht onverkort toegepast: bij verovering kon je kiezen tussen ‘loyale onderwerping aan het nieuwe gezag’ of ‘vertrek met alle goederen over de nieuwe grens’. De autoritaire regimes eind jaren dertig, daarentegen, legden gewoon een dictaat op. ‘Aan bezwaren van Duitschers zal geen aandacht worden geschonken’, zei Hitler.
Mussolini had zijn assimilatieplan grondig voorbereid. Al in 1922 vielen 1000 zwarthemden Bozen binnen. Alle Duitstalige bladen werden verboden, de laatste eentalige ambtenaren werden verplaatst of met pensioen gestuurd. De kwade genius van die etnische zuivering was senator Ettore Tolomei, een radicaal-nationalist, die zijn sporen had verdiend als uitgever van La Nazione Italiana en als zelfverklaard plaatsnaamkundige. In 1916 begon die Tolomei op dubieuze en pseudowetenschappelijke wijze alle benamingen in Zuid-Tirol een Italiaans equivalent te geven. Zelfs de namen op de grafzerken moesten eraan geloven. In 1923 bracht hij een manifest uit dat tot vandaag zijn sporen nalaat: Provvedimenti per l’Alto Adige, 32 richtlijnen die de fascisten nauwgezet zouden uitvoeren. Die gingen van sluiting van alle Duitstalige bladen tot verbod op onderwijs in het Duits, en van omzetting van de straatnamen tot de verwijdering van het standbeelden.
Schilderen maar
We spoelen door naar vandaag. De oorspronkelijke bevolking van Zuid-Tirol bleef zich verzetten tegen de culturele onderdrukking – ze bleef lesgeven in catacombenscholen om taal en zeden te bewaren en schuwde het geweld niet. Het is precies de triomfboog van Mussolini die haar tot vandaag blijft herinneren aan het moeizame proces naar autonomie tussen 1950 en 1990. Als het van het Landesgericht, de intussen autonome provincieraad van Zuid-Tirol, afhangt, kan de boog niet snel genoeg verdwijnen, bevestigt gouverneur Luis Durnwalder van de Duitstalige eenheidspartij SVP. De SVP heeft de absolute meerderheid in Zuid-Tirol.
De argwaan tegenover de centralisatiepolitiek van Rome is nog steeds niet weggeëbd. Integendeel, een ongelukkig besluit van regiominister Raffaele Fitto heeft de voorbije maanden voor nieuwe onrust gezorgd. Alle 60.000 Duitstalige plaatsnaamborden moeten tweetalig zijn, verordende Fitto. ‘Je reinste waanzin’, betoogt gouverneur Durnwalder. ‘Dat kun je niet in twee maanden tijd. Het is evenmin zinvol om terug te grijpen naar Tolomei en er fantasierijke Italiaanse equivalenten bij te kalken. En bovendien is dat een bevoegdheid van de deelstaat, niet van de republiek.’ Het lijkt zoals gezegd de Voerstreek wel, of de Brusselse Rand. ‘Schrap toch die idiote decreten van destijds’, zegt Sven Knoll van de afscheidingsgezinde Südtiroler Freiheit (STF). Knoll wil de hereniging met het Oostenrijks gebleven Noord-Tirol. Bij de provinciale verkiezingen in 2008 behaalde zijn STF 4,9 procent van de stemmen.
In Europees perspectief valt er veel te zeggen voor een nauwere samenwerking tussen Noord- en Zuid-Tirol. In overleg met Oostenrijk heeft Italië in 1972 immers een verregaande zelfstandigheid toegekend aan Zuid-Tirol. Rome liet de cultuurpolitiek over aan de plaatselijke besturen. Regiominister Fitto ziet dat anders. Veiligheid voor alles, meent hij. Wat als een Italiaanse wandelaar niet begrijpt wat ‘See’ (meer, lago) is, of ‘Alm’ (alpenweide), of ‘Hütte’ ( rifugio)?
Zeker is dat de symbolische naamgevingsstrijd een heel andere, politieke controverse dekt. Die van het oprukkend, nieuw-rechtse gedachtegoed. En daar lopen tegenstrijdige belangen door elkaar. De Duitstalige eenheidspartij SVP, die de macht heeft in Zuid-Tirol, is van christelijke centrumsignatuur. Zij houdt vast aan de afspraken van 1972 en 1991. Wat houdt dat in?
In Zuid-Tirol moet iedereen vanaf veertien jaar duidelijk maken tot welke van de drie taalgroepen hij behoort: Duits (69 procent), Italiaans (28 procent) of Reto- Romaans (3 procent). Om de tien jaar wordt een talentelling gehouden. Door de nieuwe autonomiestructuur blijkt het Duits fors aan invloed te winnen, ten koste van het Reto-Romaans (dat alleen nog in twee valleien overheerst, het Grödnertal en het Gadertal) en het Italiaans, dat van oudsher de taal van de ‘bezetter’, de ambtenarij en het leger is. Tweetaligheid is wel vereist in openbare diensten.
Wachten op verkiezingen
De neerbuigendheid van de Italiaanse overheid had voor het akkoord van 1972 geleid tot soms gewelddadig verzet. Het grafmonument van Tolomei werd opgeblazen door de Befreiungs Ausschuss Südtirol, net als het ruiterstandbeeld van Mussolini in Waidbruck. In 1961 vlogen tegelijkertijd 37 hoogspanningsmasten de lucht in. Nationalisten werden ingerekend, twee verdachten sterven na marteling in de gevangenis. Achteraf bleek dat de aanslagen wellicht bedacht waren door extreemrechts in samenwerking met de geheime dienst van Italië, zo liet journalist Giancarla Masiero verstaan.
De roerige periode is intussen voorbij, maar het streven naar volwaardige zelfstandigheid is gebleven. Een late uitloper van dit omgekeerde irredentisme, de terugkeer naar het moederland, is de benepen bordenhistorie. Ze duidt op de diepe crisis van het Italiaanse politieke bestuur. Opnieuw grijpen de ultranationalisten naar symbolische dictaten. Kamerlid Michaela Biancofiore (kandidaat-burgemeester van Bozen, en vaandrig van de partij van de Italiaanse premier Silvio Berlusconi) kreeg 40.000 euro los voor de Italiaanse Alpenbond CAI om… verf en kwasten te kopen. Gouverneur Durnwalder was ziedend, hij tracht een onderhandse regeling te treffen met CAI en het echte Alpenverein AVS.
Tijd rekken kan in Durnwalders voordeel spelen. De regering-Berlusconi wankelt. Kamervoorzitter Gianfranco Fini heeft met 33 anderen de partij van Berlusconi verlaten, en een eigen partij opgericht. Nieuwe verkiezingen kunnen regiominister Raffaele Fitto’s aanmaning helemaal op een laag pitje zetten. Berlusconi aanvaardt verkiezingen in december mocht hij een vertrouwensstemming in september verliezen. Zo lang kan Durnwalder als gouverneur van Zuid-Tirol de pedalen stilhouden. Oostenrijkse steun voor Zuid-Tirol zal echter niet volstaan, ook al hakt de gouverneur van Noord-Tirol onverbloemd in op ‘de Italiaanse provocaties’. Hij zei dat niet toevallig in Innsbrück. In Schloss Ambras – we verzinnen dit niet. Brussel, we zeiden het al.
DOOR LUKAS DE VOS